De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 24 augustus pagina 3

24 augustus 1918 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

24 Aug. '18. No. 2148 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND PAVILLON DU VIEUX DOELEN SCHEVENINGEN Maaltijden volgens de kaart en tegen vaste prijzen THÉ-, DINER- EN SOUPER-CONCERT : AMERICAN DRINKS : Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen rQn prachtige heuvel achtige BOSCHTERREINEN te koop In HET OOSTERPARK te DiBll Lage prijzen, mooie wegen, ga», electr. licht, water. IV. Maat)}, tot Eiploit vai let flo«t«rpark Dir.U.STOKMANS4.0TTO Tel. Int. 38 <S 48 voedzaam smakelijk \ gezond met Bergen op Zaomttche ONDER RlJKS-CONTRÓLE Boatel oen vaatje van tOO mtulrm ft// do Vischconservenfabriek HOLUNDIA", Bergen op Zoom iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii *im iiiiiiiiJUiiujiiiimiiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiimtii AMSTERDAM. KALVERSTRAAT. ne *** ROTTERDAM. HOOFDSTCCO. 88 OEN HA«j.SPUISTRAAT -qi ARNHEM. ByNSTRAAT. B« UTREOlT. CHOORSTRAAT. l NyMEGEN.BROER5TEAW. 9 HAARLEM OR.HOUTSTIWT. 20 MODERNE MQLLIÈRE LAK, GLACÉ, SUÈDE, WIT LINNEN ^^mmmm^mm^am^ma^mmsmmmi^ti^mm^m Bouwgrond ? Panden te koop aangeboden \ nabij Nieuwe j Beurs, Postkan toor en Raadhuis [ Adr.iSchimmelp.laan 24, Den Haag. Centrum Rotterdam ALMELO HOTEL DOLRN Met prachtigeTuin en Serre. Ruime frissche logeerkamers.Electr.varl. Tel. 133, Schuin over 't Station. Aanbevelend J. H. DQLFIN, Eig. EPAETOGEEN: //er WONDER, DAT GEZONDHEID GEEFT EN KRACHT HET KRACHT-PREPARAAT BIJ UITNEMENDHEID. VERKRIJGBAAR IN DE VOORNAAMSTE APOTHEKEN. tfRAAGT~ZÖO NOODIG RECHTSTREEKS TOEZENDING AAN DE EP. NV. EXPL.MlJ. VOOR EIWIT PRODUCTEN. KEIZERSGRACHT 790 AMSTERDAM. DE HEREMIET door H. J. SMID Als jongen heette hij .Dooie Derk". Een vader had hij nooit gehad. Zijn moeder was hij een last geweest van vóór zijn ge boorte, toen ze van de boerderij was weg gezonden en al de volgende jaren, dat het kind haar verhinderde, weer als meid te gaan dienen, haar weerde van den vetten boerenpot en haar noodzaakte, als arbeidster voos beiden een mager stuk brood te ver dienen. Gespeeld met andere kinderen had hij niet. Bij de scho»! stond hij meestal eenzaam tegen een muur. Ais de gloed van het spel er hoog oplaaide, mocht het al eens gebeuren, dat er een grijns over zijn gezicht trok en zijn beenen of schouders rtflex-beweglngen maakten; maar een «ogenblik later zakten zijn handen weer in zijn uitgerafelde broek zakken. Als Derk langs het pad door de koren velden hun woninkje had bereikt, rakelde hij het vuur op, maakte zich wat eten warm, dat zijn moeder den vorigen avond laat n»g had gekookt, verorberde dat, bouwde dan huisjes van leem en stokjes en kleine gra zoden, en vergat alles om zich heen. Toen Derk twaalf jaar oud was, stierf zijn moeder en zou hij in 't armenhuis opgenomen worden; maar boer Bij veld verklaarde, dat hij 't wel eens met den jongen probeeren wilde, door hem als knechtje in dienst te nemen. Derk werd r u een voetwlsch voor de knechts, de meiden en de arbeiders. Maar hij verdroeg hun ruwe plagerijen even ge duldig als hij zich onder de schooljongens had laten negeeren. Hij verrichtte zijn arbeid werktuigelijlr, deed nooit iets