Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
14 Sept. '18. - No. 2151
DE TOCHT DOOR 'T MOERAS
Teekenlng voor ,de Amsterdammer" van Jordaan
1
\
Vooruit maar weer!"
iiiiiiliiiiltillliin .iiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii
te verbrokkelen en haar te omringen met
een reeks van gebieden, die haar als wachters
zouden bewaken. Want niet alleen, dat deze
gewesten als bufferstaten bestemd waren
om den eersten schok van een Slavischen
opmarsen op te vangen, daarnaast zouden zij
nieuwe afzetgebieden zijn voor de Dultsche
economische expansie en dus in het Slavische
gebied indringen als evenveel voorposten
van den Germaansch-Duitschen,
economischen, politieken en militairen Invloed.
Deze politiek heeft de algemeene veront
waardiging gewekt, men achtte haar een
typisch staaltje van het brutale, ruwe, mo
derne Duitsche imperialisme en militarisme.
In hoeverre deze afbrekende critiek juist is,
kan hier in het midden blijven; op een punt
sloeg zij de plank mis en wel door in dit
systeem van Slaven-bestrijding, een wille
keurig en nieuw bedenksel van de moderne
Duitsche staatslieden te zien. Integendeel!
Door deze methode toe te passen hebben
de Duitsche machthebbers bewust of onbe
wust direct aangeknoopt aan de eeuwenoude
tradities op dit gebied; noch in de methode
van doorvoering, noch in het einddoel, ver
schilt deze wijze van afwering van het Sla ven
gevaar essentieel met die in de middeleeuwen
steeds weer toegepast is. Het is alsof de
Russische vloedgolf, die in 1914 op zoo'n
typisch middeleeuwsche wijze
deGermaansche grensprovincies heeft overstroomd, ook
in Duitschland de gebruikelijke
bestrijdingsmethode dezer periode weer in eere heeft
gebracht.
Want ook toen stonden Slaven en Ger
manen aan de oostelijke grenzen van
MiddenEuropa fel tegenover elkaar. Het overwicht
was in de 12e, 13e en 14e eeuw zeker aan
den kant der Germanen, die door hunne
hoogere beschaving en betere organisatie
een grooten voorsprong hadden. In deze
eeuwen is de Duitsche Slaven-politiek dan
ook niet meer uitsluitend defensief; zij draagt
dan, evenals nu, een gemengd karakter. Zij
was offensief, voorzoover het de Duitsche
machten te doen was om vergrooting van
grondgebied, invloedssfeer en uitbreiding
hunner economische afzetgebieden. Maar
daarnaast was dit nieuw verworven land
uitnemend geschikt voor een defensieve
jMiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiimimii
UPTON SINCLAIR EN
PRESIDENT WILSON
Ik laat hier volgen, in extenso, de woorden
die de welbekende socialist Upton Sinclair
gericht heeft tot president Wilson.
Het zijn de woorden van een eerlijk,
ruimdenkend,socialist en geestdriftig idealist,
gericht tot een verstandig, nauwgezet en
eerlijk Staatsman.
Wllsofl is voor mij, zonder twijfel, de
grootste figuur in den waereld-oorlog. Ik
heb in hem geloofd van zijn eerste uitingen
af aan, en ik heb hem verdeedigd teegen
de schampere, wantrouwende aanvallen in
de Nederlandsche pers. Wilson is een krach
tig karakter, en een diep denkend en liefdevol
mensch.
Daarom is het van het allergrootste belang
te zien, hoe hij het hart gewonnen heeft van
een zoo oovertuigd en onverzettelijk her
vormer als Upton Sinclair. Ik ken Upton
Sinclair als een vrije geest, die hooit heeft
getransigeerd en die zich door niets Iaat
afleiden van hetgeen hij voorstaat als waar
heid en recht. Hij heeft van jongs af voor
zfjn oovertuiging geleeden en al wat hij
zegt komt uit de diepte van een vuurig,
liefdevol gemoed. Men luistere aandachtig:
UPTON SINCLAIR AAN
PRESIDENT WILSON
Op mijn schrijftafel ligt de brief van een
werkman uit een Cali/ornisch dorp, die mij
zijn leevensgeschledenis vertelt. Hij is zes en
vijftig jaar, uitgeput door zworen arbeid
met een ongelukkige vrouw op krukken en
een dochter van dertien jaar, die hij moet
huisvesten, Meeden en opvoeden." Hij leeft
op oorlogsbrood en boonen; hij weet haast
niet meer hoe vleesch smaakt. ,.Wat Meeren
betreft, we zijn blij als we een aflegger
krifgen." Ik ben ziek, ben tien maanden haar
ten achteren, om niet te spreeken van schuld
aan bakker en aan brandstof."
Deeze man spreekt .mij oover de boeken
die hij geleezen heeft en oover hetgeen hff
er van denkt. Hij weet dat hij geëxploiteerd
wordt, hij weet precies hoe; toch schrijft
hij op briefpapier met een Amerikaansch
vlaggetje bovenaan en zegt: Ik ben tot de
oovertuiging gekoomen (ondanks wat ik weet
over hen die uit den oorlog munt slaan) dat
SJavenpolltiek. De militaire organisatie en
de kracht der bevolking maakten die gebieden
geheel berekend om den eersten stoot eener
Slavische invasie op te vangen en zoo van
het veel dichter bevolkte en rijkere Dultsche
moederland een ramp af te weren. Zij ver
vulden dus geheel de rol, die nu de O ast zee
gebieden en Polen is toegedacht en dit
resultaat werd in de middeleeuwen bereikt
door dezelfde krachten, die ook in de twin
tigste eeuw deze politiek moeten doorvoeren.
Het zijn: de middeleeuwsche krijgsman,
namelijk de ridder, de kerk, het intellect van
die dagen, de boer en de koopman, die de
Elbe-, Oder- en Donaulanden opgebouwd
hebben tot Germaansche bolwerken tegen
over de Slavische macht, tot afzetgebieden
van de overtollige krachten en producten
van het Duitsche kernland.
Met deze expansie loopt eene tweede uit
breiding der Duitsche invloedssfeer paralel
en het zijn weer deze vier klassen, die ook
de Oostzee-kusten hebben ontsloten voor
den Duitschen economischen, politieken en
geestelijken invloed. Deze expansie draagt
slechts gedeeltelijk een anti-Slavisch karakter,
dit slechts zoolang het ging om de verovering
van de Duitsche O astzee-gebieden; maar
eenmaal doorgedrongen in de tegenwoordige
Russische Baltische provinciën stuitten de
Duitschers op eene niet-Siavische bevolking,
die weinig gevaar voor het Germaansche
ras opleverde. Het voortdringen was hier
dan ook |zuiver offensief en in de eerste
plaats bedoeld om de kusten van den be
langrijken handelsweg, de Oostzee, te
beN.V. PAERELS
Meubileering M".
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
heerschen en daar alle mogelijke mededingers
vandaan te houden. Het optreden van de
Dultsche machten in deze gebieden richtte
zich dan ook evengoed tegen de oerbevolking
zelf, als tegen de concureerende Germaansche
volkeren aan den overkant der Oostzee.
Natuurlijk werd ook iedere Slavische macht
consequent den toegang tot deze zee ver
sperd. In de middeleeuwen wordt dus de
Dui tsche Oostzee-polltiek geheel gedomineerd
door de kwestie van het zoogenaamde
domlnium maxts baltici" door de vraag, wie
da heerschappij over deze wateren zal hebben
en hier ligt dan ook het grootste verschil
tusschen deze middeneeuwsche en
hedendaagsche Oostzee-politiek. De wensen naar
de -heerschappij over deze wateren is, nu
hun economisch belang zoo sterk is gedaald.
teruggetreden voor het verlangen om in de
kustgebieden heer en meester te zijn. De
OELOF ASTROEN
Kalverstraat 1
- Opgericht 1850
TELEFOON 658 N
Paarlen, Brillanten
Goud, Zilver en Horloges
Uiisluitend eerste kwaliteit
iinjiiiiiiiimiiiiiimmiiiiiiiimiiriiii itmiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmii
het de plicht Is van sen eerlijken Socialist
om de beginselen van Pres. Wilson te steunen,
en te vechten, teneinde het mtlitarisme, keizer
isme en onderdrukking te doen ophouden."
In dit groote land zijn millioenen van zulke
werklieden; ik zelf heb met duizenden
%esprooken,mannen die hun heeleleevenzwoegen
voor een karig loon en die weeten dat liet
einde van hun lot zal zijn om op de
vuilnishoopgeworpen te worden, afgeleefd, verminkt
en mtgezoogen. Ik heb ze gezien wanneer zij
trachtten te staken,gevangengenoomen, onder
drukt, vermoord als slachtoffers van schoon
klinkende valsche voorstellingen van regee
ring, kerk en pers. Ik heb het schandelijke
uitzuigingssysteem een eeuwigen haat
gezwooren, dat systeem waar deeze mannen
het slachtoffer van zijn; en ik dacht niet
dat er op aarde n staatsman, preediker
of journalist zou zijn, die mij zelfs maar
voor n uur deeze eeden zou kunnen doen
vergeeten. Maar gij hebt mij gewonnen, zoo
als gij den ouden werkman in Californi
gewonnen hebt. Gij hebt mij gewonnen niet
door een gouden stroom van woorden,
mijn beroep al maakt mij gevoelig voor de
bekooring daarvan; gij hebt mij gewonnen
omdat ik uw geest heb gevolgd en zijn actie
heb gezien; ik heb gezien hoe gij de eene
uitkomst na de andere hebt ontvangen, hoe
gij ze hebt ontleedt en de kern er van bloot
gelegd, u een weg banend door schijn en
leugen en de waarheid gezocht hebt. Gij hebt
uwe ondergeschikten moeten kiezen uit Demo
craten uit de Zuidelijke Staten, menschen
met achterlijke, begrippen die niet meer weeten
van de nieuwe socttle probleemen dan van
den Dodo; maar gij zelf hebt gezien in de
toekomst; gij zij t geduldig geweest; gij zij t
beslist opgetreeden en in de groote uitkomsten
die verkreegen zijn, hebt gij gestaan aan de
zijde van de Democratie. Gij zijt het symbool
der Democratie gewerden, niet alleen voor
de slaven en geëxploiteerden in Californië,
maar ook voor die in Engeland, Frankrijk
en Italië, in Palestina en Mesopotamië, in
Indiëen Midden-A/rika.
Daar liggen ook op mijn schrijftafel
brieven met anderen inhoud, van mannen
die niet aan uwe beltften gelooven en mij
bespotten, dat ik op ze vertrouw; die mij
een dwaas noemen, of erger, een verrader
van de Radicale beweeging. Ik neem het
deezen mannen niet kwalijk, eevenmin als gij
het zoudt dsen, als ge wist wat zij geleeden
hebben, de schandelijkheeden waarvan het
uitzuigingssysteem hen de slachtoffers of de
getuigen heeft gemaakt.
Mijnheer de President, ik zend U deeze
boodschap deeze beede, zoo innig als ik
in staat ben te bidden. Stel al die millioenen
eenvoudigen niet te leur, die op U hunne
neederige verwachting hebben gevestigd. Stel
de verbitterden niet in het gelijk, die ons
bespotten omdat wij een staatsman ver
trouwen die aan het bewind is! Sta pal voor
de Democratie! Sta pal er v»or, niet slechts
te midden van oorlogsverschrikkingen, maar
als de ozrlogsverschrikking voorbij is, wan
neer zij die deeze geleegenheid hebben
aangegreepen om het publiek te plunderen, op
allerlei laaghartige manieren trachten hun
winst door bloed gekocht, te behouden.
Sta pal voor de democratie, niet slechts
in den oorlog teegen den Keizer, maar in
den grooteren o ar log die aanstaande is, den
oorlog in eigen volk teegen Privilegies en
Parasitisme! Gij zult de ktns hebben dit te
doen; tls gij het doet zal er in de geheele
geschiedenis geen staatsman zijn, wiens naam
zoo diep gegrift staat in de harten der
menschen."
Wie leezen kan hoort hier de kreet des
harten van een eerlijk strijder.
Inderdaad staan hier teegenoover elkander
twee menschen, die als dragers kunnen
beschouwd worden van de machtigste ideeën
die thans de menschheid aandrijven.
Deeze woorden hebben meer historische
beteekenis dan al het gestamel en gedraai
der vorsten en diplomaten.
Aan de eene zijde staat de mensen, die
als dichter in de toekomst ziet, de nooden
der menschheid begrijpt en onfeilbaar zeker
gevoelt welken weg men moet gaan om uit
de ellende te geraken.
Aan den anderen kant staat de voorzich
tige nauwgezette staatsman van groote allure,
de machtigste persoon in het
waereldconflict, die eeven goed als Upton Sinclair
gelooft in de hellrijke toekomst der mensch
heid, in waarheid, vrijheid en gerechtigheid,
maar die tevens weet niet een enkele groep
of partij, maar de gansche menschheid te
verteegenwoordigen en de
verantwoordelijkj heid te dragen voor het welzijn van
milli? «enen en voor het slagen van het rechtsherstel.
Duitsche Oostzee-politiek, die in de middel
eeuwen dus naar de zee gekeerd was, wendt
zich in onze dagen daarvan af om al haar
aandacht te concentreeren op het kustgebied
zelf. Het Slavengevaar is hierbij het leidende
motief, de Oostzee-politiek is n geworden
met het groote probleem derSlavenbestrijdlng.
* * ?
Nieuw is dit alles dus niet, overal waar
we zien, zijn het oude conflicten, die om
oplossing roepen, zijn het de oude
heilmiddelen, waarvan de redding verwacht
wordt. Wat baat het hier van schuld en
onschuld te spreken? Wie zal het zeggen,
waar in het verre verleden de misdaad begint
van al die volkeren, die gehoorzamen moeten
aan den dwang hunner politieke en econo
mische ontwikkeling en die door blinde
krachten gedreven worden op wegen, die
naar roem en voorspoed, maar ook naar het
verderf kunnen leiden.
C. EITJE
mfiifiiJiiimiiiimiiiiimifiiiifiimiiiiijiiJijiiimiiiifiniiiiifiiiiiiiiiiimii
JAN EVERT SCHOLTEN f
ETGroningen heeft zijn eersten burger ver
loren ; zonder iemand te kort te doen kan
men dat gerust constateeren. Een man, wiens
uiterlijk reeds dadelijk aangaf, wat hij in
waarheid was, een krachtige individualiteit.
Een man van ontzagwekkende energie en
werkkracht, wiens hand altijd gereed was
tot handelen, wiens woord ook steeds een
daad was. Zulke mannen heeft een volk
nooit te veel; ook in Groningen, waar men
waarlijk niet arm is aan mannen van de daad,
zal men Scholten nog lang missen.
Want mannen van zulk een breede maat
schappelijke vormkracht, van zulk een robuste
leiding, worden niet dagelijks gevonden.
Scholten dankte de eigenaardige, geheel
uitzonderlijke positie niet geheel aan zich
zelf; hij volgde zijn vader, den bekenden
Willem Albert, op in de directie van het
groote bedrijf, door dezen gegrondvest.
Maar hoeveel meer heeft de zoon niet n
van dat bedrijf n van zich zelf gemaakt.
De enorme persoonlijke invloed, dien hij
reeds door zijn groote zaken bezat, werd
deor hem tot een maatschappelijke kracht
van niet te onderschatten beteekenis.
Wij vreezen, dat velen in onzen tijd het
orgaan voor de beteekenis van zulke per
soonlijkheden wat hebben verloren, nu de
massa een sterke drijfkracht is geworden.
Maar voor wie niet recht meer mocht ge
looven aan of zelfs vertrouwen op de macht
der persoonlijkheid in dezen tijd, mogen wij
wijzen op de figuur van Scholten.
Jaren lang is deze man in Groningen zonder
tegenspraak de eerste geweest. Hij was lid
geweest van den Gemeenteraad, van de
Provinciale Staten, van de Eerste Kamer;
maar hij had dergelijke openbare ambten
niet noodig om voortaan te staan. Eindeloos
Is de lijst der zaken, die hij met zijn forsche
hand heeft aangepakt en tot stand gebracht.
Nauwelijks kon iets van beteekenis tot stand
komen zonder zijn medewerking. Maar ook
welke zaak stond niet gefundeerd, zoodra
hij de leiding aanvatte ? Welk werk bleef
Wilson heeft op 't oogenblik de grootste
macht in handen. Het Amerikaansche volk
heeft zich, met een prachtig vertrouwen,
met hebben en houden, in zijn hand gegeeven.
Het is bereid tot alle offers, geloovende in
de eerlijkheid en het scherpe doorzicht van
Wilson. Het verstaat hem en erkent dat hij
gelijk heeft.
Nu moet Wilson den juisten middenweg
kiezen. De menschheid is te onderscheiden
in drie hoofdgroepen:
I. de conservatieve autocraten van het
Pruisische slag. Die zijn ten doode
opgeschreeven en worstelen nu nog met de
kracht der wanhoop in een lange trageagonie.
II. de kapitalistische democraten. Deeze
strijden nu oover de geheele waereld teegen
de eerste groep. Zij willen geen militaire
autokratie, maar een democratische
plutokratie. Zij willen de oude parasitaire mis
bruiken gehandhaafd en beveiligd zien.
Privaat grondbezit, uitbuiting, onbeperkte
verrijking, fondsenhandel en rente-trekken.
Tot nog toe doen ze dapper mee, zonder hun
eigen programma te zeer in 't licht te stellen,
Ook deeze zijn gedoemd. Ze vertrouwen
nu nog op hun machtsmiddel, het geld, en
zien niet dat ze juist door de enorme op
hooping van dat machtsmiddel, die de oor
log meebrengt, meewerken om het terug
te brengen tot wat het altijd had behooren
te zijn: een ruilmiddel. Zoo gaan ze hun
ondergang te gemoet, maar hun beurt komt
na den oorlog, als ze den vreede hebben,
dien ze zoozeer begeeren.
III. De socialisten. Deeze zien en erken
nen de ongerechtigheeden en willen de ge
meenschap er van zuiveren. Aan hen is
dus de toekomst, want die zuivering is de
wensch, half of geheel bewust, van de
oovergroote meerderheid. Maar allerlei valsche
en ijdele theorieën hebben hen misleid en
verblind. Sommigen werden tot Keizer
socialisten, anderen wilden de zuivering nu
plotseling forceeren, met de wapens. Deeze
laatste zien in den gansenen oorlog een ka
pitalistische samenzweering, en gelooven
niet dat de ooverwinning der Entente een
democratiseering der volken kan bevorderen.
Zij wantrouwen alle staatslieden, alle regee
ringen, zelfs Lloyd George, den radicaal,
zelfs president Wilson.
En nu ziet men hoe daad en woord van
Wilson zoowel de arme slachtoffers van het
't AFSCHEID VAN POSTHUMA
Het is gedaan, ik ga nu scheiden
Ik ben de zware zorgen moe,
Ik ga nu hengelen en fietsen
En trek voor goed naar Ruurlo toe.
Daar hoor ik niemand op me schelden
Daar leef ik enkel voor plezier,
In de warandavan mijn villa
Zing ik als dankbaar rentenier:
Refrein
Adieu we moeten ... elkander groeten
Ik heb de eer. Men ziet mij hier niet weer.
Dag barre, booze burgemeesters
Dag Teilegen en Zimmerman,
Ik trek me nu van uwe brieven
En uw gemopper niets meer an.
Ge kunt nu niet meer zitten vitten
Op dien verwenschten Posthuma,
Terwijl ge met elkander haspelt
Zing ik bij mijnpianola:
Re f r e in
Ik groet u, mager 's Gravenhage
Ik leed bij u genoeg gebrek,
Ik ga wat snuffelen in Twenthe
Daar zijn nog eitjes, vleesch en spek.
Ik heb genoeg van namaak-koffie
En van uw wilgebldren-thee,
De Achterhoek zit vol met lekkers
Ik zing daar bij een goed diner:
Refrein
Dag Telegraaf, dag Rotterdammer
Dag Nieuwe Krant en Handelsblad,
Ge kunt me na niet meer bespotten
Ik heb mijn deel van u gehad.
De stakker die me op moet volgen
Is na een poosje den pijas,
Is 't niet de een, dan is 't de ander
Maar ik zing met mijn boerenbas:
Refrein
Dag Treub, dag Cort, dag brave Lely
Dag Pieter Jelles, Kuyper, Duys,
Ge kunt voor mijn part blijven tobben
Maar ik ga met pensioen naar huis.
Ik groet u varkens, ossen, schapen
Ik groet u distributie-boel,
Terwijl Dupuis mijn standbeeld beitelt
Zing ik hier in mijn leuningstoel:
Refrein
J. H. SPEENHOFF
iiMMimimiiMiiiimiiiiiiiiMiiiiiitiiimiiiiiiiiiiiiMiiMiMiiiiiiHiimiiiiini
H.VA^DOQREN&CH.
AMSTERDAM DEN HAAG UTRECHT
Bewaart gedurende do Zomermaanden
Uw BONT In RflOTVRUE KLUIS
onvoltooid, waaronder hij zijn stevige schou
ders zette ? Zoo werd zijn geweldige energie
te Groningen een zeldzame maatschappelijke
kracht ten goede. Ook hierom, omdat hij
aan energie een zeldzaam doorzicht paarde
en bovendien zoowel menschenkennis als
inzicht in zaken bezat.
Persoonlijk was het mQ steeds een ge
noegen met hem in aanraking te komen,
Want hij verlevendigde in mij het begrip van
onzen grooten tijd, de dagen van onze
koninklijke kooplieden. En zoo denk ik
onwillekeurig aan het woord van Bakhuizen
van den Brink over Lemaire. Vindt ge iets
iiiiiini iiiiiimiiiimiiii iiiiiimiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
parasitaire kwaad, als den vuurigen
hardnekkigen socialist Upton Sinclair tot ver
trouwen heeft gevoerd. Er is geen aparte,
socialistische moraal, er is geen
klasse-moraal, er is alleen een algemeen-menschelrjke
moraal en ieder wij dschou wend, moedigen
onafhankelijk mensen moet noodwendig ge
kant zijn teegen het parasitisme en het
zuivere socialisme verdeedigen. Want het
zuivere socialisme is ook het zuivere Chris
tendom en wil niet anders als wat alle
goeden willen.
Daarom onderschrijf ik van ganscher harte
Upton Sinclairs woorden en deel ik zijn
vertrouwen in president Wilson.
Geen voik is ooit zoo sterk geweest als
het Amerikaansche thans is. Geen staatshoofd
heeft ooit zooveel macht bezeeten als hun
president. Amerika en zijn leider geeven
het schoonste bewijs van de kracht der
republiekeinsche en democratische instel
lingen.
Zoo zien wij, Upton Sinclair en ik, het
thans in, omdat wij in dat volken zijn leider
vertrouwen kreegen, door Wilson's woorden
en daden.
Maar het rechte bewijs dat wij goed
gezien en ons vertrouwen niet misplaatst
hebben, dat rechte bewijs moet nog worden
geleeverd en wel na den oorlog.
Dan zal het moeten blijken of Wilson zijn
offensief weet dóór te zetten, zoolang tot de
groote, machtige republiek zich heeft gezui
verd van het vooze en rotte. Eerst dan kan
de waereld al haar wantrouwen opgeeven,
en de Amerikaansche democratische instel
lingen tot voorbeeld neemen.
Het is onjuist dat alleen monarchieën door
eenheid tot groote krachtsinspanning kunnen
koomen, en dat alle sociale hervormingen
móeten samengaan met wanorde en bloed
vergieten.
Men ziet nu hoe een republiek minstens
eevenveel kracht kan ontwikkelen als de
meest volmaakte monarchie. En als Wllson
ons vertrouwen niet beschaamt waarvoor
zoo vuurig bidden als wy maar kunnen
dan zal men ook zien hoe een vrrj volk,
uit eigen discipline, zonder schrikbewind,
in staat Is het eigen organisme grondig
en onverbiddelp van bederf te zuiveren.
FREDERIK VAN EEDEN'