De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 12 oktober pagina 5

12 oktober 1918 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

12 Oct. '18. No. 2155 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Jeanne Caroline v. LanschotHubrecht f »*& In Jeanne van Lanschot Hubrecht heeft Nederland weder een zijner flinke vrouwen verloren. Niettegenstaande hare krachten reeds jaren lang door eene sleepende ziekte werden ondermijnd, bleef zij toch tot kort voor haren dood eene der ijverigste werksters op het gebied van velerlei hervormingen. Doch aan twee zaken wfldde zij hare krachten en gaven, het meest en het liefst. Dat waren de strijd voor vrouwenkiesrecht en verbete ring van de positie der ziekenverplegers en verpleegsters. Opgeleid als zij was voor verpleegster, leerde zij uit eigen ervaring de onhoudbare toestanden kennen, die in het laatst der vorige en het begin van deze eeuw in ons land in vele ziekenhuizen bestonden ten opzichte van de rechten en plichten der verplegenden. Haar sterk rechtvaardigheids gevoel kwam daartegen in opstand, en financieel onafhankelijk, koos zij zich liever tot taak het verpleegstersberoep te verheffen en de positie der verpleegsters en verplegers te verbeteren, dan zich aan het verpleglngswerk zelve te wijden. zq was daarbij over tuigd dat dit zoowel in het belang der zieken als in dat der verplegenden zou zQn. Kort nadat de vereenlging Nosokomos was opgericht, die zich juist datgene ten doel stelt wat zij zich tot levenstaak had gekozen, sloot zij zich vol o ver tuiging daarbij aan en nam spoedig een plaats in het Hoofd bestuur in. Eerst tot secretares van Noso komos gekozen, werd zij daarvan later de presidente. Wat zij als zoodanig gepresteerd heeft, hoe mede door haar werk de toe standen voor de verpleegsters en verplegers in vele ziekenhuizen zijn verbeterd en zij een mensonwaardiger bestaan genieten, zal zeker door de belanghebbenden dankbaar worden, erkend. En zoo ging het ook met haar werk voor vrouwenkiesrecht. Komende uit een kring waarin zeer conservatieve denkbeelden heerschten, wilde z,ij van vrouwenkiesrecht aanvankelijk niets weten, maar toen zij had ondervonden hoezeer de politieke onmacht der vrouw haar belemmerde in hare pogin gen «m maatschappelijke verbeteringen tot stand te brengen, trad zij als lid tot de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht toe en bood daarbij onmiddellijk hare diensten voor het werk aan. Want Jeanne van Lan schot Hubrecht werd niet uit overtuiging lid van eene vereeniging, waarin zQ zich niet ook voor tiet werk beschikbaar stelde. Al werkende drong het besef steeds sterker tot haar door dat het bezit van het kiesbiljet het machtigste wapen is voor tal van gewenschte verbeteringen in de positie der vrouw en dat het haar sterk kan maken in haar strijd tegen onrechtmatige toestanden op velerlei gebied. Haar groote gaven en arbeidskracht bleven niet lang onopgemerkt in de Ver. v. Vr. Kiesr., zoodat zij weldra gekozen werd tot lid van het Hoofdbestuur, waarin zij jaren lang het secretariaat waarnam. Jeanne van Lanschot Hubrecht behoorde tot eene dier vrouwen, die men moet ken nen om hare groote deugden en gaven te weten te waardeeren. Door haar langdurig lijden soms prikkelbaar, verwekte zij wel eens een verkeerden indruk, doch die haar ARONIA Op een der zeldzame zonnige dagen in het laatst van September bezochten we het Naardermeer. Herfst heerschte op de plassen. De vroolijke drukte der meeuwen en sterntjes was verdwenen, de snor en de karekieten, die in Augustus nog van geen op houden wilden weten, waren verstomd. Uit het hooge wuivende riet klonken alleen af en toe de lokroepen van rietgors en baardmeesjes. De rietsnijders stapten op hooge laarzen langs de drassige dammen en sloe gen de zicht in het ruigt, want het is nu oogsttijd ep het Meer. Naarmate de winter vordert, verandert een groot deel van het geheimzinnig rietland in een geel stoppelveld, dat op heldere dagen schril afsteekt tegen blauwen hemel en blauw water. Een paar stukken echter blijven ongerept. Dat is in de eerste plaats de broedplaats van de lepelaars, want die vogels krijgen het soms in hun hoofd, om al terug te keeren in Februari en dan is de rietbeweging nog lang niet afgeloopen, Het tweede stuk, waar de rietsnijder niet komt, ligt dicht aan de noordzijde van den spoorweg aan den Weesper kant. Dat is het Botanisch reservaat, in den winter te midden van de plassen en stoppelvelden gemakkelijk te onderscheiden. De Zuidoostkust van dat Reservaat is een oude dam en dicht be groeid met elzen en wat daarbij behoort. Noordelijk daarvan ligt rietland gedeelte lijk begaanbaar, doorsneden door oude nader stonden weten, hoe zij zich- zelve van hare prikkelbaarheid bewust was en er onder leed. Het noodlot van haar gestel" heeft Lod. van Deyssel van Eline Vere gezegd, doet alle liefden van Eline mislukken." zoo schrijft de N. Roit. Crt. van 6 Oct. 1.1 en onwille keurig paste ik deze woorden op Jeanne toe. Ook het noodlot van haar gestel" had ten gevolge dat zij, die door zulk een talrijke schare van vrienden zoo hoog gewaardeerd werd, die om het hardst haar goed en warm hart (prezen, toch eenzaam en alleen leefde, en zij slechts in de allerlaatste periode van haar lijden br] een innig met haar bevriende verpleegster een warme opname vond, waar zij door bare liefste vrienden tot haar dood verpleegd kon worden. Met een klein staaltje van den geest die in deze warmvoelende vrouw leefde, wil ik dit kort artikel over haar eindigen. Ten gevolge van haar chronisch lijden was zij verplicht zich sterk en doelmatig te voeden. De haar behandelende geneesheer zorgde dat zij daartoe in staat kon worden gesteld. Maar Jeanne v. L. H. wilde van deze bevoorrechting," zooals zQ het noemde, geen gebruik maken, nu het voedsel zoo schaars is en tal van armen zich het hoogst noodige niet kunnen aan schaffen. Liever benadeelde zrj zich zelf dan te gebruiken waaraan anderen meer of even groote behoefte hadden als zij, doch die het niet konden bekostigen of bemach tigen. Deze daad heeft ongetwijfeld haar levensdraad vroeger doen eindigen dan anders noodig zou zQn geweest. Midden in haar veelomvattend werk is zij heen gegaan en bij hare groeve bleek hoe groot de leegte is, die zij heeft achter gelaten, eene leegte, die niet spoedig zal kunnen worden aangevuld. ALETTA H. JACOBS Een Nieuw Huis De Vereeniging, Samenwerking" heeft het oude 's Gravenhekje verlaten. Het houten huls werd te bouwvallig, de wind joeg 's winters door de reten en kieren, zoodat aan warmte niet te denken viel. De hut had iets primitiefs-genoegelijks, dat viel niet te ontkennen, doch men meende dat wat meer geriefeiqkheid, wat meer ruimte, aan de ge zellige geest, die het bewonen van een kleine ruimte met zich medebrengt, toch geen af breuk behoefde te doen. Zoo werden dus plannen beraamd voor verhuizen, het liefst had men een nieuw volkshuls laten bouwen, doch de tijden zijn daartoe allerminst geschikt en dus werd gespeurd, gezocht en rondgekeken, en ziet er werd een flink, ruim huis gevonden in de Plantage Franschelaan 14, dat zich wonder wel voor het beoogde doel scheen te leenen. De Vereeniging Samenwerking" is een zuster-vereeniging van .Ons Huls". ZQ is in haar 21ste jaar, en wijdt zich geheel aan de belangen van het volkskind. Als we haar laatste jaarverslag lezen, dan zien wij hoe ernstig het veelomvattende werk wordt op gevat. Er zijn heel wat vakken op het werkprogiamma. Vooreerst: Nederlandsen, Rekenen, Boekhouden, Stenographie; dan Sehoonschrijven, Engelsch, Fransch, Dultsch, en verder de meer practlsche lessen in: Koken, Verstellen, Naaien en Knippen, Costuumnaaien, Versieren van stoffen, Houtsnijder), Teekenen enz. Er zijn ook verschillende clubs voor muziek, zang, en voor verstan delijke ontwikkeling en handenarbeid. Kort om zoo veelzijdig mogelijk wordt ook hier, al is het op kleiner schaal, dan in Ons Huis" gewerkt voor de opvoeding van het kind uit de volksbuurten. De Vereeniging Samenwerking" werd opgericht door Mej. C- Tilanus, die 10 jaar aan het hoofd stond en in 1908 vervangen werd door Mej. S. W. Bloemendal, de tegen woordige Directrice, welke met de plaats vervangende Directrice Mevr. J. H. Smidt van der Meulen, het omvangrijke werk be heerd, zoodat het steeds groeit en in kracht toeneemt. Zoo werd dan, hoewel met weemoed, de oude hut verlaten en het nieuwe huis 4 October des avonds vroolijk ingewijd.'t Zag er recht feestelijk uit. In den ruimen gang stonden groene kuip-boomen en langs de leuning en de pilaartjes van de trappen slingerde zich het roode herfstgebladert van Amerikaansehe eiken metheidebloemendoorvlochtea.Boven was de tot ontvangst ingerichte bestuurskamer, daar werd gelukgewenscht iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii kreken en kavelslooten, waarvan sommige weer zijn dicht gegroeid met hooge zeggebulten. Hier gaat de natuur nu ongestoord haar gang, hier hopen we van stap tot stap na te gaan hoe de eene plantenformatie verdrongen wordt door de andere, hoe het tamelijk diepe stilstaande water gaandeweg verandert in veenmodder, in laagveen, overgangsveen en hoogveen, een proces dat soms onbegrijpelijk langzaam, een andermaal verbluffend snel verloopt. Alleen in dergelijke reservaten en vooral wanneer zij flink groot zQn, kan de vaderlandsche natuur volkomen betrouwbaar bestudeerd worden, overal elders treedt de mensch pp als storende factor. Ja, ai be treedt hij den grond niet eens, dan open baren zich er toch de sporen van zijn aanwezigheid. Hij heeft het grootste deel van de wereld zoo intensief onder cultuur gebracht, dat de ellandjesnatuur die wij trachten te reserveeren den invloed daarvan toch niet kunnen ontgaan. Het komt niet te pas, om daarover te treuren, maar wel mogen we probeeren het euvel, als 't zoo heeten moet, zooveel mogelijk in te perken. In ons Naardermeer-reservaat ondervinden wij dit gebeuren op nog al aangename wijze. Toen we er de vorige week langs roeiden, genoten we van de herfstkleuren. Die zijn in het Meer heel anders dan in de bosschen. De egelskoppen en de biezen ver kleuren meest van groen tot geel en donker bruin. De scheeren tinten zich met donker groen bij zwart af, voordat zij onderduiken en het gehavende waterlelieblad paart helder geel aan purper en dof groen. Pluizig grijs staan de wilgenroosjes langs den water kant, geheel overstoven met hun eigen ge kuifde zaden en daarnaast gaan spichtig de hooge stengels van het moeras kruiskruld de lucht in, dood en verdord. Dan komt weer vaal en mat groen van lisschen met Ja, He en gerecepieerd. Welk een schat van bloenen was er bijeen, getuigend van de sympathie voor de Vereeniging in de Amstelstad. Aan de bestuurskamer grenst een allergenoegeiqkste zaal voor lezingen, muziekuitvoerin gen, en vermakelijkheden die in het nieuwe huis ook ruimschoots zullen plaats vinden. Daar werd dien avond door den voorzitter van de Vereeniging Dr. J. F. Hoekstra, de Directrice, en door afgevaardigden van andere vereenigingen, in denzelfden geest werkend, gesproken; daar werd meer offi cieel gelukgewenscht, daar zongen jonge kinderen vroolijk, blijmoedig: [a, wij roepen vol moed: let ga allen hier goed, Heersche immer de prettige geest. Dien wij voelden zoo sterk Bq 't plezier en bq 't werk. Die in 't oude huls altijd geweest. Wij zijn met plezier steeds daarhenen gegaan Moog' lang Samenwerking voor ons bestaan. Rosy Wertheim, de componiste, diri geerde dit koor; dan zongen de oude re werkkrachten en 't bestuur met den bariton-solist den heer Bredius, in vierstem mig vrouwenkoor de frissche cantate: Het oude en het nieuwe huis'', getoonzet door M. C. C. Reynvaan, Aan den poort van 't nieuwe gebouw Zq daarom geschreven. Zoekt den arbeid, werkt getrouw Blijft tezamen streven. In de pauze bezichtigden wij het nieuwe huis. Overal ruimte, overal licht, lucht, soberen eenvoud, bij genoegelijke inrichting: een reine, heldere badkamer, waar moeders de kleine kinderen kunnen komen baden, een flinke keuken met reusachtigfornuis(o wee de brandstof-rantsoeneering!) een rustig gehouden bibliotheekvertrek, dat tot lezen noodt, verder verscheiden kamers voor ver schillende clubjesingericht, en flinke portalen. Als wij in het huis hebben rond gewandeld, wordt het onzen tijd te vertrekken. Nog even luisteren wij naar het werkelijk bijzonder goede Mandoline-esemble dat zoo gevoelig en zoo harmonisch de Freischütz ten beste gaf, en onder het Leise, leise", gaan ook wq zachtkens den donkeren avond in, met leedgevoel dat wq in den kring van gezellig samenzijn niet langer konden toeven. De feestelijk opening is achter den rug, als een mijlpaal was deze in het leven der Vereeniging Samenwerking". Moge de arbeid van directrice en bestuur zich uit breiden ten zegen van het Amsterdamsche volkskind. ELI s. M. ROGGE Illll Illlll Illlllll IIIIHIIII Illlll Illll Van vóór mijn Deur De straat vóór mijn woning was opge broken. Karren met planken en gereed schappen stonden erterwqi tevens een netwerk van los daarheen geworpen gasslangen het verkeer belemmerden. Aan de rechterzqde, boven een diepe gaping in den grond, verhief zich een primi tieve tent van zeildoek. Alles tezamen bood een heel gewoon ver schijnsel aan. '.'."' Maar niet gewoon was het oude mannetje, aangewezen om een en ander te bewaken, dezen nacht. . Mijn eerste aanblik van hem, was een gekromde rug. Het oudje had plaats ge nomen op een omgekeerden kruiwagen en las. Het blad papier zweefde soms vlak vóór zijn oogen, bijtijden echter helde het geheel over naar den rechter of linkerkant. En wat las hq? : Het sportblaadje van ons stedelijk dag blad. Ijverig, vol inspanning volgden de oude oogen de verschillende kolommen. Een bril had hij niet. Ik ging naar hem toe en vermoedend dat de geheele krant voor hemzelf belangrqker lectuur zoude wezen, bood ik hem haar aan. Verrast zag hq op en ik werd getroffen door de tevreden uitdrukking van dat oude, ingevallen gelaat de blauwe trouwhartige oogen. Hq tikte aan zijn pet. Ik weet nou zoo net niet of ik dat wel kan lezen, maar het is heel vriendelijk van je, Mevrouw." En u leest het sportblad?" Jawel", antwoordde hij knikkend, maar zie je, dat is ander papier. Dit is zoo wit. Mijn oogen zijn niet meer al te best en ik heb geen bril." Ja" vervolgde hq pein zend ik ben al over de zeventig, maar ik zal 't toch maar 's probeeren." Ik gaf hem een sigaar en wat lucifers. iiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiliiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiniiiiii mooi leerachtig bruin van vruchten, die hun driekante zaden in het water laten vallen en daar naast op eens een roode felheid die geheel vreemd is aan dat sober getinte landschap. Dit komt des te meer enverwacht, nu de enkele Geldersche roos, die hier ieder jaar gloort, door de stormvlagen is geteisterd en verdord, voordat het najaarsrood zich kon ontwikkelen. Dit kleine heestertje echter, nog al vreemd van blad, ziet er door zijn roode kleuraldadelijkultheemsch uit. 't Is het rood van de wilde wingerd, van den Sumach, van den Liquidambar, kortom, zou Mlcawber zeggen, 't is een Amerikaantje. Hier en daar tusschen het riet zien we hetHet was geen fijne Havana, maar hij nam haar dankbaar aan. .Hél" sprak hq dat is lief van je, dank je vriendelijk, mevrouw." Zóó hartgrondig ben ik niet dikwijls be dankt gewordei, als door dezen ouden, armen man. Toen ik van mijn korte avondwandeling weer vóór mijn deur kwam, was hij vol aandacht verdiept in zijn lectuur. Gaat het?" informeerde ik, terloops. Beter dan ik dacht, maar en hij reikte mij het blad over, mot mevrouw hem nou niet terughebben?" Neen, u kunt het gerust houden." Dan dank ik je nóg eens", zei het oude mannetje, dat ik later in mijn gedachten noemde: Het oude mannetje met de witte ziel".... Nu stond hq met moeite op, kwam vertrouweiqk naast mij staan en op eenige spelende kinderen wijzend, zei hq ernstig; Ik heb je kindertjes maar gewaarschuwd voor dat gat. Ze konnen er 's invallen, en dan ook, zie je, staat d'r me halve flessie melk en water in. Me vrouw het 't me ge geven voor venacht." Dat zou ook jammer zrjn" beaamde ik, maar die kindertjes daar, zijn niet van mij. Mijn zoons zijn volwassen. Zoöo" zei hq, die groote heeren die d'r net weggingen? Zoö-oo. 't Is hier mooi", vervolgde hq. De kinderen zijn ook veel gezeggelijker dan in de volksbuurten. Daar vloeken ze me, oude man uit, voor merakel, en ze gooien naar me met pr... neem me niet kwalijk, met modder, mevrouw." Schandelijk, om een ouden man te beleedigen." Och", kwam het weer uit den tandeloozen mond, dat is niet 't ergste. 't Ergste, is hun vloeke! Hooren en zien vergaat je! Maar de schuld is aan de ouders. Die vloeke thuis en de kinderen doen 't na, op straat. Maar hier is 't best. 'k Heb ook een beste nacht, hier, vier cente per uur l" Vier centen per uur, en dat noemde het oudje een besten nacht." Hoeveel verdient U dan anders?" vroeg ik, terwijl ik m ij zelve hél heélklein voelde bijzcöireel tevredenheid. Nou, meest geven ze me 3 cente, maar soms ook komt 't tot vijf. Zie je, mevrouw, ik ken niet veel verdiene, kijk maar 's na me vingers. Heeletega.irstijf, en me schouwer ook." Zoo kun je niet werke", vervolgde de oude, geduldige stem. 'k Ben net goed genog voor zooiets." Hierbij wees hij naar de ontredderde omgeving. 'n Jaar of wat geleje, heb 'k 't nog 's geprobeerd bq een bakker, maar 't ging 'm te langzaam. Hq was wel niet kwaad, maar jong en opvliegend, zie je. Op 'n morgen zegt ie teugen me als je niet zoo'n oude kaerel was, dan trapte 'k je de deur uit!" Toen wist 'k dat 'r voor de oude man geen plaats was en ben 'k weggegaan. Daarop werd 'k ziek, en later ging 'k naar 't steun comité, maar ze hebbe me niks gegeven. Waarom niet?" Ze zeie, ouwe baas, je mot hier niet kom me ankloppe, je hoort thuis in 't ouwe mannebuis, dat zeten ze." En?" En dat kan 'k niet, mevrouw, want ik heb zoo 'n beste, goeie vrouw!" Zijn oogen glansden van trots en liefde toen hq deze woorden uitsprak. Maar hoeveel verdient u dan zoo in de week?" 'k Heb nooit een goeie boterham gehad, maar toch altijd m'n brood. Thuis hebbe we vier, maar óók wel 's zeve gulde!" Maar daar kunt u toch, vooral nu niet van bestaan?" 't Gaat. 'K heb beste oppassende kindere, en we helpen mekaar. De oudste is zevenenveertig. 'k Heb d'r een an 't front in Frankrijk, een in Indianopolis, een klimt in die hooge telefoonpalen, die was vroeger bq de politie. Ze hebbe 'm niet weggejaagd hoor, hij ging van zich zelf. Hij was d'r beu van dat bij de standjes, 't volk altqd de politie te lijf wil en de schuldige wil bevrije. En dan heb 'k nog dochters. De eene woont nou bij ons in, met drie kindere. De'r man is in dienst." Ik verliet hem om voor hem een kopje t heet e halen en bq gebrek aan een boterham, legde ik twee koekjes op het schoteltje. Hq straalde van genoegen toen hij den slappen, warmen drank aan de lippen bracht, en tevens aan een der koekjes mummelde. Maar ik zag dat hij schijnbaar iets op het hart had. En 't kwam ook: As mevrouw nou nog 's effe kon wachtte, dan zou ze m'en vrouw en me dochter zien. Maar misschien dat je niet kunt?" Het klonk zoo goedig en blij-verwachtend. Ik kan nog wel even." Hq tuurde intusscheii naar het begin van de straat. Een zelfde rood gloren, het heele reservaat is doorspikkeld met het struikje, dat daarginds groeit van Labrador tot Florida en zich dus ook gemakkelijk aan ons klimaat heeft kunnen aanpassen. Nu is in dit Botanisch reservaat nooit door menschen gepoot, geplant of gezaaid en het vuurstruikje is aldus vanzelf gekomen, in dit geval wil dat zeggen, dat de vogels het er hebben gebracht. We willen het Aronia noemen. Dit prachtige heestertje ziet men tegen woordig in tuinen of parken niet veel, maar de boomkweekers hebben het wel, anders hadden de vogels het niet In 't meer ge bracht. Ze kunnen het nu ook nog veel verder verspreiden, want het zit vol met mooie, dikke, sappige bessen, donkerrood bij zwart af. Die zijn ook voor ons wel eetbaar, maar je voelt dadelijk op den tong dat ze een samentrekkende werking hebben, dus ik laat ze liever met rust. De vogels met name de spreeuwen en de lijsters smullen er overheerlijk van en daarom is het aan planten van dit prachtstrulkje aan te raden. Voor een wild vogelboschje is het opperbest geschikt, want het maakt uit den grond telkens weer nieuwe loten, zoodat een enkele struik in den loop der tijden een heel struweel wordt, dat ock buitengewoon verlangen, een groot dorstend verlangen in de oogen. Eensklaps begon het oude gezicht te glim lachen: Daar is ze" riep hq juichend, niet m'n dochter, zooas ik mevrouw zei." Is ze niet flink? Zou je nou zegge dat ze al vieren zestig is? Neen zeker niet, en wat een vriendeiqk gezicht, uw dochter trouwens ook." Het was de waarheid. Zq kwamen nader. Dat is nou me dochter waarvan de man in dienst is" legde hq nog eens uit. Ik zag een vrouw op leeftijd gearmd met een jongere aankomen. Beiden waren een voudig maar netjes gekleed en toen zij dichtbij waren, zag ik in de oogen der vrouw dezelfde uitdrukking van tevredenheid als in die van den ouden man. Zq groetten vriendelijk, maar de oude man kon zich nauwelijks beheerschen. Hq duwde zijn trouwe levensgezellin het koekje in de hand dat hij had bewaard en sprak levendig: Daar vrouw, neem 't an, dat heb ik van mevrouw gekrege en 'n koppie thee heb ik ook gehad n 'n sigaar!" Dank u mevrouw, zeide zij beleefd en de dochter boog even, en dat alles voor zoo'n kleinigheid... Maar de vrouw nam de biscuit niet aan. Nee man, dat is voor jou!" Het was aandoenlijk die twee oudjes gade te slaan. Weldra hadden de twee vrouwen even eens een paar koekjes en toen verliet ik hen. Toen noemde ik den ouden man, in stilte, het oude mannetje met de witte ziel"... Later op den avond zag ik naar buiten, hoopte vurig op mooi weer, dien nacht. Toen ik de ramen sloot, zag ik juist het witte hoofd, gebogen over een lantaarn ter wijl de linkerhand de pit voorzichtig omlaag draaide. Maar het geluid opmerkend, zag hij naar boven: Nacht Mevrouw, slaap maar lekker." Had ik hem maar hetzelfde kunnen wenschen!... Iets later kwam mijn zoon thuis en bracht hem tabak. Het mannetje was zóó ge lukkig ... En nu, terwijl ik dit neerschrijf bq het licht in mijn gezellige omgeving, nu gevoel ik mij niet tevreden gestemd als anders. Het is bulten zoo donker en de nachten worden koud. En onder mqn ramen terwijl ik zal slapen, waakt daar een oude, gebogen man, voor vier centen per uur... Maar de oude man heeft een witte ziel"... JO DE VOS Het late middagschijnsel Dit is het uur, dat aarde zich Peinzend in schemer hult. Het uur, dat ons belofte wordt Van droef geluk, vervuld Als tegen herfstig-klare lucht Elk takje «Ier leeft, En in het gele-rozen-licht Van brozer teerheid beeft. in schemer's diepe 'stille uur Die eenzaam, ijle boom... Het oud verlangen sluimert in... Denken verstilt tot droom. TONY DE RIDDER Verzoeke alle «tukken voor e rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem, :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWAREN E. J, VAN 5CHA1CK BeOTHSTRflHT UTRECHT goed een samengroeien met kamperfoelie en bramen kan verdragen: een prachtig trio van herfstkleuren. Toen dat Reservaat nog niet was inge steld, werd het ieder jaar gemaaid en bleef de plantengroei er dan ook vrijwel onver anderd, omdat al het nieuwe meteen werd onthoofd. Thans echter kan elk plantje er tot zijn recht komen en hebben ze het onder elkander uit te vechten, wie er zal kunnen blijven, en nu heeft deze Amerikaan in 'een jaar of vijf zich al zoo weten op te werken, dat hij, nu in het najaar tenminste, een der hoofdfiguren in het landschap is geworden. Dat is nog op een paar andere plaatsen in ons land ook gebeurd en als het zoo doorgaat dan kunnen wij deze mooie Aronia al spoedig even goed tot onze gewone wilde planten rekenen als zijn minder mooie of lastiger landgenooten: de Canadeesche Fijnstraal, de Waterpest of de nog steeds met voldoende bestreden Azolla. Als ge bij uw kweeker Aronia bestelt, dan zal hij u misschien vragen, of ge Aronia arbutifolia of Aronia melanocarpa wilt hebben. De eerste heeft roode, de tweede zwarte vruchten. Er bestaan echter tusschenvormen, zooals onze plant in het Naarder meer en die zult ge dan waarschijnlijk ook wel krijgen. Maar dat doet er niet toe, want ze zijn allemaal even mooi en aange naam. Misschien is de tusschenvorm nog het best. De Amerikanen noemen ze Chokeberry, om de samentrekkende werking van het vruchtsap. Choke cherry is weer wat anders, dat is de vrucht van de Amerikaan sehe vogelkers. We hebben het maar druk met die Amerikanen. JAC. P. T n ij s s F.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl