De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 5 oktober pagina 7

5 oktober 1918 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

5 Oct. '18. No. 2154 DE .AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND BENARDE TIJDEN Tee.ke.nlns voor de Amsterdammer" van Jordaan De nieuwe Schutsengel lllllllflIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIirilllMltlMIIIIIIIIIIMIIIMI KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN OP DE STAATSBEGROOTING De afdeellng Kunsten en Wetenschappen der Staatsbegrooting voor 1919 is nog een onderdeel van die van Binnenlandsche Zaken en dus alsnog opgemaakt door minister Cort van der Linden, terwijl de nieuwe premier,1 minister Ruys de Beerenbrouck, haar onderteekende. Zij zal evenwel verde digd worden door den nieuwen minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, die er dus allereerst nog zijn sanctie aan zal moeten hechten. Wat deze in de thans ingediende begrooting zal wijzigen, toevoeK. V. HET NEDERLANDSCH TOONEEL: Onweer, door Aug. Strindberg. Het is een taak, een schoone, en voorals nog ondankbare taak, Strindberg tot het Nederlandsen, publiek, of liever het Nederlandsch publiek tot Strindberg te brengen. Het Is er neg niet aan toe. Het natu ralisme, waarbij wij zijn opgevoed en dat ons een maatstaf in handen legde juist van pas voor ons eigen, aan daagsche gewaar wording getoetst levensbegrip, belet ons Sfrindberg's dichtkunst te beschouwen uit een anderen hoek dan dien waarin huiselijke ervaring en burengerucht ons trekken. De omstandigheid, dat Strindberg zijn stof daaraan ontleende, beklemt ons, onzeooren hooren de smartelijke kreten die T.OO bedriegelljk gelijken op het gekerm van den wagen welke onder ons venster voorbij rolt, maar het accoord, zijn accoord, dat uiteen valt zoodra het is aangeslagen, gaat verlo ren voor onze bevangen ziel. Strindberg's realisme" is poëzie, is muziek, en alleen als zoodanig te benaderen: een overweldigendesymphonie, waarbij wij niet meer vragen naar welluiderdheld zóó machtig grijpt ze ons aan. Daarin komt hij de alleigrootsten, Shakespeare, Goethe, Tolstol, nabij, dat zijn werk ontastbaar is en aan geen wetten gebonden. Bovendien voelen wij een zeldzame samenhang in zijn werken, het is niet mogelijk het eene te peilen buiten verband met het andere, en de immer stijgende lijn van het mededoogen die er doorheen loopt, siddert als een koorts-curve. Laten we toch ophouden met den man, die als een reus den mensch" heeft verdedigd tegen het menschdom", en een exces van idealisme uitvierde in een reeks onsterfelijke daden, te beklagen. De grooten, zij in wie het be sef dat de mensch geschapen werd naar God's beeld, leven bleef, en die dan om zien naar wat er in het algemeen van terecht kwam..., moeten er nu eenmaal voor bloeden. Maar dat het martelaarschap van iiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiHiMiniiiiiiitniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii H. BERSSENBRUGGE, PORTMKTFOTOORAAF ZEESTRAAT 65, naart Panorama DEN HAAG. Tel. 1538. gen of verwijderen is uiteraard nog niet bekend. Zooals de begrooting er thans uitziet, valt het volgende op te merken: Voor 1918 was uitgetrokken f 1.388958; voor 1919 is uit getrokken f 1.806640. Hoewel van het meer dere van f 417.682 een groot deel bestemd is voor salaris-verhoogjngen, is toch de ver meerdering uit anderen hoofde belangrijk. Uitgetrokken is: voor reeds gesubsidieerde monumenten: f52.470; voor tot heden nog niet gesubsidieerde f 13.830. Met inbegrip van hetgeen noodig is voor de Rijks-monumenten en het toezicht daarop, waartoe ook de kosten behooren der Commissie voor Monumentenzorg, is in 't geheel hiervoor uitgetrokken ongeveer f 325.000, een cijfer, waaruit blijkt, hoezeer de Rijks.verzorging onzer oude monumenten toeneemt. Belangrijk is ook de post, waarbij in het vooruitzicht wordt gesteld de instelling van een commissie, wier taak het zal zijn, plan nen te ontwerpen voor de reorganisatie van dit volle, werkzame mede-leven een vloek zou zijn! Naar een oplossing heeft ook Strindberg vergeefs gesmacht, toch, n stelligheid is hem uit het vluchtig proces van bevruchting en ontbinding, uit het ondoorgrondelijk droomspel en den macaberen doodendans, gebleven: dat het zonde van de menschen is," dat zij tot beters waren bestemd l Zijn duizendbladige spiegel hield hfj hun vóór, om hen voor het minst te brengen tot het inzicht hunner waarde bij den aanblik hunner verwordenheid; en geen middel ontzag hfj om de verstikte kiemen lucht te geven. Ons mogen zijn middelen soms klein toeschijnen, ze worden groot in dit verband. De schijn, het te-kort, de wanorde, de onbestendigheid, de herhaling, de aftakeling, ze hebben Strind berg gekweld tot in het oneindige, doch even eindeloos is zijn geduld geweest: het straf werk te herzien. Van het negatief moest hij uitgaan, waar hem, behoudens dan deze ne: Es ist schade um die Menschen," geen enkele conclusie houdbaar bleek. En dat hfj ten slotte nog op deze ontkenning was aangewezen, terwijl zijn geheele ziel naar erkenning drong, dat heeft over de werken uit zfju latere periode, waaruit ook Weerlicht" dateert, een herfstkleed van wee moed gespreid. Elimineeren", wij kennen het woord, wij kennen vooral het sloopend gebaar, van den kapitein uit Doodendans". Wegdenken, doen verdwijnen. Zoo alleen is het leven ten einde te leven, wanneer men het aanstootelijke uitschakelt en evcntueele aandoe ningen ver houdt. Voor den Heer" uit Weerlicht" was hetaanstootelijke zijn jonge vrouw. Hij was de vijftig gepasseerd en niet meer begeering naar strijd. Zijn bezon ken verstand voorspelde hem, dat hij ten opzichte van dit jonge, gretige schepsel ook door zijn leven tampt de Alcazar-wals op den duur daaraan niet ontkomen zou. Elimineeren, dat is het eenige, om voort te teren op de rente zijner hartstochten, om zich met de herinnering, die rijker wordt naar mate het gezichtsveld zich beperkt, een nieuwe werkelijkheid te scheppen, op zijn wijze een dichter" te zijn. Wij ervaren met hem hoe zelfs deze bescheiden eisch nog moei lijk, gaaf, te vervullen blijkt. De jonge vrouw, onfortuinlijk hertrouwd, zoekt opnieuw een toekomst in het huis, dat haar, voor alle zeker heid, uitstiet, en de duur, want met het verlies van alle positieve waarden, gekochte rust van .den Heer", wordt nog eenmaal bedreigd. Zij spookt door zijn huis, als het levend vermaan: dat men den geheimzinnigensamen hang der omstandigheden niet willekeurig onderbreken kan, en dat er voor den man die in de eerste helft van zijn leven eenige genieting aanvaardde, ook in de tweede helft onvermijdelijke consequenties overblijven. onze Rijksmusea. Op die wijze zoude men ook tot het langverwachte Historisch Mu seum kunnen komen. Terwijl voor enkele ondernemingen van wetenschap en kunst hoogere subsidies zijn uitgetrokken, vindt men als nieuwe posten f 500 voor het Stedelijk Museum te Leiden, f 700 voor de Hidde-Nijland-stichting te Hindeloopen, f 500 voor het Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond; f 2000 gedurende vijf jaren voor de uitgave van een fotografischen atlas met beschrijving der menschelijke hersenen en van de hersens der waterzoogdieren door prof. Jelgersma; f 1250 gedurende 10 jaren voor dr. E. D. v. Oort's uitgave Ornithologia Neerlandica", waarvoor het Departement van Landbouw een gelijk bedrag beschikbaar stelt. Boven dien een subsidie van f 1500 voor het jaar boek van de Vereeniglng voor Ambachtsen Nijverheidskunst, f 5000 voor den Bond Heemschut en een büdrag voor de vereeniging Hendrick de Keyser", terwijl f 500 is uitgetrokken voor den Nederlandschen Klok ken- en Orgelraad. Een memoriepost voor de Volks-Universitelten bevat het blijde vooruitzicht, dat ook deze zoo nuttige en gewenschte instel lingen door finantleele hulp van Rijkswege in hun groei zullen worden gesteund. Voor de Openbare Leeszalen is f 90.000 uitgetrokken. Het artikel aankoopen van boekwerken en andere voorwerpen van Kunst of Wetenschap is van f 10.000 op f15.000 gebracht, doch blfjft nog f5000 beneden het vóór den oorlog geldende cijfer van twintig duizend gulden. Voor de Rijks-Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam Is zesduizend gulden extra gr raamd voor de vacature, ontstaan door het overlijden van prof. Dake, teneinde be halve een hcogleeraar nog vier lectoren te kunnen aanstellen. Het oude arMkel subsidie muziekscholen" heeft thans onder zich vereenigd allen steun van Rijkswege voor muziek en zang. De bedoeling der Regeering is, het Haagsche Conservatorium te "" reorganiseeren ; het Amsterdamsche ziet zijn sub sidie van drie op zes duizend pul den gebracht. Het subsidie aan de Mij t. Bevordering der Toonkunst is van f 2500 tot f 6500 verhoogd en voor de orkes ten wordt in plaats van twee duizend thans vijfentwin tighonderd gulden voorgesteld, be nevens f 1000 voor de kosten der Commissie van Advies inzake be vordering Toon kunst van Rijks wege. Voor den Nederlandschen! Volkszang-Bond wordt f2000 aan gevraagd en?last not least voor de Nederlandsche Opera een Rijks subsidie van tien duizend gulden. Uit een en ander blijkt, dunkt ons, wel dat, ondanks de zeer moeilijke finantieele om standigheden des lands, de RegeeABM.AftM.AftM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM. A BM i A IS 18 A B 8 B M A B M ABM.ABM.ABM.ABM.ABI on are h AdtÜtiafy hEEREN-ARTI KELEN, UITRUSTINGEN. A B M A B M^VBM.ABM-ABM.ABtt ABM.AB M ring toch de zorg voor die geestelijke be langen die kunst en wetenschap betreffen, niet uit het oog verliest. W. MARTIN Consul-Gen. J. A. v. d. BERGH f dOOr J. H. SCHELTEMA Zondag 29 September bereikte ons het treurige bericht van den plotselingen dood van Consul-Generaal J A. van den Bergh te Antwerpen. Met hem verliest Nederland een van die oprechte trouwe vaderlanders, die met terzijdestelling van alle eigenbelang van Januari tot December, van den ochtend tot den avond, gereed stsan om zich aan de belangen van hun land te geven. Wie hem In 1901 te Antwerpen hebben gekend, toen hem van zijne benoeming tot consulgeneraal werd kennis gegeven, weten hoe een gemengd gevoelen van kinderlijke blijdschap en mannelfjken trots in hem opkwam, omdat hij zijne Koningin Wilhelmina zoude kunnen dienen voor zijn vaderland zou kunnen werken; en hoe hij zijne zaken op den achtergrond stelde om ieder Nederlander óie bij hem kwam met raad en diad behulpzaam t<- zijn. Reeds als jongeman had hQ in de tachtiger jaren COLLECTIE: GOUDSTIKKER PULCHRI STUDIO 3-31 OCTOBER 1918 iiiiiiiiiiiiiuiiiiiiimiiHiiMiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMjiiimiii iiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiutiii'niii Hij is genoodzaakt voor een oogenblik een minder passieve rol te spelen dan hij zich, terwijl hfj zijn heifst en scène zette, had voorgesteld: hij moet haar, die hem tijdelijk vreugde schonk, nu meer bepaald een onder dak weigeren. De huwelijks-eer, die hij, als i alle mannen bij Strindberg, aan zich had willen houden, wankelt, het levens-evenwicht raakt opnieuw bedreigd, en het is een opluch ting als de vrouw met haar kind de wijste partij kiest en gelukkig nog een moeder in de bergen vindt, waar zij voor den regen kunnen schuilen. Het onweer is inmiddels afgedreven. Het was loos-alarm. De man zet zich op de bank voor zijn huis om een luchtje te scheppen en maakt zich in zelfverteedering wijs, dat thans pok het altaar zijner .herinneringen" zou zijn aangerand. In werkelijkheid waren het zijn, zich herin nerende, zinnen, die hem eenigermate van zijn stuk hebben gebracht. Want dat deze vrouw, eenmaal zijn minnares, als echtgenoote en moeder onder alle omstandigheden te kort zou schieten was hem voldoende bekend om voor teleurstellingen in deze gevrijwaard te zijn; het was juist haareenzijdige ontwikkeling, die hem noopte zich bijtijds van haar te ontdoen. Het portret van moeder en kind op den schoorsteen mantel, dat hij in de armoede zijner resig natie koestert, kan daar gerust blijven staan, het was en bleef: fantazie van zijn gevor derden geest. En dat hij inderdaad nog zal gaan verhuizen achten wij niet waarschijn lijk. Met den herfst verlaat ik dit huis", is een reflex-beweging op het oogenblik dat hij zich bekennen moet, dat zelfs het groote leed in zijn leven: niet veel bij zonders is... Weet je", vraagt in een der drie andere Kammerspiele" (De Brandstapel1) de jonge vrouw: wat het ergste verdriet is?" En zij antwoordt daar zelf op: De armoede in te zien van het hoogste geluk." Onweer doet ons de armoede inzien zelfs van het hoogste ongeluk. En dit is het grandiooze van dit prachtig werk, dat het ons tot dit inzicht brengt zonder eenig cynisch geweld, louter door der lief de hartstochtelijke tegen stelling. De weemoed, die wij ervan mee dragen, is ruim en licht als de opklarende lucht ... Uit de korte inhoudsopgave, waaraan uit den aard der zaak het eenige waarop het aankomt: het grond-accoord, ontbreekt, moge intusschen gebleken zijn hoe averechtsch het is bij opvoering of bespreking van een Strindberg-werk uit te gaan van feiten en karakterontleding". Het gedicht van den levensavond", niet de zwakke opleving der elementen, houdt maareen zeer los verband met de naamlooze personen; zij zijn slechts daar om den toon aan te geven. Deze toon is zacht, gedempt en vol als een viool-toon onder sourdine, en ik heb mij bezwaarlijk kunnen vereenigen al blijft elke opvatting van zulk moeilijk werk be langwekkend met het agressief karakter van de voorstelling op het Leidsche Plein. Aan een regisseur, die zich aan Strindberg waagt, worden de hoogste eischen gesleld, en wanneer hij daarbij dan nog zelf de hoofdrol een solo-partij als deze Heer"! moet dragen... Een bevredigende Strindbergvertaling is al dadelijk lastig te vinden; de officiëele Duitsche vertalingen van Emil Schering schieten voor wie erin doordringt op veel plaatsen tekort.De, deor het Nederlandsch Tooneel gebruikte Hollandsche, be naderde, zoo op het gehoor, den geest van het werk nog minder. Onnauwkeurigheden als tapijt voor behang, springer (het Duilsche Springer), waar wij op het schaakbord van een paard" spreken, nu daargelaten, moet men een vertaling ais: Salisyl werkt aniiseplisch",wraken omdat Strindberg Strind berg niet zou zijn wanneer hij met: das ist gegen Faulnis" niet iets concreets had be doeld. Selne Hauslichkeit" is iets anders dan zijn?huls." De man ziet van de straat zijn in terieur" aan. Ook de evolutie van wanorde." tot orde," zoo teekenend voor den 60jarigen Strindberg, voor de behoeften van den ouderdom in het algemeen, kwam on voldoende tot haar recht. Jetzt hat es sich geordnet", zegt de man als hij verneemt dat zijn vrouw en kind zijn afgereisd. ledere valsche, of maar half aangeslagen toon wreekt zich, er ontstaat dan zooiets als kortsluiting, de snaar klinkt niet door. Al deze korte, straffe zinnen nemen een vonk van elkaar over. Al om het flitsen van den dialoog verdient de titel Weer licht" de voorkeur boven Onweer." Geladen als bliksemstralen, schieten de zinnen langs elkaar, schichtige aanraking van groote dingen zonder onmiddellijke uitwerking. Wij hooren het rommelen van den levensdonder in de verte, maar tot uitbarsting komt het niet, althans niet daar waar wij het ver wachten, in de straat waar het stille tr.-.ls" staat. Alleen in ons dieper bewustzijn begrijpen wij, dat het toch ergens op de wereld moet zijn ingeslagen. Iets prachtigs is dit, door Strindberg's geest bevolkt en bezield, huis", met die groote kamer, waar alles nog van een geweldadigen dood spreekt en het toegewijde jonge meisje, dat de huishouding voor den gebalsemden jonggezel" bestiert, slechts als kunstvoorwerp" in aanmerking komt. Ook in de vertooning was aan dit huis veel zorg besteed, het naar buiten komen van den bloedarmen banketbakker met zijn stoel (Hans Biiining) gaf aan het begin de zwoele stemming, die later, door een te-veel aan actie en een te weinig aan intensiviteit, verlomedel den stoot gegeven tot de oprichting van de Hollandsche Club en de Nederlandsche Vereenigirg voor Hulpbttoon aan arme landgenooten. Ook had Jan van den Bergh zich onge zocht eene groote populariteit bij de Antwerpsche bevolking weten te verwerven door zijne belangstelling in het algemeen welzijn van de stad. Zijne groote opvatting van een eenmaal op zich genomen taak kwam vooral uit bij het uitbreken van den oorlog in 1914 toen hij aan de vluchtende Neder landers de passen moest uitreiken. Den geheelen dag stonden lange rijen vluchtelingen hun beurt af te wacrvien. Consul-Gen. J. A. v. d. Bergh f Daarna kwam het bevel voor de Belgische bevolking om de stad te verlaten het bombardement nam in hevigheid toe en er kwam een algemeen sauvequi peut"; maar van den Bergh bleef met de zijnen op zijn post tot hij ten leste genoodzaakt werd zich in zijn villa, die aan den buiienrand van de stad staat, in den kelder tegen het granatengevaarte vrijwaren. Moedigstonden Mevrouw van den Bergh-Bik en de dochters den con sul terzijde en wel msg hier vermeld worden hoe kranig Mejuffrouw Non van den Bergh gedurende de vier oorlogsjaren haar deel in de vele werkzaamheden op zich genomen heeft. Bij de overgave van de stad genoot van den Bergh het vertrou wen van het Ant werpsch Bestuur en de Duitsche militaire overheid. Na de bange Octoberdagen van 1914 heeft van den Bergh nog vier jaren rusteloos doorgewerkt, niettegenstaande enkele physische verschijnselen wezen op behoefte aan rust. Wel gunde hij zich eere korte vacaniie, die hij voor enkele maanden in Holland doorbracht. Dit memoreer ik omdat hij daarbij blijk gaf van kalme berusting in alle ontbering, die langzamerhand de oorlogs toestand in Belgiëook over hem en zijn gezin bracht. Zijn groote tevredenheid strekte tot voorbeeld van wie hem ontmoette. Zulke marnen, die leiding en voorbeeld iiiftliiiiitlilll liiiiliMlliiililllllllliiiiiilllllliliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimitiiii ren ging en toen bleek ook het huis hoe langer hoe meer een looze gevel. Mij dunkt deze voorstelling: exposéen karakter-ontleding, was nog bij lange na niet in het stadium, waarin zfj als het ware opzweeft uit de windselen. Verkade speelde den rijpen man, ganschelijk onrijp. Een zonderling leek hij ons, im pulsief en onfceheerscht, geenszins de nauw gezette heer" met omlijnden wil, die zijn leven in de hand neemt en er over beschikt. En nog minder de dichter, welke voor geen offer terugdeinst waar het geldt de kunst, delevenskunstfhetidealismeHe dienen, en die zich sterk voelt tot Umdichtung gewisser Wirklichkeiten". Hij wa« de werkelijkheid in persoon, beperkte de figuur tot het individueele en groeide niet uit tot symbool. De weemoed der algeheele verloochening, als laatste toevlucht, tot de dood de ver andering" brengt, kwam niet over ons bij den schijn der lantaren. En dat hier ont kenning, in diepsten zin, bevestiging zou zijn noch de zucht, noch de glimlach van het slot hebben ons deze schoone mogellkheid geopenbaard. Ook Rika Hopper (de gescheiden vrouw) was voor dit werk teluid,teopzichtlggrof,een booze vrouw uit het volk, regelrecht uit den hoek van het buren-perucht. De man zegt wel: ,,ik herken haar niet", doch dit is zijn geeste lijke onwil, wij moeten in haar toch iets t-'ugvinden van de ,,gaven", welke haar eenmaal in staat stelden den man over te halen tot de onverstandige huwe lijksdaad. En Eerens, als de broeder, de keerzijde van den man, men weet niet of ze tweelingbroeders zijn, vulde het werk van Verkade te weinig aan. Waar de man door ontkenning bevestigt, ontkent de broeder door bevestigirg. Ook deze tegen stelling, bij uiterlijke overeenkomst, hadden wij uit het spel en tegenspel moeten be grijpen. Aan een beginnelinge, Janny van Oogen, was de rol van het jonge meisje toevertrouwd, het ontwakend vrouwelijk bewustzijn. Zij maakte er een Regine" uit Ibsen's Spoken" van. Strindberg eischt, om te beginnen, technisch de knapste tooneelkunstenaars. En dan nog zal het maar weinigen gegeven zijn het klaar vizioen boven den chaos uit te spelen, en het publiek te bevrijden van den druk, dat dit nu enkel een wreede geschiedenis zou zijn van huiselijke pech en vrouwenhaat... TOP N A E F INederl. Munt Holland» meest gewilde Sigaar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl