Historisch Archief 1877-1940
»*.
Zaterdag 21 September
A' 1918
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f2.25. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam
BERICHT
Naar aanleiding der verschillende
reclames over het te laat of niet ont
vangen van nummers van ons blad,
deelen wij mede dat de expeditie door
ons steeds nauwkeurig en op tijd ge
schiedt. Reclames over te late bezor
ging gelieve men dus aan het post
kantoor ter plaatse te richten, terwijl
wij voor eventueel zoek geraakte
nummers gaarne een ander nummer
toezenden.
De uitgevers
VAN HOLKEMA & WARENDORF
?MllMliiiimiiiiiiiitiiiiiliiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii
INHOUD s Bladz. l: Waarom er geen Vreda te
verwachten ig. Uit de Troonrede, door v. H.
Bnitenl. Overzicht: Schimmenspel, III, door dr.
W. G. O. Byvanok. ' 2: Kapitein Thomaon, door
Generaal K. Eland. Krekelzang, door J. H.
Speenhoff. Feuilleton: Verlovingtspel, door
Oisey van Maixveldt, met illastiatiea van Is.
van Hens. 5: Voor Vrouwen (red. Elis. M.
Bogge) Wy Gedenken, door EU». M. Bogge
Oatharina Breshkofsiy, door dr. Aletta H. Jacobs.
Hnieh. Prestaties van Mary, door Ariëtte
Jaooba Maria, door H. van Liegen Kerstfeest
op Zee (Ingezonden) do..r Minie Oftt. Dit de
Natuur: Beukenootjes, door Jao. F. Thijsse.
7: J. A. Laan f. door jhr. mr. H. Smissaeit.
Boekbespreking, door prof. dr. H. Brugmatis.
Conservatieve Autocraten, teekening van George
van Baemdonck. Dramatische Kroniek, door Top
Natfi. 8: Financiën en Economie:
UitdeAmerikaansche Mail, door J. D. Santilhano. De Politieke
Onderzeeër, teekening van Jordaan. Boekbespre
king, door prof. dr. G. Kalff 10: Van
Vlaander««: Wijd en Zfld, door Fritz Praocken. De
Schoentjes. Een Vleugje Haagsche Wind, door
Arie. < Droombeeld, teekening van G. Dolnay.
Uit het Kladschrift van Jantje. Oorreipondentie
meteenDamo.door B. O. H.?11: Het Oostenrjjksohe
Vredesaanbod, teekening van Joh. Braakensiek.
Damrnbriek, red. K. J. de Jonge.
Bijvoegsel: De Bedreigde Germania, teekening
van Joh. Braakensiek.
tlimiiimiiiiliiiiiiiiiiiiMiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiimiiimiHiiiiiiiiMiiiiiiiiiiii
WAAROM ER NOG GEEN
VREDE TE VERWACHTEN IS
Het is onbegrijpelijk, hoe verscheidene
stemmen te onzent zich nog hebben
kunnen opwinden voor het jongste
vredesvoorstel uit Weenen.
Enstiger: er moet met nadruk tegen
worden opgekomen, dat men van uit ons
land dit voorstel zou willen bevorderen,
en zulks ook aan de nieuw opgetreden
regeering als een taak heeft zoeken voor
te houden.
Het geheele drijven ware niet anders
dan een hulpverleening aan de Centralen,
op een tijdstip, dat zij definitief in het
nauw beginnen te geraken.
Er is natuurlijk niet de geringste sprake
van, dat thans van eenigen vrede door
vergelijk of overeenkomst iets komen
zal. DSartoe is het Amerikaansche plan
waarlijk niet ingezet.
SCHIMMENSPEL
III
De vertooning loopt op haar eind, en het
einde van vertooningen wanneer zrj niet met
een huwelijk besluiten, is meestal treurig.
Maar eer wij, door het fantastische heen,
het tlot naderen, laat ons deze Roemeensche
koningin die een beetje 'n theater koningin
is, log eenmaal in haar vollen theatralen
glans zien. Als compensatie krijgen wij dan
nog een Westersche koningin te aanschou
wen, die tegelijkertijd keizerin is en een
heusche souvereine van haar volk.
Het besluit was genomen tot een groote
Europeesche reis, Engeland zou daarvan
het uiterste punt zijn. Een omweg werd
gemaakt en bezoeken werden onderweg
afgelegd, maar wat gaan ons die kleine
Duilsche hofjes aan, wij begeleiden de
koningin van Roemeniëen haar jeugdigen
secretaris die voor ceremonie-meester dienst
doet, dadelijk naar Wales.
?Het land was het tooneel van haar laatsten
roman, een bard was daarvan de hoof d per
sooi.
Zij was nooit in Wales geweest. Maar
dit was het fort, of wil men, hetfaible
van haar romanesk genie: anderen konden
alleen beschrijven wat zij hadden waarge
nomen, zij, Carmen Sylva, nu gaf wat zij
zich had verbeeld. Zeker was zij nieuws
gierig of de werkelijkheid haar verbeelding
op zijde streefde, in n ding stelde zfj
toch nog meer belang: in die dagen zou er
te Banger een bardenwedstrrjd worden ge
houden ; op de tijding van haar komst had
men' haar gevraaed daar persoonlijk aan
deel te nemen. Zij voelde zich gevleid en
had toegezegd.
In het groote amphiteater voor de cere
monie bestemd had zich een gebed volk
verzameld en dat volk hield de oogen ge
vestigd op de koningin. Want zfj zat in het
midden van zes barden, ieder met zijn harp,
Maar het zou 008* voor de geheele
verdere toekomst, n van de wereld,
n vooral van de kleine volkeren gelijk
het onze, een onheil zijn te achten, wan
neer de strijd nu door uitputting,
onvolstreden, tot een einde komen moest, dat
in de waarheid geen einde zal zijn.
Wat zich thans schijnt te voltrekken,
is van geweldige tragiek.
Gelijk soms een zeekasteel, dat op de
helling staat, bestemd om binnen enkele
minuten trots en fier de wateren te
klieven, topzwaar wordt en door 's bouw
meesters misrekening op 't laatste
oogenblik aan 't waggelen slaat . voor de oogen
van een duizendvoudig, anstig starend
leger toeschouwers naar ter zijde
overzwiept, niet meer te stutten is en zeker
kantelen moet.zoodat het langzaam, uiterst
langzaam aan, eerst nauwelijks merkbaar,
doch steeds sterker heen en weder schudt,
tot op 't moment dat het metijselijkgeweld
ter zijde storten zal en in zichzelf te
pletter valt, zoo ongeveer ziet men
het Duitsche Rijk in deze dagen aan.
Wat ook nog blijven moge: gebroken
is de tooverring, het onaantastbare geloof
aan Hindenburg's Onoverwinlijke Armee.
Daar op de grenzen van Lotharingen en
van België, wankelt het geweldige gebouw
van 1870. Steeds onverbiddelijker schijnt
de kracht, die 't aangegrepen heeft, te
rukken. De meesters zoeken hopeloos
naar steun en stut; en in verholen doods
angst klinkt de laatste roep: vergelijk!
vergelijk/
Inderdaad, wat is het, dat zich tegen
vergelijk verzet? Niet anders dan... de
kwade trouw, de ongeloofwaardigheid.
* *
Vrede door vergelijk moet beteekenen
een vrede door tractaten. Tractaten zullen
wederkeerig de verzekeringen moeten
boekstaven van elks voornemen om den
vrede voortaan te handhaven. Tractaten
moeten het respect uitdrukken voor
elkanders grondgebied; in tractaten de
plannen tot verminderde bewapening
worden nedergelegd; de erkenning van,
de onderwerping aan internationale recht
spraak beloofd. Door tractaten zal elke
natie, vrijwillig, zich ontdoen van een
deel van hare macht en de zekerheid
geven, dat de krachtsmiddelen waarover
zij tegenover de anderen beschikt, niet
meer zullen worden gebruikt.
Een vr«de door vergelijk, zal hij voor
de toekomst iets' beduiden, moet maken,
dat de staten niet meer aan militaire macht
en aan diplomatieke sluwheid behoe
ven te denken, omdat zij op elkander
gerust kunnen zijn.
Vergelijk" onderstelt trouw aan de
afspraken; onderstelt de uitgeslotenheid
van twijfel in elkanders woord.
Wordt dit voorbijgezien, dan is de
vrede door Verstandigung", door ver
gelijk en wederzijdsche toegefelijkheid,
een onding, omdat hij dan toch weder
slechts gehandhaafd worden moet door
nieuweac/irerdoc/irenpreventievemac/z/smiddelen.
Dwars in den weg evenwel nu van al
deze onmisbare voorwaarden staat de
iiiiiiiiiiiniiiiiiitiiiii
op een est rade als op de eereplaats van de
geheele plechtigheid.
Eerst prezen haar de barden in
kymrische liederen, daarna trad zij vooruit als
Muze met loshangend haar, en na een kleine
voorrede reciteerde zij haar laatste verzen,
in 'tEngelsch overgezet. Haar klankvolle
stem had nog geen gelegenheid gehad zich
in zulk een ruimte te doen hooren, ook
nooit heeft zij zulk een enthousiast publiek
gevonden. Het was haar triomfdag.
De secretaris-ceremoniemeester zorgde er
voor dat geen verslag van haar zegepraal
in de Baekarester- couranten kwam. Hij
vreesde voer een kwaad gerucht.
Voor haar vreugd was dat de eenige
schaduw.
Daarop ging de reis naar Balmoral, in de
Schotsche hooglanden, tot een bezoek aan
koningin Victoria.
Zoo ongeveer beschrijft Robert Schfffer
zijn indruk van de eerste ontmoeting met
de weduwe van Prins Albert, de keizerin
van Indië.
Er stond dien avond op het
feestprograrnma een dans van highlanders der
omliggende geruchten; en op het voorplein
der hall van het burgerlijke kasteel waren
alle gasten verzameld om te kijken naar het
fantastische ballet van grillige wezens in
rokken en bloote kuiten met toortsen en
zwaarden in hun handen, toen op eenmaal
achter mij het is Scheffer die spreekt
een beweging plaats greep, als was er een
nieuwe persoon op het tooneel verschenen.
Onwillekeurig keerde ik mij om.
Daar stond, geleund op haar hoogen stok,
met haar opgeloopen gezicht onder de witte
gladgestreken haren, geheel in 't zwart ge
kleed, klein en dik koningin Victoria als
toeschouwster van de krrjgspantomime, on
verwacht, «nbewegelfjk en zonder een enkel
woord. Zoo in 't midden van de verlichte
vestibule met de vlucht van trappen en
gangen achter zich en vóór zich, in de
wijde opening van de deur, de nacht, waarin
een daemonische horde bij het gek'etter
der zwaarden en het rosse schijnsel der
flambouwen op en neer danste, had zl veel
van een oude fee, nitt bijtonder goedaardig,
maar zoo geheel ver'Ch-1 end van haar por
tretten en van haar dof knorrige figuur bij
s'aatsiegelegenheden. Zij stapte vooruit door
de deur met vluggen heersenersgang, en
Pruisische staatkunde, geënt op de macht
van het Duitsche Rijk.
Alle voorbeelden, die daarvan spreken,
zijn nog steeds samen te vatten in dat
eene woord: België.
Brengt het u weder eens te binnen,
Nederlanders, burgers ,\(an den zuster
staat, die straks haar lotgenooten wezen
zoudt.
* *
*
Wat beteekent België"?
Het beteekent, dat eenmaal, in 1830,
Europa door eenen wereldoorlog werd be
dreigd. De inwendige beroering in het
Koningrijk der Nederlanden scheen de
groote mogendheden tot twee kampen
op te zetten. Frankrijk, «iet Engeland
aan den eenen, PruiserT,\5ostenrijk en
Rusland aan den anderen' kant, voelden
zich gedrongen tot den strijd.
Toen is inderdaad gepoogd dien strijd
en zijne oorzaken te.ondervangen door....
een vergelijk", door overleg, Verstandi
gung! De poging is te Londen teneinde
gebracht en het einde is een vergelijk ge
weest : de instelling van den voor altoos
neutraal verklaarden Belgischen Staat.
Ziedaar dan een voorbeeld van over
leg aan de groene tafel, van onderling
vertrouwen, van voorkoming van den
oorlog door tractaten en het wederzijds
gegeven woord. Nog tot in de 20ste eeuw
zijn de bevestigingen van dat vergelijk
van 1839 door de regeeringen gegeven.
De proef op de som is genomen....
aan de Maas, bij Viséin 1914!
De Feldgrauen", die toen de rivier zijn
overgetrokken en de eerste Belgen hebben
neergeschoten, zij hebben tevens den
doodsteek gegeven aan de
bestaanbaarheid van een vergelijk, van een op goed
vertrouwen gebaseerde vredesregeling
met het Duitschland van nu. Von Bethmann
Hollweg heeft de trouwbreuk erkend en
zijn geheele volk heeft zjch daarbij neer
gelegd. Zij meenden misschien, dat daar
mede bijster flink en royaal gesproken was.
Doch zij zullen moeten ervaren, dat
geen ernstig mensch meer iets kan
hechten aan een vrede, die der wereld
waarlijk vrede brengen moet, door enkel
vergelijk en papieren overeenkomst met
Duitschland!
Daarom blijven thans dèdringende kre
ten in het waarachtige beUne
dermenschheid onverhoord, en wc m er getracht
niet met woorden, maar'met macht en
met feitelijke regelingen, de Duitsche
aanvalskracht voorgoed te breken. Be
loften en verbintenissen kunnen niet vol
staan. Zij brengen der wereld geen rust.
Die rust zal slechts verkregen worden
door de ingrijpende veranderingen in
het Statenwezen van Europa; en hier
voor gaat de oorlog verder. Toen
Lodewijk XIV zich na den Spaanschen suc
cessieoorlog gewonnen had te geven, is
óók het aanbod van vergelijk" niet aan
vaard, maar de feitelijke losmaking
tusschen Frankrijk en Spanje gevorderd.
Toen Napoleon de Eerste ten tweede
male voor de mogendheden had moeten
zwichten, verklaarde hij zich tot
schikiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiMiiiiiiiiliMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiniiiiiiiiiiiiiimiHii
toen ze mij aansprak en haar heldere blik
mij fixeerde, had ik het gevoel dat, zoo
klein als zij was en met haar hoofd niet
verder komend dan mijn kin, zij toch
geheel het overwicht op m ij
bezat.
Carmen Sylva heeft haar nieuwste ge
dichten daar in Bilmoral voorgelezen. De
prins van Wales was voor de lectuur ge
vlucht, maar koningin Victoria werd erdoor
aangedaan. Het afscheid was moederlijk en
hartelijk. De niet zoo heel goedaardige fee
had tranen in de oogen.
Wij treden in een nieuwe wereld, wanneer
wij te Boekarest zijn teruggekeerd; een
nieuw personage is middclerwijl op het
tooneel verschenen. Het is prins Ferdinand,
neef van den koning en bestemd voor de
opvoleing op den troon van Roemenië, de
tegenwoordige koning.
Zonder pretentie, zonderden minsten geest
van intrige, zonder veel eigtn wil ook, werd
de prins dadelijk opgenomen in het
moedeilijk hart van de koningin. Zij zocht naar
een vrouw voor hem. Haar reis naar Enge
land beduidde ook een monsteTing van de
prinsessen aldaar. Allerlei twijfelingen be
legerden haar gemoed. Zij was nog niet tot
een vast besluit gekomen, toen zij onder
den invloed kwam van het spiritisme.
Op reis was dit reeds begonnen. Men had
tafels laten draaien, en de séances werden
in Boekarest voortgezet. Daar ging men
geesten oproepen. Héle ie Vacaresco, de
lieveiing'h >fdame van de koningin bleek een
uitstekend medium te wezen. Door haar
spraken de machten van de bovenzinnelijke
wereld.
Aarzelend was hij begonnen mee !e doen,
de jeugdige secretaris, die voor or.s de
spiriiistische zittingen heeft beschreven,
dan werd hij door het wonder meegesleept,
en de overtuiging van de koningin bracht
htm voor een tqd tot een min tf meer
wankel gi-loof. Da draaiende tafel kreeg voor
zijn verbteldirg een ziel en de opgeroepen
geesten werden de verkondigers van nieuwe
waarheden.
Welk een vreemde wereld werd toen aan
het drietal eeloovijjrn: de koningin, Vaca
resco en Sch, K-r, geopenbaard ! Htt gees
tenrijk dat naar zijn eigenaardige wHten
leefde onder den invloed van weldoende
en booze machten, bleif belang stellen in
king" bereid en wilde de belofte geven,
voortaan als vredesvorst te zullen
regeeren over een herboren Empire libéral.
Maar er zijn gevallen, waarin zulke
Verstandigung" niet kan worden aan
vaard, en inplaats daarvan kwam....
Sint Helena!
Niemand kan voorspellen, hoe de zaken
nu loopen zullen. Doch dat het denk
beeld van den vrede door overeenkomst
op 't oogenblik eene aanfluiting is van 't
geheele wezen van dezen oorlog, staat
vast.
* *
En echter, heet het dan, kan Duitsch
land zich niet veranderen of hebben
veranderd ? ???
Ook dit zijn praatjes voor de vaak.
Geloove wie wil' in de redevoeringen en
yertoogen van de Duitsche democratie,
in de vredesresolutie's van den Duitschen
Rijksdag, in de verzekeringen van de
vooruitstrevende partijen, in de ijdele
voorspellingen van het nieuwe Duitsch
land", in de bereidwilligheid tot een
empire libéral, nu in 1918.
Men neme het van ons aan, gelijk
ieder, die het Duitsche volk kent zal
bevestigen: het is en blijft, op enkele
uitzonderingen na, van den dappersten
' democraat en den eenvoudigsten burger
af tot aan den vrijzinnigsten verant
woordelijken staatsman toe, machtsbelust
en tot imperialisme genegen. Het snakt
nu wel naar den vrede, maar het zal
er vervolgens geenszins naar snakken,
ook den vrede te helpen dienen. Het
gaat mede met iedere regeering die, zoo
dra de gelegenheid zich voordoet, maling
heeft aan elk getroffen vergelijk"!
Nu roemt men weder de redevoering
van den vrijzinnigen, parlementairen
vice-kanselier Von Payer, wiens woor
den: Belgiëzal zonder bezwaring
en zonder voorbehoud kunnen worden
teruggeven," door de pers zijn
rondgebazuind.
Maar wat wij merkwaardiger wijze nog
nergens vermeld zagen, ook niet in de
buitenlandsche pers, is wat volgens 't
officiëele verslag dier redevoering door
den spreker daarop verder is gezegd:
De tegenstanders hebben ons ge
dwongen, Belgiëbinnen te vallen, en
Belgiëlijdt gén onverdiend
lot. Het is hui c hel a r ij, hei als
een onschuldig slachtaffe.* van
onze pflitl'ek, in 't witte kleed
der onschuld, voor te stellen. De
Belgische r eg eer Ing heeft leven
dig deelgenomen aan Engelands
Einkreisungspolitik" en ook op
een stuk van de huid van den
beer gerekend".
Aldus gaat nog zoo juist, terwijl hij
tegelijkertijd de,,vredesgetieigdheid" moet
verkondigen, de man van den nieuwen
koers in Duitschland voort te lasteren
en te smaden en te pochen tegenover
het voorwerp, waarvoor hij, om te
beginnen, de schande van zijn land
bekennen moest. In dien geest heeft ten
minste onlangs Bernard Dernburg wél
iets geschreven, maar... Dernburg is dan
wat er op aarde voorviel, het voorzag in
een nabij zijnde toekomst gewichtige ge
beurtenissen en sprak voortdurend over de
aanstaande veranderingen in het lot van
vorsten en volken.
Helene Vacaresco, het medium, was steeds
het middelpunt van de geweldige transfor
matie van Europa. Esn prins van Zweden,
heette het, had voor haar een hartstocht
opgevat, hij zou raar Frankrijk overkomen,
en, door Héiène gesteund, na groote over
winningen te hebben behaald, als een tweede
Charlemagne o^er West Europa heerschen,
met Helene als keizerin naast zich op den
troon. Aan Roemeniëzou de nieuwe keizer
Constantinopel schenken en koningin
Elisabeth werd keizerin van het
Oost-Romeinsche Rijk. Ook de secretaris werd goed
bedacht.
Daarnaast speelden in de hooge, onwe
zenlijke regioenen nog andere drama's. Ook
prins perdinand, de troonopvolger in Roe
menië, koesterde een wanhopige liefde voor
Hëline. Het lot had hem bestemd ongeluk
kig te wezen. Het was een grillig imbroglio
van toestanden en personen, maar de konin
gin, ondanks de tegenspraak en de verwar
ring in het meegedeelde, geloefde daaraan.
Er werd nauwkeurig in een dagboek
opgeteekend al wat de geesten door het medium
verkondigde en aanstalten werden gemaakt
om de toekomst voor te brreiden.
De koningin schreff naar het hof van
Zweden, en tegelijkertijd om den
ongelukkigen" prins Ferdinand bij te staan, drong
zij aan op zün verloving met haar hofdame.
Dat alles werd met zoo'n ijVeropaevat en
doorgezet alsof het heil der wen-ld er van
af hing, en ondertusschen werd hu t dagboek
zoo slecht bewaakt dat ook profane, af
gunstige cogen er inzage van namen. De
tragisclvburleske comedie aan het hof
moest tot een catastrophe leiden.
Om kort te gaan want in hun ontwik
keling hebben deze dingen vee! tij 1 genomen
P. ins Ferdin!>'d werd voor een poos naar
zfjn familie in Duitschiard ges'uurd om de
opgedrongen lief ie van Hëièe te vergeten;
de koningin, zeer giïsolerrd f.an hirt hof
door de uitsluitende l eide voor haar hof
dame, krerg van haar kant verl f naar Ve
netiëte gaan om er de ztebaden van het
Lido te gebruiken. Hé.éne en de secretaris
ook allen invloed kwijt en wordt zelfs
voor de thans te vervullen
Rijksdagkandidatuur in Berlijn, met bewustheid
gepasseerd!
* * *
Er is met de Duitsche natie in haren
tegenwoordigen staat geen vredesrege
ling overeen te komen, waarop men
bouwen kan. Het woord van Frederik
den Groote: en fait de royaume on
prend quand on peut et on n'a
jamais tor t, quand on n'es t
pas o b ligéde rendre" is nog
't ondeugdelijke cement, waarmede alle
verzekeringen blijven gekalkt.
Dit zien de staatslieden der Entent
hopelijk te goed in, om zich door fan
fares en door lichtgeloovige, kritieklooze
idealisten van de wijs te laten brengen.
Europa heeft, Engeland onder Gladstone
vooraan, eenmaal, in 1870, de groote
fout begaan, tegen den raad van
scherperzienden in, de Pruisische rijksfermatie
rustig haren gang te laten gaan, in de
veronderstelling, dat het Duitsche idea
lisme hier een vredesrijk stichten zou.
Die fout heeft aan de menschheid
dezen wereldoorlog berokkend. Moge hij
ten minste nu niet weer herhaald worden.
En moge daartoe in geen geval pressie
uitgaan van Holland, dat anders slechts
zou lijken op de zwakke maagd, die in
kinderachtige weekhartigheid den
woestaard, door wien haar zuster geschoffeerd
is en teneergeslagen, de hand reikt om
aan zijn vervolgers te ontkomen,
de eenigen, die toch ook haar er voor
kunnen behoeden, eenmaal zelf zijn slacht
offer te zijn.
v. H.
UIT DE TROONREDE...
De beproefde eensgezindheid der natie
geeft Mij steun bij Mijn onwrikbaar voor
nemen, onze onafhankelijkheid tegtn iedere
aanranding tot het uiterste te verdedigen ..."
Inderdaad:
deze natie verkeert in oneenigheid en
tweespalt, zoo erg als in de ergste tijden
van partijschap;
zij heeft zoo juist brj de verkiezingen zich
zelve aan stukken gescheurd, elke begrip
van breede aaneensluiting van de hand ge
wezen en in klein krakeel een roes van
f actieve rdeeldhejd In gedronken;
het formeéren van eene stevige regee
ring is eene onmogelijkheid gebleken, omdat
nfemand met niemand wilde samenwerken;
en de partijen, die tenslotte 't kabinet heb
ben gevormd, zitten elkander reeds thans
weer in het haar;
zfj, die, als Treub, leiders konden zijn,
stichten verwarring, en wie slechts deugen
om verwarring te stichten, worden het
meest als leiders aanvaard;
de stedeling kijkt afgunstig op den boer,
en de boer met verbittering op den stedeling,
4e politieker op den soldaat en de soldaat
op den politieker;
de bezitters en de bezitloozen zien elkan
der over en weer als roovers aan, en de
iiniiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiimmiiii
volgden de koningin, maar om weldra van.
haar te worden gescheiden.
Liet hierbij ook een Duitsche intrige haar
invloed gevoelen, met het doel de macht
te breken welke de koningin op haar echt
genoot uitoefende, ten nadeele van Roemenië's
nadere aansluiting brj het Bismarcksche drie
voudig verbond? De schrijver van het
gedenkschrift beweert het; maar het is
misschien onnoodig dit als een bijkomende
reden aan te nemen; liever gelooven wij
hem waar hij spreekt over een hofkabaal
tegen Carmen Sylva. Want hoe kon het hof
de exclusiviteit van de vorsten verdragen!
Het afscheid van de koningin was zeer
droevig. De secretaris met het beeld nog
voor den geest van de edele vrouw die hem
in het palels te Boekarest had ontvangen,
vond haar bleek en vermagerd te bed liggen.
Toch was er nog een glimlach door haar
tranen heen.
Iedereen van wie ik houd, neemt men
van mij weg," zeide zij hem. Zij vertelde
van het bezoek der geneesheeren die haar
hadden ondervraagd om sporen van krank
zinnigheid te constateeren. Zij werd zeer
bilt'r en heftig. Het was haar een diepe
vernedering. Ik kan er niet over heen
komen; mijn hart is gewrongen van smait,"
bekende zij.
Dan kwam haar goedheid boven en zij
vroeg vergffcnis: zij had hem het geluk,
dat in haar bedoeling lag, niet kunnen geven.
Nog bleef over het laatste onderhoud met
den koning.
Het had te Boekarest plaats, nadat de
secretaris het hem toevertrouwde dagboek
met de geesteservaringen had verbrand. Hij
kreeg eerbied voor den vorst, die in moei
lijke omstandigheden geplaatst,'beducht voor
de toekomst van zijn troon, zonder steun
in zijn omgeving, het hoofd moest bieden
aan den tegenspoed, hem door het lot be
reid. Ik ben tegenwoordig alleen, geheel
alleen," zeide hem de konir g en reikte hem
voor de laatste maal de beide handen.
Hier valt het gordijn. Vorsten illusies,
vorst<-nleed ! Hebben wij nog lijd
onsdaarmrêbezig te houden?
Het diende ook maar vooreen oogenblik,
dit schimmenspel.
W. G. C. B Y VA NCK