De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 31 augustus pagina 9

31 augustus 1918 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

K' i ,' 31 Aü|. '18. No. 2149 DE AMSTERDAMMER, .WEEKBLAD VOOR NEDERLANC HET SPAANSCH-DUITSCH CONFLICT Teekehlng voor de Amsterdammer" van Joh. Braakensiek INHOUD t Bladz. 1: Nullo-kratie, door v. H. Bnitenl. Overzioht: Vrede!, door dr. W. G. O. Byvanck. Het opleiden v«n meer begaafde leeriiogen, door dr. O. van Wayenburg. 2: J. H. Kössing f,teekening van Martin Monniokendam. Koloniën: Tong Leven", door Oor de Brurjn. Boekbespreking, door J. Giltay. Kiekelzang, door J. H. Speenhoff.?3: Feuilleton: Het Concert, door Marie Schmitz. 5: Voor Trouwen (red. Elia. M. Bogge) Moderne Landhuizen, door Elis. M. M. Bogge.?Het Dienstbodeuvraagstnk.doorPanline Noyon Waesdoip Mtfm Eind (Ters) door ttanna van Lingen. Over Boeken en Tijdschriften. Ons Kookboek. Dit de Natuur: Teunisbloem, door Jao. P. Thfjsse. 6: Nieuwe Engelsehe Boe ken, door W. van Doorn. Bij iemand in 't krijt staan, teekening van George van Baemdoqck. 8: Fin. en Econ Kroniek: Op den Eoon. Uitkijk, door Bmissaert. Correspondentie met een dame, door B. O. H.?Nog altijd geen ministerie, teekening voor de Amst." van Jordaan. Uit bet Kladsobrift van Jantje.?9: Het Spaanseh-DnitschOonfliot.teekening T. Joh. Braakensiek.?Een Vleugje Haagsohe Wind: Onze Auto's, door Ari. Sport en Openlucht: Zwemmen, door H. W. Vliegen. Tech. Bubriek: Verzorging van Kracht en Warmte in de Toekomst, door J. F. van O. Bijvoegsel: Ministers-Crisis, teekening van Joh. Braakensiek. Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllltllllllllllllllillllllllllllll Het groote Gevaar (London Opinlon) De Dolle Stier tot staan gebracht Toreador, te wapen, T o r a do i" Bader (tot dief): Neem mijn kleeren [maar in hemelsnaam laat m IJ de broodkaait" Wijsheid j f Punch) i Papiernood 1. (Passing Show) i De Oude Heer soldaatje; ik heb (zittend): Spelen jelui maar met elkaar den bulk vol van den militairen dienst" iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Heer des Huizes: Waar gaat ge heen, mijn waarde?" Zijn betere helft: Dat is mijn zaak" Heer des Huizes: Hoe laat kom je dan terug?" Zijn betere helft: Wanneer ik verkies" * Heer des Huizes: Juistl Natuurlijk! Maar vooral niet later. Dat verkies ik niet" (Passing Show) Hallo, mijnheer, uw reisbiljet moet ik hebben, dit is het ochtendblad" Badman: U hoeft niet weg te gaan, ik kan door dit gaatje juist zien, dat de jonge dame die binnen is, aan stalten maakt om te vertrekken" Baadster (verschrikt): Nee dank je dan zal ik maar tot morgen wachten" (London Oplniori) llllllllllllllllllllll iiiiniiiniiiiiitiii ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM i A A B W A B M A B M on y A. de tl&& Sy fan&n.. lïEERE.N-ARTI KELEN, UITRUSTINGEN. g » B ABttABMABM-ABMABMABMABMABI^LABMABKABMAeM IIIIIIIIMIIIllltlllllllllllllllllinillMIIIIIIII ........ II» Vleugje HaagSChC Wind r , &, ONZE AUTO s De auto's al ontsiert hen het gele T. C. B. plaatje, die er een overbodige schijn van utiliteit aan geven, zijn een symbool van de weelde onzer stad. We hebben er zoo veel nog, als misschien ons gansche vader land, dat wil zeggen, zooveel die mobiel zijn, die langs de straat door het bosch en over de boulevard rennen, met overmoedig gefluit en gegier, en alarmeerende syrenezang. Wel staan er waarschijnlijk het dub bele aantal in de garage's der Rotterdamsche O-Weeërs, maar die hun glanzende weelde .nog dagelijks ten toon spreiden, die voor een theater of een restaurant op de eigenaars wachten, die met mooi weer rondtoeren naar Wassenaar en Scheveningen dat on bezorgde, onbekommerde soort, vinden we werkelijk bij ons nog slechts. Daar zijn er de diplomatieke die Chineesche, Japaneesche, Roemeensche, Perzische, Brazlliaansche, en andere exotische potentaten rondvoeren, daar zijn er, die Hollandsche groote zakenlieden, en ministers naar en van kantoor rijden, daar zijn er die M. C. A. Tommies naar Americanbars brengen, daar zijn er die hooge ambtenaren van de Einkauf stelle vervoeren, en daar zijn er die leden van belangrijke regeeringscommissies rondleiden, die door een leek niet vallen onder te brengen, onder eenlge catagorie, welke volgens het leekenverstand, recht op toewijzing hebben. Maar allen sieren ze nog steeds het vorstelijk 's Qravenhage met hun glans en geluid, en luxleuse snelheid. Ze brengen kinderen naar school en dames naar de manege, wachten voor modemaga zijnen, ze teekenen blijde de rijkheid van Schevenings badseizoen, ze brengen bezoe kers naar Kurhaus en Kurhaus bar, naar Pavillon Vieux Doelen en naar het Palace Hotel,\ ze zijn talrijker dan slagers-jongens, en in hun weelde, welsprekender dan eq uipages. Ze verkondigen, dat den Haag, hoe ook de omstandigheden voor ons land zijn geworden, door den oorlog voortdurend aan glans en weelde, aan rijkdom en pracht, aan elegance steeds is toegenomen en nog toeneemt, dat nood en weelde gelijken tred houden, dat het rondom de hoofdzetels van toewijzingscommissies, het luisterijkst wonen is. ARI ZWEMMEN Het was in het einde van Januari 1917; de vorst van een volle week had de wate ren In Noord-Holland met een hechte ijslaag bedekt en de tochtrjjders uit Amsterdam zochten in grooten getale de banen in de richting naar Hoorn. Een paar jongelui, op den terugtocht, pas tegen donker in llpendam gekomen, reed met fiksche slagen op Landsmeer aan, dat zij rechts moesten laten liggen om langs een breede mooie baan op Buiksloot aan te rijden. De lichten van het Noord-Hollandsch kanaal schitterden in de verte. Onbekom merd reed het tweetal voort, geen gedachte aan gevaar kwam in hen op. We zullen ons eens even orienteeren hoe verder te rijden" verbrak de een plotseling het regelmatig gekras der ijzers op het harde gladde ijs, toen ze waren gekomen op een geweldige open vlakte met slechts hier en daar laag land, aangeplempt, zooals later bleek, met Amsterdamsche afval. Zonder uitslaan gleed het tweetal voort,... ploef. Het was 5 minuten voor half zes, zooals het stilstaand horloge bewees, het water was ondraaglijk koud, maar overigens bleef het bij een avontuurlijk incident met goeden afloop dank zij de zoo nuttige zwemcapaciteit. Men weet maar al te goed hoe een ge beurtenis als bovenstaande gewoonlijk af loopt. Behoeft het nog wel betoog, dat ons volk in sommige opzichten een slap karakter toont? The Dutch are slpw to move". Wat zwemmen betreft zijn we nog steeds niet in beweging gekomen l Is niet uit den treure door hen, die het nut der zwemkunst inzien, gewezen op de lijsten van verongelukte personen, bij schaatsenrijden, bij zeilen en roeien, enz.? In ons zoo bij uitstek waterrijk land is er veel gevaar voor niet-gewenschte aanraking met het natte element, maar dit feit op zich zelf bewijst toch juist ook, dat er veel gelegenheid bestaat de menschen vertrouwd te maken met HET verweermiddel tegen ver drinken, n.l. zwemmen l Gaan we eens na of er ook maar in ge ringe mate genoeg aandacht is besteed aan dit vraagstuk! Allereerst zien we dan als het meest frap pante, het bijna bespottelijke, maar beslist tragische verzuim, dat men onze militairen niet als onderdeel van hun opleiding, ver plicht tot leeren zwemmen. We wenschen dit niet op den voorgrond te stellen uit welke militairislische overweging dan ook, maar alleen omdat in dienst toch wel de grootste mogelijkheid bestaat een deel van ons volk de zwemkunst machtig te doen worden, zonder dat productieve tijd verloren gaat. We willen ons niet ontveinzen, dat veel soldaten verplicht-zwemmen, als een corvée meer zouden opvatten, maar dit zou slechts een keer extra aan het licht brengen hoe velen tegen hun zin in tot iets goeds moeten gedwongen worden. Gedurende volle 4 jaren is de mobilisatie in werking, gedurende al dien tijd heeft men geen kans gezien krachtig en daadwer kelijk het zwemmen te bevorderen. Een eeresaluut voor zooveel energie! Het ligt niet in onze bedoeling in den breede uiteen te zetten van hoeveel belang het zwemmen is ,voor de volkshygiëne. Wij Hollanders zijn immers al beroemd om onzen zin voor netheid? Ja, uiterlijk, lijkt het er aardig op, maar zij die b.v. in de periode van den watersnood de benijdenswaardige eer hebben gehad mee te werken aan huis vesting en aan onderdak brengen der ge vluchte bewoners uit misschien HET waterrijkste deel van Noord-Holland, zullen u kunnen vertellen, of neen dit is te veel ge zegd, zij zullen u kunnen trachten mee te deelen hoe in-smerig en vervuild velen van die Hollanders waren. Men kent de anecdote van het boerinnetje van ruim 70 jaar, dat H. BERSSENBRUGGE, PORTRETFOTOORAAF ZEESTRAAT 65, naast Panorama Mesdag, DEN HAAG. - Tel. 1538. na een flink bad kenmerkend zeide: Dat is eens, maar nooit weer!" Een anecdote, die door de werkelijkheid schrijnend aandoet. Wel echter wenschen we speciaal de aan dacht te vestigen op het gevaar-voorkomend karakter van zwemmen. Een ieder begrijpt, dat een zwemmer zich gemakkelijker behoedt tegen verdrinken dan een niet-zwemmer, maar dit is misschien nog niet eens het be langrijkste. Hoevele malen is angst, een domme daad in een benauwd oogenblik, niet de aanleiding tot een gevaarlijke situatie? Hoeveel roei- en zeilbooten zijn omgeslagen juist doordat angstige jongens en meisjes zich niet kalm konden houden, als gevolg van de wetenschap, dat zij zich als het gevaar er werkelijk is niet kunnen redden. Degene, die weet, dat hij zich zwemmende kan red den zal beschikken over tegenwoordigheid van geest en daardoor vaak omslaan van een boot, aanvaring etc. kunnen voorkomen. Zwemmen is niet alleen een remedie tegen verdrinken en belangrijk als factor voor hygiëne, maar bovendien een probaat pre ventief voor gevaar. In ons land zijn weinig zweminrlchtingen. Groote steden als Amsterdam en Rotterdam zullen met schaamte moeten bekennen, dat zij zich in geen enkel opzicht kunnen ver gelijken met het buitenland, vooral met de Scandinavische landen en Duitschland. Het is een slechte tijd voor uitgaven, die door sommigen als luxueus" worden beschouwd. Was het niet het geachte lid der Tweede Kamer de heer van Vuuren, die de woorden sprak Zwemmen is luxe?" Woorden in de zwemwereld even bekend als den gymnasiast Cato's gezegde censeo Carthaglnem delendam esse." Er valt voor de zwempropagandisten ook iets te verwoesten, nl. de grenzenlooze on verschilligheid van ons volk, van de over heden zoowel landelijk als plaatselijk, ten aanzien van het zwemmen. Den heer Van Vuuren wenschen we tot loochening van zijn gezegde een verfrissching als die der boven aangeduide jonge lieden toe. Moge dan de afloop voor hem even gunstig zijn, opdat de zwemsport zich zal verheugen in een bekeerling-meer en onze volksvertegenwoordiging in een voor zwemmen onverschillige minder. Er is noodig een voortdurende actie, een drang, dien men niet mag nalaten steeds en steeds weer aan te wenden. In de gemeen ten moeten de raden en colleges van B. en W. worden aangemaand en bewerkt tot het bouwen van zwemlnrichtingen, de Staat heeft den plicht de militairen zwemmen te leeren. We beëindigen dit pleidooi voor de even heerlijke als noodige en nuttige zwemsport met een vraag aan den Nederlandschen Zwembond. Zijt gij in dit opzicht niet in gebreke gebleven en zijt gij niet in staat Invalid-Portwijn DE BESTE MIDDABDRANK f3.50p. flesch Wllnhandri dl Barkanson, 51 AmsteJ, Amsterdam krachtiger taktiek te volgen en niet u uit sluitend te bepalen tot het organiseeren en bijeenhouden van wat er is? Dat wat er is, is nog niets. Er moet worden gewerkt, waarlijk het terrein ligt nog open en braak, voor over heidsingrijpen. Of zult gij deze opwekking laten zijn een vox clamans in deserto"? H. W. VLIEGEN CHNISCHE R.UBR VERZORGING VAN KRACHT EN WARMTE IN DE TOEKOMST De tweede hoofdwet der mechanische warmtetheorle verklaart, dat slechts een ge deelte van het arbeidsvermogen van een warmtebron omgezet kan worden in nuttig mechanisch arbeidsvermogen. De theorie leert, dat bij een stoommachine, die werkt met oververhitten stoom van 370°en een condensor van 10°het hoogst bereikbare nuttig tffskt gegeven wordt door de breuk 360/643, hetgeen dus neerkomt op ongeveer 55pCt. Dit is dus het hoogst bereikbare nuttig effekt in een ideale machine, waarin geen warmte door geleiding of straling ver loren kan gaan en waarin geen wrijving bruikbare energie in warmte omzet. De ge wone machines hebben wel wrijving, terwijl door velerlei oorzaken warmte verloren gaat; zoo is slechts een klein gedeelte van de warmte, opgewekt door het verbranden der steenkolen, opneembaar in den stoomketel en gaat bij de beste systemen een gróót deel van de ontwikkelde warmte in de rook gassen en den schoorsteen verloren. De volgende tabel geeft het percentage aan, dat in de machines nuttig gebruikt wordt: Machine v. hoogen druk (locomot.) 5-9 pCt. lagen (m. cond.) 9-18 Groote stoomturbine 20-22 Groote motoren 17-35 De rest van de ontwikkelde warmte gaat nutteloos verloren. Hoewel reeds vóór den oorlog pogingen aangewend zijn om die afvalwarmte nuttig te gebruiken, dateert de groote vooruitgang

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl