De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 14 september pagina 10

14 september 1918 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

itr DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 14 Sept. '18. - No. 2151 iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiniiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Wie bij de keuze van een rijwiel in het oog houdt, welke eisenen aan een goed rijwiel mogen wor den gesteld en een ver gelijking maakt tusschen de verschillende fabrika ten, kiest een FONGERS kweeken en te bestendigen door alle mid delen, die daartoe kunnen dienen, door allerlei voorzieningen ten bate hunner werk lieden, door tal van sociale maatregelen, waartoe zij overgingen voordat de wet gever daaraan dacht en voordat andere werkgevers iets dergelijks ter hand namen. In deze richting zijn zij naast of liever na van Marken pioniers geweest in Nederland en in die richting staan zij nog aan de spits. Ook hierin leidde en leidt hen de geest van den ouden C. T. Voor een deel schrijven zij het succes hunner onderneming daaraan toe. Zij hebben nooit ontkend dat al deze Fürsorge" voor het personeel niet alleen beoogde, dat de arbeiders een g*ed bestaan zouden hebben, maar ook er toe strekken moest dat de arbeiders het belang der onderneming als hun belang zouden gevoelen en beschouwen. De ruime bijdragen aan de vele fondsen konden door de firma slechts gegeven wor den, wanneer door de firma een winst was gemaakt, waarvan die bijdragen konden wor den afgezonderd. Het kwam er dus ook voor de arbeiders op aan, te zorgen dat er een goede winst werd gemaakt. Men ziet: dit is Real-polltik". Overigens moet een belangrijk deel van het succes worden toegeschreven aan de kunde, de koopmanschap, de volharding der leiders. Wanneer zQ niet de gaven hadden bezeten, noodig om het werk van hun vader tot zoo grooten omvang voort te zet ten, dan zou de aanvankelijk kleine onder neming niet zijn uitgegroeid tot het groote bedrijf, waarvanQD.W. S tor k in zijnherllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllHIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIIIIIIIIt BOEKETJES SOFISTIEK XII Camouflage P V14<*"V Ons opperste legerbestuur is, evenals vroeger, volkomen vrij in zijn handelen, en dit is en blijft de hoofdzaak..." Noyon ligt vóór onze linie..." Overeenkomstig onze welbeproefde tac tiek, ontruimden wij, evenals tusschen Marne en Vesle, ook aan Ancre en Avre de be dreigde punten op het juiste tijdstip. Daar door wordt de tegenstander genoodzaakt telkens weer storm te loopen tegen de artillerie... Thans blijkt het geweldige voordeel van onze operatieve vrijheid..." Zonder gedwongen te zijn tot het on wrikbaar vasthouden van bepaalde punten, kunnen wij den strijd naar het open veld verleggen. Hierdoor worden onze eigen plannen begunstigd, en de vijand werkt het van den beginne door ons beoogde doel in de hand..." Hoe verder wij wijken, des te gunstiger wordt het terrein voor de verdediging..." In der Beschrankung zeigt sich erst der Meister, heeft Goethe ons geleerd, zoodat we meenen wel te doen zonder nochtans den meester-titel te willen usurpeeren door ons tot deze weinige citaten te beperken. Voor den slechten verstaander, wien zelfs een heel woord niet genoeg is, diene ter voorzichtige toelichting, dat de bovenaangehaalde mededeelingen (of laat ons, van wege haar ietwat subjectief en sugges tief? karakter liever zeggen: beschou wingen) ontleend zijn aan telegrafisch verspreide communiqué's der laatste maanden, llllllllllllllltlllllllllllllMIIUllllllllUIIIIIIIIIIIIIIIIHlIIIMIIII II denkingsrede de sprekende cijfers heeft genoemd. Ik zie niet voorbij, dat omstandigheden daartoe hebben medegewerkt. Dit spreekt vanzelf, maar het komt er op aan, van die omstandigheden partij te trekken naast gunstige factoren van algemeenen aard zijn er pok ongunstige geweest, waarvan de werking moest worden teniet gedaan. Andere ondernemingen met dezelfde kansen zijn niet gekomen tot den graad van ontwikke ling, die hier is bereikt. Waarom niet? Om dat de leiders niet de gunstige factoren volop te gebruiken, de ongunstige te over winnen wisten. In zaken blijft het persoonlijk element van overwegende waarde. Het komt ten slotte ook hier aan op de mannen, die de zaken besturen. ISSAERT iiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiii HONKBAL (B AS E-B ALL) Hoe moeilijk is het de belangstelling te wekken voor een nieuw denkbeeld, een nieuwe zaak en ook voor een nieuw spel. Feitelijk is honkbal voor Holland niet nieuw. Een acht a negen decenniën geleden werd honkbal diruk beoefend in ons land en het waren Hollandsche kolonisten, die het in Amerika, in den staat Phlladelphla, naar de historie meldt, voor het eerst speel den. In ons land verdween de animo en daarmee de sport zelf, in Amerika kwam ze tot ongekenden bloei. Men denke niet, dat honkbal in Amerika een joyeuse entree maakte en zich stor menderhand een plaats veroverde in het sportieve leven der Amerikanen. Zooals vele nieuwe en onbegrepen zaken werd ook base-ball uitgelachen. Maar door de hulp der zoo bekende Old Knickerbocker Club" te New-York steeg de interresse in het base-ballspel en reeds jaren geleden was het in Amerika The King of games" ge worden. Wij, Hollanders spreken meestal met een zekere reverentie over de geweldigheid van het Amerikaansche, soms vermoeden we wel eens wat bluf en humbug, maar het is ons, vooral ook sinds de laatste maanden iiiiiliiiliiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniMimiiiiiiMiiiii afkomstig uit de bureaux van zeker buitenlandsch Persagentschap en blijk baar bedoelende het eigen en 't neu trale publiek zekere recente gebeur tenissen door een niet geheel kleurloos glas te laten bekijken. Philisters en ergdenkenden, hoedanigen er nog steeds, en teveel, op /^ onzen toch al overbevolkten aard- '" bodem rondwandelen, weten voor dit soort van tendentieuze bericht geving geen andere dan zekere, wei nig diplomatieke qualificatle, die in onze wijsgeerlge, ergo zachtmoedige overdenkingen kwalijk passen zou. Wij duiden het daarom aan met den als opschrift afgedrukten term, een naam die gedurende de laatste jaren uit het argot des casernes overgegaan is in de beschaafde terminologie, welke aan het krijgs bedrijf van dezen tijd al zooveel nieuwe woorden en treffende zegswijzen te danken heeft. Niets demonstreert duidelijker het karakter dezer ietwat ongewone reportage dan de overzetting van boven aangehaalde, geca moufleerde berichten in een meer objectieven vorm. Er blijft dan weinig mér over dan deze simpele mededeelingen: Wij ontruimden de bedreigde stellingen aan Ancre en Avre, om vijf uur 's avonds." Wfj wijken verder achteruit." Noyon werd door den vijand genomen." Desnoods ware het wat minder abrupt te zeggen, wijl ook omtrent de nederlagen van zijn leger een volk wel eenige détails wil vernemen. Maar al de franje: vanaf de vrij heid van het opperste legeibestuur" tot en met die zonderling-kameraadschappelijke medewerking van den vijand aan het door ons beoogde doel", dat alles is in zijn soort het zelfde als : de boomk'eurlg-gestreepte uniform van den poilu-waarnemer in zijn ultkijkpost tusschen de takken; en het boschlandschap waarmee wel Zeppelin-loodsen beschilderd worden; en de houten stoompijp-opstanden van den quasi-vrachtvaarder die op het critieke moment een duikboot jager blijkt; kortom, dat alles iscamovflageMen schijnt zich wel over deze nieuwste toepassing van dit aardige, vernuft-scher pende vermommlngs-systeem vroolijk of verontwaardigd te hebben gemaakt. Maar is dit, op den keper beschouwd, wel redelijk? Zoo nieuw als de naam wezen mag, zoo oud is de zaak zelf. En aangezien de ouder dom van eenig gebruik daaraan steeds zekere mate van bestaansrecht pleegt teverleenen, behoort men toch te beginnen met de camouflage ook de journalistieke niet te beschouwen zonder het respect dat iure suo aan lke traditie toekomt. Ook is het camouflage-systeem geen spe ciale werkmethode van een bepaalde groep. door prestaties op oorlogsgebied, bekend, dat de Amerikanen gaarne in het groot werken. Ook de geruchten over de populariteit van base-ball in Amerika zijn voorzien van kenteekenen van the biggest of the world". Wezagen af beeldingen van base-ball-rnatches met grootsche amphiteaters rondom het speelterrein, we hoorden en lazen, getallen toeschouwers, die de lOOOfiO overschreden, recetten waar tegen die van Ajax of BlauwWit als ridicuul-gering afstaken. We hoor den ook bijzonderheden over het zeldzame spel der Yankees, over pitchers, die het in hun macht hadden den bal keihard te wer pen met allerlei soorten effect in de lueht. Wij, weinige honkballers In Holland, namen dit alles niet op als werkelijkheid. Hoeveel moeite kostte het niet, nu een 10 tal jaren geleden een aantal menschen te bewegen eens een spelletje te komen spelen. En nadat ze een paar maal hadden getracht den bal te slaan, gaven ze de meestal vruchtelooze pogingen op. Geen wonder dat het toenmaals bij een zeer bescheiden en volkomen mislukte poging om honkbal in gang te doen vinden bteef. Gewoonlijk noemen we niet gaarne namen van personen, die beeten een spel in gevoerd te hebben, aangezien een spel meer ontstaat door het gezamenlijk zich aangetrokken voelen van een aantal menschen, dan door het kunstmatig er toe drijven door een be paalde initiatiefnemer. Bovendien heel vaak neemt de een het initiatief, en is een ander de eerste uitvoerder van het plan. Men begaat dan al spoedig de fout den laatste als den eenige belangrijke te beschouwen. We denken hierbflb.v. aan korf bal, dat door den huidigen bondsvoorzitter uit Zweden In gevoerd heet, maar dat in ons land reeds onder leiding van den heer M. Vrij gespeeld schijnt te zijn, toen eerstgenoemde nog niet uit Zweden was teruggekeerd. We meenen echter, hoe bij honkbal de historie ook precies moge zijn, den naam van den heer j. C. G. Graséte moeten noemen, als we aan de wederopleving van het honkbalspel denken. Bijna dagelijks maakte hij, vooral op de Ie H. B. S. met 5 jarigen cursus en onder de leeraren van andere middelbaar onderwijs instituten propaganda en eindelijk omstreeks 1911 kwam er voor de tweede maal leven. Een paar clubs werden opgericht genaamd de Amsterdamsche Honkbalklub en de Jonge Honkbalclub kort na de eerste, d ie met ij ver aan het oefenen gingen. Spoedig werd de eerste wedstrijd gespeeld op het veld van den A. B. L. O. op de A. IJ. C. en de ouderen en jongeren streden met een enthousiasme, zoo geweldig, dat het oversloeg op den scheidsrechter, (de heer Grasé, leidde dit eerste treffen), die bQ iedere mooie vang of torsene slag spontaan mede juichte. Het is ook wel aangenaam, iets waarvoor men heeft gewerkt, te'zien gedijen. De wedstrijd einEen mooi spelmoment om het Wereld Kampioenschap, in Amerika bevochten als gebruik universeel en van alle (leef-)tijden Integendeel, de gansche menschelijke samenleving en elk harer leden individueel, camoufleert van dag tot dag, en bij nacht niet minder. Als neiging is de camouflage Inhaerent aan het menschelijk wezen, en daarom als gebruik universeel en van alle tijden. En wie, dit bedenkend, desniettemin aan hare eerbiedwaardigheid blijft twijfelen, die herleze Jacques Perk's Wilgen Popel", en doordrlnge zijn besef van de immers onomstootelijke waarheid van diens axioma: Wie, wat zijn aard beveelt, verricht, doet goed... Eindelijk, wat waarlijk, o 20e eeuwer de deur dicht doet achter al uw ethische bedenkingen: deze arbeidswijze, der ca mouflage namelijk, is zoo natuurlijk als de natuur zelf. Zij is de Camouflage-pur sang; haar optreden een altijddurend bal masqué. ...even angstvallig als onze gehamsterde provisie... Reeds bij het eerste krieken van den dageraad der schepping bedreef de natuur camouflage. Of schonk zij niet het aanzijn aan insecten die Wandelende Takken" schijnen gelijk ze dan ook heeten , bestreek ze niet roofdieren en visschen met kleuren van hetzelfde palet, als waarvan ze hun omgeving schilderde, en leerde ze sommige vogels niet eieren leggen, eYn van kleur en teekening met wat er boven en rond hun nesten groeit? En zouden we deze kunst der Mimicry, die al zoo oud en natuurlijkaangeboren blijkt, niet ook een alge meen-menschelijke eigenschap mogen noemen? Vóór ons ligt een oude jaargang open van De aarde en haar volken", een alleszins achtenswaardig en '' ' betrouwbaar blad, zou ik meenen , en welgevallig rust onze blik op de beeltenis van een schalkschen Hottentot, die, ter struisvogeljacht getogen, zijn kroezigen kop en gladgeolieden rug verbergt onder een dood struizencarcas, en aldus vermomd de argelooze vogels nadert. Is er met uw verlof, mijnheer de oud-minister is er essentieel verschil tusschen de camou flage van dezen zwarten Nimrod en het verschalkingssysteem dat de heer Colijndestijds in het Nederlandsche leger heeft ingevoerd, door de oude, felkleurige uniformen te ver vangen door het grijsgroen, dat zich zoo wel aanpast aan de dominante tinten onzer grazige landouwen? En dit alles betreft nog maar alleen de camouflage-van-het-uiterlijk. Maar wie even doordenkt, komt tot de verrassende ontdek king dat heel ons leven van vercultuurde menschen n onafgebroken en nog al vermoeiende vervoeging is van het werk woord waarvan dit substantief is afgeleid. Behalve misschien bij onze geboorte en onzen dood gebeurtenissen trouwens waarbij wijzelf een vrijwel passieven rol spelen plegen we steeds camouflage. Onze garderobe hangt vol maskers, en ge woonlijk weten we wondergoed onze keus daaruit te doen. En dit is maar heel nuttig; in een wat verwarde en onevenwichtige maatschappij ais de onze zijn we, niet wat we zijn, maar wat we schijnen. Hoe zouden we het dan ooit kunnen stellen zonder een voorraad attributen en requisiten, ten onzen dienste voor alle voorkomende gelegenheden? Hoe komen ons gedurig te pas onze jour glimlachjes, en begrafenis tranen, de min zame groet" en het bescheiden lachje", onze verlegen blos" ver-legen, ja waar lijk! maar toch nog zeer bruikbaar en de toornige blik". Welk een dankbare camou flage-middelen, dat nooit-gedoofde vuur der overtuiging" waarmee we duizend-enn beginselen plegen op te warmen, en die afgrond" onzer verontwaardiging, resp. smart, c.q. walging. En nog zwegen we van dien aparten voorraad, waaruit we putten ten bate onzer echtelijke (of meerromantische) verhoudingen, die zonder wat liefderijke camouflage zoo spoedig haar charme moesten verliezen. Stel u echter gerust, vriendelijke lezer, en ook gij, liefdigde met 47?46 in het voordeel der jongeren. Het zou te lang duren al het wel en wee der clubs te verhalen. Spoedig kwamen er enkele bij, w.o. de nu nog bestaande vereenigingen Hercules" en Quick". Genoeg zij, dat alras een Ned. Honkbalbond werd opgericht en dat de clubs ijverig meewerkten om door propaganda het spel te verbreiden. Voor de schoolwedstrijden werd een mooie beker beschikbaar gesteld. Men toog naar Assen, naar Haarlem, naar Enschede, in Amsterdam speelde men o. a. op het Ajaxterrein voor een meelevend publiek, maar geen nieuwe clubs kwamen er bij, wel gingen de ouden te gronde. In 1914 zelfs de J. H. C., die tevoren uitste kende negentallen in het veld bracht. Als anecdote is het niet onaardig te herinneren aan een treffen tusschen de J. H. C. en een negental A. C. C. cricketers onder aanvoe ring van den hr. J. C. Schröder. Deze meenden na enkele oefeningen het te kun nen opnemen tegen de honkballers, maar de wedstrijd, op een mooien zomeravond op het A. Y. C. veld gespeeld, werd tot een verplettering van degenen, die zich in het hol van den leeuw hadden gewaagd. Omstreeks 1914 ondergingen de spelregels groote veranderingen. De Amerikaansche regels werden nauwgezetter gevolgd, het spel werd forscher en gevaarlijker. De feitelijke aanleiding tot het schrijven van dit artikel is de nu pas ingestelde com petitie voor honkbal en de in zicht gekomen internationale ontmoeting Holland-Canada op 21 Sept. a.s. in het Stadion. Met medewerking van drie Canadeesche teams n.l. Beavers", Maple Leafs" en Canadas" en een negen tal uit de Amerikaansche legatie is met de Amsterdamsche clubs Hercules"en Quick", door den Honkbalbond een competitie ineen gezet, waarvan de wedstrijden op de komende Zaterdagmiddagen worden gespeeld. Het spel der Canadeezen, we zagen ze voor het eerst den lOen Augustus tegen Quick" achter het Stadion, is meer dan schitterend. De Amsterdammers hebben hier tegen niets in te brengen.de wedstrijd HollandCanada wordt zeker een groote nederlaag voor de onzen, maar toch dient de moed der Hollandsche honkballers te worden gewaar deerd, door hun zich blootstellen aan harde klappen, zal wellicht een groot deel van het sportminnend publiek eens kunnen zien wat een prachtspel honkbal is, hoe het kan worden gespeeld. De Canadeezen maken de overgroote belangstelline voor dit spel in Amerika meer dan duidelijk. H. W. VLIEGEN tallige lezeres..., daarvan geen syllabe meer. Dat bezit verbergen we immers allen voor onbescheiden blikken, even angstvallig als onze gehamsterde provisie l Het moge thans duidelijk zijn, dat de camouflage een in elk opzicht respectabel gebruik te achten is. Ook we keeren terug tot ons uitgangspunt ook op 't gebied der reportage. En we stellen ons voor dat het niet lang meer duren kan of ook aan de andere zijde redigeert men z'n berichten naar hetzelfde systeem. Zoodat we vandaag of morgen iets als dit te lezen krijeen: Tot ons leedwezen zagen wij ons ge noodzaakt, den vijand over de geheele frontbreedte terug te werpen In zijn zeer voordeelig en 10 K.M. achterwaarts gelegen stellingen, die hij dan ook met begrijpeiqke gretigheid bezette. Het verloop van den begonnen slag zou ons kunnen dwingen nog meer dergelijke fouten te begaan. Zelfs schijnt het niet onmogelijk dat onze bevelvoering te eeniger tijd het initiatief zal moeten nemen, onzen tegenstanders de meest gunstige verdedigingspositie te ver schaffen, door hen tot achter hun lands grenzen terug te dringen..." Men zal leeren spreken van uitgelokte nederlagen"en .afgedwongen overwinningen" van een jammerlijk-geslaagdenstormaanval" en een zegevierenden terugtocht". Hetwelk alles een nuchteren mensen de vraag zal doen stellen: of het dan niet maar raadzamer is, wijl de vijanden blijkbaar toch al broederlijk samenwerken ter bereiking der wederzijdsche doelen", en lk succes beiden vreugde geeft, den een die der over winning, den ander die der verbeterde kansen", om ook onverwijld elkander, als summum van krijgslistigheid, den vrede te bezorgen. Of zal eenmaal wellicht de oorlog n grotesk camouflage-geval blijken, en dient de Waanzin onzer dagen slechts als mom, waarachter zich een nog onzichtbare Rede lijkheid verbergt, die ns, op 't grootsche moment van het wereld-démasqué, haar schoon gelaat zal toonen? G E RH. v. D. (Teekenlngen voor de Amster dammer" van Felix Hess")

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl