De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 17 augustus pagina 1

17 augustus 1918 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

ir. a*1? Zaterdag 17 Augustus A' 1018 DE AMSTERDAM WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ER ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.25. Abonn. loopen per jaar Redactie en Admiuistratie: Keizersgracht 333, Amsterdam Advertentiën omslag f 0.40 n. regel, biniienpag. f 0.50 p. regel INHOUD: Bladz. 1: Het jaar van zelfbeheersching, door v. H. Bnitenl. Overzicht: Over de grens gezet door dr. W. G.C. Bypanck.?2: Mazsppa, teekening van Jordaan. De verhouding tnsschen Nederland en Indüi, door H. C. Biurman. Krekelzang, door J. H. Speenhoff. ??Frans Meyer t, door dr. Fred. van Eaden. 3: Philip Elte f, door 8. Troeder. Feuilleton: Tithohadésh, naar het Hebreenwsch van David Frisohman. 5: Voor Vrouwen, (red. Elis. M. Bogge) Hoe richt men zijn woning in, door Elis. M. Eogge. Zich behelpen, door Geertiuida Carelsen. De Huishoudelijke Prestaties van Mary, door Ariëtte. Van Alles Wat. Oorlogsliedje, door P. A. E. Oostsrhoff. Uit de Natuur: De stille maand, door Jac. P. Thijsse. 6: Vers: Honing, door Adwaita. Nieuwe boeken van deze week. Finantien en Economie: Twee Verslagen, door jhr. mr. H. Smiasaeit. Het Bestuur, teekening vau George van Raemdonck. 8: Eea afscheidswoord aan prof. Dake, door Lizzy Ansingh. Boekbespreking, door prof. H. Brogmans en v. D. UithetKlaiaohiift van Jantje. De gesmokkelde Aardappelen, door van Deekingham, met teekeningen vanls van Mens. 9: Een kansje voor onttroonde hoofden, teekening van Joh. Braakensiek. Damrubriek, red. K. O. de Jonge. 10: Lsekènapiegel. Bijvoegsel: Doodendans, teekening van Joh. Braakensiek. HET JAAR VAN ZELFBEHEERSCHING De oorlog, zoo schreven wij vooreen jaar terug, heeft ons uiteenloopende tijd vakken doen beleven. Het eerste jaar was het jaar van den schrik. Het tweede van de opluchting. Het derde van de zorg; en het vierde zou er een worden van den nood. Wat zal het vijfde zijn? Wanneer men in de wereld om zich henen ziet, zijn sommige voorspellingen niet overmatig moeilijk. Zoo vaag is de toekomst niet, of het heden geeft er een kijk op. En wanneer desondanks niet te zeggen is, hoe Nederland er over een jaar weder voor zal staan en hoe wij elkander dan in de oogen zullen zien, is dit omdat bij alles wat zich wél be palen laat, toch n element van onze kerheid overblijft: dat is het element van onze eigen keus. Baas over zijn eigen lot is het Nederlandsche volk thans minder dan ooit. Waren wij dit, morgen aan den dag leefde de natie weder reeds in den stillen en ongeplaagden vredestoestand, die nog altijd haar eenig verlangen uit maakt. Doch het zeggenschap heeft zij daarover niet, en wanneer men onzen raad vraagt, dan make zij zich daarover ook niet te druk! Hoe schoon het doel in het algemeen moge zijn, er is wat kinderachtigs in de commotie voor iets, waar men zoo onbereikbaar ver ?van afstaat. Het groote staatkundige OVER DE GRENS GEZET Je v o u s reproche, monsieur Malvy, de trahlr l'intérêt du pays." Woorden van Clemenceau tot den minis ter die drie jaren achtereen, tijdens den oorlog, het departement van Binnenlandsche Zaken in handen had gehouden. 22 Juli 1917 is de datum van Clemenceau's scherpe rede. Een maand te voren was bet ruchtbaar gewerden dat een cheque van 150.000 francs bij het onderzoek aan de grens was ge vonden op Duval, den administrateur van iLe Bonnet rouge, het veelgelezen onbe trouwbare blad; een maand later, en drie zwaarwichtige feiten zijn voor Augustus te memareeren: de huiszoeking bij Almereyda, directeur van Le Bonnet rouge, zijn dood in de gevangenis onder verdachte omstan digheden en het ontslag1 van Malvy, den niet van zijn plaats te verwrikken minister van Binnenlandsche Zaken. In September is het dan dat Léon Daudet, op eigen gezag en in eigen naam, zijn brief richt aan Poincaré, den President der Republiek. Het ministerie heeft er eerst aan gedacht dat schrijven als een particuliere uiting te moeten aanzien der directie van L'act ion francaise, een blad vijandig aan Le Bonnet rouge. Maar een voorgevoel waarschuwde hen dat de brief niet viel weg te drukken door een kleinen maatregel; zij brachten hem voor de Kamer van Afgevaardigden als tot een oordeel. Daar hoorde Frankrijk het woord van Daudet, nijdiger en bitser in het beet grijpen dan de aanval van Clemenceau: Monsieur Malvy est un trattre". Om de veroordeeling, door de Kamer, van die aanklacht te bewerken, legden de mini sters er getuigenis af voor hun vroegeren ambtgenoot. Zij kwamen met verklaringen, dat geen schuld aan Malvy was te vinden, en zij deden hun best de directie der Actlon fmntalse te overtuigen van samenzwering probleem van de vredesluiting, en het terzijde van den weg gelegen Nederlandsche volk, staan te ver van elkaar, dan dat van ons uit daarop eenige, ook maar de geringste invloed zoude kunnen worden uitgeoefend. Het eenige, wat er uit kan voortvloeien is, dat op 't gegeven oogenblik ons idealisme van de eene of andere zijde zal worden ge bruikt, niet, o neen, voor den vrede, zooals onze geesten dien droomen, maar eenvoudig voor haar politiek belang. Juist hierop echter willen wij wijzen, dat de geestesactiviteit ten onzent in eene andere richting brood noodig is. * * * Vredesjaar zal het vijfde jaar niet zijn. Veeleer stellen wij ons voor, dat de strijd nog ongekende vormen en afmetingen aannemen zal. De uiterste worsteling is meestal onder reuzen het felst, en dien uitersten strijd ziet men nu nog aan breken. Wat wij evenwel daarnevens zien, is de zich voltrekkende verwarring. Bijna kan men verwildering zeggen. De tijd, die achter ons ligt, is nog een tijd van orde geweest, al is het er dan eene, op haren kop gezet. Langzamerhand is verandering gekomen. En hoe zal het verder gaan? Overal wordt de geest van anarchie, van loshangendheid, wakker. Nog rekt hij zich slechts uit, en wrijft de oogen. Maar zal hij zich verder op richten? En hoe zal hij na verloop van een jaar tegenover de wereld staan ? Op maatschappelijk en zedelijk gebied heeft de verwildering zich ongetwijfeld reeds overal banen of baantjes gebroken. Men ziet de levenswijze onverschilliger worden. Ook de misdadigheid toont zich alom; het wegvallen van eerbied voor verkregen rechten en gevestigde toe standen. Kon men niet onlangs zelfs vernemen, dat in Pruisen, het gedisci plineerde Pruisen, vlak over onze grens, een trein door spoorwegroovers aange houden was? In onze eigen steden en dorpen wordt eveneens reeds genoeg ondervonden. Van het bolsjevisrne en zijne sociale proefnemingen behoeven wij niet eens te spreken. Waren die proefnemingen tenminste nog maar gelukt! Doch de staatssocialistische instellingen, welke, het revolutionaire bewind in Rus land in 't leven heeft trachten te roepen, hebben daar niets dan teleurstelling en nieuwe oproerigheid gebracht. Rusland geeft op het oogenblik slechts den hoofd toon aan voor verder werkende ont binding en verwildering. Regeeringen en landsgedeelten raken overhoop, leuzen en theoriën rollen door elkander, en in plaats van een oorlogs/ronf, is er een rattennest van kampplaatsen aan den dag gekomen. Zal die geest van ontbinding tot ginds beperkt blijven, waar hij reeds onheil genoeg heeft gesticht? Dit is de vraag, waarvoor de menschheid zich dit jaar ziet gesteld. Nog heersenen in de andere landen de regeetegen de Republiek. Maar al hun pogen, op hoe groote schaal ook ontworpen, faalde; de gebeurtenissen namen hun onverbiddelijken gang. Het offlcieele Kamergedoe vulde de maand October, en velde de ministers. De Novembermaand bracht een nieuw ministerie, een ministerie Clemenceau. Hoe welsprekend kan de simpele chrono logische volgorde der feiten zijn! Zij ver beelden een loopvuur waarvan de lichtjes langs den grond naar elkander overspringen om met een vlammende lijn naar de plaats der uitbarsting te gaan. De uitbarsting is in dit geval het inhanden nemen van het be stuur door Clemenceau. Er is in dien herfsttijd iets veranderd in Frankrijk. De stemming heeft een keer genomen. Niet zoozeer in het leger; daar bestond normaal de behoefte aan o ver winning; maar achter het front in de burgerwereld, daar krijgt de drang om niet langer allerlei com promissen te dulden de overhand, daar voelt men zich genoopt de baan te zuiveren opdat de victorie een reinen weg zal kunnen vinden. Opruiming wil men houden van al die elementen welke heimelijk binden aan den vijand. Weg met het stikgas! Bolo-pacha wordt gevangen genomen, Duval en zijn bende worden gearresteerd, men spaart zelfs niet Leymaire, den Kabinetchef van den minister van Binnenlandsche Zaken, ja, men waagt het Caillaux, den oppermachtigen politieken condottière op te sluiten. En Malvy? Malvy roept over zijn leiding der zaken het vonnis in van het Hooge Gerechtshof. Dit alles een uitvloeisel van de wen ding der gedachten en van het krachtige bestuur van Clemenceau, den man die Malvy in zijn geweten heeft aangesproken: J e vous reproche, monsieur Malvy de trahir l'intërêt du pays". Maar niet mag daarbij worden vergeten het groote aandeel van Léon Daudet met zijn alarmschreeuw : Monsieur Malvy est un t r a t r e. Daudet heeft het lange voorbereidingswerk verricht. Hij is de man van de schrille, snijdende imaginatie. Weet ge wat het nog eenmaal mijn am bitie is te schrijven?" zeide mij eens Alringen volgens den gewonen, geordenden toestand. Nog staan de legers in rij en gelid. Nog gevoelen de volkeren de noodzakelijkheid van 't gezag. Maar het valt niet te ontveinzen, dat teekenen van verslapping uitkomen. Er laat zich alom een zekere machteloosheid om de zaken bijeen te houden, bespeuren. Sterk wordt hierdoor getroffen, wie nauwkeuriger de Duitsche pers van den laatsten tijd gevolgd heeft. Bekend is, dat deze pers steeds zeer onder regeeringsinvloed heeft gestaan, en alleen weergaf, wat daar werd doorgelaten. Maar nu is het, alsof die bladen lang zamerhand een /allure" voorbereiden. De wijze, waarop de verdere ineenstor ting van Rusland, de verwarring, welke zich van daar uitbreidt, duidelijk aan gekondigd wordt, geeft te denken. De tegenstelling van de partijen wordt in Berlijn sterker en sterker. Niemand schijnt zich te behoeven ontzien om te ver klaren, dat er de mannen ontbreken, om het burgerlijke leven in de hand te houden. De staatslieden zijn hun prestige kwijt, en opvolgers ziet niemand, zelfs geen revolutionaire! ' ' Teekenend is ook de dubbelzinnige en misleidende vorm, die bij de krijgs bedrijven aan de Marne en Ancre daar voor 't eerst aan de ooriogsberichten gegeven is. Er straalt iets in terug van de kunstige verbloeming, waarmede de onheilen der legers van Napoleon III in 1870 voor de natie werden opgesmukt. Wij willen geenszins zeggen, dat met een en ander de door velen verwachte ommekeer" in Duitschland zich op til toonen zou. Integendeel, wij achten de Duitsche natie te conservatief en te zeer gernilitairiseerd, om op zulk een omme keer verwachting te geven. Maar wat men wel en eerder zou kun nen zien komen, is een falen, een ver sagen" van het burgerlijke regeeringsstelsel, - met alle wanorde, die daaruit voortvloeit, en met aan ;>^t eind een volledige militaire dictatuur. Dat de vreed zame beschaving daarmede gediend zal zijn, moet niemand meenen. Door den zorg en den last der tijden woekert deze geest overal aan. Het is iets van denzelfden geest, die ook reeds ten onzent zich kenbaar maakt in een onophoudelijk gesputter en gestook tegen alles en nog wat; in een onverantwoor delijk doen en drijven; in 't geroep: wat anders, wat anders"; en ten slotte in machteloosheid. Het is die geest, die ten onzent ook de politieke verwarring in het leven heeft geroepen van eenen parlementairen toestand, waaraan een flink touw niet vast te knoopen is. Deze geest wordt gevoed door de on voldaanheid, natuurlijk, waarin velen zich gevoelen; en door de neiging tot radi cale kritiek, die hoogtij viert. Hij wordt ook sterk gedragen door de nog immer voortgaande internationalistische pogin gen der sociaal-democratie, die een soort liga gaande houdt, welke in alle landen door oeverlooze, hopelooze maar eindelooze machinaties, de onmisbare leiding verbroddelt. Daarin heeft ook onze heer Troelstra, in al zijn nerveus idealisme, thans een belangrijk aandeel. * * * * * * Moe het in de andere landen gaat, is moeilijker te zeggen. De regeeringen staan daar vast. Aleer uit 't volk voort gekomen, hebben zij meer succes. Toch golft het ook onder Lloyd George en Clemenceau. In alle landen van Europa bovendien] meenen wij in 't algemeen een interna tionaal bolsjevisme te zien woelen en stroomen. Een geest, die niets ten goede uitvoe ren kan. Die alleen maar Kan afbreken en knakken en ondermijnen. Die geen werkelijkheid ziet en geen rede verstaat. Die dreigt en verwart, en dweept en misleidt. phonse Daudet, de vader van Léon. Ik zou willen geven een biografie van Napoleon, maar dan een levensbeschrijving die door drong tot de zie! van held. Die kan toch niemand anders grijpen en begrijpen dan een zuidelijke. Alleen een man van het zuiden kent den man van het zuiden. De anderen doen beter met nitt over hem te spreken. En weet ge wat de ziel is van l'homme du Midi ?" Hier nam de stem van Aiphonse Daudet een vertrouwelijken toon aan, als wilde hij mij een geheim vertellen: Dat is zijn imaginatie." /-ij zijn van verschillenden aard, die ima ginaties: liefelijk zonder scherpte te missen, gelijk zoo dikwijls het geval is bij den ouden Daudet; dan ruim en grooisch en goed als bij Mistral, dan weer neigend tot het harde en rauwe, en herinnerend aan de nabuur schap van Spanje, als bij den jongen Daudet. Wel te verstaan: dit is maar n kant van zijn verbeelding, die waar zij gericht is naar de banale menschenmaatschappij. Zij heeft meerdere zijden, en geheel andere. Die verbeelding geeft aan Léon Daudet zijn visie van de wereld. Hij ziet haar in schelle kleuren als een geheel en die oppositie van heizwarte en beluchte tinten geifthem pijn. Dan," zooals hij zegt, ging mijn hart bonzen in mijn middenrif, gelijk de Grieksche dichters het uitdrukken, en ik nam mijn gereedschap op, gewet door mijn feilen toorn van liefde voor het vaderland." Wat hij vóór zich heeft, ziet hij als een geheel, laat mij het herhalen. Waar anderen enkele verschijnsels noteerden van het bin nendringend Germanisme in de Fransche samenleving, daar voelde hij zich gedrukt door een nachtmerrie die uit Bochie oprees en die alle poriën van het eigen leven ver stikte, en waar anderen hun misnoegen uitten over enkele handelingen van onaan gename menschen, daar beleefde hij dadelijk het geheele leven dier menschen mede, van hun verworpen jeugd af tot het rustend einde toe, lang nog voor het einde er was. Hij zag een stoet van avonturiers en deug nieten, hun zakken gevuld met Duitsch goud, hand aan hand de farandoledans uitvoeren over het verstijfde lichaam van een mach teloos bedwelmd Frankrijk, maar hij hoorde ook de fusillade van het peleton te Vincennes die de loopbaan van Bolo-Pacha voor goed sloot, in den tijd dat de Fransche pacha Naargeestige voorspellingen, dus al weer? Neen, - eene waarschuwing slechts. Eene opwekking! Want hier herhalen wij, wat wij in den aanvang zeiden: de menschen staan ten slotte zelve voor de keuze. Het is aan hun, aan deze elementen van verwarring en onmacht toe te ge ven, of: zich aan te grijpen en er tegen in te gaan. Wij zien toch ook andere voorbeelden om ons heen, dan dat van het nihilisme en van de anarchie uit het Oosten. Wij zien andere krachten, eveneens uit volks verlangens voortkomend, eveneens spre kend van democratie. Maar niet van eene democratie der machteloosheid en der vage praat, maar de democratie van ge zonde kracht en werkelijksgevoel. Ook deze draagt iets nieuws, doch iets nieuws waarin groeikracht, en geen verweering schuilt. Deze geest rukt met veerkrachtigen tred uit het Westen aan. Hij spreekt ons van de frissche idealen, de energie om te volbrengen, de stevigheid om te organiseeren, en den drang om vrijheid en recht en open baan voor allen" te bevorderen, welke onder de Stars and Strikes" thans aan Europa worden voor gehouden. De democratiën van de NieuweWereld hebben aan die ten onzent nog heel wat te leeren. De onze zijn voor een goed deel verschaald. Zij loopen over van vaste leuzen, leerstellingen en stok paardjes, die als ware shibboleth's wor den herhaald en aanbeden. Zij luchten veel ontevredenheid en verbittering, zij zitten vol met veel kleine drijfveeren en... met teleurstelling. Tegen de moeilijkheden der werkelijkheid zijn zij ten slotte niet opgewassen. Dan zitten IIIIIMIII lllcllllllllllllllllllllll IMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1III IK nog vrij uit ging over de paden der on vruchtbare zee en der rijkbloeiende aarde, gelijk de Grieken het uitdrukken. Ja, er valt niet aan te twijfelen, toen hij neerschreef zijn: M. Malvy est u n traitre" zag hij hem voor het militair gerecht gesleept en gevonnist te Vincennes of ten minste door het hof van strafzaken gedegradeerd tot jaren dwangarbeid in ge zelschap van Frank Desclaux, den anderen handlanger en débauche-kameraad van joseph Caillaux. Maar zijn macht van visie gaf aan Léon Daudet macht over de menschen. In de herfstwending der opinies had het blad van Daudet en Mourras, L'Action l-'ranfaise een geweldigen invloed. Het gaf strooming aan de gedachten. (19 Juli). Nu, na negen of tien maanden, op 't oogen blik dat de doodstraaf daarginds werd vol trokken aanDuval, den man van den cheque, vonden beiden elkander terug, audet en Malvy, voor het eigenmachtige Hooge Hof van den Senaat, deze als beschuldigde, hij als beschuldiger. De Senatoren-rechters hadden de instrudie van het gading en het requisitoir van den Procureur-Generaal gehoord. Hun was de keerzijde van het bewind eener groote natie voor den geest gebracht. Zij hadden ver nomen van de verwarring en den onderlingen strijd der bureau.x van het binnenlandsch bestuur, van de vreemde bezoekers van het ministerieel kabinet, van de oog luikende voorliefde voor slechte elementen, zelfs hadden zij ken'is gemaakt met bijna directe bevordering van wanorde, die haar spoor had nagelaten in de muiterijen van het leger; en ten slotte moesten zij luisteren naar heel harde woorden over het particuliere leven van den minister, die tegenover den ernst van den tijd een toevlucht had gezocht in het spel en iu erotisch avontuur. De magere, lange man met het ziekelijk gezicht, de zenuwachtig brutale oogen en het schaamtelooze voorhoofd, de gewezen minister van Frankrijk en handlanger van Caillaux, die daar voor hen zat tusschen zijn twee advocaten, was zeer verminderd te voorschijn gekomen uit de bespreking van zij;, handelingen iiidens het minister schap. Aan onze Medewerkers De redactie acht het gewenscht, haren medewerkers en inzenders nadrukkelijk te verzoeken, voor hunne bijdragen zoo veel mogelijk rekening te houden met den voor het Weekblad meestgeschikten om vang. Te lange artikelen leveren ver schillende bezwaren op, zijn ook voor de lezers veel minder aantrekkelijk. De normale afmeting van artikelen moet op ten hoogste 1500 woorden, en, die van Feuilletons op ten hoogste 2000 woorden worden gesteld. Van mei potlood geschreven bijdragen kan de redactie geen kennis nemen; evenmin van die bijdragen waarvan het papier aan beide zijden is beschreven. Zoo mogelijk, gelieven de inzenders geiypte copie in te zenden. Alle Inzendingen moeten geadresseerd worden: Aan het Secretariaat der Redactie van De Amsterdammer", Week blad voor Nederland, Keizers gracht 333, Amsterdam, zonder vermelding van persoonsnamen. Eventueele vragen over drukproeven, overdrukken, tijdstip van plaatsing e. d. eveneens en uitsluitend te richten tot het Secretariaat". zij zich zelve in den weg en markeeren de pas op de plaats. Willen wij den nieuwen tijd aan kunnen, dan moeten wij den nieuwen geest weten te vatten en ons daarvan doordringen. Of het aangebroken oorlogsjaar er een zal worden van wanordelijke machte loosheid en verzakkende verwildering, of niet, ligt aan de menschen, aan ons! Wanneer wij tegenover de lasten des tijds weten te stellen: praktisch aan pakken, individueele energie en opge wektheid; burgerzin en publieken geest ; steun voor démoeilijkheden van het gezag, mits dit gezag steune op óns en van bekwaamheid zij vervuld; flinke organisatie, vaderlandsliefde en zelfbeheersching, dan gaan wij het jaar met gerustheid tegemoet. Indien ook de nieuwe regeering en de nieuwe koers daarin weten voor te gaan en de natie in al hare organen er zich voor inspanne, zal dit een zaak van dankbaarheid zijn. Dan behoeft het niet te worden een jaar van verwarring, maar dan zal het zijn het jaar van zelfbehoütL v. H. Maar van verraad van oorlogsgeheimen van den vijand, van verstandhouding met agenten der Duitschers, was ook niet het minste bewijs te vinden geweest. De beschuldigde trad binnen. Een korte, gedrongen, maar elastische figuur, jeugdig nog van houding, ondanks de meer dan vijftig jaren die haar wilden drukken; het gezicht krachtig gevuld van een ronde voornaamheid, en oogen met een tetooverenden gloed. Men zou naar hem hooren. De stem klonk vast. O, het was geen advocaat die hier sprak; zij n rede, wanneer men haar zou willen lezen, heeft geen logi sche overtuigingskracht, maar daar op het oogenblik dat zij werd geïmproviseerd, schonk zij wel de overtuiging van passie voor wat den spreker gold als recht. HO vertelde van zijn wrevel, sinds jaren, over den toestand van het land, van zijn ijver om de vreemde invloeden te ontdekken en te weren; en men ging begrijpen hoe, met zijn hartstocht om de dingen als een geheel te zien, hij dikwijls bijeen moest trekken wat niet bijeen behoorde en den afstand niet wist te bewaren tusschen wat hier voorkomt en wat daar geschiedt. Immers men kwam onder de charme van zijn persoon, waar het vuur van zijn verbeeldingskracht den ernst voorsprak van een groote zaak. Men volgde hem in zijn passie, men volgde hem in zijn verdriet, men volgde hem ook in zijn haat; maar geheel met hem meegaan deed men niet Wat is er verder over het geding Malvy te zeggen? Hoe de oud-collega's van den gewezen minister weder opkwamen om van zijn on schuld te getuigen, en hoe er toch een waas en een weefsel bleef hangen van geheim zinnige schuld? Hoe ten slotte het souvereine gerechtshof den uitweg heeft gevonden om hem wegens ambtsmisdrijf voof vijf jaar te verbannen? Maar men heeft dat bestuit dezer dagen overal gelezen. Verbannen! Wat beteekent dat vonnis? Buiten Frankrijk te zijn. Anders niets? Neen, r iets anders l Over de grens met den handlanger' W. O. C. BYVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl