Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
5 Oct. '18. No. 2154
ZOUTWINNING UIT
NEDERLANDSCHEN BODEM!
door B. PERSON
Zoo zijn we dan eindelijk zóó/er, dat bij
Boekelo, in Twente, in Hollandschen bodem
zout wordt aangeboord.
Of Nederland, dat toch aan twee zijden
door de zee bespoeld wordt, dan tot nu toe
zelf geen zout won? Inderdaad geschiedde
dit zoo goed als niet, hoewel de hoeveel
heden ruwzout, die ons land voor de
harlngvisscherij noodig heeft, altijd zér aanzienlijk
zijn geweest. De geschiedenis vertelt, dat
de Hollanders tusschen de 124e en de 13de
eeuw zout wonnen uit veen, dat van zeewater
doortrokken was; het veen werd dan ver
brand, en het zout, dat in de asch achterbleef,
werd door een zuiveringsproces daaraan ont
trokken. Maar deze productie was ook toen
reeds zeer onvoldoende, zoodat het meeste
ruw zeezout en klipzout hierheen werden
aangevoerd uit Spanje, Frankrijk en Engeland
om in de toen nog talrijke zoutziederijen
te worden verwerkt. In de laatste halve eeuw
verminderde echter het aantal zoutziederijen
hier te lande aanzienlijk, o. a. doordat
Scandinavië, dat vroeger een groot afzet
gebied vormde voor het Nederlandsche
geraffineerde product, leerde, in haar eigen
behoeften te voorzien. Tegenwoordig ver
werken de Nederlandsche zoutziederijen
bijna uitsluitend zout uit Duitschland.
Tegenwoordig", dat wil zeggen de laatste
paar jaar. In 't begin van den oorlog kregen
we ook nog wei eens was uit Engeland, en
ook uit Oostenrijk; maar de scheep vaart
stagnatie verhinaerde ons, voldoende zout
uit Engeland te gaan halen; en andere
omstandigheden, wellicht de economische
moeilijkheden in Oostenrijk, deden ook den
aanvoer uit dat land stilstaan.
Die afhankelijkheid van het buitenland
heeft ons tijdens den oorlog meermalen
zorg gebaard. De geruchten van een drei
gend zouttekort doken herhaaldelijk op. Men
roepe zich maar eens den zoutcrisis, van
October 1916 in het geheugen terug. Duitsch
land zette toen plotseling tijdelijk den aan
voer van zout naar ons land geheel stop l
Waarschijnlijk moest de aanleiding hiertoe
gezocht worden in het tusschen de Engelsche
regeering en de Nederlandsche haringreeders
gesloten contract, waarin bepaald werd, dat
slechts 20 pCt. van de haringvangst mocht
geëxporteerd worden waarheen de reeders
wilden; en Duitschland, hetwelk zich op
dat oogenblik reeds 20pCt. van de
Hollandsche haringvangst had verzekerd, had
dus niet meer in dezelfde mate als vroeger
belang bij den uitvoer van Duitsch zout
naar Nederland en zette dien uitvoer stop.
Des te knellender wordt zulk een gevoel
van afhankelijkheid indien men weet, dat
men door krachtig aanpakken zichzelve een
heel eind helpen kan. En dat wist men
eigenlijk al sinds 1910. Want in dat jaar
toonden de geologen
vandenRijksopsporingsdienst van Delfstoffen aan, dat er in Twente
de proefboringen waren nabij het dorp
Buurse gedaan zout onder den grond
moest zitten. .Het zout moet uit den bodem t"
werd in '16 het parool. En toen de Kamer in
Mei 1917 het eerste wetsontwerp van die strek
king verwierp, (omdat haar meerderheid
niet de verantwoordelijkheid voor de con
cessie-verleening aan een N. V. en het deel
hebber worden van den staat wilde aan
vaarden, zoolang minister Posthuma weigerde
alle betrokken rapporten ever te leggen)
werd dit parool met verdubbelde kracht
aangeheven. Een jaar na het eerste wets
ontwerp verscheen het tweede, dat slechts
weinig gewijzigd was: aan de bezwaren,
in de Kamer geuit, was in zooverre tegemoet
gekomen, dat de minister alle belangheb
benden zoutzieders enz. in de N. V.
De Nederlandsche Zoutindustrie", die de
concessie kreeg, had doen onderbrengen.
De zoutzieders zouden dus van het nieuwe
UIIUIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIItllll
iiiimmiiiiiiiHiimiiimiiiiii
UPTON SINCLAIR
Koning Kool, door UPTON SIN.CLAIR.
(Uitgave W. Versluys).
Upton Sinclair is een schrijver met ver
wonderlijke kracht. Tusschen artiesten en
decadenten staat hij met ziji forsche per
soonlijkheid onverzettelijk en onverwinlijk.
Hij vraagt niet naar kunstformulen of artis
tieke systeemen. Hij is gebooren met een
oovermaat van ethische kracht, en zijn
richtlijn is zuiver gebleeven van den aan
vang af.
Alle kunst is bij hem tendens-kunst, in al
zijn werk is het de mensch die spreekt, de
mensch die zijn meedemenscben lief heeft
en hen beweegen wil tot hooger
menschelijkheid. Het is een heerlijk, rustig en hoop
vol schouwspel, zoo vast en steevig een
man aan 't werk te zien. Er is er geen, naar
mijn weeten, die op dit kritische moment,
met zooveel artistieke kracht gewapend, zoo
onbekommerd toegeeft aan zijn innige zucht
tot goed-maken, tot herstellen, tot
verbeeteren van het kwaad der aarde. Hij is geen
puur artiest die enkel schoonheid zoekt,
eevenmin is hij een preediker en apostel
die enkel wil bekeeren en oovertuigen. Hij
is beiden inén. Maar wat hem drijft is de
menschen-liefde, en zijn buitengewoone
kunstenaars-gaven gebruikt hij als ter loops,
om zijn zeedelijke bedoelingen te volgen.
In de eerste plaats is hij de man van actie,
en als hij meende de menschheid er mee
te kunnen dienen, zou hij al zijn werk wil
len verbranden. De grootste moeite die hij
heeft in zijn werk, is het beknopt te maken
en niet al te tendentieus. Hij heeft mij
meenigmaal zijn dank betuigd als ik hem
ried niet te veel apostel te zijn, maar ook
zijn groote kunstenaars-vermoogens te zui
veren en te ontwikkelen. En kenmerkend
is daarin de opdracht van zijn boek Ko
ning Kool" aan zijn echtgenoote Mary Craig.
Kimbrough, die zooals hij zegt, door de
gevaarlijke taak om het manuscript van haar
man in stukken te scheuren, den leezer tot dank
heeft verplicht, voer de af weezigheid van de
meeste fouten in zijn boek. Als Upton zich
liet gaan, zou hij gaan preediken en
beIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIHIIIII
TH. FRANKEN ?:? H. VINGEm
Hofleverancier - Amsterdam
ULVEÜSTMJIT 216 -:- VILLEISPAIIIVEG 9
TEL. NOS. 2040-1881 TEL. No. 1793 Zuid
Comestibles,Fijne Vleeschwaren enz.
bedrijf weinig «f geen nadeel ondervinden.
En de Kamer nam het voorstel aan; alleen
de doctrinaire voorstanders van staats
exploitatie stemden tegen.
* * *
Een week na de aanneming van het wets
ontwerp vingen de werkzaamheden aan.
De .Nederlandsche Zoutindustrie" heeft
het boorwerk opgedragen aan de N.V.
Diepboormaatschappij Vulkaan", die op dit
gebied hare sporen verdiend heeft, en sedert
eenige weken staat nu, eenigszins verloren
en eenzaam, midden op de onafzienbare,
bloeiende hei, de boortoren, waaronder het
boorwerk geschiedt.
Fig. 1. De boortoren
Midden in de loods bevindt zich in den
grond het boorgat
Vele lezers van De Amsterdammer" zullen
zich van dit boorwerk het een en ander
herinneren, door hetgeen er op de E.N.T.O.S.
van te zien is geweest. Voor dengeen die
niet weet, hoe zoo'n boring geschiedt, een
korte toelichting:
Allereerst wordt er een soort van put
gevormd, door buizen, aanvankelijk met
60 c.M. middellijn, (op grooter diepte met
geringer diameter, allengs verminderend tot
30 c.M.) in den grond te drukken. Hieruit
halen de boorinstrumenten (sommige met
de hand, andere door middel van stoom
gedreven) de delfstof uit den grond naar
boven.
Tot 7 Meter diepte is er zand opgehaald
door middel van een puls," d.i. een lange
buis, van onderen voorzien van een klep,
welke bij het zakken naar binnen wordt
opengedrukt en zich natuurlijk bij het
ophijschen sluit.
Van 7 tot ongeveer 80 Meter valt er niets
dan leem op te halen. Dit geschiedt even
eens met de hand: men laat een lepelboor"
in de put zakken, tot in de leemlaag. Daar
aangekomen, boort en kerft dit instrument
een l Meter hooge ijzeren bak, met van
onderen twee schuin naar beneden wijzende
messen zich al draaiend een weg door
de taaie kleiachtige massa; als de bak ge
vuld is, haalt de locomobiel hem omhoog,
en de arbeiders steken er met schoppen en
iimiiiiMiiiiii
toogen, totdat niemand meer naar hem
luisterde. Want de menschen willen niet
bekeerd zijn door welsprekendheid, maar
wel gaarne volgen wie hen vóór gaat met
beeldende schoonheid. Zoo leerde Upton
zich bedwingen, en zijn sterke artistieke
paarden spannen voor de zware kar van
zijn ethische gevoelens.
Upton Sinclair is opgevoed in de cultuur
van de Zuid-Amerikaansche Staten. Een
Angelsaksische cultuur die zeer hoog stond,
en waarvan wij in Europa veel te weinig
weeten. Een cultuur die opbloeide in groote
weelde, in het rijke vruchtbare gebied der
Zuidelijke Staten, en niet zoo spoedig tot
groot-steedsch bederf kwam, maar tierde op
de reusachtige hoeven, waar oovervloed van
neeger-slaven den blanken mensch vrijheid
gaven tot geestelijke ontwikkeling, een leeven
in de oopen lucht, tot feestvieren, zich fraai
kleeden, smullen, paardrijden en dansen.
Kenmerkend voor den geest die daarheerschte
is het volgende feit dat Upton m^ vertelde.
Op een dier groote, weelderige hoeven was
een grooie danszaal gebouwd, waar werd
feestgevierd en gedanst. Het gebouw raakte
in brand, maar de oovermoedige jonge feest
vierders staakten daarom nog niet hun festijn.
Dóórdansen, voortfuiven was het parool, en
het dansfeest werd voortgezet tot de vlammen
opknetterden onder de voeten der dansers,
en de rook hen dreigde te verstikken. Toen
dansten zij voort rondom den grooten
brand, in de oopen lucht, bij het schijnsel
der vlammen. Een vreugde-dorst,
eenleevenslust en leevensmoed, die wij ook in Holland
gekend hebben, onder invloed derstijgende
weelde in de zeventiende eeuw.
Maar Upton Sinclair werd in die cultuur
gebooren met een onstilbaar verlangen naar
rechtvaardigheid en zeedelijke reinheid. Hij
zag hoe die leevenslust tierde op een boodem
van onrecht en afschuwelijk leed, en bekocht
werd met ontaarding en bederf. Hij zag de
verwoesting, aangericht door smullen en
drinken, en hij zwoer als knaap, vijand
schap aan de alcohol. Nooit heeft hij die
eed gebrooken. Sooberheid en geheelont
houding heeft hij gehandhaafd in de
moeyelijkste omstandigheeden. Ik heb hem gezien
op een f eest-maalt ij d te London, tot zijneer
aangericht door zijn vrienden, en hij zelf
daarbij als de eenige, die een gewoon oad
pakje droeg tusschen al de
avond-getoiletteerde en gedecolleteerde dames de drink
toespraken beantwoordend met een glas
helder water.
Het heeft lang geduurd eer Upton Sinclair
als schrijver naam kreeg. Het eerste werk
van hem dat insloeg was: .the Journal of
Arthur Stirling". Een boek dat zich voor
deed als het authentieke journaal van een
Fig. 2. De delfstof wordt uit het boorgat
naar boven gebracht
spaden de grijze leem uit. Zoo wordt de
lepelboor vele malen per dag aan zware
ijzeren stangen omlaag gelaten; elke keer
vullen van de lepelboor brengt den hoorder
ongeveer 25 centimeter dichter bij de zout
laag (die op 350 meter diepte wordt ver
wacht) en eiken dag schiet het werk onge
veer 3 meter op.
Na de leemlaag verwacht men (van 80
meter tot 320M.) leiachtig g e s t e e n t e. Om dat
te bewerken wordt aan een kabeldraad een
400 K.G. zware beitel opgehangen een
werktuig, dat zich aan den onderkant tot
een scherp mes toespitst. Deze beitel laat
men door middel van stoomkracht met een
tempo van 100 slagen per minuut op de
steenlaag hameren, die daardoor tot gruis
boorgat (SOc.M.)
begane grond
Fig. A
2O M. diepte
F,q. 5
CD
20M. diepte
. beg. grond
i'71 J. 50M. diepte
reikt tot in
heb zout.
Fig. 3. Schematische doorsnede van de achtereenvolgens in het
boorgat neergelaten boorbuizen
Aanvankelijk wordt een boorbuis in den grond gedrukt van
60 c.M. diameter, tot op 20 M. diepte (fig. A). Omdat de druk
onder den grond tegen de buis te groot zou worden, laat men
vervolgens een nauwere buis erin zakken, n.I. een van 50 c.M.,
welke reikt tot 60 c.M. diepte (fig. B). Hierin komt weer een
van 40 c.M. doorsnee, tot 80 M. diepte (fig. C.) en daarin ten
slotte de buis van 30 c.M. middellijn, welke tot in de zoutlaag
zakt en waaruit later de pekel wordt opgepompt (stippellijn fig.
C). Met de verhoudingen op de teekening neme men het niet
te nauw.
N.V. PAERELS
Meubileering M".
COMPLETE MEUBILEEEINGr
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIKIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH
verpulvert; de steenlaag wordt buitendien
reeds murwer gemaakt door een waterstraal
die er onder het beitelen voortdurend met
kracht wordt opgespoten.
Intusschen, men komt met dien beitel wel
dieper, maar het steengruis, dat samen met
het omlaaggespoten water naar boven ge
perst wordt en over den rand van de
boorbuis stroomt, leent zich moeilijk voor een
physisch (alleen voor een scheikundig) on
derzoek. En men dient toch gedurende het
geheele boorproces te weten, wat men
eigenlijk naar boven brengt, hoever men
de zoutlaag reeds nadert. Daartoe nu trekt
men tien z.g. kerns": men doet alsof men
een reusachtige kurk trekt. Men laat namelijk
aan de stangen zakken een holle,
cilindervormige buis van gehard staal (welker rand
van onderen voorzien is van stalen tanden of
diamanten); in hardere steenlagen trekt men
den kern" met een diamantkroon, in zachtere
met een staalkroon. De stalen tanden of
diamanten nu snijden zich, doordat men de
holle buis laat draaien, een weg in het ge
steente, en als de buis vol is, haalt men
haar omhoog, en vindt men in de buis een
cylindervormtge massa van het gesteente,
waaraan men dus dadelijk zien kan, aan
welke delfstof men toe is.
Van 320 tot 350 meter verwacht men
anhydriet, en daaronder de 20 M. dikke
zoutlaag. Het schijnt, dat de uitlooging van
deze zoutlaag reeds aangevangen is: het in
den loop der tijden doorgesijpelde water
heeft met andere woorden de zoutlaag
reeds gedeeltelijk doen smelten en herscha
pen tot een ondergrondse!] zoutmeer. Van
daar dat hier geen mijnbouw met
schachten en gangen mogelijk was.maarde
aangewezen wijze van ontginning verdere
uitlooging is: zoodra de zoutlaag zal zijn
bereikt en het boorgat tot op het onderste
laagje daarvan zal zijn doorgeboord, laat
men in deboorbuizen
zoetwater vloeien,
zoodat in de diepte
aiie zout tot pekel
wordt. Deze pekel
beg. gr. wordt door een
difpwelpomp boven den
grond gebracht en
naar een reusachtig
groot reservoir ge
voerd, dat de
kostoM diepte bare vloeistof naar
de 2 K.M. verder te
bouwen zoutfabriek
zal leiden, waar de
pekel wordt inge
dampt.
jong dichter die zelfmoord pleegde. Het was
autobiografisch, eevenals Goethe's Werther,
maar eeven als Goethe ging Upton niet tot
in den zelfmoord. Gelukkig bleef hij daar
voor staan, en liet de uitvoering oover aan
den held van zijn boek,
Toen schreef hij The Jungle" dat zijn
waereld-reputatie vestigde. Ook hierin was
autobiografie. Upton beschreef wat htj door
leefd had en hij bewoog zich persoonlijk,
met eigen ontbeering en leevensgevaar in
al de afzichtelijke hooien van menschelijke
ellende.
Hij schreef echter ook een historische
roman, in opdracht. Het zou een boek wor
den in drie deelen en de geschiedenis
geeven van den grooten burger-oorlog, waaraan
tijdens Upton's jeugd de bittere herinnering
nog versch en leevendig was. Van artistiek
oogpunt gezien is dit werk, waarvan het
eerste deel alleen geschreeven is, het sterkste
en fraaiste wat Upton voortbracht. Het heet
Manassas", den naam van de plaats waar
de eerste bloedige overwinning der Zui
delijke Staten werd bevochten. Het kan op
een lijn gesteld worden met de bïstc
historische romans, met La guerre et la
Pain" van Tol&toy, of met Ie Debacle"
van Zola. Het is een meesterlijke uiteen
zetting van de ooi zaken van den burger
krijg en een voortreffelijke teekening der
voornaamste figuuren in het conflict.
De drie deelen werden niet voltooid,
omdat het Amerikaansche publiek onver
schillig bleef en de waarde van het boek
niet begreep.
'Toen schreef Upton Sinclair een aantal
proza werken en drama's rnet verwonderlijke
productiviteit. Samue! the Seeker" een
aardig, geestig boek met onverhoolen ten
dens. Prince Hagen" een socialistisch
drama, dat opgevoerd werd, vol scherpe
kritiek op het Arneriuaansch gezwendel en
gedobbel met geld. The Cry for Justice"
een rijke compilatie van al wat door de
beste denkers en schrijvers oover de sociale
onrechtvaardigheid is gezegd.
Teevens liet Upton het niet bij woorden
en boeken. Van het geld door thejunglt" ver
diend stichtte hij een communistische kolonie
Heiicon Hall" genaamd, waarvan het korte
bestaan eindigde in esn groote brand, die
het fraaye gebouw in de asch legde, en
Upton zonder een cent op straat liet staan.
En natuurlijk, zpoals wij dat ook elders
hebben kunnen zien, bespot en hoonend uit
gejouwd door de kapitalisten en
kathedersocialisten.
Onvervaard en onverdrooten ging Upton
Sinclair voort. Hij liet zich niet verslaan en
niet van de wijs brengen. Dit nu Is een
kwaliteit waarvoor men in Amerika
bizonCijfers? Men ver
wacht, dat men uit
elk boorgat en er
worden v o o r l o
op i g t wee aangeboord
7 M' pekel per uur
omhoog ?al brengen,
dat is 168 M'per et
maal, dus voor twee
bronnen 336 M'per et
maal. Vermenigvul
digd met 300 (het
deren eerbied heeft, en het gelukte hem dan
ook voort te werken en meer en meer
vrienden en aanhangers te winnen in de
geheele waereld. Nog is hij in Amerika niet
tot het aanzien gekoomen dat hij verdient,
maar hij is op weg. Een tijd lang verwachtte
hij de omkeer tot sociaal-gerechtigheid van
de Duitsche sociaal-democraten. Een reis,
kort voor den oorlog, met mij in Duitsch
land gedaan, bracht hem tot ander inzicht,
dat door de gebeurtenissen van 1914 be
hoorlijk werd verhelderd. Van dien kant was
geen heil te wachten en thans steunt hij,
internationaal gezind als hij is, toch met
alle macht de politiek van president Wilson.
Men meent wel dat Upton Sinclair, eeven
als de meeste sterk ethisch aangelegde na
tuuren, geen diepe wijsgeer is. Maar hij
schreef voor ongeveer vier jaren een machtig
proza-werk, getiteld Love's pilgrimage"
dat oplichtingen bevat van buitengewoone
diepte en klaarheid. Het handelt oover de
sexueele erotiek en is in gewaagdheid en
durf, in stoutmoedige oorspronkelijkheid
onoovertroffen. Het is lyrisch, en wat lang,
maar hoog gehouden en zwaar en sterk
van ritme.
In twee volgende boeken: Sylvia" en
Sylvla's marriage" is het liefdeleveri geheeld
van de rijk, verwende Amerikaansche vrouw.
Boeken vol kleurige schildering en vol bit
teren hoon, blijkbaar gevoed door ervaring
en door het Amerikaansche publiek angst
vallig doodgezweegen.
Nu komt, als zijn jongste werk, King
Goal, en het boek belooft een tegenhanger
te worden van the: Jungle". Van the jungle"
zei Upton dat hij bedoeld had de menschen
in hun hart te treffen, maar dat de stoot
verkeerd aankwam en hun in de maag trof.
Er werd minder gelet op de gruwelen van
onrecht die het boek aan 't licht bracht, dan
wel op de onsmakelijke verhalen uit de
groote slachterijen van Chicago. Het eeten
van geconserveerd vleesch verminderde, ten
minste voor eenigen tijd, maar de schrik
kelijke arbeids-toestanden bleeven bestaan.
In Koning Kool" worden de ellendige
leevens der mijnwerkers in Midden-Amerika
geheeld, en het is niet onmoogelijk dat
ditmaal de geweldige stoot beeter aankomt.
Vooral na den oorlog zal dit kunnen ge
beuren, als de reekeningen vereffend, en de
groote geld-wolven getemd moeten worden.
Ook in dit boek geeft Upton zijn eigen
persoonlijke ervaring. Na de groote mijn
werkers-staking in Colorado, die door sol
daten in bloed werd gesmoord, kreeg Upton
de opdracht <o write the matter up". Hij
moest de toestand]onderzoeken en beschrijven.
Hij deed het met den hem eigenen moed, met
niets ontziende dapperheid en grondigheid.
ONZE REIS-TAAL
A Is we in ons Land wat reizen
Spreken we van een station,
Chef, portier, loket, bagage
Kellner, rails, coupé, wagon.
Van perron, lokaal, controle
Tender en locomotief,
Van bureaux en informaties
Van tabellen en cursief.
Van trajecten en van tractie
Machinist en conducteur,
. Passagiers, kiosk, cylinder
Restaurant en controleur.
Van electrisch en hydraulisch
Halte, lorrie en publiek,
Lucifers en cigaretten
Derailleeren en trafiek.
Alphabetisch, militairen
Telefoon en kapitaal,
Van minuten, lift en klasse
Retirade en centraal.
Van agent, administratie
Van lectuur, expres en tram,
Van reclame, tank en abort
Van courant en telegram.
Bloknoot en correspondentie
Lunch, menu, hotel, diner,
Table d'höte en invitatie
Illustraties en café.
Als we in ons Land wat reizen
Met den tram of met den trein,
Is 't, als men ons hoort praten
Of we in den vreemde zijn.
J. H. SPEENHOFI
HIMMIIlmlImlIIMHIl
H.VANDOOREN&Cü.
AMSTERDAM DEN HAAG UTRECHT
Bewaart gedurende de Zomermaanden
Uw BONT In MOTVRIJE KLUIS
aantal werkdagen per jaar), belooft dit een
productie van 100.800 M3, pekel per jaar.
En aangezien l M3.verzadigde pekel 318 K.G.
zout levert, brengen de twee bronnen,
globaal bere-kend, op: per etmaal 100000
K.G. zout of per jaar30.000,OCO KG. zout =
30.000 ton.
Beteekent dit, dat Nederland zich hier
door onafhankelijk zal hebben gemaakt
van het buitenlandsche zout ? Helaas niet.
Want uit de statistieken van de laatste vier
jaren blijkt, dat de binnenlandsche behoefte
wisselde van 115000 tot 130.000 ton per
jaar, dat is dus viermaal zooveel als
we thans hopen voort te brengen.
Maar wie weet, of het aantal boorgaten niet,
als de productie meevalt, wordt uitgebreid!
En dan... ook bij Winterswijk zit zout
in den bodem; Daar zal de mijnbouw even
tueel wél in optima forma moeten worden
toegepast, al was het alleen omdat daar
onder de zoutlaag een steenkolenlaag wordt
verwacht, die door den watertoevoer zou
kunnen lijden, en welker ontginning daaren
tegen eenvoudiger en goekooper zou wor
den, wanneer de reeds aangelegde schachten
van de zoutmijn erboven den toegang tot
ds steenkolenmijn reeds vergemakkelijkten.
De ontginning b§Winterswijk ligt onge
twijfeld nog in het verschiet. Maar niette
min: daar moet het heen!
Hij leefde het leeven der mijnwerkers mee
en schreef zijn ervaringen neer in het boek
Koning Kool. Men kan er zeeker van zijn
dat hij geen feit heeft verzonnen of gefan
taseerd, alles heeft hij zelf geobserveerd en
ondervonden.
Nu zij het mij vergund aan het slot van
deeze aankondiging een paar praktische op
merkingen te maken, in het belang van den
schrijver Upton Sinclair en dus ook in
't belang der gansene menschheid, in wier
dienst htj zich heeft gesteld.
Upton Sinclair is dood arm. Al wat hij
had en al wat hij met zijn werk verdiende
heeft hij weer geofferd aan de goede zaak.
Hij zal het mij zeeker ten goede houden
als ik dit oopenlijk mee deel Steun van
uitgeevers of theater-directies heeft hij niet
gehad. Hij heeft tal van machtige vijanden
maar weinig machtige vrienden. Om te be
staan en te werken is het voor hem noodig
bronnen van inkomsten te hebben. Nu heeft
hij een maandblad opgericht tot verspreiding.
van zijn denkbeelden, en ik zou wenschen
dat allen die zijn arbeid waardeeren dit maand
blad steunen. Het heet Upton Sinclair's"
en de uiigeevers-maatschappij Ontwikke
ling" te Amsterdam hetft de exploitatie in
handen.
Ook vermeen ik dat het drama, uit het
boek Koning Kool getrokken, reeds vijfen
twintig opvoeringen in Amsterdam heeft
gehad. Ik meen te weten dat de schrijver
zelf hierin niet is gekend, en geen cent als
auteurs-renten ontvangt. Zou de directie van
het Rozen-theoter, dat de opvoeringen geeft,
niet te beweegen zijn eenige eedelmoedigheid
in dezen te toonen en den werker te geeven
wat hem; toekomt, op dat hij ten minste met
zijn aller nuttigsten arbeid voort kan gaan?
Dit is een ongewoon slot van een literaire
boek-bespreeking, maar ik kan geen beeter
bedenken.
FREDERIK VAN EEDEN.
uu iniiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiimiiiiniiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
MotordienstvanTetenburg
DAGELIJKSCHE MÜTORDIENST
UTRECHT LEIDEN OEN HUG DELFT
Vleutinsthawig. ItrachtschavHrZB. Fynjékade6. Houttutmil
VICE-VERSA