De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 19 oktober pagina 1

19 oktober 1918 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Zaterdag 19 October 6 iéls D E A M S T E R D A M M ER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f2.25. Abonn. loopen per jaar | | Redactie^ en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam | Advertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regcFj In dit nummer wordt een geïllu streerd byvoegsel verzonden: Onze Weer/nacht van 1914 tot 1918 Aan nieuwe abonné's wordt dit extra-nummer, voor zoover de voor raad strekt, gratis toegezonden. Van Holkerna& Warendorf, Amsterdam miminimiiniiiiniiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiniiiiuiiiiiiii'iiiiiiiiiuiiiiiii ^ DTHOtrpt Bladz. 1: Aanteekeningen over de toenemend* Misdadigheid, door v. H. Bnitenl. Overzicht: Vrede? door dr. O. W. O. By raust, Hot Staoht-varken op de Boerdertf en in hltfinifergf zin,"'door f. A.'If. Befel. '?*- 2: De Psychologie van den toelaat te Velde, door dr. Huiler Beimer. Krekejzsng, dóór J. H. Speenhofl. Feuilleton: Werkeïtjkheidsdroom, door M. Sohmitz. 5: Voor Vrouwen, (red. Klis. M. Bcgge). Mevr. van Biemad(Jk-v, d. Leeuw t door E. Went. "Vetnood en Kleeding, doof B. O. F. Meyboom. Uit de Natuur: Noodvoer, 'door Jae. P. Thysse. 6: Bijna Gean nexeerd, door F. van Eeden. 7: Finantien en Eco nomie: Enkele Opmerkingen in verband met de .Yredegvootuitzichten, door J. D. Santilhano. 8: Uit het Kladschrift van Jantje. Muziek in Hoofdstad door H. J. den Hettog?Dram. Kroniek: ffline Veie, door Top Naeff. Om te beginnen, teekening van Qeorge v. Baemdonck. 9: De Duitsohe schepen door Spanje in beslaggenomen, teekeoing van Joh. Braakensiek. Damrnbriek: red. E. O. de Jonge. Een Bpionnage-Oeachiedenis, door Z. De Laatste Ronde, Teekening van Jordaan. 10: Tentoonstelling op Boheepvaartgebied, door.Friso. Bijvoegsels: De Brief van Max von Baden, teeke ning van Joh. Braakensiek. Onze Weerrnacht van 1914-1918. AANTEEKENINGEN over de TOENEMENDE MISDADIGHEID en de Middelen ter harer Bestrijding ' Werkelijke bestrijding van de schrik barende ontwikkeling van de misdadigbeid en losbandigheid, welke zich open baren, is ondoenlijk. De tijd zelf is misdadig, ai brengt hij daarbij geweldig ireel vernieuwing ook. Hij schept zoo veel verleidingen en doet zooveel remmende krachten wegvallen, dat er weinig houden aan is. Het beste middel ter beveiliging zal zijn de terugkeer van yreedzame en ordelijke toestanden, en yan 't voorbeeld van ingetogenheid van bovenaf. Zoolang de wereldgeest zelf een ander voorbeeld geeft, zullen de zwakke broeders uit den band springen. De middelen daartegenover kunnen Slechts kleine middelen zijn. Misschien moet het nog erger worden ook! Alle groote oorlogen hebben op den duur een ontzaglijke toename yan misdaden, dief stal, rooverij, onveiligheid en rustverstoring gebracht. Onze maatschappij zal haar prestige als moderne en verbeterde samenleving nog hoog houden, wanneer zij tenminste in staat is na den oorlog de criminaliteit weder in te dammen. In vroeger eeuwen is het dan altijd nog veel erger geworden! Nu zal het de zaak van socialen arbeid zijn, dit te voorkomen. . Op het oogenblik is er voor dit voor naamste middel tot bestrijding van de misdadigheid helaas weinig plaats. Er Valt in 't ontwrichte economische leven weinig te socialiseeren, maatschappelijk te ordenen en te verheffen. Daarom tuimelen de individuen, die op hetzoomVREDE? Dat was een opwinding en een vreugde In ons land toen Zaterdag laatst het ant woord van Dultschland bekend werd ep Wilson's vragen aangaande de Duitsche vredesgenelgdheid! Men had met spanning geluisterd naar den dialoog, over de hoofden der gewone stervelingen gevoerd, tusschen de Macht van een zelfbewust Germaniëen het Gezag van een verheven leider der menschheid. Het verzoek was gegaan «m vredesbemid- deling, n een wapenstilstand als inleiding daartoe, naar het Witte Huis te Washington waar de Voorzitter der Vereenlgde Staten zetelt; vragen waren teruggekomen over den Atlantischen Oceaan om den ernst van het verzoek te peilen, en het antwoord keerde terug uit den Duitschen regeeringskring naar het' Witte Huis met de betuiging van een goeden wil en een goed voornemen. Zoo gingen de stemmen over en weer door de lucht, vraag en antwoord vaak elkander opvolgend in het tijdsverloop van nauwlijks een week (5?12 October), en Duitschlands laatste .bescheid was als een toegang voor de godin der wereldverzoening om haar intree te houden op de herbloeiende aarde. Van daar de vreugd en de opwinding, en niet alleen hier. Ondertusschen, wat ook de boodschappen gebied van orde en misdaad leven' hopeloos naar den verkeerden kant. Vanzelf wordt dus op 't oogenblik de oplossing gezocht in het middel, waar zij eigenlijk nooit ligt: in de strengheid 'van de straf. Tegen de toenemende ver wildering is dit kruid maar zeer matig gewassen. Dit neemt echter niet weg, dat men er zijn toevlucht tot nemen moet. De maatschappij grijpt naar afdoende straffen. Gewichtiger echter nog is, dit zij steeds bedacht: afdoende politie. De zekerheid der betrapping is een der beste afschrik kingen voor den misdadiger. Daarna komt: de zekerheid der vervolging. Aan beide hapert het tegenwoordig vteL-Tijdelijke organisatie der veiligheids diensten, in de stad en te platten lande, schijnt geboden. Bovendien: versterking van de gerechtelijke politie en van de instrueerende justitie. Want zonder ge wisse en spoedige berechting van het misdrijf, géne repressie! * * Nu is er de kwestie van de plaats ruimte in de huizen van bewaring. Daar door wordt de crimineele justitie voor een groot deel lamgeslagen. De misda digers, vooral de petite criminalité" die praktisch de hinderlijkste is, ziet zich vogelvrij. Men dringt aan op tijdelijke barakken, tijdelijke gevangenissen, tijdelijke huizen van bewaring. Er zijn daarbij twee groote bezwaren. Ten eerste: dat zij er nog niet zijn! Het kan maanden duren eer in het plaats gebrek zou zijn voorzien. De wijze, waarop het gaat, en langzaam gaat, is voor de misdadigerswereld ook een wenk te meer, dat 't tegen hen zoo'n vaart niet loopt. Ten tweede: dat men tot minderwaar dige noodmaatregelen zijn toevlucht nemen gaat. Het is geen onverschillige zaak, hoe men de verdachten en gestraften gaat opsluiten. Daar wordt nu over heen geredeneerd, maar gaat het aan, straks honderden, misschien eenige duizenden mannen voor maanden of ettelijke jaren in NOODHOKKKN op te sluiten ? Reeds thans zijn er plaatsen van hechtenis in gericht, die menschonwaardig en demoraliseerend in de hoogste mate zijn! Lieden worden bijeengestopt, die elkan der bederven. De tijd wordt in ledig heid doorgebracht, want in menig ge sticht is geen gevangenisarbeid meer te verstrekken. De gestraften worden er slechter en brutaler op! Wanneer zij vrij zullen komen, zijn zij een VERGROOT GEVAAR. Wanneer nog voor cellen wordt gezorgd, zullen die klein en ongezond zijn, bedervend voor lichaam en geest. Als werkelooze runderen bijeengebracht, zullen de opgeslotenen elkaar in de on deugd stijven, en van eigenlijke afzon dering is geen sprake meer. Dit is het groote zedelijke en maat schappelijke gevaar dat aan noodgevangenissen en nood-huizen van bewaring kleeft. Ook aan gevangenisschepen", of wat men wil. Het moet niet onderschat, want der gelijke aftakeling van het strafstelsel is niet alleen onoirbaar, maar moet ook heillooze gevolgen na zich sleepen. Beter ware het, van het bestaand stelsel tijdelijk af te stappen, dan er op onvol doende wijze op voort te borduren! * * * Een groot deel van de bestaande gehoogweg mochten zeggen en voorspellen, woedde het krijgsrumoer op den beganen, bloedigen vasten grond, de millioenenlegers vatten elkander aan en de indringer werd teruggedrongen, steden, door den vijand verlaten, bleven als rockende puinhoopen achter, vluchtelingen trekken te voet, bij duizenden en tienduizenden, naar de grenzen om aan het doodsgevaar te ontkomen, en op zee huisde de verschrikking van den duikbeotoorlog. Dat is de werkelijkheid, die onze gedachten zien vlak voor zich uit. Hoe onwezenlijk worden bij vergelijking de voorvallen in den Duitschen Rijksdag! Daar staat een vorstelijk Rijkskanselier leerzaam en welmeenend voor de vergade ring uit zijn papieren voor te dragen en toont de verandering die er door de tegen slagen der krijgvoering in de Duitsche gezindheid héft plaats gegrepen. Het licht Is uit Amerika voor hem opgegaan. Hij kan zich vereenigen met de denk beelden van President Wilson over den volkerenvrede. De Keizer heeft beschikt dat de regeering zich meer bij de peregeerden zou aan sluiten, en hij, de Rijkskanselier, is met hart en ziel voor het parlementairisme ge stemd; hij heeft zich daartoe met mannen omringd die zijn meening deelen. Zij willen uitsluitend het recht over de wereld zien heerschen onder den invloed der Amerikaansche democratie; hij, de Rijkskanselier, die voor korten tijd alleen harde woorden over had voor een vrede bij vergelijk ge sloten en voor een gouvernement als dat der Vereenigde Staten, steunend op lynchjustitie en den wil van het grauw; hij, de vice-Kanselier, Von Payer, die twee weken geleden nog scherp verdedigde den vrede vangenissen zou kunnen worden gebruikt voor de insluiting der preventief gede tineerden. De rechters van instructie knnnen daardoor meer lieden vasthouden, en in dit euvel ware voorzien. Eenige uitbreiding van gebouwen kan daarbij wel worden bewerkstelligd. Hen, echter, die na vooronderzoeken veroordeeling de eigenlijke gestraften zijn, zou men uit de cellulaire gevange nissen 'mgevangenkampen bijeen moeten brengen. Onder strenge bewaking en toezicht kunnen zij daar wórden behuisd en overdag buitenarbeid verrichten, bijv. hei omleggen of grond egaliseeren. Wie dat niet kent, kan toch op zijn manier meedoen, en allicht geeft het eenig nut. Het schreiende nadeel, waarvan niet ieder thans de rechte voorstelling heeft: de leeglooperij der gevangenen wegens gebrek aan arbeid in de cel, ware daar mede tevens vervallen. De tijdelijke camp prison" zou in werking komen, in den geest zooals wij die in Amerika en ook in Engeland (Wight) wel hebben gezien. Er kan op deze wijze ten onzent tevens een begin, - - zij 't gebrekkig met verandering van de vrijheidstraf worden gemaakt, waarbij buitenarbeid op den voorgrond komt. l let vermaarde Waddeneiland ak verbannin^splaats waarvan sommsge plannenmakers op 't oogenblik spreken, lijkt ons niet te vinden. Voorzoove- wij die landsgedeelten kennen, zou aïleen Vlieiand in aanmerking komen. Maar mag men ook daar de bevolking er mee op schepen ? Iets anders ware natuurlijk, ook op een of meer eilanden een kampgevangenis te maken. Dan kunnen Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog ook nog mee dingen ! Hoofzaak is, dat men tijdelijk de vrij heidsstraf moet veranderen, en niet met verslechterde vormen van de eenzame afsluiting tracht voort te gaan. * * * Bovendien wordt nu veel aandacht gegeven aan het vraagstuk van de helers. Terecht. De opkoopers zijn de groot bankiers van den diefstal. Evenals de handel slechts bloeit, waar de koopman goede gelegenheid vindt voor crediet, evenzeer kweekt de opkooper de dieven. Men tast dus 't misdrijf in zijn oorzaak aan, door de opkooperij streng bij den teugel te nemen. De weg daartoe ligt, althans praktisch, niet zoozeer in verandering van de eisenen der strafbaarheid voor heling". 't is Waar dat het bewijs van het opzet, de wetenschap" van den opkooper, dat hij gestolen goed gekocht heeft, niet altijd gemakkelijk te leveren is. De man zorgt zelf wel, dat hij zich van den domme houdt! Maar wanneer de rech terlijke macht wil, en ook het weten schappelijke opzetsbegrip goed hanteert, kan zij met vermoedensbewijs toch reeds ver genoeg komen. Deze kant van de zaak is meer aca demisch dan crimineel-politisch. Een presumptie van strafbaarheid zou men toch op den opkooper niet kunnen leggen! Veel belangrijker is, de opkoopersbedrijven onder sterke, nauwkeurige en zeer frequente politie-contróle te nemen, en daartoe ook de bezigheid aan een ver gunning met bepaalde voorwaarden te verbinden. De opkooper zou dan dage lijks ter verantwoording kunnen worden genomen, en nieri kan er zeker van zijn, dat dan heel wat minder trekpleisters miuiimiiiiiiimiii van Rrest-Litowsk, door Wilson genoemd het bedriegerswerk van een eerlooze regeering. Maar de voorzitter van den Rijksdag ver klaarde uit naam der meerderheid van de vergadering de instemming der volksver tegenwoordiging met het gehoorde, en als de Duitsche Regeering sprak met haar ge sprekvoerder aan de overzijde van den Atlantischen Oceaan, kon zij zich verbeel den dat haar stem de stem was van het volk. En het was niet anders dan de uiting van een parlement dat zijn machteloosheid had geopenbaard door heen en weer te gaan met iederen tocht en door te bukken voor ieder machtsvertoon. ? Nu waren het de omstandigheden en de bittere nood van het oegenblik die hun macht deden gevoelen. Vertrouwen in zich zelf bezat de Rijksdag niet meer, niet een maal had hij vertrouwen in den man die als leider der regeering was opgetreden, de vorstelijke Rijkskanseüer, Max von Baden, een Christelijk getint, voornaam idealist, maar zonder het merg van den staatsman die zijn volk door de woestijn van moeilijke tijden kan voeren. Wilson, teruggetrokken in de eenzaamheid van zijn studeeikamer, zijn gedachten uit werkend onder de inspiratie van zijn schrijf machine, heeft eveneens alle kenmerken yan den idealist. Zijn denkbeelden moet hij in het afgetrokkene voor zich zien staan, om goed de strenge regels te beseften waarnaar hij zal handelen, en het geluid van zijn stem kan door het luchtruim dringen als een klank die gevoelens wil wekken buiten de werkelijkheid van het oogenblik, wegberei ders voor de toekomst. Maar hij is tevens de man van het energieke handelen, hij spaaft zichzelf niet evenmin als de antleien, de dieven zullen lokken. De vergunnin gen kunnen worden ingetrokken, wan neer de betrokkene zich aan verdachte praktijken overgeeft. Natuurlijk zou men ook op deze manier niet alle verderfelijke opkooperij onder drukken. Maar er zou van de openlijke bedrijven niet veel overblijven, en juist die halen de boosdoeners aan. Wij meenen, dat de invoering van dit middel ook op den weg der gemeente besturen ligt. Voor eenigen tijd brachten wij het in den Amsterdamsche Raad ter sprake, en vernamen sinsdien, dat reeds maanden geleden door handelskringen eene zoodanige verordering aan de Com missie daarvoor is gevraagd. Dit is wer kelijk een zaak om met spoed aan te vatten. Artikel 437 yan het Wetboek van Strafrecht behoeft hier niet in den weg te staan. Dit middel van misdaadbestrijding is o.a. in de Duitsche Guverbeordnung reeds toegepast. Het Internationale Peniten tiaire Congres te St. Petersburg van 1890 heeft 't uitvoerig behandeld en aanbevolen. * * * Verband hiermede houdt voorts de kwestie over de bepaling van ons bur gerlijke recht, die den opkooper 't recht ' geeft, de gestolen voorwerpen aan den bestolene slechts terug te geven, wanneer deze hem de koopprijs betaalt. Ons wet boek van Strafvordering (artikel 219) bevordert 't zelfde stelsel, dat voor de bestolen burgers niet aangenaam is. Onlangs in gesprek met een strafrech telijk autoriteit uit Canada, thans hier als krijgsgevangen majoor geïnterneerd, trof het ons, dat deze toen wij het over 't dief stal vraagstuk hadden, zei: waarom hebt ge hier ook niet een bepaling als in óns recht: dat gestolen voorwerpen door den eigenaar steeds zonder verSaeding kunnen worden teruggeeischtV at maakt de menschen voorzichtiger met het aannemen van zaken van onzekere herkomst". Inderdaad, de overweging waard. Onze bepaling is in 't leven geroepen ter be scherming van derden te goeder trouw. 't Stelsel berust er echter bovendien op, dat... de politie gaarne goede vrienden met de opkoopers blijft, omdat die haar zoo vaak aanwijzingen tot opsporing yan de dieven kunnen geven! Bij de vorige herziening van ons Wetboek van Straf vordering heeft dit argument uitdrukkelijk gegolden. Wij meenen, dat ook deze moeilijkheid 't beste kan worden opgelost door de scherpe politiecontrole, als boven be pleit. De terugvorderingskwestie wordt dan vanzelf voor een goed deel onder vangen, omdat de verhouding tusschen politie en heler verandert. Voor't overige zou het inderdaad goed zijn, in onze burgerlijke wet de plicht tot onvergoede teruggave op te leggen aan ieder, die blijkbaar te kwader trouw of zonder voldoende voorzorgen gestolen goed heeft gekocht. * * Als een laatste middel ter verhooging van de algemeene veiligheid mag men niet nalaten te noemen: de waakzaam heid van ieder voor zich. Wij waren gewoon geraakt aan een vrij geordende samenleving, waarin de misdaad afnam en het respect voor ander mans rechten groeide. Daarop had zich een zeker peil van zorgeloosheid en goed vertrouwen ontwikkeld. als het noodig mag zijn. Hij weet het juiste moment te treffen.-een gedisciplineerde ratuur, zooals de ideale krijgsman het is die zijn 'verstand en inzicht onder tucht heeft züodat zij klaar liggen voor 2 ij n gebruik. Toen het verzoek om vredesbemiddeling tot hem kwam van Duitschen kant, heeft hij eerst rustig de lijn van zijn gedachten uitgezonden. Het was een verklaring die hij aan Dultsch land vroeg: welk was het gevestigde gezag uit welks naam de Duitsche Rijkskanselier het woord voerde, en hoever strekte zich uit het meegaan met de Amerikaansche ideeën door den President ontwikkeld; en het was een raad dien hij gaf: om de op rechtheid van hun vredeswil te laten blijken, moesten de legers der vijanden het door hen bezette gebied geheel ontruimen. Van het antwoord zou afhangen of hij zijn bondgenooten het verzoek om een wapenstilstand en de vraag om vrede kon overbrengen. Hij vertrouwde niet wat zich de Duitsche regeering noemde. En hij had gelijk, de President, dat hij op zijn hoede was. Is hij dan niet op ergerlijke wijze door de regeering van den Duitschen Keizer be drogen geworden, toen in de Decembermaand van 1916 tot hem de vraag van vredesbemiddeling werd gericht en hij den slag in 't gezicht kreeg, dien hij heeft be antwoord met de oorlogsverklaring? Heeft hij niet moeten waarnemen hoe de mannen, die in Duitschland achter het scherm het heft van het bestuur in handen hadden een jaar later hun bedriegerswerk bij den vrede van Brest-Litowsk voortzetten en onder de leus van geen annexatie en geen contributie naar het gezag streefden over groot gebied en zich In het bezit stelden Nu heeft de samenleving zich veran derd, en is zij tot een grootere mate van onbetrouwbaarheid teruggevallen. Er blijft den burger slechts over, dan zijnerzijds weer meer tot sloten en bouten en wachten zijn toevlucht te nemen. v. H. HET SLACHT-VARKEN OP DE BOERDERIJ EN IN HET BURGER HUISGEZIN November met zijn heldere, koude lucht, wordt van oudsher beschouwd als de slacht maand bij uitnemendheid. Een reeks van omstandigheden werkt er toe mede, dat men tegenwoordig heel het jaar door slacht, o.a'. het meerdere vieeschverbruik in alle klassen der bevolking, de uitbreiding der Koeltechniek enz. De tegenwoordige tijdsomstandig heden dwingen tot een conserveeren op groote schaal, teneinde de bevolking In het a.s. voorjaar te gerieven. Vandaar de Inbe slagneming van alle Koelhuizen. Vleesch wordt op grootere schaal gebruikt dan voor 25 jaar terug, zulks onder alle bevolkings klassen. Ten platten lande kwam vleesch vroeger alleen 's Zondags op tafel, de mindere klassen aten het enkel bij feestelijke gelegen heid of In tijden van zwaren arbeid, o.a. hooloogst, graan-maaien en binnenhalen enz. Eenmaal vertrouwd met het vleeschgebruik eischte het dienstpersoneel vleesch" bfj de verhuring, eens of meermalen per week. Zoodoende was de boer aangewezen op het slachten van een of meerdere varkens voor eigen gebruik, eene gewoonte, die voor den oorlog ook in de steden reeds ingang begon te vinden. II l Dunne darm, H Karteldarm, III Blinde darm, IV Maag, V Strottenhoofd Het slachten aan huis geschiedde meestal door loonslagers, die er een bedrijf uit maak ten, gedurende de slachtperiode. Meestal waren het ruwe kerels, die evenwel door de routine hun vak goed verstonden, en in aanmerking nemende het heuglijke dezer gebeurtenis voor den gelukkigen bezitter en het droevige dat er In school voor het slacht offer, niet afkeerig waren van een borrel. Heuglijke gebeurtenissen zooals doopen, sterven, trouwen en de slacht" moesten met een borreltje bezegeld worden. Nu vergete man evenwel niet, dat een dorpslager op een dag de rondte deed op meerdere plaatsen, waardoor het jenever quantum een bedenkelijke hoogte kreeg en het varken dat dan ook in de laatste periode aan zijn handen werd toevertrouwd, ondervond niet zelden de minder vaste hand waardoor de slachting wel eens in dierenmishandeling ontaardde. Toch waren dat zeldzaamheden. De aangekondigde slachtdag had ook nog een eigenaardige magnetischen invloed op tiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiilMliiiiiiimitiimiliiifiniliiiiiiillimitimmiiii van groote sommen? Of denkt ge soms dat de President niet heeft ingezien hoe, na het ophouden van haar succes in het Westen (Augustus) de Duitsche regeering een intrlge-vrede zou trachten te sluiten met de westelijke mogend heden onder behoud van een uitbreiding in het Oosten ? Herinner u dan wat Von Payer, de vice-rijkskanselier, neg onlangs, 13 Sep tember, over den vrede van Brest-Litowsk als toetssteen der Duitsche politiek heeft gezegd. Maar de weg naar het Oosten is thans door den afval van Bulgarije en al wat daarmee samenhangt, gesloten. Duitschland moet het opgeven en is zijn dialoog met het Witte Huis begonnen, hoog in de lucht, boven het strijdgewoel, door den mond van den idealist. Als nu de regeering van den Rijkskanselier op de vragen van den President een modest besluit heeft gegeven, zoodat de menschen gaan roepen: Vrede, Vrede t dan brengt Wilson het gesprek, waar het behoort, in het regioen der harde feiten. Hij vraagt niet meer; maar hij waarschuwt dat er aan geen onderhandelen valt te denken, zoolang in Duitschland een macht bestaat, die het er op heeft toegelegd om door middelen van geweld in de wereld te heerschen; hij geeft niet langer raad over het terugtrekken der legers, maar hij kondigt aan dat het com mando van het verbonden leger over de voorwaarden der ontruiming zal beschikken. En 250.600 man zullen vooreerst nog elke maand uit de Vereenigde Staten naar Europa vertrekken ter versterking der armee. De President staat op den vasten grond. Hij zal er zich niet van af laten dwingen. Aan Duitschland om gedwee te antwoorden. W. G. C. B Y v A N c K

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl