De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 7 september pagina 5

7 september 1918 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

7 Sept. '18. No. 2150 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND luillilllliimii Een groep Bulgaarsche meisjesstudenten in nationale kleederdracht heele land, geeft brochures en vlugschriftjes uit en zendt verzoekschriften naar de be voegde macht. Behalve deze vereeniging bestaan er nog vele andere vrouwenverenigingen, die alle een philantropisch of hervormend karakter dragen. In die korte jaren van Turksche «nafhankelijkheid hebben de Bulgaarsche vrouwen reeds veel bereikt. Het geheele openbaar onderwijs, van de lagere tot de hooge school, staat voor de meisjes open op dezelfde voorwaarden als voor de jongens. Vele Bul gaarsche vrouwen bezitten een academischen graad en .hoewel zij nog niet het recht bezitten om als advocaat op te treden, studeeren toch vele meisjes in de rechten, in de stellige verwachting, dat ook deze hindernis spoedig overkomen zal worden. In 1907 was de Universiteit van Sophia tijdelijk voor de vrouwen gesloten, omdat... de mannelijke studenten het den Prins van Bulgarije lastig hadden gemaakt. Ik meen mij te herinneren dat iets derge lijks ook eens in ons land plaats vond, toen een der middelbare scholen in Amersfoort hare deuren voor de meisjes sloot, omdat eenige jongens zich onhebbelijk gedragen hadden. n vorm van kiesrecht bezitten de vrou wen van Bulgarije, zij hebben het recht de schoolbesturen mede te kiezen. Deze verschrikkelijke oorlog heeft ook in Bul garije groote veranderingen meer waardeering der vrouwen gebracht, waaruit zij besluiten dat wanneer na den oorlog den inwendigen toestand van Bulgarije op nieuw geregeld moet worden, zQ dan met meer rechtvaar digheid zullen worden behandeld. ALETTA H. JACOBS iiiifiMMiiitiiiiiiiiMimiiimiimiiHitimiinmimmrmiiii IIIMIMMIIIIIII* Wie Helpt mede? Moeders, herinnert ge u de verschillende poppen, waarmede ge als kind gespeeld hebt ? Nog voel ik de blijdschap, de bewondering voor het beeldige popje, een Normandisch bloemenmeisje, door Moeder.?ik was toen zes jaar voor mij van een bezoek aan Parijs medegebracht. Ik zie nog het mooie kanten mutsje, het gestreepte japonnetje, het sierlijke mandje met veelkleurige bloemen, dat Mascotte op den rug had hangen. Vol trots droeg ik het vreemd aangekleede popje op mijn wandelingen door de drukke straten. Het trok ieders aandacht. Ik genoot van de bewonderende uitroepen der vele kinderen. Zoodra ik thuiskwam, borg ik mijn kleinood netjes in zijn doosje. St. Nicolaas volgde kort daarop. Welk een zaligheid doorvoer mijn lichaam, toen ik uit een groot pak, voor mij bestemd, de ware pop, de pop van echt zooals ik het in mijn kindertaaltje uitdrukte te voor schijn zag komen. Het eenvoudige kind, met haren als ik, met een jurk, een boezelaar, schoenen enz. als van elk gewoon meisje. Ik drukte de pop vol innige teederheid aan mijn hart en overlaadde haar met kussen. Ik liep naar moeder, die de vreugde van haar kinderen medegenoot. Moeder omhelsde me en zei: Dat is nu jouw kind, zooals jij het mijne bent. Je moet haar behandelen, zooals ik jou behandel. Ik heb je dit kindje geschon ken, zooals God mij jou heeft geschonken". Voorts kreeg ik dien avond een klein naaictul en verschillende lappen, om jurken en linnengoed voor de pop te maken. Ook een ledikantje met toebehooren, alles zeer eenvoudig, door moeder zelf bewerkt. Moeder maande me aan: wijd nu maar dezelfde zorgen aan je popje, die ik aan jou wijd. Je moet haar wasschen, kleeden iiiniiiiiiilllliiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiuiiiiiiiiiiiititiiiiniitiiiiiiiiiini in den avond gaat de groei weer sneller en dan hebben die kroonblaadjes precies een uur noodig, om zich uit den opgerolden knopstand vlak uit te spreiden. Van de tien meeldraden, die zoodoende voor den dag komen, gaan er vijf neerliggen; ze vinden een steuntje in de twee tandvormige uit steeksels op de bocht van elk kroonblad. Morgen gaan die vijf meeldraden rechtop staan, overmorgen zijn ze allemaal ver welkt en dan komen er twee, soms drie, spierwitte stempels te voorschijn. De bloem bloeit dus in drie tempo's en is protandrlsch, d.w.z. de meeldraden strooien eerst hun stuifmeel en later pas worden de stempels rijp. De uiltjes en andere insecten zijn dus noodzakelijk voor het overbrengen van het stuifmeel van de eene bloem naar de andere. Hierbij doen zich alweer een paar merk waardige verschijnselen voor. De honig ligt heel onderin de bloem, aan den bodem van een lange buis, die gevormd wordt door de stelen van de kroonblaadjes, bijeen ge houden door de mooie groenachtig bruine kelk. Nu is de tong van de gammauiltjes juist eventjes te kort en daarom wurmen en wurmen die diertjes net zoo lang, tot zij den kop een eindweegs in debloemopening hebben gewerkt. Zoo kunnen zij dan goed bij den honig komen. Zeer dikwijls scheurt daarbij de kelk in, dat maakt de zaak des te gemakkelijker, want nu kunnen ze ook van ter zijde den honig bereiken. In dit geval echter heeft er geen bestuiving plaats en wij noemen dan dat bezoek van uiltjes onwettig". Een ander overtreder komt ook nog opdagen in den persoon van onzen goeden vriend Aardhommel, die net als bij , de tuinboonen en zoo vele andere planten, Iets over Bulgaarsche Vrouwen Een door mi] ontvangen telegram uit Bul garije, luidde: BuUaarsche vrouwenvergadering neemt met geestdrift kennis van den oproep tot stichting van eene afdeeling van het Inter nationaal Comitévan vrouwen voor duurzamen vrede. Zij zendt het Internationaal Vrouwencomltéhare dankbaarste groeten en geeft de verzekering met moed en ijver te zullen medestrijde n voor een spoedigen en duurzamen vrede". w. g. Jenny Pat t e f f, pres. geeft mij aanleiding het een en ander over Bulgaarsche vrouwen mede te deelen. Te veel is men nog van meening dat de vrouwen in de Balkanstaten op een zeer achterlijk punt van ontwikkeling staan en de trapsgewijze verheffing der vrouw, zoo als die in vele landen plaats vindt, hen onberoerd laat. Dit is geenszins het geval. In de Inter nationale Vrou wenkiesrecht-beweging spelen de vrouwen van Bulgarije een niet onbe langrijke rol en in eigen land werken zij aan de verbetering van de maatschappelijke en wettelijke positie der vrouw even flink en vastberaden als de vrouwen in de westersche landen. Laat ons voorop stellen dat Bulgarije nog slechts + 40 jaren onafhankelijk is van Turkije en zich pas sedert dien tfld vrij en onafhankelijk heeft kunnen ontwikkelen. Aan de vrQmaking van het land hebben de Bul gaarsche vrouwen een belangrijk aandeel genomen. Toen het land vrij was en eigen wetten moest hebben, werden Engelsche, Belgische en Duitsche wetboeken geraadpleegd en gedeeltelijk gecopieerd. Daarbij geraakten de vrouwen tn de verdrukking. Eenige Bul gaarsche vrouwen, los van elkander, zonden onmiddellijk een verzoekschrift naar het Parlement, waarin zij aandrongen de wetten voor mannen en vrouwen gelijkluidend te doen zijn en vooral beiden gelijke politieke rechten te geven. Vrouwenvereenigingen bestonden er toen nog niet. Wel vormden zich telkens groepen van vrouwen, die. protesteerden tegen de achteruitzetting der vrouwen op elk gebied, doch het werd 1901, alvorens deze groepen zich organiseerden en eene groote feminis tische vereeniging vormden, die in bare statuten schreef, dat het doel der vereeniging was te strijden voor verbetering van de positie der vrouw en hare geestelijke en zedelijke verheffing," en onder de middelen om tot het doel te geraken staat o.a. invoe ring van vrouwenkiesrecht". Deze vereeniging publiceert een eigen orgaan, een maandblad, onderden titel Jensky glas", (de stem der vrouw). Zij werkt even als de vereeniging voor vrouwenkiesrecht in ons land; zij houdt vergaderingen door het geiiiliiiMiiinHmliiniiiiiiiiiiiii CREMEoeBEflUTe OE CHRHBtt ZEEPKRUID De uiltjes, die de Teunisbloem verwaarloozen, gaan regelrecht naar de rose bloemen van het zeepkruid en werken daar al hun best, ofschoon de honig er haast even diep ligt. Ik heb al dikwijls gedacht, dat dit een kwestie moet zijn van geur; die zeepkruidbloempjes rieken als anjers en silenen, ook wel als kamperfoelie of hyacinth, zfl hebben den echten weibekenden .nagelgeur", terwijl de Teunisbloem, hoe welriekend ook, aan geen enkele inlandsche plant herinnert. Het zeepkruid is even goed een vreemdeling, maar al wel duizend jaar geleden hierheen gebracht en had toen al hier famileleden, die hem om zoo te zeggen bfl de insecten hebben geïntroduceerd. En nu komen iederen avond, als de nieuwe bloemen open gaan, de gamma-uiltjes aanzetten bij dozijnen, grijze figuurtjes in de avondschemering. Op snel snorrende vleugeltjes glijden ze van bloem tot bloem met een heel dof gegons, con sordino. ' De bloemen openen zich omstreeks zeven uur. De knop, die op onze foto links om hoog steekt, zal van avond open gaan. Gisteren nog zat het lichte stuk kroon In de bruine kelk verscholen, maar dat is in n avond en nacht zoover doorgescho ten. Overdag is er weinig verandering, maar enz. Het is je eigen kindje, de kleine Liesje. Toen is voor «ij het Leven" in het klein begonnen. Gehoorzamende aan den goddelijken, instinctieven drang, die elke vrouw tot moeder maakt, heb ik mijn pop lief gehad, als een moeder voor haar gezorgd Ik ben er van overtuigd, dat ik aan deze pop veel te danken heb. Aan dien St. Nicclaasavond werd ikna jaren herinnerd, toen ik vernam, dat vele vrouwen en moeders, de ongelukkige Belgische oor logskinderen waarbij ook het lieftallige groepje, hierbij afgebeeld, zonder eenige bedenking, zonder eenige aanvrage om vergoeding der kosten voor de kleinen, zoo liefdevol hadden opgenomen. De brave vrouwen bleven zich aan de stakkerds wijden, die door zoo wreede om standigheden van hunne zorgende ouders waren verwijderd geworden. De kinderen hadden een liefdevol tehuis bij vreemden gevonden. Ze werden door hen als hunne eigen lievelingen gevoed en verzorgd. Deze vrouwen voelden, wat moeder mij als kind leerde deze beklagenswaardige kinderen waren ook haar door God geschonken." Door deze belanglooze hulp zag het Co mitévan Huisvesting, z8n taak veel verlicht. Het behoefde alleen daar te geven, waar de pleegouders niet in staat waren de kin deren zonder geldelQken steun te huisvesten. Tot langzamerhand voor die edele pleeg moeders de nood hoog steeg. De schrikbarende duurte van alle materieele behoeften bracht voor haar en indirect voor onze kleine Belgen, de treurigste ge volgen mede. Drie kleine Belgen Romanus Flamand 5 jaar Thérèse Raudax 4 jaar Palmyre Jansen 7 jaar Zoo meldde zich een van de jongens, de toestanden helder overziende, als vrijwilliger aan het Belgische front aan, waar hij nog vertoeft. Hij had téveel honger en verdriet geleden, hij was te zwak om het zware werk, het eenige dat hQ kende, voort te zetten. Een andere dertienjarige pientere, flinke baas, die vier jaren zoo goed bij een boe renfamilie in Oaasterland was verpleegd geworden, werd nadat de nooddruftige pleeg ouders ziek vergeefs overal om hulp hadden vervoegd, op een morgen in den trein naar Amsterdam gezet, zondereenige bestemming. De vrouw had alleen zijn overtocht betaald. Bevende va» ingehouden toorn over zoo veel onrecht hem aangedaan, overstelpt door heimwee naar zijn ouders, vooral naar zijn vader, dien hij aan het front wist, kwam de jongen aan het station te Amsterdam aan. Het Comitévoor Huisvesting in den Bosch werd gewaarschuwd, het moest voor hem zorgen, maar er was geen geld meer in kas aanwezig. De meeste pleegouders kunnen hunne lieve kinderen niet meer huisvesten. Hun gezin vergaat zelf van kommer. Hun eigen kinderen zijn ondervoed. De brave vrouw, dia onzen lieven Romain hier op het plaatje afge beeld verzorgde, schreide zoo bitter bij het comité... help me, ik verlies mijn nigen jongen. Laat hem mij behouden. Ik heb hem vier jaren gekoesterd, hij komt mij toe, tot ik hem aan de ouders weer kan geven, die hem liefhebben als ik. hier gaten bijt, om honig te rooven. Aan de tweede bloem rechts van onderen op onze foto kunt ge in de kelk zoo'n inbraak-gat ontdekken. Door dat gat komen dan honig bijen en kleine graafbijtjes ook rooven en als niet van tijd tot tijd de meekrapvlinder of andere sphinxen op hun gewone vliegens vlugge manier eens twintig bloemen per minuut wettig" kwamen bezoeken, dan zou Bloeiend Zeepkruid Zoo smeeken vele onbemiddelde pleeg moeders. Ze kunnen hare kinderen niet neer missen. Het comitéis machteloos. Zijn kas is totaal uitgeput. De kinderen hadden het toch zoo goed. Dat bewees ook weer de lieftallige Thérèse Raudax, tusschen onze beide andere kinde ren gezeten Ze is vier jaar geleden uit een klein plaatsje bij Luik gekomen. Schat tig, braaf kindje. De kleine Thérèse, die vroeger geen woord Nederlandsen kende, weet zich niet meer in het Pransch uit te drukken. Ze verstaat het nog wel. Toen een van de dames van het Comit voor Huisvesting, bezorgd daarover, haar onlangs raadde: Thérèse, il faut parier fran9ais, car aptès la guerre, quand tu viendras chez papa et maman, ils ne te comprendront plus," antwoordde de schalk vol ver trouwen: Oh ce n'est niks, ik blijve in OHand na de guerre, bij mijn Moesje en de lieve kinderen." Thérèse moet voorloopig bij haar moesje blijven, evenals de andere oorlogskinderen bij hunne pleegouders. Gij wilt dat met mij, Moeders, Ouders l Deze ongelukkige kinderen zijn u eveneens door God toegezonden. Het ligt op uwen weg ze te helpen. Of zoudt ge den armen elfjarigen Jean, die maanden lang na het beleg, nacht op nacht werd wakker geschrikt en steeds zoo hartroerend uitschreeuwde, boum... boum... on tue ma mère, on tue mon p ere", naar het benarde land willen terugzenden, waar de arme wees zijn vader, die inmiddels aan zijn schotwonden is overleden, niet weer zal vinden? Neen, ik kan dat niet gelooven. Veel eerder geloof ik, dat ge het geluk van uw eigen kinderen eerst ten volle kunt waardeeren, uwe kleine meisjes eerst leeren kunt hare poppen met moederliefde te ver zorgen, wanneer ge overtuigd zijt, alles te hebben gedaan, wat ge kunt, om het droeve, harde lot van uwe Belgische oorlogskindeien te helpen verzachten, wanneer ge gehan deld hebt tegenover hen, als een lief hebbende vrouw en moeder! Gij wilt Romanus, Thérèse, Palmijre en al hunne beroofde lotgenoot j es helpen. Dat zegt u uw hart bij het aanschouwen van deze ernstige sympathieke, kinderen. Gij duldt het niet, dat deze ongelukkigen, de noodige liefde en verzorging zullen ontberen, wegens geldelijke onmacht van hunne edele pleegouders. Lezers ge kunt hen gezamenlijk allen helpen. Zendt zoo spoedig mogelijk uwe ruime of als het niet anders kan, u we kleine gaven toeaan Mej. Th. Jansse Inspectrice R. K. Huisvestings-Comhévoor oorlogskin deren, Breestraat 76 Leiden. Deze oorlogskinderen zijn als brave, wel opgevoede kinderen van hunne ouders naar Nederland weggevoerd. Het zijn echte, moedige Belgjes! Laten wij Nederlanders ze als brave, eer lijke welopgevoede kinderen, en zoo het noodlot nog geruimen tijd blijve voortduren, als eerlijke, moedige menschen, Belgi weergeven. Laten we zorgen, dat de Belgen, onze Nederlandsche spreuk kunnen beamen: Beter een goede buur dan een verre vriend". E. W. ASSCHER IIIIIIIIIMIIIIÏIIIIIlllllllllMIMIIIIIIIIIIilMllllllllirillllllillllMHIIItlllllllllll Over Boeken en Tijdschriften SLA-SAUSEN De Gartenlaube gaf onlangs een lijstje van sausen, bruikbaar bij de bereiding van sla ter vervanging van de verdwenen sla olie, die oorlogsslachtoffer is geworden. Azijn, zout en peper spelen er natuurlijk een rol in, evenals een uitje en mosterd. Maar eieren komen maar sporadisch voor, eigenlijk alleen als extra tractatie. Het vet wordt vertegenwoordigd door een stukje boter, al of niet gesmolten of met een warmen aardappel aangemengd. Dat alles gaat nog, maar onvoldoende lijkt toch een saus van niets anders dan een eetlepel suiker, een klein glaasje witte wijn en een kopje water, die voor een?besondersfeinenSalat" moeten dienen. Aardappelmeel wordt ook voor sla gebruikt. Men mengt een eetlepel aan met azijn, zout en peper en giet er kokend water op. Het aardappelmeel zwelt dan op, en de saus wordt geheel doorschijnend. Uitstekend bij aardappelsalade. Voor groene sla moet er een theelepel mosterd bij. Een kopje water speelt zijn rol bij al die sausen bijna, soms in vereeniging met een eldojer. Wij zullen ook wel nog meer omslaan leeren, dan we nu al moeten, en kunnen ons alvast voorbereiden. Een azijnsurrogaat gaf het blad ook, namelijk bereid van appelschillen. Men legt Miiiiiimmiimmiiii"iimnimmimminiiiiuiiiiiiniiiuiiuHimiiiiMiu het met de zaadvorming van dat zeepkruid al droevig gesteld staan. Intusschen zonder zaad komt het er nog wel. Het is namelijk teen vaste plant met onderaardsche kruipende stengels, die zich rijkelijk vertakken en snel voortgroeien, zoodat een enkele zeepkruidplant in enkele jaren groote stukken van den tuin in beslag kan nemen en dan lastig wordt als een onkruid, zeer moeilijk uit te roeien. Op die manier heeft het zich ook wel uit de tuinen van kloosters, kasteelen of andere inrichtingen naar buiten verspreid. Wij mogen daarom het zeepkruid op het oogenblik wel haast als een echte inlandsche plant beschouwen, die echter te vergeefs gezocht wordt op de weinigeplaatsen, waar nooit door den mensch gewerkt is. Verlaten tuintjes, voormalige erven, wegranden hebben de voorkeur, de grondsoort komt er weinig op aan, men vindt het zeepkruid even goed op tamelijk dorre duinplekjes als op de vette klei. In mijn Amsterdamsen stadstuintje groeit het in het halfduister zeer welig en ik heb alle moeite van de wereld, om het onder den duim te houden. Ieder jaar heb ik wel een kilo of zoo van die stengels uit te rooien. Ik ga eens een partijtje van die wortelstokken afkoken, om te zien of de plant haar naam met eere dragen kan. Haar weten schappelijke naam is Saponaria officinalis en zij is indertijd werkelijk in de kloostertuinen gekweekt, om te dienen als waschmiddel. Het afkooksel schuimt als echt zeepwater en verbindt zich met de vettige onreinheden der kleedingstukken tot een emul sie, die met water kan worden uitgespoeld. Vooral voor wollen en zijden stoffen schijnt het zeer bruikbaar. Bock schrijft VAN ALLES WAT Ons Kookboek VANILLEVLA MET KOSCHBESSEN Vul vier of meer kleine kristallen bakjes met vanillevla, bijv. van pakjes vla-poeder en room gemaakt. Vul een dito schaal op noogen voet met gekookte en met suiker gezoete boschbessen, (weinig sap). Plaats dan op een rond presenteerblad, met een aardig wit kleedje, de hooge schaal in 't midden, en er om heen een bakje vla om en om met een klein vaasje licht lila bloemer, bijv. lathyrus of zeeastertjes. E. H. v. B. ZELF AARDAPPELMEEL MAKEN Neem l K.G. aardappelen, liefst groote, schil ze en verwijder de zwarte punten. Plaats een flinke rasp in een schaal met koud water en rasp de aardappelen fijn. Dit raspsel valt in het water en kan niet bruin worden, hetgeen bij droogstaan het geval zou «Jjn. Neem nu een tweede schaal, zonder water, plaats er een paardenharenof andere fijne zeef op en giet den inhoud der eerste schaal op de zeef. Terwijl het water door de zeef loopt, blijft de geraspte brij er op liggen; deze brij moet onder de druppende duinwaterkraan boven de schaal flink met de hand gekneed en door de zeef gewreven worden. Dit doet men ruim een kwartier lang, men voelt dan de brij stug worden. Doe de brij weg, roer eens flink in de kom en laat den inhoud ongeveer 10 min. rustig staan, gooi daarna voorzichtig het bruine water er af, doe er weder schoon water op, roer even, laat het weder staan, en herhaal dit zoolang, tot het water geheel helder blfjft. Ten slotte wordt dit er afgegoten en het mooie witte meel uitgespreid gedroogd. M. R. iiimiMtiiimiititiiiiiiiiiiiiiiin itiiiiiiiiiiMtiiitiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiirf de schillen, nadat er alle slechte en aange stoken stukjes uitgesneden zijn, in een steenen pan of pot met water bij kleine gedeelten of portietjes; los t :egedekt, wordt de pan op een warme plaats neergezet, en men voegt er, telkens als men ze heeft, nieuwe appelschillen bij. Alle paar dagen moet men omroeren en zet dat drie weken voort, tot de vloeistof aan het gisten is gegaan en een zuiveren azijnsmaak heeft aangenomen. Dan wordt ze door een doek gefiltreerd, in flesschen gegoten en is dadelijk voor het gebruik gereed. Dit is uit het practische gedeelte van het blad, het Buntes Allerlei". En nu wij hier de Gartenlaube noemen en aanhalen, mag er wel eens op worden gewezen, hoe in de benarde omstandigheden van het vaderland dit familieblad en ook Ueber Land und Meer" zich handhaven op de oude hoogte. Het is altijd interessante en actueele lectuur, die ze geven, en het verhalende deel is bijna altijd zoo goed gekozen. De moeite en zorg, aan die teksten besteed, staan in den tegenwoordigen tijd wel eens te veel achter bij wat als hooge kunst wordt aangezien; in-de waardeering van het publiek verdienen ze eigenlijk een hoogere plaats. Het is niet alles oppervlak kigheid en ledigheid wat zulke familiebladen en ook onze gewone dagbladfeuilletons ons te lezen geven. F. J. y. U. Indien U Oostersche tapijten bezit (Perzisch, Turksch, enz.) welke niet met Uw ander huiselijk interieur harmonieeren, of die U om welkereden ookwenscht te verkoopen, schrijf t dan aan Y. BAZ1R, Importeur, Zoutmanstr. 61, te 's-Uravenhage, Tel. 1843, welke zich door geheel Nederland laat ontbieden en die tegen ongekend hooge prijzen alle soorten Ooster sche tapijten koopt (nieuw of gebruikt), onge acht deaf metingen en de prijs. Be waar dit adres miiiiiimiiimimmimimiimmillKimmimiimmimillllinillinillllii dan ook in zijn oude Kruidboek dat de kloosterlui hun pijen en gewaden met deze plant zuiver en rein wasschen en zoo doende zeep en aluin uitsparen, als ze geen geld genoeg hebben om dat te koopen. Het werkzame bestanddeel van die wortelstokken is het alkaloid saponine. Er wordt ook verteld.dat de profeet Alexander, dien ik heusch niet ken, op een stuk wortelstok van zeepkruid kauwde, als hij aan 't profeteeren zou gaan, want daar behoorde bij, dat het schuim hem om den mond ging staan voor de profetische razernij. Ik weet niet, hoe het hem bekwam, maar de saponine is toch een viij sterk sterk vergif, dat ook nog wel in andere planten van de anjer familie voorkomt. Tegenwoordig is voor zooveel ik weet het zeepkruid als waschen schuimmiddel in het vergeelb»ek geraakt en schijnt behalve door de eigenlijke zeep ook verdrongen te zijn door zeephout en zeepbast, afkomstig uit Amerika. Intusschen kunnen we er nu misschien weer van profiteerente, meer daar bij het gebruik van zeep kruid het goed minder krimpt. Ik moet er nog even bij vertellen, dat ook in verwilderden toestand het zeepkruid dikwijls wordt aangetroffen met gevulde bloemen, wat tegelijk kan gelden als bewijs, dat we te doen hebben met een verwilderde tuinplant en ook dat de economische beteekenis van de plant al vrij spoedig ver geten is en men haar alleen is gaan beschouwen als sierplant. Maar economisch historisch en biologisch blijft het een van onze merkwaardigste planten. JAC. P. T HIJ ss E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl