Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
28 Sept. '18. - No. 2153
TJIT HIEJT
!'?
r
i' ?
iiiiiiimiiMiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiitiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiin
KLEINE PRIJSVRAGEN
Acrostichon
Wij noodigen onze lezers uit op het woord
(DE)
LACHeen Hollandsch gedichtje te maken dat met dit begrip verband houdt en
waarvan de beginletters van iederen regel van boven naar beneden gelezen
te zamen het woord vormen.
Als prijs stellen wij beschikbaar eenige boekwerken.
Inzendingen die daarvoor in aanmerking komen zullen worden gepubli
ceerd, naar verkiezing van den inzender met diens naam of initialen onderteekend.
De inzendingen, duidelijk geschreven, en voorzien van den volledigen
naam en» 't adres van den inzender(ster), moeten ons in couvert, voldoende
gefrankeerd, onder motto Kleine Prijsvragen benevens het nummer der
prijsvraag, aan het adres: Secretariaat van De Amsterdammer, Keizersgr. 333,
Amsterdam, vóór 5 uur 's namiddags van den eerstvolgenden Donderdag
bereikt hebben.
liimiiiiiiliHiiiiiiiiiniNiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiimiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNNmiNMiiiiiiiiii
bleef het bij ontwerpen...; wij hebben
thans de onuitgevoerde wetten, die aanvul
ling behoeven. Zullen wij dan nu tot de
daad komen? Al is het dan dat velen met
mi] een andere daad hadden gewenscht?
Het zou niet zoo ver wonder l? k zijn, Indien
ook zij, die bezwaar tegen Ta/ma's wetten
hebben, straks in arren moede, opdat er
toch eens een einde aan kome, tot de uit
voering zouden medewerken.
Ten siotte: de .regeling der collectieve
arbeidsovereenkomst, zoo wat de publiek
rechtelijke als de privaatrechtelijke zijde
betreft". Mijn lezers zullen zich wellicht
herinneren, dat ik nog niet zoolang geleden
in een vier-artlkelen-reeks over de collec
tieve arbeidsovereenkomst hier heb gehan
deld; ik schreef toen over de voor- en de
nadetlen der .C. A." als instelling. Met de
regeling wat de pr/vaa/rechtelijke zijde be
treft, zal door de Regeering bedoeld zijn de
vaststelling van de verelschten, waaraan
een C. A. zal moeten voldoen om als zoo
danig in den zin der wet te gelden. Tot
zoodanige vaststelling is aanleiding, omdat
de geldende wet op de arbeidsovereenkomst
niets anders, niet meer doet dan een vrij
gebrekkige definitie van de C. A. te geven
met een enkele bepaling omtrent haar
verbindbaarheid. Men wil dan nu komen tot een
iiiiiiiiiiiiiiiniiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiii
Zangen van den Buitenman
Ter Inleiding
De Buitenman, gewend
aan 't rulschen zijner boomen,
en aan het pluimgewas
ter weerszij van den vliet,
is voor een wijl' ter stad
en In 't gewoel gekomen.
Daar kijkt hij om zich heen,
en zingt U wat hij ziet.
ZQn kunsteloos gezang
beantwoordt niet aan eischen
die ons de dichter stelt
(met sluik en zij-zacht haar),
doch 't rustig peilend oog
des buiten-mans waart omme,
en zijn verweerde hand
rijgt woorden aan elkaar.
Zijn krachtig werkend brein
vermaalt de dorre feiten
die aan 't vermoeid orgaan
des stedelings ontgaan,
Gén leidt hem om den tuin,
en, als een tweede Luther,
wil hij, zichzelf ten spijt
hier zingend voor u staan.
Twee Revue's
(bg Hirsch en bij Carré)
...Zoo kwam ik dan onlangs
in hooge gulden zalen,
vol vrouwen en vertier,
en, aanstonds, bij de deur
bespoot een dame mij,
(geen sprak mij van betalen)
uit een kristallen flesch
met kostlflke odeur.
Men voerde mij omhoog
door marmeren portalen,
(aan weerszij van mijn pad
toiletten achter glas)
hier hing een struische hoed
verlokkelljk te pralen,
codificatie van de C. A. en daar ie niets
tegen, heel veel voos. Belangrijker is de
toegezegde regeling voor wat aangaat de
paWMrechtelijke zijde. Volkomen duidelijk
wat hiermee is bedoeld, is het mij niet. Ik
vermoed dat hierbij is gedacht aan de
verbindbaarheld der C. A. ook buiten de sfeer
der partijen, dus aan een wettelijke bekrach
tiging. Wie deze richting uit willen,
wenschen dat, wanneer tusschen een groep
werkgevers en een groep arbeiders in zeker
vak voor hen bindende arbeidsvoorwaarden
zijn vastgesteld, deze ook zullen gelden
voor alle andere werkgevers en werknemers
in dat vak. Dit is een zaak van zeer verre
strekking. Men komt, in die lijn doorgaande,
tot zoo iets als de oude gilden terug, tot
een volstrekte reglementeering van den
arbeid, d. i. van loonen, arbeidsduur en alle
andere daarmee samenhangende aangelegen
heden.
Ook langs dezen weg komt men tot
organisatie van den arbeid", maar dit be
duidt dan een steeds knellender inperking
van de bewegings-vrQheid der partijen.
Alles zal zwart op wit" staan en niemand
zal buiten de gestelde grenzen kunnen treden.
Ik voor mij zie den vooruitgang niet langs
die lijn naderen, want ik meen dat zekere
mate van bewegingsvrijheid voor waren
en ginds een baljapon
waar ik verrukt van was,
men voerde mij voorbij
aan goedgekapte vrouwen,
en 'k zag dat dartelheid
ontsnapte aan hun oog,
... langs marmer en langs goud,
door 't schoonste der gebouwen
ging ik de loopers langs
die leidden naar omhoog...
ZQ leidden mij omhoog,
naar nieuwe wandelgangen,
daar zat men reeds gereed
aan tafels voor de thee;
een breede vrouwenschaar
met 't heerlijkst bont omhangen
ontrolt zich aan mijn oog...
Een heer in Cut-away
met wangen bol en bleek
kwam In mijn weg getreden
en met een vage lach,
zoo valsch als suikerzoet
wijst zijn verzorgde hand
m' een tafel aan (de tweede)
dan danst hij van mij weg,
en anderen tegemoet.
Nu kijk ik om mij heen,
wel viermaal honderd vrouwen
zijn keuvelend in 't rond,
van vijftien jaren af,
tot aan de soort die men
zoo wreedelijk betiteld
door het gevleugeld woord
met n been In het graf"
op 't kostelijkst gekleed,
gemakkelijk gezeten
het sterk vergrootend glas
reeds spelend in den schoot
is deze schaar gereed
om taartjes te gaan eten
en mannequins te zien.
Plots stilte. Ziet l daar slaat
een buikige lakei
't vergulde deurtjen open,
en aanstonds komt een vrouw
met popperig gebaar
vooruitgang onontbeerlijk is. Ik geloof dat
men langs de bedoelde lijn zal komen tot
nivelleering en die acht ik strijdig met
vooruitgang.
Hoe dit zij, er zal nog wel eens gelegenheid
zijn, ook hierop terug te komen. De beide
paragrafen in de Troonrede stemmen nu
juist niet hoopvol. Men heeft af te wachten
wat na deze aankondigingen van voornemens
zal worden voorgesteld. Zijn die voorstellen
ingediend, dan zal het zaak zijn zich van
hun draagwijdte wel goed en deugdelijk
rekenschap te geven.
SM i s sAERT
Uit de Amerikaansch Mail
Een belangstellend lezer merkt op, dat
de voorgestelde Amerikaanschc Estate
duty" niet zooals ik abusievelijk schreef
met onze Vermogensbelasting overeenkomt,
maar eene Successie-belasting is.
Volgens Webster beteekent tech Estate":
the aggregate of property of all kinds which
a person leaves to be dtvided at his death.
(De gezamentlijke bezittingen van allerlei
aard, die iemand achterlaat om bij zijn dood
verdeeld te worden).
Uit de sedert ontvangen Amerikaansche
bladen, blijkt ook, dat de Ways and Means
Committee voorsielt ook de uitkeeringen op
levensverzekeringpolissen voor zooverre zij
$ 40.000 overtreffen als deel van het na
gelaten vermogen onder de Estate-duty te
belasten.
In die bladen worden verder de voorstel
len tot verhooging van de belasting op de
tabak en sigaren vermeld. Het voornemen
is de belasting op de goedkoopere soorten
sigaren te verdubbelen, op de duurdere
soorten te verdrievoudigen. Verwacht wordt,
dat daardoor de belasting, die thans circa
168 millioen opbrengt, tot circa $ 340
millioen zal stijgen.
Het Committee stelt voorts voor, de
salarissen van den president der Vereenigde
Staten en van de rechters in de federale
gerechtshoven, die tot nu toe van de
inccmetax vrijgesteld waren, aan die belasting
te onderwerpen. Dientengevolge zal presi
dent Wilson o. a. ruim $ 24.000 incometax
moeten betalen.
Onder de belasting op weelde-artikelen
zullen, behalve de reeds vroeger vermelde
auto's, ook begrepen worden edelgesteenten,
antiquiteiten, kunstvoorwerpen (voor zoover
SS B L RN C H E
C l C F\ R ETTÊS
niet direct door den artist verkocht), jacht
en rijcostuums, bont en een aantal artikelen,
als o. a. meerschuimen en barnsteener
pijpen, parapluies en parasols, gemonteerd
met goud, zilver of kostbare steenen.
J. D. SANTILHANO
IMItllMIIIMIIlMIIIHlIllllliyillMIMUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllIjmillllliim
I. VAN RAALTE Jr.
1848-30 September-1918
niiiiiimiiinti
van opgekrulden pink
van 't smalle trapjen loopen,
en 'k vraag mij zelven af
I is dit Sarah Bernard?"
l Doch neen de dame zwijgt,
zij heeft geen rol te leeren
dan die van 't zwijgend gaan
met afgemeten pas
en om haar slanke leest
voert zij de duurste kleeren,
en een verstarde lach
op haar gelaat van was.
En telkens gaan er weer
van het vergulde trapjen
de dub'le hagen door
der oogen van 't publiek,
haar deert geen heerenlach
geen lonkjen en geen grapjen,
vandaag zijn zij geen vrouw,
vandaag zijn zij mimiek,
Het hoofdjen opgericht
en lachend als een blinde,
gaan zij de rij'en langs
en wenden om en om,
de dames praten luid
en zeggen hoe ze 't vinden,
de mannequins gaan voort
en blijven lachend-stom.
Dan keeren zij terug
en dragen andere kleeren,
een jas van hermeltjn,
een mantel van velours.
Het blijft het oude lied,
wit menschen ook beweren:
La femme souvent varie...
elle change... elle change tou j ours".
n was er, die gekleed
als deftig-grijze dame
vooral mijn aandacht trok
want zij was jong en slank,
waar duizend vrouwen zich
voor hare grijsheid schamen,
richt ik dit woord tot haar
en breng haar lof en dank.
Een kort woord is zeker op zijn plaats
bij de beeltenis van den heer I. van Raalte Jr.,
onzen hoofdvertegenwoordiger, die Maandag
30 September zijn TOsten verjaardag herdenkt.
Een groot deel van zijn welbesteed leven
toch, meer dan 30 jaren, was hij verbonden
aan de firma Van Holkema & Warendorf.
Tal van lezers en het zijn er zér, zér
velen die hem kennen zullen vragen:
.Wat, al 70 jaar? 't Is ongelooflijk."
Eén was er klein en blond,
die droeg de klnderkleeren,
n was er schoon en wreed,
dat was een reuzenvrouw,
n zwart en, ach, zoo droef,
wat smart doet haar verteeren V
en n kwam eerst in 't groen
en daarna in de rouw,
twee waren er zeer blond,
met ernstige gezichtjes...
O, 'k zag een heerenblik
die haar bijkans verslond,
en dat nog wel in de
presentie zijner nichtjes...
Plots stond een dame op
en kocht een hoed, terstond,
verdween zij in een deur
gevolgd door haar vriendinnen,
ze waren met een heer,
die ging niet met ze mee,
toen hoorde men gepraat
en woordjes van daarbinnen,
de heer keek uit het raam
en roerde in zijn thee.
Meer heb ik niet gezien,
mijn hoofd zat vol met kleeren,
ik kreeg een wee gevoel
en snelde naar 't portaal,
neen, zoo'n verkleedpartij
kan ik niet digereeren,
... en schreed dus opgewekt
naar 't naaste proeflokaal.
* * *
,.. Dien avond bracht mijn weg
weer andere vermaken
Ik volgde op goed geluk
de straten dezer stad
om aldus in een hoog, licht
bouwwerk te geraken,
tevreden, na het maal
dat ik genoten had.
Maar hoe groot was mijn schrik,
toen ik, eenmaal gezeten
in een fhiweelen stoel,
aldaar vernemen mocht
Krachtig van bouw en gestel met een nog
zwarten haardos, waartusschen slechts een
enkel zilveren draadje opvalt, geeft de
jubilaris den indruk van kracht en wil.
Alleen een oer-sterk man heeft dan ook
kunnen verrichten wat de heer Van Raalte
deed. Toen wij aan de geopende groeve
stonden van den heer S. Warendorf werd
doer meerdere sprekers diens initiatief en
duif, om kostbare werken uit te geven
terecht geprezen. En onwillekeurig zullen
eenigen der aanwezigen hunne blikken even
hebben geslagen op den man die zoolange
jaren met den overledene samenwerkte om
de uitgave dier dure boeken mogelijk te
maken. De naam van den heer Van Raalte
zal voor de uitgevers steeds verbonden
blijven aan Het leven onzer Voorouders van
De Roever, dr. P. J. H. Cuypers' Rijksmuseum,
Rembrandt's Meesterwerken",
JulianaBijbel", Onze Toonkunstenaren" van Viotta
Cuypers' Katholieke kerken in Nederland"
enz. Met ongekend doorzettingsvermogen,
werkkracht en werklust heeft de heer Van
Raalte zijn krachten aan deze uitgave gewijd.
En de geschiedenis van de Amsterdammer",
is goeddeels de geschiedenis van den jarige.
Van den dag af, dat de uitgever besloot,
den omslag te geven, waardoor het aspect
van het weekblad de verandering zou
krflgen, waaraan het den naam van de Groene"
te danken heeft, was het de heer Van Raalte,
die ook deze uitgave deed slagen. En de
groene ouderdom" van den jubilaris
van grijze jeugd kunnen wij niet spreken
stelt hem in staat met lust en belangstelling
den loop der dingen te blijven volgen. Wfl
hopen hem nog zeer lang zóó werkzaam te
blijven zien. H.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiitiiiiiiiiiiiiiiiii, iiiiiiiiiiiiiiii»
ZUM RHEIN! ZUM RHEIN!
(Zeitgemass abgeandertes Volkslied)
Es hraust ein Sturm, ein Donnerhall
Ein Schwertgekiirr, ein Feuerstrahl
Zum Rhein, zum Rhein, zum schonen Rhein
Wir wollten gern zu Hause sein.
Lieb' Vatetland, hier geht's nicht fein (bis)
Bald wird der Rhein wohl unser Hüter
sein l (bis)
Durch Hunderttausend zückt es bang
Und aller Nasen werden lang
In's Welsche land es schreckllch spuckt
O halten wlr es nie besucht.
Lieb' Vaterland, wir woll'n zum Rhein (bis)
Mög' bald sein Wasser unser Hüter sein! (bis)
Wir blieken auf in Himmel's Höh'n,
Da platzt's und blitzt's,'s ist gar nicht schön
Der Schwur' erstickt in meine Brust
Zu Hause sein war' meine Lust.
Lieb' Vaterland, wir flieh'n zum Rhein (bis)
Bald wird er unser Hüter sein! (bis)
Wir zogen frohen Muter aus
fm anfang gab es Schmaus und Braus
Doch was wir niemals hab'n gedacht
Die andren schlugen gar nicht sacht.
O Rhein, wir wollen bei dir sein (bis)
Denn berm Yser geht's uns gar nicht
fein l (bis)
Wlr schritten auf der Seine an
Die Welschen Hessen uns nicht d'ran
Die Marne und die Somme schaut'
Wie mann uns dort hat durchgeblaut.
Lieb' Vaterland, hol uns zum Rhein (bis)
Mög'seineWog'n uns zum Hüter sein. (bis)
Die Bitt' erschallt, der Wunsche brennt
Die Heeresschaar zum Rheine rennt,
Zum Rhein, zum Rhein, zurück zum Rhein
Der soll uns aller Hüter srin.
Lieb Vaterland, pass' auf den Fluss (bis).
Schwatz nicht mehr, Kalserlleb, und mach'
bald Schluss! (bis).
V.
* * *
Nieuwe Boeken van deze Week:
Le Ltvre Francais. Bulletin Mensuel de
Publications Nouvelles, No. 4 en 5. Martinus
Npoff, Den Haag,
Inhoud van Tijdschriften:
La Revue de Hollands: Henri Malo: Jean
Bart et les antécédents du raid sur Zee
brugge : Charles Conrardy: Préludes au solr
pastoral. Stijn Streuveis: La Linière (3ème
(partie). Henry Cauthier-Villars: Rodln et
Frisch. Rode: Souvenirs d'une américaine
a Paris sous l'Empire et la Commune. Henri
Malg: Les Livres d'histoire. N. De
Solpray: Les Revues fran^aises.
IIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
iiliiiiiiiiimmiiM n
dat 't schouwspel, een revue
('t geen ik niet had geweten)
zou zijn, waarvoor ik, dwaas,
een kaartjen had gekocht...
Reeds dacht ik weer, verschrikt,
aan zwijgend-gaande vrouwen
aan koekjes en aan Thee...
toen 't scherm werd opgehaald...
en waarlijk, ach, ik dorst
mijn oor niet te vertrouwen,
... een opgewekt gezang
kwam op mij neergedaald...
Een stroom van tintelend licht
verblindde mij de oogen
en aanstonds hoorde ik
een luid doch smaak v«l lied,
de landman, die na mij
ter stede komt getogen
verzuime dit genot
en deze vreugden niet
Hier was geen bleeke man
om mij een plaats te duiden,
hier was geen vrouw die mij
met reukwerk overspoot
hier was heer Davids slechts,
en andere snaaksche luiden,
en 'k lachte mij om hem
en zijn kornuiten dood.
Hier trok geen stille stoet
van aangekleede vrouwen
mij zonder lach of lonk
of wenk of wtord voorbij,
hier droeg men grappen voor
(geen rokken en geen mouwen)
en ieder lachjen scheen
voor mij (op de eerste rij I)
Hier dorst men vroolük zijn,
hier dorst men zich vermaken.
De landman is voldaan
en prijst de metropool,
dan keert hij van zijn reis
tot waar de kikkers kwaken,
en waar het koren wast
naast peulvrucht, sla en kool.
MELIS STOKE