Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
31 Aug. '18.,?No. 2149
AET. LXX
J. H. RöSSINGf
(Naar het door Martin Monnickendam geteekende portret)
(Door vertraagde bezorging van de post, kunnen wij een artikel van mevr. Top van
Rhijn-Naeff over den heer Rössing, eerst plaatsen in het nummer van 7 September).
de paraatheid van den geest aan het licht.
Tenslotte wordt nagegaan het vermogen om
voorwerpen, die min of meer samenge
steld zijn, zintulgelijk op te nemen en
verstandelijk te ontleden.
Enkele voorbeelden willen wij geven
uit dit zeer omvangrijk onderzoek, dat
per leerling ongeveer 10 uur in beslag
neemt. Onnoodig te zeggen dat zulke tests"
tlllllllllllllllllllllllMIIIIMItlMlllllinillllMtl
eenvoudig, gemakkelijk hanteerbaar mits
door een deskundige hand en toegankelijk
voor den kinderlijken geest moeten zijn.
Teneinde het vermogen van zinnebeeldige
voorstellingen te maken, en de bewegelijk
heid, de vindingrijkheid van gedachten en
denkverbindingen te onderzoeken, krijgt
het kind de opdracht om losse geometri
sche figuren, genummerd op een karton
iiiiiiliiliiiiiiiiimiiiiiiiiimii
OELOF AITROE
Kaiverstraat 1
- Opgericht 1850
TELEFOON 658 N
Paarlen, Brillanten
Goud, Zilver en Horloges
Uitsluitend eerste kwaliteit
Is er een Wereldbewustzijn? W. D. VAN
RENESSE, Arts, en J. A. BLOK, C. I.
(Valkhoff en Co. Amersfoort.)
Is er een Wereldbewustzijn?" De vraag
lijkt zoo duidelijk en ondubbelzinnig. Alsof
over haar beteekenis geen verschil van
opvatting kon bestaan. Maar nu doet zich
voor het eigenaardige feit, dat beide oppo
nenten de vraag bevestigend beantwoorden,
ofschoon zij het in 't geheel niet eens zijn.
Het is dus zaak nauwkeurig na te gaan,
wat door ieder met het woord Wereldbe
wustzijn" wordt bedoeld.
Blok beschouwt alle dingen dezer wereld
als uitingen van een Al-bewust? X dat zich
in de ontwikkelende wereld op :ds
volkomener wijze gaat vertoonen. , is alles
dus in wezen bewustzijn. Er is ge.
'anderssoortige, stoffelijke" werkelijkhek tegen
over de bewustzQns-wereld, er is slechts
n werkelijkheid, de psychische. V trt wij
als stof" waarnemen is slechts de vi
schrjningswQze, voor ons, van wat op zichzelf
bewustzijn is. Men zal vragen: maar A er
dan geen verschil tusschendezoogenaai.de
doode" en levende" natuur? Er is onder
scheid, echter slechts van graduëelen aard.
De gansche werkelijkheid is levend, bezield
door het Al-bewust zij n; wat wij, doode
materie" noemen Is niet dood, maar het is
een nog zeer vage uiting van het Wereld
bewustzijn. De planten zijn reeds een
volkomener uiting, maar door de afstammingsrij
van het dierenrjjk ontwikkelt zich de mensch,
in wien het Al-bewustzijn zijn hoogste
openbaring tot nu toe heeft gevonden.
Dit is, naar ik meen, Bloks opvatting, In
hoofdlijnen weergegeven. Naar hij zelf ver
klaart, stemt dit overeen met Hegels Idee"
of Wereldrede," die zich in het wereldge
beuren ver-werkelijkt; ook Schopenhauers
.Wil," die zich in alle verschijnselen open
baart, toont verwantschap met deze be
schouwingswijze.
Maar vooral denken wij hier aan de leer
van het Psychisch Monisme," die ten onzent
in Prof. Heymans een overtuigd voorstander
heeft gevonden. Terwijl deze echter spreekt
van de hypothese" van het psychisch mo
nisme, en uitdrukkelijk verklaart dat de
theorie" vooralsnog slechts aanspraak kan
maken op een groote mate van waarschijn
lijkheid, meent Blok dat de juistheid zijner
opvatting logisch is te bewijzen.
Wij zijn allen ervan overtuigd, aldus Blok,
dat de werkelijkheid in overeenstemming moet
zijn met de uitkomsten van ons logisch denken.
Wanneer men door logische redeneering een
of andere meetkundige verhouding heeft
gevouden, is iedereen overtuigd, dat dit bij
nameting, overal en ten allen tijde zal uit
komen.
Blok bedoelt hiermee uit te drukken ons
vertrouwen in de waarde van het logisch
betoog. Voor zoover het betreft een waarlijk
streng betoog, als het wiskundige, dat hij
ook tot voorbeeld kiest, zal dit geen tegen
spraak vinden. Maar de vraag is: is een
zoodanig exact betoog in een kwestie als
deze te leveren?
In zijn Grondslag van Verstandhouding"
heeft Frederik van Eeden metterdaad
aangetoond dat een redekunstige vastheid,
zooals het wiskundig bewijs bezit, alleen
bij behandeling der aller-eenvoudigste
kwesties bereikbaar is. Want wat is de
eerste voorwaarde voor een streng betoog?
Dat de gebezigde termen vaste, onveran
derlijke waarde hebben. Termen gelijk de
wiskunde die gebruikt, als drie", even
wijdig" voldoen aan dien eisen, althans in
voldoende mate. Maar als men handelt over
kwesties als deze, waar het niet gaat om
de relaties maar om het wezen der dingen,
is men genoodzaakt termen te gebruiken
als bewustzijn", ondenkbaar", die alle
exactheid missen, zoodat van een
bewijsvoering in strengen zin geen sprake kan z^n.
Zoo staat voor ons van te voren al vast,
dat Bloks betoog de waarde van een vol
komen bewijs", die hij er zelf aan toekent,
mist; wij zullen zijn redeneering echter
nader beschouwen, teneinde te onderzoeken
of hij wellicht erin slaagt ons van de groote
waarschijnlijkheid zijner beschouwing te
overtuigen.
Waar volkomen ontbreken van bewustzijn
ondenkbaar is, is volkomen ontbreken van
"vwuslzyn onmogelijk.
'Ziehier Blok's bewijs". Men begrijpt, als
e*.imaal vaststond: volkomen ontbreken
va<- bewustzijn is onmogelijk", sloot dit in:
de ; ansche werkelijkheid is bewust, m. a. w.
er is een Wereldbewustzijn.
Nemen wij eerst de bewering: volkomen
ontbreken van bewustzijn is ondenkbaar."
Wat is hiermee bedoeld? Ik meen dit: men
kan zich het bestaan van eea toestand van
volkomen-onbewust-zijn niet denken.
Is dit juist? Weineen. Dit wordt reeds
praktisch weerlegd door het enkele feit, dat
het meerendeel der menschen zich de zoo
genaamde levenlooze" natuur wel degelijk
zonder eenig bewustzijn denkt. Ware dit niet
zoo, polemieken als deze zouden niet
ontstaan!
Ja maar, zegt Blok, niemand kan zich van
zoo'n toestand zelf een voorstelling maken,
het bewustzijn kan zichzelf niet wegdenken,
en dus is zoo'n toestand ondenkbaar.
Nu toont Blok hierdoor zijn gebrekkige
taalbezinning. Er zijn wel meer toestanden
waarvan wij ons geen voorstelling kunnen
vormen, of, zuiverder: waar wij ons niet
kunnen in-denken". Maar dit sluit niet in
dat deze toestanden ondenkbaar" zijn te
noemen, d.w.z. dat hun bestaan voor ons
onaannemelijk zou zijn. Zoo kunnen wij
zienden ons niet in-denken in den toestand
N.V. PAERELS
Meubileering MIJ.
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
vastgeplakt, in den geest tot een geheel
samen te voegen, zonder ze te hanteeren.
Het wordt ook bQ ingenieuze toestelle
tjes gebracht, waarbij zekere beweging zich
zelf onder bepaalde omstandigheden stop zet,
met de vraag het mechanisme te ontleden
en te voorspellen hoe het zal werken
in bepaalde omstandigheden. Het kan verder
zijn vindingrijkheid, voorstellingsrijkdom
gevoelsfijaheid ten toon spreiden bij de
uitnoodiging een kort verhaaltje te maken,
waarvan de woorden spiegel", moorde
naar", redding" of waarin de woorden
.spel", tranen', vreugde" enz. enz., de
bronnen voor gedachten uitmaken.
Het wordt in de gelegenheid gesteld de
leemten in een zorgvuldig gekozen textaan
te vullen, zooals op scholen gebruikelijk is.
Men geeft het gelegenheid zijn fantaisie,
zijn oordeelsscherpte, zijn gevoel te laten
inwerken op afbeeldingen van allerhanden
Inhoud: zuiver zakelijken, min of meer
onzinnigen, gevoelvollen, symbolischen en
krijgt een indruk omtrent het harmonische
samenwerken van allerlei elementen in het
saam gestelde geestesleven.
Zelfs de praktische bruikbaarheid van den
geest wordt niet over het hoofd gezien.
Vele vragen als deze worden den leerling
ter beantwoording voorgelegd: Een man
bevindt zich in een keuken. Plotseling vat
een der gordijnen vuur. Eenige huizen ver
der staat de brandweer. Wat zal de man
in de gegeven omstandigheden als 't meest
praktische doen." Men onderschatte derge
lijke vragen niet, omdat zij iets
puzzleachtigs hebben en schijnbaar meer in onze
weekladen thuMF hooren. Op de wetenschap
pelijke beoordeeling van het antwoord komt
het echter aan.
Men vergete niet van hoeveel begaafden
het Savoir" een onvruchtbaar bezit is voor
het leven, indien het niet met een Savoir
faire" gepaard gaat.
Aldus worden door samenwerking van
paedagogeen en psychologen de meerbe
gaafden opgespoord, een profiel ontworpen
van hun intellect-gevoels- en karakterwaarde
En de maatschappij, die zich na deze zorg
vuldige schifting hunner aantrekt, zelfs, zoo
noodig, zich ten hunnen behoeve geldelijke
offers getroost,* zal niet bedrogen uitkomen,
maar ten slotte de rente van het besteedde
kapitaal ruimschoots in vermeerderde
intellectueele volkskracht terugvinden.
HUMiiimimiiiiiiiiiitiitiililiillMtiiiiii iiiituMimiiiiinmiMiMiniiMimii
van blind-geboren-zijn. Zal nu iemand zeggen,
dat die toestand tot de ondenkbaarheden
behoort, en hij dus niet aan het bestaan
van blind-geborenen gelooft ?
Waar nu de bewering volkomen ontbreken
van bewustzijn is ondenkbaar" klaarblijkelijk
ongegrond is, mist de daaruit afgeleide
conclusie bijgevolg alle waarde. Maar ook
al stond de ondenkbaarheid van
onbewustzijn vast, dan nog zou de gevolgtrekking:
een volkomen ontbreken van bewustzijn
is onmogelijk" een enormiteit.zijn. Want het
oordeel mogelijk" of onmogelijk" is niet
bij menschen.
Blok's bewijsvoering is dus niet anders
dan mislukt te noemen, en mist alle over
tuigende kracht. Nu verklaart Blok wel, dat
hij door zijn bewijs gedwongen" moet
aannemen, dat er een Wereldbewustzijn is,
maar ik meen dat dit niet letterlijk opgevat
moet worden. Ik ben er zeker van dat de
vertaler van Dhatnmapada" langs den meer
directen, innerlijken weg dit inzicht al had
bereikt, voor hij de tuitelige stellage, die hij
zijn logisch bewijs" noemt, opbouwde.
Ook dr. van Renesse is van meening dat
de kwestie voor geen theoretische bewijs
voering vatbaar is. Hij wil daarom slechts
steunen op ervaringsfeiten", ons door de
natuurwetenschappen geleverd.
Voor wij hierop dieper ingaan, moeten
wij weten hoe hij zich het Wereldbewustzijn
denkt. Bloks opvatting daaromtrent wijst hij
af. Zijn opvatting stemt overeen met het
zoogenaamd natuurwetenschappelijk mo
nisme", zooals dit door Haeckel is gefor
muleerd. In tegenstelling met de oudere
materialisten, (Vogt, Büchner) die leerden:
alles is stof en kracht", houdt deze leer
althans rekening met het feit van het be
wustzijn. Haeckel toch begreep dat niet
was in te zien, hoe uit doode, onbewuste
materie op een goeden dag bewustzijn was
ontstaan. Hij schreef daarom niet alleen aan
de levende cel, maar ook aan de atomen
een bewustzijn-in-kiem toe, dat zich echter
eerst bij de hoogere dieren en den mensch,
met hun hersenen en centraal-zenuwstelsel,
tot werkelijk bewustzijn" heeft ontwikkeld.
Ook volgens deze opvatting is dus, in prin
cipe althans, in alles bewustzijn aanwezig,
en zoo kan dus dr. Van Renesse zeggen
ook een Wereldbewustzijn aan te nemen.
Maar is voor Blok het Wereldbewustzijn
de eigenlijke, de eenige werkelijkheid, voor
dr. Van Renesse is de materie (schoon op
gevat als uiting van energie") de eigenlijke
werkelijkheid, waarvan het bewustzijn een
eigenschap" is, een fuuktie." Dit gemis
aan kennis-krjtiek, dat aan dit monisme"
reeds herhaaldelijk is verweten, vertoont
zich telkens in dr. Van Renne's betoog, wat
door Blok zeer juist wordt aangetoond.
De materialist beseft niet, dat de eenige
werkelijkheid, die hij direct kent, het be
wustzijn is. Naïef realist als hij is, houdt
hij de materie" voor de eigenlijke, bekende
werkelijkheid.en vergeet dat hij van materie"
niets kent dan zijn voorstellingen en
waarneJONG LEVEN"
Een nieuw blad voor Indiè'
De laatste Indiese post bracht mij goed
nieuws, de eerste drie nummers van een
nieuw blad, en nog wel van een paedagogies
blad. Wat Dr. J. H. Gunning Wz. nu reeds
zoveel jaren met zo grote kunde voor Hol
land doet, zal men nu ook in Indiëgaan
beproeven: de uitgave van een veeitiendaags
blad, dat een vraagbaak wil zijn voorouders
en opvoeders, en dat, blijkens de inhoud
van de eerste nummers, zijn kritiek niet
sparende, toch vooral bouwstenen wil aan
dragen voor een opvoeding, gebaseerd op
kennis van het kind en de erkenning van
een diep innerlike behoefte der menschheid
aan religie.
Opvoeden is een werk van waarnemen
en nadenken, zoo goed als van belangstel
ling en toewijding''. De heele opvoeding
is een kwestie van Liefde, Geduld en Wijs
heid en de laatste groeien naar mate de
eerste heerst." Deze twee aanhalingen, resn.
uit Het Kind" en van Llgthart, als motto's
boven de eerste nummers geplaatst, ken
schetsen genocg'de ernst en de geest van
dit nieuwe blad, welks idealisme zijn uiting
vindt In de tietel Jong Leven" en in
de omslagtekening van de hand van de
redactie-secretaris dit mag ik wel ver
raden Johan Toot. Deze tekening geeft
een zingende en twee voedsel-pikkende
vogels en de tekenaar zegt ervan: De zich
voedende en de zingende vogel is in die
beide te zamen niet gesymboliseerd de aard
van ons werken, van het terrein, waarop
wij ons bewegen, van het wondere leven
van het kind en ten slotte van mens en
mensheid in het algemeen? Wij kozen dit
eenvoudig symbool, want wij zullen zoeken
de praktiese en onontbeerlike voedlngsstoff in
voor al wat kiemt en naar leven dringt en
in de wereld van het onderwijs, maar ook
zullen wij, vrij van materiëele gedachten,
met de zingensvreugde van de vogel uiten
wat schoon en heerlik, wat poëties is In het
grote leven van het kind."
De uitgave van Jong Leven is het werk
van het Nederlandsch-indische
OnderwijzersGenootschap, dat hiermee het onderdeel van
z'n werkprogramma ter hand neemt, dat in
artikel 11 als Verheldering van 't
pedagoeies inzicht der ouders" vermeld is. De
Redactie is toevertrouwd aan vijf personen.
Jong Leven" wil meer zijn dan alleen een
tijdschrift voor Hollanders in Indië. 't Wil
ook een blad zijn voor Indië. 't Trekt al
dadelik ten strijde tegen de op Hollandse
leest geschoeide scholen en voor een school,
zoals die voor Indiëbehoort te zijn, dus
een Indiese school, 't Schrijft niet alleen over
't Hollandse kind in Indië, maar «ok over
het Indiese kind in Indiëen aan het einde
van een fijngevoelde schets over een Chinees
kind, dat vrij vr ,agt van school orn te mogen
bidden voor z'n gestorven moeder, verzoekt
de Redaksie wetenschappellke Javanisie en
Sinologen om hun medewerking, teneinde
haar te helpen in het begrijpen van het
Indiese kind.
Ik ken geen blad in Holland op dit gebied,
dat zo goed is uitgegeven, als dit Indiese,
of het moest Kinderstudie" zijn, dat bQ
Ploegsma verschijnt, maar dit mist dan nog
mingen, wat allemaal zijn...
bewustzynsverschijnselen.
Hiermee hangt samen de averechtsche
wijze van verklaren", die wij ook bij Dr.
van Renesse herhaaldelijk aantreffen. Het
bewustzijn moet verklaard" worden uit de
hersen-physiologie, meent hij. Aldus het
direct-bekende, het bewustzijn, trachtend te
verklaren uit het onbekende, slechts in onze
voorstelling gegeven.
En Dr. van Renesse is niet schuchter in
zijn uitspraken ook. Zoo verklaart hij, dat
onomstootbaar vaststaat" dat denken ge
beurt" langs zenuwvezels, associatie-banen
genaamd. Ziehier het denken, dat alle ruim
telijkheid mist, voorgesteld, alsof men, zoo
onze hoofden geheel doorzichtig waren,
elkaars gedachten zich langs die associatie
banen zou kunnen zien voortspoeden.
En zooiets zou onomstootbaar" vaststaan!
Het is niet ondienstig tegenover zulk een
krasse bewering te stellen de uitspraak van
een wiskundige als Prof. Mannoury. Deze
verklaarde in zijn intree-rede, dat, als iets
wetenschappelijk bewezen is, het wel dit
is, dat ni'ets onomstotelik vaststaat".
Nu verklaart Dr. van Renesse wij zagen
het reeds dat hij zijn beschouwingen
slechts grondt op natuurwetenschappelijke
ervaringsfeiten. Hij meent als vrijdenkei",
van alle apriorisme", van alle geloof" vrij
te zijn. Alle geloof" beschouwt hij als een
sprookje, dat de menschen zich maken uit
behoefte aan een soort levenspoëzie, een
soort levenstroost". Waaraan hij tot onze
geruststelling toevoegt, dat men daarvoor
niet dom of bijgelovig behoeft te zijn". Maar
is dit zoo, dat hij van alle apriorisme",
van alle geloof" vrij is? Dat hij alleen op
.ervaringsfeiten" steunt.
Dr. van Renesse neemt aan, dat
bewustzijnin-kiem aan alle materie eigen is. Op welken
grond? Is dit een ervaringsfeit"? Neen, hij
gelooft dat het zoo is, omdat het plotseling
ontstaan van bewustzijn, zo maar uit niets",
hem onlogisch voorkomt. Hij gelooft dat
het heelal eeuwig en oneindig is", ofschoon
hij noch de eeuwigheid noch de oneindigheid
ervan experimenteel heeft onderzocht. Hij
gelooft dat het alles n onverbrekelik
geheel" vormt, al zag hij ook dit nooit
proefondervindelijk aangetoond.
Bleek dus een theoretisch bewijs, van
gelijke kracht als het wiskundige, niet te
leveren, ook de natuurwetenschappelijke"
beschouwingswijze blijkt niet enkel op er
varingsfeiten" te steunen, maar ook het
geloofs"-element in zich te dragen. Trou
wens, wie alleen bij de gegeven feiten wil
blijven, moet zich van alle theorie onthouden.
Want zoodra men een theorie opstelt, ope
reert men met begrippen oorzaak", ver
band" enz., die al niet meer tot de gegeven
feiten behooren. De eenige consequente
positivist is, volgens dr. Bierens de Haan's
geestige opmerking, het dier: het bepaalt
zich tot het gegevene door daarover niet te
filosofeeren, maar het op te eten."
Maar moet dit ons nu tot de verzuchting
WANHOOPSDADEN?
Zeven onzer visschers-schepen
Zijn weer in den grond geboord.
En toevallig is er niemand
Bif dat jongenswerk vermoord.
Als de Duitschers even wisten
Wat een diepe, felle haat
Of ons volk voor ze gaat voelen
Door zoo'n domme, laffe daad.
Als ze hier nog vrienden hebben
Is die vriendschap gauw gedaan
En de eerlijkste neutralen
Zullen ze verwenschen gaan.
Zouden 't daarginder allen,
In het pralende Berlijn,
Hartelooze, wreede dwazen
En vergroofde menschen zijn?
Zijn er onder die millioenen
Dan geen kalme burgers meer,
Die, met nobele protesten,
Waken voor de Duitsche eer?
Willen ze Barbaren heeten
Móeten ze dan Hunnen zijn?
Is er niets meer te verwachten
Van die volkren aan den Rijn ?
Waarom worden arme visschers,
Die een paar mijl zijn verdwaald,
Zonder de geringste reden
Vloekend naar benêe gehaald?
Waartoe al die wanhoopsdaden,
Waartoe die kwaadaardigheid,
Voor een zeeman die gaat varen
voor een volk dat honger lijdt?
J. H. SPEENHOFF
IIIIIIIIIIIIIIIIII llllllllllllimilllMIIIIIUIIIIIHIIIIMIIilMIHlIllllllllllllllllll
H.VANDOOREN&Cü.
AMSTERDAM DEN HAAG UTRECHT
Bewaart gedurende de Zomermaanden
Uw BONT In MOTVRIJE KLUIS
IIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIltlMlllflIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
het aesthetiese uiterlik. Goed papier, goede
letter, en eenvoudige omranding van iedere
bladzij en een aardig omslag. En dan nog
een lage prijs. Vier gulden is weinig voor Indië.
Alleen, als ik m'n vriend Toot schrijf, zal
ik hem toch, met wat Hollandse angst
misschien, vragen: Heb je wel een degelike
wetenschappelike medewerker ? Zie die
anders nog te krijgen".
.Jong Leven" komt er en we moeten er
blij om zij a voor Indië. COR BRUIJN
L. HOEK:: Spui 23
AMSTERDAM
Oesters Impériales
LUNCH
et
DINER
prix fixe
et
a la carte
De salons zijn wederom, ook
ZOND.AGS, geopend tot 12 uur's nachts.
Telefoon N. 216, Cent-um 2754.
IIIIIIIIMIIIIIIIIItllllllllHIIIIMIMMIIIIIIIIIMIMMIMHIImlIIIMIIIIIMIIIIflIHI
brengen, dat dan elk antwoord op de vraag
maar geloof" is, wat dan moet beteekenen:
een gevoels"-zaak, waaraan alle zekerheid
ontbreekt ?
Neen; de scherpe tegenstelling tusschen
gelooven" en weten" het is al zoo vaak
betoogd bestaat niet. Al ons weten" is
eigenlijk een gelooven", met een door elke
nieuwe ervaring stijgende waarschijnlijkheid
weliswaar, maar toch een gelooven".
Alle menschelijke wetenschap, ook de
meest exacte, de wiskunde, berust in laatste
instantie op een volstrekt onbewijsbaar
zekerheids-^evoe/, dat zijn uitdrukking viodt
in de axioma's. Een andere basis voor zeker
heid hebben wij niet.
Maar al kan de mensch niet welen, met
volstrekte zekerheid, hij vertrouwt op zijn
diepst gevoel; hij vertrouwt dat dit hem
nier bedriegen zal en gelooft waar hij niet
kan weten.
En evenals de mensch intuïtief beseft:
het Al is eeuwig en oneindig, zoo kan hij
ook voelen zekerheid aangaande den aard
van dit Al. Overal en ten allen tijde zijn
er menschen geweest, die het uitspraken,
met volle verzekerdheid: er is een Wereld
ziel, waaruit alle dingen hun oorsprong
nemen en waaraan zij blijvend deel hebben.
Dit gevoels-weten" (van Eeden) werd in
hen geboren, als zij zich terugtrokken uit
der dingen voite en inkeerden tot hun dienste
zelf.
Wenn du der Aussenwelt verschliessest
deine Sinne,
Wirst du in dir das Welt- und
Gottgeheimnis inne.
(Rückert).
Het verwonderlijke is nu dat Blok, die
het bestaan der Alziel aanneemt, en uitdruk
kelijk de innerlijke ervaring" als middel tot
kennis noemt, alleen spreekt van de
blootverstandelqke zelf-ervaring van het bewust
zijn, en ja, ook noemt de zelf beluistering
van den kunstenaar, die melodieën of vers
regels in zich hoort geboren worden
maar geheel en al zwijgt over
degemoedservaring van den mysticus.
En toch is het alleen hier, in het louterste,
in het wezen, in den grond der ziel", zooals
Eckhart aegt, dat de mensch kan gevoelen
zijn eenheid met het levende, bewuste Al.
De waarde van een verstandelijk betoog,
dat ons de waarschijnlijkheid der theorie:
er is een Wereldbewustzijn, doet inzien,
wordt hiermee niet ontkend, maar, dit ver
standelijk inzicht alleen is niet genoeg, zoo
niet hierbij komt het ^evoe/s-element. En
wie het besef der Al-zlel eens gehad heeft,
als een brandende werkelijkheid daarbinnen,
hij vraagt geen bevestiging door rede of
ervaringsfeiten. Want zijn zekerheid rijst
op uit wat meer is dan ervaring en rede:
uit het Al-leven zelf.
H. GJLTAY
i