Historisch Archief 1877-1940
N". 2154
Zaterdag 5 October
A°1918
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRÜGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.25. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën omslag 10.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel
TENTOONSTELLING
DER TEEKENINGEN VAN
DE KOMEDIANTEN"
De inzendingen ontvangen op de door
ons uitgeschreven prijsvraag voor een
teekening van De Komedianten, uit
Louis Couperus' laatste werk zullen
tusschen 9 uur v.m. en 4 uur n.m. met
uitzondering van den Zondag en van
Maandag- en Donderdagmiddag van 7
tot en met 19 October kosteloos te bezich
tigen zijn in het Rijks-Academiegebouw,
voorB.K. Stadhouderskade 86 Amsterdam,
waar de directeur, prof. A. J. der
Kinderen, zoo welwillend was, een zaaltje
voor dat doel beschikbaar te stellen.
INHOUD i Bladz. 1: Godenschemering, d*or
v. H. Bnitenl. Overzicht : Uitzicht, door dr. W.
G. O. Byvanok. 2: Zoatwiuning uit
Nederlandsehen Bodem, door B. Persen. Krekelzang, door
J. H. Speenhoff. Upton Sinclair, door Frederik
van Eeden. 3: Feuilleton: Anjers, door B. Stolk.
5: Voor Vrouwen (red. Elis. M. Bogge) Het Vrou
wen comitévoor de Disttibntie.doorv.B. Bcheltema
Beiuin Hesterman Ootober (vers) door Tony
de Bidder. Kistèls, door O. v. d. V. Over
Boekeu en Tijdschriften, door E. M. R. Ons
Huis. Beukenoctjes, door 8. G. F. M. Uit de
Natnnr.Nog eens Paddestoelen, door Jac. P. Thijsse.
7: Benarde Tijden, teekening van Jordaan. Kunsten
en Wetenschappen op de Staatsbegrooting, door
W. Martin. Oons. Generaal J. A. T. d. Berghf,
door J. H. Scheltema. Dramatische Kroniek,
door Top Naefi. 8: Muziek in de Hoofdstad: De
Herbergprinses, door H. ,T. dea Hertog. Finantiën
en Economie: De Nienwe Uitgifte der Nederlandsche
Scheepvaart Unie, door J. D. Santilhano.
Gotterdammernng, teekenirg v. George v. Raemdonck.
Niemwe Gedichten, door mr. J. C. Bloem. 10:
Uit bet Eladschiift van Jantje. Correspontie met
een Dsme, der B. O. H. Zangen Yan den
Buiten-man, door Melis Stoke. Kleine Prijsvragen.
Droombeeld, teekening van G. Dolnay. 11: De
Politieke Lanciers, teekening v. Joh. Braakensiek.
Wiater- on Zomersport, Opponenten, door H. W.
Vlieger. Bridgernbriek, dcor Bridger.
Bijvoegsel: De Batten verlaten 'het Zinkende
Schip, teekening van Joh. Braakensiek.
iiiiiiiiiiiiiiiliimiiMiiiiiiiiiiiiMii
GODENSCHEMERING
Op de oorlogskaarten van het Weste
lijk front staan achter de
Hindenburglinie andere namen gesteld, waardoor, in
een ietwat gezwollen pathos, de
Duitsche strategie ook zelfs de Duitsche opera
heeft ingelijfd. Daar vindt men achtereen
volgens de Siegfriedlime, de Br
nhildestellingen en het AlbericMroni; Wagner's
gansche, grootsche germanenwereld in
t veld gebracht
Maar teekent zich daar achter deze
peetekinderen van den jongen, blonden
held, van de ongetemde walkyre en van
den tooverkrachtigen dwerg niet eens
klaps nog een nieuwe, een laatste linie uit
de oude wereld der Rijnsage af: die
van de Götterdammerung?
Onverwacht, vroeger nog dan iemand
had kunnen voorspellen, is zij aange
broken, de godenschemering, de
ondergang van het godengeslacht aan
den Rijn. Hun gansche wereld stort
UITZICHT*)
Daar op eenmaal is het gekomen.
Wij zijn bezig den berg te beklimmen,
en het gaat nog moeilijk, h^ft Foch met
zoo veel woorden van de krijgsoperaties
der laatste maanden gezegd, maar wij
naderen den top, ja, wij hebben de hoogte
bereikt, nu begint de vaart naar het succes.
Vier geweldige stooten heeft de generaal
kwartiermeester die in het Duitsche hoofd
kwartier de meester is, aan het Westfront
tegen den vijand gevoerd om hem in de
diepte te doen rollen en den lust te doen
vergaan tot stijgen: 21 Maart heeft hij hem
geattakeerd en verrast in Picardië; dan in
April waagt hij zijn slag in Vlaanderen; het
derde offensief van 27 Mei breekt de linie
van de Aisne en stuit pas voor Reims; het
vierde offensief eindelijk van 15 Juli, moest
de genadestoot zijn en Parijs in handen
leveren van den overwinnaar. Maar van
hier, van Relms en van de Marne af, keert
de kans.
Die vierde aanval van de Duitsehers was
geen verrassing voor hun tegenstanders.
Foch, de opperbevelhebber der verbonden
*) Het gewicht der gebeurtenissen van de
laatste dagen noopt mij het vervolg van het
voorgaande artikel uit te stellen totdat rusti
ger tijden mij de gelegenheid geven mijn
beschouwingen voort te zetten over den in
vloed van den oorlog op het gemoedsleven.
De titel van het besproken boekje luidt: And
behold we live. Papers edited bij
James Adderley. Londen, Constable en Co.
1918. Uit beginsel moet ik mij het genoegen
ontzeggen van correspondentie met belang
stellende vragers.
met welhaast donderend geraas in
een, al wikkelt de dramatiek der
debacle zich te Bayreuth sneller af, dan
aan het reuzen front tusschen de Noord
zee en Nazareth 't geval kan zijn.
Hebben zij in hunnen overmoed de
profetie van Wagner's werk aanvaard,
de geweldenaren van het Germanendom,
zoo breekt nu ook de laatste phase over
hen los. Aan ontrouw aan het gegeven
woord, aan onverzadiglijke begeerte is
Wotan's wereld te gronde gegaan. Ligt
niet hetzelfde in deze godenschemering
der Duitsche Rijkspolitiek?
Met ingehouden adem, vol ontzetting,
zien wij het schouwspel van deze weken
aan. Een kolossus valt ineen.
Er is een nieuwe wereld bezig zich
te baren.
** *
Wij wilden, dat men ook in Neder
land zich ten volle bewust was van den
loop, dien de wereldgeschiedenis neemt.
Het gaat immers ook niet buiten ons
om! Integendeel, het betreft ook ons ten
nauwste. Een ongeluk ware het, zoo in
Nederland nog te zeer de opvatting bleef
bovendrijven, die vier jaren van bedrukte
neutraliteit en een eeuw van rustig in
ternationalisme ons hebben gebracht:
dat wij ons steeds zooveel mogelijk
sjakes moeten blijven houden.
Bedriegen de teekenen niet, dan is met
dit populaire woord de richting, of liever
de richtingloosheid te teekenen, waartoe
Den Haag nog steeds in hoofdzaak neigt.
Is dat wijs?
Wij durven er tegen te waarschuwen.
De nieuwe toekomst, die nu met ver
snelden marsch zich aan komt dienen,
stelt ook aan Nederland anderen eisch.
Spreken wij thans van den
economischen en van den socialen, en ook van
den gedachtenommekter nog niet, die
zich aan het afteekenen is.
Denken wij allereerst aan de positie
van ons land op het oogenblik en in de
naaste toekomst.
Eene herziening van Europa kondigt
zich aan. Hoever zij zal gaan, geen,
die 't u nog voorspelt. Minder ver mis
schien, dan deze en gene droomt. In
grijpender echter ook, dan menigeen
waant.
Waartegen men in Nederland vooral
op zijn hoede moet zijn, is: ons te vleien
met de gedachte, dat wij ermede kunnen
volstaan, de ceremoniemeester van den
vrede te zijn.
Zoo heel veel ceremonie zal er mis
schien niet meer bij te pas komen! En
in elk geval loopt men in deze bemin
nelijke kwaliteit gevaar, door de stevige
dansers, die zich aan uw keurige cor
rectheid niet onderwerpen, ter zijde
gebonst of althans achteloos bekneld te
worden.
Nog altijd stellen zich de Dresselhuijsen
en de Troelstra's de zaak te gemoe
delijk voor.
Maar niet zij alleen. Hetzelfde gevaar
ligt in hen, die, met de beïnvloeding
onzer politiek belast, er bij blijven, dat
Nederland zich nog steeds zoo onbetuigd
mogelijk laten moet.
Dit kan voor ons volk, n voor 't
oogenblik (in zake de voedselvoorziening),
n in de verdere toekomst (in zake onze
legers, en generaal Pétain, de chef van de
Fransche armee, hadden berekend waar de
stoot zou aankomen, en door Pétain's talent
van manoeuvreeren waren de maatregelen,
met verkenningen en troepenbewegingen, zoe
genomen dat de vijand precies op de plaats
aanviel die men had verwacht. Drie dagen
van te voren, 12 Juli, had de generaal aan
zijn onderbevelhebbers reeds de instructies
kunnen geven hoe tegen het offensief te han
delen. Zij werden meesterlijk uitgevoerd.
De eerste linie det Franschen is geweken
en de Duitsehers zijn opgevangen in de
tweede linie; daar heeft de IVe armee onder
generaal Qouraud den vijand ten Oosten
van Reims vastgehouden, terwijl de legers
van de generaals Mangin en Degoutte door
een stoot op zijn rechterflank het contra
offensief van de inter-geallieerde troepen
hebben ingeleid. Dat zijn de namen die men
moet onthouden; van de IVe armee onder
Gouraud gaat het succes uit.
Maar vooraan staat de naam van generaal
Pétain.
Hij heeft in de lange reeks van maanden
dat de kracht yan het Fransche leger weinig
aan den dag is getreden, al zijn zorgen
daaraan besteed dat het tot een onwrikbaar
instrument zou worden : waar men het inzette
moest men er geheel op kunnen vertrouwen.
Wat zoo iets beteekent bij een leger van
thans, daar zal men zich een idee van
maken, wanneer men bedenkt dat het niet
alleen aankomt op een volkomen samen
werking der verschillende wapens van het
leger, het vliegercorps, daarbij inbegrepen,
maar ook op de goed georganiseerde hulp
van al die gesubordineerde afdeelingen van
werklieden enz. welke de technisch zoo ge
compliceerde uitrusting van de moderne
troepen noodzakelijk maakt. Om nu niet
eens van den munitieaanvoer en ander
transport te spreken. Eerst wanneer men
dit alles zeker in zijn hand heeft valt er
aan manoeuvreeren te denken. Pétain is de
geboren leider.
Foch is de denker, maar de denker die
zijn gedachten terstond in daden weet om
geheele plaats in het statenstelsel), eene
leelijke misrekening worden!
Wij zitten met onze voedsel voorziening,
met onze scheepvaartregeling en met
onze buitenlandsche credietverleening op
het oogenblik geweldig in de knel. Van
alle neutrale natiën, en van de meeste
oorlogvoerenden bovendien, lijdt ons
volk op 't oogenblik het meeste honger
en te kort! Dit zijn de juiste woorden
nog niet eens: eene algeheele .onder
voeding is bezig door te werken. In het
bijzonder wat , de noodzakelijkheid aan
vet betreft, wordt het physiek onzer
populatie dezen winter ernstig bedreigd.
Wij worden verder geknepen en ge
bonden, alsof 't niets was! Duitschiand
in het bijzonder heeft ten aanzien van
onze scheepvaart de eigenaardige
taktiek ingevoerd, de torpedeering letterlijk
afkoopbaar t* stellen door groote
credietverlecningen en economische ver
bintenissen voor na den oorlog. Met het
stelsel der Geleitscheine", zooals het
thans wordt toegepast, zijn de oude
licentgelden, waardoor de aanvallen der
kapers moesten worden' afgekocht, in
letterlijken zin herleefd.
Nederland mergelt steeds meer uit.
Jaren van slappe neutraliteitspolitiek
en van zorgeloos productiebeleid hebben
ons in dezen staat van afhankelijkheid
gebracht. Onze lezers zullen begrijpen,
dat wij eene benoeming als nu van den
heer Lovink tot productiecommissaris ten
zeerste loven.
Maar ... zij is onherroepelijk minstens
twee jaar te laat\
Wij kunnen nog trachten op te halen,
wat er aan inwendig vermogen bij te
werken valt. Wij moeten zeer zeker nog
streven, onze hulpmiddelen zooveel moge
lijk in ons zelve te vinden, en in onze
behoeften beperkt te zijn. Dit geeft ons
tegenover de buitenlandsche mogend
heden een zelfstandiger positie.
Het kwaad echter is gebeurd: wij
hangen, en hangen af!
Er blijft maar n middel over: zoo
doortastend mogelijk tot regeling te
komen met Amerika, en niet langer te
aarzelen met het bRKef, dat daar ons
belang gelegen I's.
Brengt zulks mede, losser tegenover
Duitschiand te gaan staan, zoo behoeft
daarvoor niet geschroomd. Kan ook
onze transatlantische vaart niet aan de
controle van dien kant worden ont
trokken, mits men den weg door het
Kanaal waagt en aanvaardt?
Een behoorlijk genera! agreement, een
aanvoer- en schepenregeling met de Ge
allieerden moet aangedurfd, zooals de
andere neutralen daarop reeds eerder zijn
ingegaan.
Ook onze toekomstbelangen moeten
daardoor zooveel mogelijk gewaarborgd.
Het is eene dwaling, dat onverschil
ligheid of stelselmatige terughoudendheid
ons nog 't meest succes zouden bieden.
Nederland loopt integendeel gevaar, aan
zoodanige onverschilligheid te gronde
te gaan.
* *
*
Er ligt immers in het door ons be
pleite beleid nog iets meer dan alleen
te zetten en ze niet telt wanneer zij niet
gelden, die gedachten, in de praktijk, de
koel gepassioneerde, nerveuze man van
het Zuiden.
Hij, de denker in actie en ongeduldig
zoo lang er geen actie is, heeft het tijdstip
voor het contra-offensief bepaald, en hij
heeft zoo lang de krachten weten te sparen
van de verbonden troepen en zoolang
geduld weten te oefenen en met kleine
middelen gebreken weten te verhelpen, totdat
hij het moment gekomen achtte om den
moeilijken tocht opwaarts met kracht en met
al zijn krachten door te zetten.
Tot bereiking van de hoogte.
Aan hem staat de leiding van het geheel.
Zij is hem volmaakt toevertrouwd.
Ik herinner mij niet den naam van den
generaal die onlangs de opmerking maakte
dat zijn bewondering voor het veldheers
talent van Napoleon sterk was gedaald,
sinds hij in dezen laatsten oorlog had ge
zien hoe weinig een coalitie van mogend
heden voor aanval en zelfs voor verdediging
berekend is; de Keizer had waarlijk geen
gelijke par ij tegenover zich in al die ver
bondenen met hun afzonderlijke belangen.
Wat is deze oorlog nirt sleepend gebleven
door den geringen samenhang van de macht die
tegenover de vaste org<nisatie van Centraal
Europa zich trachtte te groepeeren! Men
zegt dat Kitchener naar Rusland wilde gaan
om de regeering aldaar tot een i, eregelde
samenwerking over te ialen. Aan het begin
van zijn reis is hij met liet schip dat hem
droeg te gronde gegaan.
Het heeft bijna vier jiren geduurd eer
menaandenkantderEntentetot het denkbeeld
is gekomen dat voor het bouwen van een
huis een architect roodig is. Wat zou er
van terecht komen, zoo irder werkman in
zijn eigen afdeeling naar eigen zin te werk
ging?
Heel mooi moet men het rekenen dat in
maarschalk Foch de belichamir g der Fransche
gedachte werd gevonden, wier primaat men
erkende in oe groote strategische politiek, i
Engeland heeft zijn overwicht op zee ge
toond en de verbinding onafgebroken
geEnquête Evenredig Kiesrecht
De Commissie, die de uitkomsten van de door de Amsterdammer" ingestelde
enquête over het Evenredig Kiesrecht tot een rapport verwerken zal, denkt met
hare werkzaamheden spoedig gereed te komen.
Eventueele inzendingen van antwoorden op de vragenlijst, zullen, mits spoedig
ingezonden, zoo mogelijk alsnog door de Commissie verwerkt worden. In het
bijzonder acht zij het ook van belang de opinie van Voorzitters van Stembureaux
en Hoofd-Stembureaux te vernemen.
Vragenlijsten zullen, op aanvrage aan ons bureau : Keizersgracht 333, Amsterdam,
per omgaande worden toegezonden.
IIIIIIIIHIIIIIIIIIIlmillllHlllllllllMIIIIIIIIIIIIIHIHIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
voorziening in de dringende stoffelijke be
hoeften van hei oogenblik, waaraan
misschien, zoo noodig, ook nog op andere
wijze met de grootste inspanning en op
offeringen het hoofd te bieden ware.
De gewenschte overeenkomst met
Amerika, met de geallieerden moet echter
beschouwd worden als een symptoom van
een algemeene, politieke lijn.
Het beteekent, dat wij voor onze
gansche toekomst als neutrale thans dezen
vorm van aansluiting zoeken moeten.
De groote afrekening, de liquidatie,
nadert. Daarbij zijn ook onze belangen
betrokken. Economische vragen dringen
zich op. Wanneer een economisch ver
bond, met in- en uitvoerregeling tot
stand wordt gebracht, welke plaats zullen
wij daarin kunnen bedingen? Hoe zullen
wij ons deel krijgen in de wereld-distri
butie der grondstoffen?
Politieke vragen evenzeer. Ook aan
onze grenzen zal de aandacht worden
gewijd. De Scheldekwestie en die van
het Maasgebied spelen nu eenmaal haar
rol, die van den Eemsmond en van
Oost-Friesland wellicht evenzeer. Wij
moeten zorgen, dat óns belang daarbij
ten volle wegen kan!
Hoe anders zal dit alles mogelijk zijn,
dan wanneer wij tijdig gezorgd hebben,
de minnelijke en vertrouwende verstand
houding met de regelende machten te
hebben aanvaard?
De gelegenheid hiertoe zal echter eens
voor goed verloren zijn, indien wij die
nu blijven verwaarloozen!
Wij zijn allerminst blind voor de mo
gelijkheid, dat de winnende partijen hier
en daar haar macht in de uiterste mate
zullen doorvoeren, en dat Holland hierbij
in last komen kan. Wij wenschen met
ernst den Geallieerden" regeeringen de
wijsheid toe, in de meesleepende kracht
der overmacht, hun zelfbeperking te be
waren. Maar wij beweren, dat Holland
zich zelf het beste vrijwaren zal, niet
door stelselmatige onverschilligheid of
teruggetrokkenheid, maar juist door nu
mede voor den dag te komen.
Zeker, er is eene andere redeneering.
Het is die, welke steunt op onze rol als
sympathieken vredesstaat, als middel
punt van het komende Haagsche vredes
congres. Daardoor, zoo wordt gedacht,
zal Nederland zijn belangen genoeg
kunnen doen gelden. En daarom moet
Nederland nu het pad der afzijdigheid
tot 't bittere eind volhouden, teneinde
later naar geen kant gebonden te zijn.
Het is eigenlijk de leer van 't cere
moniemeesterschap.
Doch berust zij niet op eene algeheele
houden tusschen de Britsche gebieden,
Amerika en Frankrijk; Engeland en de
Vereenigde Stalen hebben hun troepenmacht,
hun technisch materiaal en hun geldmid
delen aan het groote verbond trgen h t
Pruisische hoofdkwartier gegeven, Frankrijk
daartegenover bracht de gedegen stalen kling
van zijn genie In de maatschap. Waar dat
genie domineert, hoe zou daar, als het wordt
gesteund door de macht aan techniek en
aan menscheu van de halve wereld, de over
winning kunnen zijn aa de millioenen van
het saamgesloten centrum, hoe stevig ook
zijn kern, hoe roekeloos zijn beginnen
zijn midden en zijn einde.
En hoe lang heeft het niet geduurd eer
men een uitzicht kon wnnen! Is men niet
begonnen van den kant der Entente met de
poging een ring te trekken om het midden
van Europa heen ?
Er werd gerekend op de toetreding van
Italië, Roemenië, misschien zelfs van Bulgarije
tot een verbond dal Duitschiand en Oosten
rijk Hongarije in het Westen, Zuiden en
Oosten zou insluiten. Mr»«r brleid en eenheid
van gedarh'en ontbiaken hit dat aanvankelijk
streven. Duitschiand hèft de omheining ver
broken en den *? g zich vrijgemaakt naar
het Zuiden en Oosten. Men r oemt dat het
verraad v-ui Bulgauj- en van Rusland dat
drn val van Riemen meevoerde.
Toen is er een uji geweest van beslist
overwicht voor het Pruisische hoofdkwartier.
Het dacht den vrtde in zijn hand te hebben
en m;t den vred-- de m >cht in Europa.
Kon het riet door hit gebrek aan samen
werking hij den tegenstander zijn troepen
van her eene oorlogsgebied verschuiven naar
het andere, en r.e nu latr-n optreden t' g--n
Rusland, dan in htt O 'Sten en dan weer in
Italiëom hen wanneer het noodig bleek
wederom naar htt westelijk fronl t<: doen
verhuizen ?
Nu heeft de eerheid van gedachte en van
leiding bij de giïteiallieerden dat werk
wrer dot-n aanvatten tot sluiting van den
omknellenden ring De aaval tegi-n de ver
bondenen van DuitscMand heeft aan alle
kanten tegelijkertijd j.iaats, triomfeerend op
misvatting van den toestand, op eene
miskenning van de Götterdammerung"?
Zal er wel sprake zijn van een vredes
congres? Van een groene tafel in Den
Haag? Van een recipieerenden staat
tusschen twee partijen?
Of zal er een vrede eenvoudig worden
gedicteerd, hetzij te Berlijn, hetzij te
Versailles, hetzij elders, maar niet
om een groene tafel en niet in een
neutraal land? Zou Bulgarije niet een
prototype ook voor Duitschiand zijn?
Zullen niet de grondslagen van 't
nieuwe Europa, van de nieuwe wereld,
eenvoudig worden opgelegd?
En waar blijft dan de plaats voor den
neutrale, die zich, te lang, voor de vredes
regeling heeft gereserveerd"?
Hij kan later zijn deuren openen voor
tal van secundaire conferentie's, maar
bij de hoofdzaak heeft hij geheel achter
en buiten de deur gestaan!
Dit is het gevaar yan de Haagsche
onthoudingstheorie. Dit is de reden,
waarom nog minder nagelaten worden
mag, ook aan de oogenblikkelijke
zorg van ons volk tegemoet te komen,
door naar den Geallieerden kant bewust
de toenadering te zoeken, die met onze
zelfstandige positie geheel valt overeen
te brengen, en door ons duurzaam belang
gevorderd wordt.
Soepelheid is zelden de deugd
van de Nederlandsche Staatkunde ge
weest. Het gebrek daaraan heeft ons
land verscheidene malen in zijne ge
schiedenis parten gespeeld! Moge dit
thans tenminste worden vermeden.
Noodig is:
1. Onverwijlde, voortreffelijke en sym
pathieke voorziening in onze vertegen
woordiging te Washington, waarbij, hier
op mag in ons land nog wel ter dege
worden gewezen, de nadruk niet bovenal
in de geschiktheid om te marchandeeren
moet worden gezocht, maar in de eigen
schappen om den eerbied voor Neder
land op zijn best te wekken.
2. Aandachtige verzorging van onze
vertegenwoordiging te Parijs, dat van
zelf het middelpunt der Europeesche
gestie wordt.
3. Een doorfastende overeenkomst voor
voedsel- en':' grondstoffenaanvoer en
scheepvaart met de Vereenigde Staten
en de Geallieerden.
Dit zijn de eerste punten, welke ons de
godenschemering voorhoudt, zal Neder
land er niet mede door omlaag worden
getrokken.
v. H.
m iiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiimiimimiiiiiiiiiiiiimiimimiiimiimiii
een vermoeiden vijand.
Foch, de opperbevelhebber de
Ententelegers, de ziel van den Raad van Versailles
heet het moment uitgekozen voor de alge
meene beweging.
In Syriëzijn de Turksche legers vernietigd,
Damaskus is In handen der Engelschen,
Bulgarije nog maar weinig tijd geleden zoo
grootsch denkend over zijn in den oorlog
verkregen macht heeft zich geheel weerloos
overgegeven aan den vijand, ik spreek
nu niet over de vorderingen gemaakt in het
Westen door den moed der Fransche,
Amerikaansche, Engelsche, Belgische legers.
Het lofvan Bulgarije is typisch.
In den herfst van 1915 was de overgang
van Tsaar Ferdinand tot den bond der
Centrale Mogendheden het teeken van hun
oppermacht, evenals die handeling tot een
bewijs strekte van de onmacht hunner tegen
standers in Europa; thans, in den herfst
van 1918, is de onderwerping van Bulgarije
aan het gezag der Entente een praktisch
zinnebeeld van haar suprematie. Het
Bulgaarsche volk, vermoeid van oorlogen
(de Balkanoorlog van 1912 en 1913 telt
mede) heeft zijn droom van een groot
Macedonisch rijk opgegeven, om zijn voordeel
te verwachten, aan de zijde der Entente,
bij den toekomstigen grooten wereldvrede.
De vrede?
Reikt het uitzicht ver genoeg om in de
toekomst reeds den vrede te onderscheiden?
E< n andi re naam dan die van Foch komt
o s voor den geest wanneer wij aan den
vrede denken, die van Wilson; en het is
Amerika, dat de drijfkracht geeft aan dit
laatste gedeelte van den oorlog, het tijdperk
der beslissing. Den President resten voor
zijn presidentschap der Vereenigde Staten
nog slechts achttien maanden van effectief
werk. De bekroning van zijn taak zal hij
r iet aan andere handen willen overlaten,
en het vredeswerk na het beëindigen van
den oorlog zal ren arbeid van btteekenfs
zijn. Wie vooruit wil zien, moet rret die
limiet van achttien maanden r« keninghouden,
W. G. C. BIJVANCK