uit eigen aan drift; maar aan wat hem was opgedragen, mankeerde ook zelden iets. Zoo verliepen een jaar of wat. Derk was van stalbezem" opgeklommen tot tweeden knecht. Maar hij bleef Dooie Derk". Als de andere bterenknechts uit het dorp 's avonds na 't schaftuur hun verzamelplaats opzochten in of bij de smederij, of met de mei den stoeiden in 'tstoofahuis, zat Derk meestal op het landhek achter tf e boerderij en staarde in de verte. Daar, achter de bouwakkers, lag het veen, waarvan ook een stuk tot de boerderij van Bij veld behoorde. Daar liet elke boer voor zich en anderen jaarlijks den benoodigden haard brand graven; daar waren SONNETTEN l Wonderlijk leven in vreemd-doodsch muzeum Marm'ren en bronzen beelden, zaal naast zaal; En de oogen zien, hoe in gestold choraal De geest tot hemel zingt zijn mausoleum. Zooals, uit lucht gehouwen door 't pedaal, Klankrotsen dragen 't opstrevend TeDeum, Zoo, weg van de aarde, tilt naar 't empyreum Van 't eeuw'ge elk marmerblok een ideaal. Ik hoorde, niet begrijpend, lang hen roepen, Mijn ekstatisch starende beeldengroepen, Tot, zelf verschrikt, 'k hen naar 't bewustzijn trok: n voetstuk, uit de zelfde mijn gehouwen Voor 't wereldvizionaire zelfbeschouwen, Draagt hen jouw liefde, ontzaglijk marmerblok. wat boekweitakkers; maar 't grootste deel lag nog in bijna ongerepten natuurstaat met hooge, ruige heide en hier en daar wat spichtige berken. Daar lieten keuterboerljes hun vee weiden onder de hoede van jongens, die weinig anders te doen hadden dan de beesten 's morgens het veen in- en 's avonds terug te drijven. Als ze maar zorgden, dat het vee uit de boekweit bleef, konden ze den godganschen dag op den rug in de heide liggen of veenbessen zoeken. Maar sommigen namen een oud broodmes mee, staken daar mee turfjes, stapelden die op en droogden ze, zooals ze dat de veenarbeiders zagen doen. Des Zondags, als andere dienstboden hun ouders bezochten, zwierf Derk door 't veen en interesseerde zich eerst v»or het spel der kleine, later vosr het werk der groote turfgravers. Derk werd van tweede grootknecht, maar altijd op de zelfde boerderij, jaar in, jaar uit. Op zekeren dag kreeg de veenarbeider van Bijveld, oneenigheld met zijn boer en verliet hem. Derk werd voorlooplg aange wezen, om diens werkzaamheden voort te zetten. Boer," zei Deik een paar dagen later, laat mij veenarbeider blijven." Trouwplannen, Derk?' Bqveld wist al te goed, dat zijn knecht zich nooit met het vrouwvolk bemoeide; hij ging het 't liefst zoo ver mogelijk uit den weg. Derk ging met onverstoorbare kalmte voort met turven steken. Je kunt beter een nieuwen grootknecht krijgen dan een goeden veenwerker. Geef mij hier een stukje veen in gebruik, om wat boekweit en aardappels op te verbou wen, 'k Ben al 'n heel eind in de dertig en kan toch ook niet al mijn leven boerenknecht blijven." We kunnen er van avond nog wel eens over praten," zei de boer bij 't heengaan. Den anderen dag, nadat Derk zijn dag taak in de turf van boer Bijveld had volbracht, arbeidde hij tot de duisternis aan den bouw van een hut. Er was geen notaris aan te pas gekomen; maar 't con tract was gesloten. Derk zou, zoo lang hij leefde of verkoos een strook veen in gebruik krijgen, mocht daarop een woning bouwen, er voor eigen gebruik turf uit graven, het afgegravene als bouwgrond bewerken en gebruiken en 't «verige boekweiten. De arbeider zou daarvoor de heeletuifbereiding van den boer op zich nemen. Van zeden werden de muren opgezet, van jonge berken de daksparren gemaakt, daar over twijgen gelegd en met heideplaggen gedekt. Van zijn spaargeld kocht hij wat ruwe planken voor deur en binnenbetimme ring, een kruiwagen en ander gereedschap, ~ CHAMPAGNE J» || Comte de BRIAUCOURT o IQ REIMS (j 'i jas. IA w, mmmii GREDA i O G ! t»' S» O © G» f* O © II STARK'S 'OXYDOL' (CHLORAS KALJCUSTANDPASTA) 45 cent p. Tube. Naaml. Venn. STARK & Co. Chemische Fabriek 's DEN HAAG Opgericht 183O 20 LE1BSCHESTRAAT 22 AMSTERDAM TELEFOON N. 5812 H EMU Eli KAAK KI A AT Stenografle Biënts Balt Xelfond. »« Ct. In d. Boekh. en na postw. bfl RIËNTS BALT, Den Haag, bfl wien ook mond. en schr. ond. IOOOIX" Tot mijn genoegen kan ik U berichten, dat mijn na verwerving van Uvv Uiplonaa tla<3elïil< if fn>. s.) M. j. P. te L. 'k Zag, paramaecium, je om top na top Van 't onderzeesche Rotsgebergte dolen, En dan beluist'ren in blauw-donk're holen De Fingalsstilte van je waterdrop; Ik zag achter doorschijnende envelop In hieroglyphenschrift je bouw verscholen; In rythme van stervorm'ge vacuokn Sloeg 't leven jouw wiskund'ge harteklop. En ik, op aarde, zocht de sneeuwbergkegel Montblanc, en zijn vergeest'lijking in Hegel; En 'k staarde, weggezonken vroom beschou wer, In Noorsche meren en in Schopenhauer. Maar 'k was te ij 't voedselzoeken minder praktisch Te weinig geo , te veel Brahmataktisch. wat fchamel beddegoed, eenig huisgerei en een geit. Van nu af heette hij de heremiet". Derk bonkte af, groef turf, brandde veen, zaaide en dorschte boekweit, zette zijn geit 's morgens aan een lang touw in de heide op een plek, waar veel bentgras groeide, en at 's avonds pap van haar melk. Hij ver langde niets meer, dan dat men hem heel zijn verder leven zoo met rust zou laten. Maar 't kwam anders. Op zekeren dag verschenen er verscheiden vreemdelingen in het veen: heeren met hooge laarzen, en arbeiders, ook met hooge laarzen. Met kijkglazen en bonte latten voerden ze allerlei bewegingen uit; soms leek het wel, dat ze op de hut van den heremiet gingen mikken. En dan zetten de arbeiders hooge palen in het veen, met een dwarslat er boven aan. Toen Derk's avonds voor zijn hut zat, kon hij links en rechts verscheiden van die bakens tellen. Wat 'n spectakell" zei boer Bijveld, toen hij den volgenden morgen eens kwam kijker.; ze willen hier een kanaal graven, dwars door 't veen. Maar dat krijgen ze nooit voor mekaar: 't kost ve?l te veel geld." Derk was weer gerust en leefde zijn heremieten-leven verder. Die houten palen hinderden hem niet, waren hem zelfs van dienst: als hij 's zomeravonds voor zijn hut zat en de laatste paal in de schemering verdween, dan zocht Derk zijn leger op. De palen stonden eenige jaren, verrotten en vielen om. De boer praatte er niet meer over en een krant las Derk niet. Maar de plannen lagen nog niet aan den grond, zoo als de palen. Op een morgen zei boer Bijveld: Nou zal 't toch ernst worden met die kanaalgraverij. Ze hebben mij al geld geboden voor een strook grond, en goed geld ook. 'k Zal wel moeten toepakken, en dan moeten wij ook eens overleggen." De heremiet keek den boer verbaasd aan. Moeten, boer? 't Is toch je grond, vrij en eigen. Eri als je niet verkoopen wilt..." Zou 't mij toch niet helpen. Zie je, in zoo'n geval als dit algemeen belang we zullen er ons in moeten schikken, Derk." We? Wie en wie, boer?" Wel, jij en ik. Als 't kanaal komt, moet je hut daar wee. Maar ik zal je, verder achteruit, een flinke, nieuwe woning laten bouwen, 't Zit er wel aan." Ik wil geen andere woning. Zoo'n onrecht kan niet bestaan, 't Is jou eigendom, boer, en mijn recht. Je hebt het mij zwart op wit gegeven; dat is mij genoeg: ik blijf hier tot mijn dood." 't Was een lastig geval voor den boer. Als de heremiet zich niet overtuigen liet ? Enfin l 't was nog niet zoo ver. Later eens weer probeeren. Ten slotte zou hij toch 't onmogelijke wel inzien en anders... III 'kZend, ijmker, dikwijls mijngedachtenschaar Uit zwermen, als de nacht te schitt'ren staat Van wereldbloemen, die ontluiken laat De Groote Ziel, ontzagg'lijk vizionair. 'k Ben, vreemd, in elke aanwezig, en vergaar Wat mij van eeuw'ge essence tegenslaat: Zoo geurt dan in mijn ziel, eer. honingraat, De witte roos uit Bererike's Haar. Mijn liefde leidt hun halfbewuste zwerm Waar sterreperken aau de melk wegberm, Mijn pauwoog, mijn mystische nachtkapel: Zij dragen naar hun huis de heil'ge vracht, En kneden uit mijn woorden, wit en zacht, Mijn verzen samen, cel naast steilichtcel. Een goed jaar verliep Er kwamen weer heeren en arbeiders met groote laarzen in 't veen. Nieuwe bakens werden uitgezet; rondom Derks hut storden ze nu. Als de boer er over sprak, werd Derk dwars en onwillig; maar wanneer hij alleen voor zijn het zat besloop hem steeds meer de angst. Zou er dan toch zooveel ongerechtigheid kunnen bestaan? Zou de boer, op wiens grond en woord hij zijn heiligdom had ge bouwd, hem verraden en verkoopen ? Dat wordt een gezelligheid bij jou in 't veen, Dcikl" schertste de winkelierster, bij wie de heremiet eenmaal per week wat levensmiddelen inruilde voor een zakje boekweit. Volgende week zuilen ze be ginnen met graven, hoor ik? En jij krijgt een splinternieuw spul voor niemendal? Je moet maar boffen!" Wie zegt dat ?" Wel, dat heeft Bijveld zelt gezegd. En dat mag hij er ook v/el van doen; want je boer wordt er rijk doer: zijn veen wordt wel tienmaal zooveel waard, 't is toch wel gek: mijn man zei, dat Scheeve Chrissie het vóór een vijfentwintig jaar ai voorspeld heeft." Een schok voer door de leden van den hermiet, en hij stotterde: W-wat h-hei'fi Chrissie dan voorspeld?'' Wel, van dat kanaal! Met kleuren en fl;uren. Zij heeft de zeilen van de schepen over de heide zien zweven, ze heeft een hoogen fabrieksschoorsteen zien rooken en vele huizen." Met een dof gesteun hief de heremiet zijn zakje van de toonbank en slingerde de deur uit. En terwijl men zich in den winkel vroolijk maakte over dien onwijzen heremiet", deed deze den zwaarsten gang van zijn leven. Scheeve Chrissie had het voorspeld ? Dus zou het löch komen. Chrissie was een mis vormd wezen geweest van God geteekend," zooals ze zeiden. Voor zulke menschen moest men zich wachten, heette het. Maar bovenal: Scheeve Cnrissie kon kwaad'' zien en voorloopen". 'Dat had hij, Derk, zelf eens ondervonden. Toen hij nog een jongen was en cle boer van de Dijkplaats zou worden begraven, had Chrissie ook staan kijken en gezeed, dat ze voor eenigen tijd 's avonds een lijk de achterdeur had zien uitdragen. En zie: een oogenblik later droegen ze werkelijk den boer niet als naar behooren, de voor-, rnaar de karnhnisdeur uit. En nn had Scheeve Chrissie ook hier een voorloop gezien. En toch had hij recht, zoo lang als hij leefde; zoo had de boer het toch geschreven. 't Was al donker, toen de heremiet als een doodzieke zijn hut binnenstrompelde. Uit een oude kist, waarin hij reeds als knecht zijn kleeren geborgen had, haalde hij een tabaksdoos en daaruit een stijf opgevouwen IV Door winteravondmist zijn blauw beslagen De ruiten van de tram: spektrale kringen Vervloeien, of vervolgen en doordringen Elkaar naar stand van lantarens en wagen: Soms is 't, of reusacht'ge juweelen ringen Vlak achter 't glas in etalages lagen; Dan lossen ze op tot halo's, die vervagen Doorzichtig, wijd, in kleur'ge schemeringen. En vlinders, vogels, bloemen, sprookjes-achtig, Repen changeant en zij, exotisch prachtig, Ze schuiven lan gs me, eind'loozestalenkaart Plots'ling op 't plein lugub're, rood paarse oogen, Dreigend uit vreemdgesloten regenbogen, Staan als een ontzagg'Iijke pauwestaart. A D w A i T A papier. Hij stak het kleine lampje aan en las met moeite het geschrift. Ja, daar stond het: zoolang hij leeft of verkiest. Derk legde het stuk op de kist en de afgebrande lucifer bij de belangrijke woorden. Toen ging hij naar buiten en zette zich weer voor zijn hut. Een vredige stilte legerde zich over de heide. Van het dorp drong nauwelijks een gerucht tot hier door. Hoe vaak had hij daar al gezeten, genietend van zijn een zaamheid. Nu zat hij daar en mokte vol bitterheid. Scheeve Chrissie had het gezien er zouden menschen komen.... en veel rumoer. Met de ellebogen op zijn opgetrokken knieën gesteund, drukte hij de eeltige vuisten tegen zijn hoofd, waarin het warrelde en sptokie. Toen hij zich eindelijk overeind werkte, was het nacht, 't Lampje in de hut was uitgebrand. Op den tast ging hij naar binnen, zette 't hok van de geit open en 't lage achterdeurtje. Zóó nu kan 't beest er uit kamen, morgen! Buiten kon je toch nog wat zien. Vale massa's schemerden boven het veen. Dat waren de turfhoopen. Werktuigelijk ging hij dien kant uit. Allemaal zijn werk. Hij streelde de grauwe brokken. En daar daar was de kuil. Hij stond vol biuin veenwater; want 't was een diepe: Derk had er veel zand uit gegraven. Hij hurkte neer op den rand. Hoe rustig was dat water! Flauw weerspiegelde het den grijzen nachthemel. Strak richtten zijn oogen zich op het donkere vlak. Maar ze zagen niet. Ze staarden Vrede rust! Hoe lang nog? Zoo lang hij leefde of verkoos had Bijveld geschreven Leefde? Verkoos? Hij sloot de oogen, maar zag neg even goed dat kalme, lokkende watervlak. Het naderde hem verbreedde zich, 't wilde hem omvatten Een ondenkbaar oogenblik sperde hij nog de oogen wijd open, als wilde hij dat droom beeld in werkelijkheid zien Toen sloot het water ze weer. TH.rBAra-:-H.VI«l)ED Hofleverancier - Amsterdam KALVERSTRAAT 216 :- WILLEMSPARXWEG 9 TEL. NOS. 2040-1881 - TEL. No. 1793 Zuid Comestibles.Fijne Vleeschwaren enz.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl