De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 5 oktober pagina 1

5 oktober 1918 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N". 2154 Zaterdag 5 October A°1918 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRÜGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.25. Abonn. loopen per jaar Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam Advertentiën omslag 10.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel TENTOONSTELLING DER TEEKENINGEN VAN DE KOMEDIANTEN" De inzendingen ontvangen op de door ons uitgeschreven prijsvraag voor een teekening van De Komedianten, uit Louis Couperus' laatste werk zullen tusschen 9 uur v.m. en 4 uur n.m. met uitzondering van den Zondag en van Maandag- en Donderdagmiddag van 7 tot en met 19 October kosteloos te bezich tigen zijn in het Rijks-Academiegebouw, voorB.K. Stadhouderskade 86 Amsterdam, waar de directeur, prof. A. J. der Kinderen, zoo welwillend was, een zaaltje voor dat doel beschikbaar te stellen. INHOUD i Bladz. 1: Godenschemering, d*or v. H. Bnitenl. Overzicht : Uitzicht, door dr. W. G. O. Byvanok. 2: Zoatwiuning uit Nederlandsehen Bodem, door B. Persen. Krekelzang, door J. H. Speenhoff. Upton Sinclair, door Frederik van Eeden. 3: Feuilleton: Anjers, door B. Stolk. 5: Voor Vrouwen (red. Elis. M. Bogge) Het Vrou wen comitévoor de Disttibntie.doorv.B. Bcheltema Beiuin Hesterman Ootober (vers) door Tony de Bidder. Kistèls, door O. v. d. V. Over Boekeu en Tijdschriften, door E. M. R. Ons Huis. Beukenoctjes, door 8. G. F. M. Uit de Natnnr.Nog eens Paddestoelen, door Jac. P. Thijsse. 7: Benarde Tijden, teekening van Jordaan. Kunsten en Wetenschappen op de Staatsbegrooting, door W. Martin. Oons. Generaal J. A. T. d. Berghf, door J. H. Scheltema. Dramatische Kroniek, door Top Naefi. 8: Muziek in de Hoofdstad: De Herbergprinses, door H. ,T. dea Hertog. Finantiën en Economie: De Nienwe Uitgifte der Nederlandsche Scheepvaart Unie, door J. D. Santilhano. Gotterdammernng, teekenirg v. George v. Raemdonck. Niemwe Gedichten, door mr. J. C. Bloem. 10: Uit bet Eladschiift van Jantje. Correspontie met een Dsme, der B. O. H. Zangen Yan den Buiten-man, door Melis Stoke. Kleine Prijsvragen. Droombeeld, teekening van G. Dolnay. 11: De Politieke Lanciers, teekening v. Joh. Braakensiek. Wiater- on Zomersport, Opponenten, door H. W. Vlieger. Bridgernbriek, dcor Bridger. Bijvoegsel: De Batten verlaten 'het Zinkende Schip, teekening van Joh. Braakensiek. iiiiiiiiiiiiiiiliimiiMiiiiiiiiiiiiMii GODENSCHEMERING Op de oorlogskaarten van het Weste lijk front staan achter de Hindenburglinie andere namen gesteld, waardoor, in een ietwat gezwollen pathos, de Duitsche strategie ook zelfs de Duitsche opera heeft ingelijfd. Daar vindt men achtereen volgens de Siegfriedlime, de Br nhildestellingen en het AlbericMroni; Wagner's gansche, grootsche germanenwereld in t veld gebracht Maar teekent zich daar achter deze peetekinderen van den jongen, blonden held, van de ongetemde walkyre en van den tooverkrachtigen dwerg niet eens klaps nog een nieuwe, een laatste linie uit de oude wereld der Rijnsage af: die van de Götterdammerung? Onverwacht, vroeger nog dan iemand had kunnen voorspellen, is zij aange broken, de godenschemering, de ondergang van het godengeslacht aan den Rijn. Hun gansche wereld stort UITZICHT*) Daar op eenmaal is het gekomen. Wij zijn bezig den berg te beklimmen, en het gaat nog moeilijk, h^ft Foch met zoo veel woorden van de krijgsoperaties der laatste maanden gezegd, maar wij naderen den top, ja, wij hebben de hoogte bereikt, nu begint de vaart naar het succes. Vier geweldige stooten heeft de generaal kwartiermeester die in het Duitsche hoofd kwartier de meester is, aan het Westfront tegen den vijand gevoerd om hem in de diepte te doen rollen en den lust te doen vergaan tot stijgen: 21 Maart heeft hij hem geattakeerd en verrast in Picardië; dan in April waagt hij zijn slag in Vlaanderen; het derde offensief van 27 Mei breekt de linie van de Aisne en stuit pas voor Reims; het vierde offensief eindelijk van 15 Juli, moest de genadestoot zijn en Parijs in handen leveren van den overwinnaar. Maar van hier, van Relms en van de Marne af, keert de kans. Die vierde aanval van de Duitsehers was geen verrassing voor hun tegenstanders. Foch, de opperbevelhebber der verbonden *) Het gewicht der gebeurtenissen van de laatste dagen noopt mij het vervolg van het voorgaande artikel uit te stellen totdat rusti ger tijden mij de gelegenheid geven mijn beschouwingen voort te zetten over den in vloed van den oorlog op het gemoedsleven. De titel van het besproken boekje luidt: And behold we live. Papers edited bij James Adderley. Londen, Constable en Co. 1918. Uit beginsel moet ik mij het genoegen ontzeggen van correspondentie met belang stellende vragers. met welhaast donderend geraas in een, al wikkelt de dramatiek der debacle zich te Bayreuth sneller af, dan aan het reuzen front tusschen de Noord zee en Nazareth 't geval kan zijn. Hebben zij in hunnen overmoed de profetie van Wagner's werk aanvaard, de geweldenaren van het Germanendom, zoo breekt nu ook de laatste phase over hen los. Aan ontrouw aan het gegeven woord, aan onverzadiglijke begeerte is Wotan's wereld te gronde gegaan. Ligt niet hetzelfde in deze godenschemering der Duitsche Rijkspolitiek? Met ingehouden adem, vol ontzetting, zien wij het schouwspel van deze weken aan. Een kolossus valt ineen. Er is een nieuwe wereld bezig zich te baren. ** * Wij wilden, dat men ook in Neder land zich ten volle bewust was van den loop, dien de wereldgeschiedenis neemt. Het gaat immers ook niet buiten ons om! Integendeel, het betreft ook ons ten nauwste. Een ongeluk ware het, zoo in Nederland nog te zeer de opvatting bleef bovendrijven, die vier jaren van bedrukte neutraliteit en een eeuw van rustig in ternationalisme ons hebben gebracht: dat wij ons steeds zooveel mogelijk sjakes moeten blijven houden. Bedriegen de teekenen niet, dan is met dit populaire woord de richting, of liever de richtingloosheid te teekenen, waartoe Den Haag nog steeds in hoofdzaak neigt. Is dat wijs? Wij durven er tegen te waarschuwen. De nieuwe toekomst, die nu met ver snelden marsch zich aan komt dienen, stelt ook aan Nederland anderen eisch. Spreken wij thans van den economischen en van den socialen, en ook van den gedachtenommekter nog niet, die zich aan het afteekenen is. Denken wij allereerst aan de positie van ons land op het oogenblik en in de naaste toekomst. Eene herziening van Europa kondigt zich aan. Hoever zij zal gaan, geen, die 't u nog voorspelt. Minder ver mis schien, dan deze en gene droomt. In grijpender echter ook, dan menigeen waant. Waartegen men in Nederland vooral op zijn hoede moet zijn, is: ons te vleien met de gedachte, dat wij ermede kunnen volstaan, de ceremoniemeester van den vrede te zijn. Zoo heel veel ceremonie zal er mis schien niet meer bij te pas komen! En in elk geval loopt men in deze bemin nelijke kwaliteit gevaar, door de stevige dansers, die zich aan uw keurige cor rectheid niet onderwerpen, ter zijde gebonst of althans achteloos bekneld te worden. Nog altijd stellen zich de Dresselhuijsen en de Troelstra's de zaak te gemoe delijk voor. Maar niet zij alleen. Hetzelfde gevaar ligt in hen, die, met de beïnvloeding onzer politiek belast, er bij blijven, dat Nederland zich nog steeds zoo onbetuigd mogelijk laten moet. Dit kan voor ons volk, n voor 't oogenblik (in zake de voedselvoorziening), n in de verdere toekomst (in zake onze legers, en generaal Pétain, de chef van de Fransche armee, hadden berekend waar de stoot zou aankomen, en door Pétain's talent van manoeuvreeren waren de maatregelen, met verkenningen en troepenbewegingen, zoe genomen dat de vijand precies op de plaats aanviel die men had verwacht. Drie dagen van te voren, 12 Juli, had de generaal aan zijn onderbevelhebbers reeds de instructies kunnen geven hoe tegen het offensief te han delen. Zij werden meesterlijk uitgevoerd. De eerste linie det Franschen is geweken en de Duitsehers zijn opgevangen in de tweede linie; daar heeft de IVe armee onder generaal Qouraud den vijand ten Oosten van Reims vastgehouden, terwijl de legers van de generaals Mangin en Degoutte door een stoot op zijn rechterflank het contra offensief van de inter-geallieerde troepen hebben ingeleid. Dat zijn de namen die men moet onthouden; van de IVe armee onder Gouraud gaat het succes uit. Maar vooraan staat de naam van generaal Pétain. Hij heeft in de lange reeks van maanden dat de kracht yan het Fransche leger weinig aan den dag is getreden, al zijn zorgen daaraan besteed dat het tot een onwrikbaar instrument zou worden : waar men het inzette moest men er geheel op kunnen vertrouwen. Wat zoo iets beteekent bij een leger van thans, daar zal men zich een idee van maken, wanneer men bedenkt dat het niet alleen aankomt op een volkomen samen werking der verschillende wapens van het leger, het vliegercorps, daarbij inbegrepen, maar ook op de goed georganiseerde hulp van al die gesubordineerde afdeelingen van werklieden enz. welke de technisch zoo ge compliceerde uitrusting van de moderne troepen noodzakelijk maakt. Om nu niet eens van den munitieaanvoer en ander transport te spreken. Eerst wanneer men dit alles zeker in zijn hand heeft valt er aan manoeuvreeren te denken. Pétain is de geboren leider. Foch is de denker, maar de denker die zijn gedachten terstond in daden weet om geheele plaats in het statenstelsel), eene leelijke misrekening worden! Wij zitten met onze voedsel voorziening, met onze scheepvaartregeling en met onze buitenlandsche credietverleening op het oogenblik geweldig in de knel. Van alle neutrale natiën, en van de meeste oorlogvoerenden bovendien, lijdt ons volk op 't oogenblik het meeste honger en te kort! Dit zijn de juiste woorden nog niet eens: eene algeheele .onder voeding is bezig door te werken. In het bijzonder wat , de noodzakelijkheid aan vet betreft, wordt het physiek onzer populatie dezen winter ernstig bedreigd. Wij worden verder geknepen en ge bonden, alsof 't niets was! Duitschiand in het bijzonder heeft ten aanzien van onze scheepvaart de eigenaardige taktiek ingevoerd, de torpedeering letterlijk afkoopbaar t* stellen door groote credietverlecningen en economische ver bintenissen voor na den oorlog. Met het stelsel der Geleitscheine", zooals het thans wordt toegepast, zijn de oude licentgelden, waardoor de aanvallen der kapers moesten worden' afgekocht, in letterlijken zin herleefd. Nederland mergelt steeds meer uit. Jaren van slappe neutraliteitspolitiek en van zorgeloos productiebeleid hebben ons in dezen staat van afhankelijkheid gebracht. Onze lezers zullen begrijpen, dat wij eene benoeming als nu van den heer Lovink tot productiecommissaris ten zeerste loven. Maar ... zij is onherroepelijk minstens twee jaar te laat\ Wij kunnen nog trachten op te halen, wat er aan inwendig vermogen bij te werken valt. Wij moeten zeer zeker nog streven, onze hulpmiddelen zooveel moge lijk in ons zelve te vinden, en in onze behoeften beperkt te zijn. Dit geeft ons tegenover de buitenlandsche mogend heden een zelfstandiger positie. Het kwaad echter is gebeurd: wij hangen, en hangen af! Er blijft maar n middel over: zoo doortastend mogelijk tot regeling te komen met Amerika, en niet langer te aarzelen met het bRKef, dat daar ons belang gelegen I's. Brengt zulks mede, losser tegenover Duitschiand te gaan staan, zoo behoeft daarvoor niet geschroomd. Kan ook onze transatlantische vaart niet aan de controle van dien kant worden ont trokken, mits men den weg door het Kanaal waagt en aanvaardt? Een behoorlijk genera! agreement, een aanvoer- en schepenregeling met de Ge allieerden moet aangedurfd, zooals de andere neutralen daarop reeds eerder zijn ingegaan. Ook onze toekomstbelangen moeten daardoor zooveel mogelijk gewaarborgd. Het is eene dwaling, dat onverschil ligheid of stelselmatige terughoudendheid ons nog 't meest succes zouden bieden. Nederland loopt integendeel gevaar, aan zoodanige onverschilligheid te gronde te gaan. * * * Er ligt immers in het door ons be pleite beleid nog iets meer dan alleen te zetten en ze niet telt wanneer zij niet gelden, die gedachten, in de praktijk, de koel gepassioneerde, nerveuze man van het Zuiden. Hij, de denker in actie en ongeduldig zoo lang er geen actie is, heeft het tijdstip voor het contra-offensief bepaald, en hij heeft zoo lang de krachten weten te sparen van de verbonden troepen en zoolang geduld weten te oefenen en met kleine middelen gebreken weten te verhelpen, totdat hij het moment gekomen achtte om den moeilijken tocht opwaarts met kracht en met al zijn krachten door te zetten. Tot bereiking van de hoogte. Aan hem staat de leiding van het geheel. Zij is hem volmaakt toevertrouwd. Ik herinner mij niet den naam van den generaal die onlangs de opmerking maakte dat zijn bewondering voor het veldheers talent van Napoleon sterk was gedaald, sinds hij in dezen laatsten oorlog had ge zien hoe weinig een coalitie van mogend heden voor aanval en zelfs voor verdediging berekend is; de Keizer had waarlijk geen gelijke par ij tegenover zich in al die ver bondenen met hun afzonderlijke belangen. Wat is deze oorlog nirt sleepend gebleven door den geringen samenhang van de macht die tegenover de vaste org<nisatie van Centraal Europa zich trachtte te groepeeren! Men zegt dat Kitchener naar Rusland wilde gaan om de regeering aldaar tot een i, eregelde samenwerking over te ialen. Aan het begin van zijn reis is hij met liet schip dat hem droeg te gronde gegaan. Het heeft bijna vier jiren geduurd eer menaandenkantderEntentetot het denkbeeld is gekomen dat voor het bouwen van een huis een architect roodig is. Wat zou er van terecht komen, zoo irder werkman in zijn eigen afdeeling naar eigen zin te werk ging? Heel mooi moet men het rekenen dat in maarschalk Foch de belichamir g der Fransche gedachte werd gevonden, wier primaat men erkende in oe groote strategische politiek, i Engeland heeft zijn overwicht op zee ge toond en de verbinding onafgebroken geEnquête Evenredig Kiesrecht De Commissie, die de uitkomsten van de door de Amsterdammer" ingestelde enquête over het Evenredig Kiesrecht tot een rapport verwerken zal, denkt met hare werkzaamheden spoedig gereed te komen. Eventueele inzendingen van antwoorden op de vragenlijst, zullen, mits spoedig ingezonden, zoo mogelijk alsnog door de Commissie verwerkt worden. In het bijzonder acht zij het ook van belang de opinie van Voorzitters van Stembureaux en Hoofd-Stembureaux te vernemen. Vragenlijsten zullen, op aanvrage aan ons bureau : Keizersgracht 333, Amsterdam, per omgaande worden toegezonden. IIIIIIIIHIIIIIIIIIIlmillllHlllllllllMIIIIIIIIIIIIIHIHIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIII voorziening in de dringende stoffelijke be hoeften van hei oogenblik, waaraan misschien, zoo noodig, ook nog op andere wijze met de grootste inspanning en op offeringen het hoofd te bieden ware. De gewenschte overeenkomst met Amerika, met de geallieerden moet echter beschouwd worden als een symptoom van een algemeene, politieke lijn. Het beteekent, dat wij voor onze gansche toekomst als neutrale thans dezen vorm van aansluiting zoeken moeten. De groote afrekening, de liquidatie, nadert. Daarbij zijn ook onze belangen betrokken. Economische vragen dringen zich op. Wanneer een economisch ver bond, met in- en uitvoerregeling tot stand wordt gebracht, welke plaats zullen wij daarin kunnen bedingen? Hoe zullen wij ons deel krijgen in de wereld-distri butie der grondstoffen? Politieke vragen evenzeer. Ook aan onze grenzen zal de aandacht worden gewijd. De Scheldekwestie en die van het Maasgebied spelen nu eenmaal haar rol, die van den Eemsmond en van Oost-Friesland wellicht evenzeer. Wij moeten zorgen, dat óns belang daarbij ten volle wegen kan! Hoe anders zal dit alles mogelijk zijn, dan wanneer wij tijdig gezorgd hebben, de minnelijke en vertrouwende verstand houding met de regelende machten te hebben aanvaard? De gelegenheid hiertoe zal echter eens voor goed verloren zijn, indien wij die nu blijven verwaarloozen! Wij zijn allerminst blind voor de mo gelijkheid, dat de winnende partijen hier en daar haar macht in de uiterste mate zullen doorvoeren, en dat Holland hierbij in last komen kan. Wij wenschen met ernst den Geallieerden" regeeringen de wijsheid toe, in de meesleepende kracht der overmacht, hun zelfbeperking te be waren. Maar wij beweren, dat Holland zich zelf het beste vrijwaren zal, niet door stelselmatige onverschilligheid of teruggetrokkenheid, maar juist door nu mede voor den dag te komen. Zeker, er is eene andere redeneering. Het is die, welke steunt op onze rol als sympathieken vredesstaat, als middel punt van het komende Haagsche vredes congres. Daardoor, zoo wordt gedacht, zal Nederland zijn belangen genoeg kunnen doen gelden. En daarom moet Nederland nu het pad der afzijdigheid tot 't bittere eind volhouden, teneinde later naar geen kant gebonden te zijn. Het is eigenlijk de leer van 't cere moniemeesterschap. Doch berust zij niet op eene algeheele houden tusschen de Britsche gebieden, Amerika en Frankrijk; Engeland en de Vereenigde Stalen hebben hun troepenmacht, hun technisch materiaal en hun geldmid delen aan het groote verbond trgen h t Pruisische hoofdkwartier gegeven, Frankrijk daartegenover bracht de gedegen stalen kling van zijn genie In de maatschap. Waar dat genie domineert, hoe zou daar, als het wordt gesteund door de macht aan techniek en aan menscheu van de halve wereld, de over winning kunnen zijn aa de millioenen van het saamgesloten centrum, hoe stevig ook zijn kern, hoe roekeloos zijn beginnen zijn midden en zijn einde. En hoe lang heeft het niet geduurd eer men een uitzicht kon wnnen! Is men niet begonnen van den kant der Entente met de poging een ring te trekken om het midden van Europa heen ? Er werd gerekend op de toetreding van Italië, Roemenië, misschien zelfs van Bulgarije tot een verbond dal Duitschiand en Oosten rijk Hongarije in het Westen, Zuiden en Oosten zou insluiten. Mr»«r brleid en eenheid van gedarh'en ontbiaken hit dat aanvankelijk streven. Duitschiand hèft de omheining ver broken en den *? g zich vrijgemaakt naar het Zuiden en Oosten. Men r oemt dat het verraad v-ui Bulgauj- en van Rusland dat drn val van Riemen meevoerde. Toen is er een uji geweest van beslist overwicht voor het Pruisische hoofdkwartier. Het dacht den vrtde in zijn hand te hebben en m;t den vred-- de m >cht in Europa. Kon het riet door hit gebrek aan samen werking hij den tegenstander zijn troepen van her eene oorlogsgebied verschuiven naar het andere, en r.e nu latr-n optreden t' g--n Rusland, dan in htt O 'Sten en dan weer in Italiëom hen wanneer het noodig bleek wederom naar htt westelijk fronl t<: doen verhuizen ? Nu heeft de eerheid van gedachte en van leiding bij de giïteiallieerden dat werk wrer dot-n aanvatten tot sluiting van den omknellenden ring De aaval tegi-n de ver bondenen van DuitscMand heeft aan alle kanten tegelijkertijd j.iaats, triomfeerend op misvatting van den toestand, op eene miskenning van de Götterdammerung"? Zal er wel sprake zijn van een vredes congres? Van een groene tafel in Den Haag? Van een recipieerenden staat tusschen twee partijen? Of zal er een vrede eenvoudig worden gedicteerd, hetzij te Berlijn, hetzij te Versailles, hetzij elders, maar niet om een groene tafel en niet in een neutraal land? Zou Bulgarije niet een prototype ook voor Duitschiand zijn? Zullen niet de grondslagen van 't nieuwe Europa, van de nieuwe wereld, eenvoudig worden opgelegd? En waar blijft dan de plaats voor den neutrale, die zich, te lang, voor de vredes regeling heeft gereserveerd"? Hij kan later zijn deuren openen voor tal van secundaire conferentie's, maar bij de hoofdzaak heeft hij geheel achter en buiten de deur gestaan! Dit is het gevaar yan de Haagsche onthoudingstheorie. Dit is de reden, waarom nog minder nagelaten worden mag, ook aan de oogenblikkelijke zorg van ons volk tegemoet te komen, door naar den Geallieerden kant bewust de toenadering te zoeken, die met onze zelfstandige positie geheel valt overeen te brengen, en door ons duurzaam belang gevorderd wordt. Soepelheid is zelden de deugd van de Nederlandsche Staatkunde ge weest. Het gebrek daaraan heeft ons land verscheidene malen in zijne ge schiedenis parten gespeeld! Moge dit thans tenminste worden vermeden. Noodig is: 1. Onverwijlde, voortreffelijke en sym pathieke voorziening in onze vertegen woordiging te Washington, waarbij, hier op mag in ons land nog wel ter dege worden gewezen, de nadruk niet bovenal in de geschiktheid om te marchandeeren moet worden gezocht, maar in de eigen schappen om den eerbied voor Neder land op zijn best te wekken. 2. Aandachtige verzorging van onze vertegenwoordiging te Parijs, dat van zelf het middelpunt der Europeesche gestie wordt. 3. Een doorfastende overeenkomst voor voedsel- en':' grondstoffenaanvoer en scheepvaart met de Vereenigde Staten en de Geallieerden. Dit zijn de eerste punten, welke ons de godenschemering voorhoudt, zal Neder land er niet mede door omlaag worden getrokken. v. H. m iiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiimiimimiiiiiiiiiiiiimiimimiiimiimiii een vermoeiden vijand. Foch, de opperbevelhebber de Ententelegers, de ziel van den Raad van Versailles heet het moment uitgekozen voor de alge meene beweging. In Syriëzijn de Turksche legers vernietigd, Damaskus is In handen der Engelschen, Bulgarije nog maar weinig tijd geleden zoo grootsch denkend over zijn in den oorlog verkregen macht heeft zich geheel weerloos overgegeven aan den vijand, ik spreek nu niet over de vorderingen gemaakt in het Westen door den moed der Fransche, Amerikaansche, Engelsche, Belgische legers. Het lofvan Bulgarije is typisch. In den herfst van 1915 was de overgang van Tsaar Ferdinand tot den bond der Centrale Mogendheden het teeken van hun oppermacht, evenals die handeling tot een bewijs strekte van de onmacht hunner tegen standers in Europa; thans, in den herfst van 1918, is de onderwerping van Bulgarije aan het gezag der Entente een praktisch zinnebeeld van haar suprematie. Het Bulgaarsche volk, vermoeid van oorlogen (de Balkanoorlog van 1912 en 1913 telt mede) heeft zijn droom van een groot Macedonisch rijk opgegeven, om zijn voordeel te verwachten, aan de zijde der Entente, bij den toekomstigen grooten wereldvrede. De vrede? Reikt het uitzicht ver genoeg om in de toekomst reeds den vrede te onderscheiden? E< n andi re naam dan die van Foch komt o s voor den geest wanneer wij aan den vrede denken, die van Wilson; en het is Amerika, dat de drijfkracht geeft aan dit laatste gedeelte van den oorlog, het tijdperk der beslissing. Den President resten voor zijn presidentschap der Vereenigde Staten nog slechts achttien maanden van effectief werk. De bekroning van zijn taak zal hij r iet aan andere handen willen overlaten, en het vredeswerk na het beëindigen van den oorlog zal ren arbeid van btteekenfs zijn. Wie vooruit wil zien, moet rret die limiet van achttien maanden r« keninghouden, W. G. C. BIJVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl