De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 26 oktober pagina 1

26 oktober 1918 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

H°. 2157 Zaterdag 26 October A°1918 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.25. Abonn. loopen per jaar Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam Advertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regc). ONZE WEERMACHT VAN 1914 TOT 1918 Het Geïllustreerde Bijvoegsel van het Weekblad De Amster dammer" is uitverkocht. Van dit Extra-Nummer verscheen echter een Luxe-Uitgave, waarvan nog een beperkt aantal be schikbaar is tegen den prijs van = 60 CENTS = Aan dengene, die zich vanaf l October j.l. abonneert, wordt dit bijvoegsel gratis toegezonden. Men abonneert zich bij de Uitgevers VAN HOLKEMA & WARENDORF te Amsterdam De Inhoud staat op pag. 10 HET EI VAN COLUMBUS Dat wil in dit geval zeggen: een schijn baar diepzinnig en ondoorgrondelijk vraag stuk, waaroover geleerden en wijsgeeren zich het hoofd breeken, met de grootste gemakkelijkheid opgelost door een eenvoudig mensch met helder verstand en vroomen zin. Dit is de tijd voor zulke oplossingen. Een groote schok is door de menschheid gevaren. De geleerden en wijzen zijn machteloos geJtjleeken, de kinderlijk eenvoudigen zien het licht en zeggen de lang verborgen waarheid in weinig woorden. Dit geldt voor een kleine brochure*), on langs verscheenen, niet meer dan zeven bladzijden groot. Zeven bladzijden! En daarin staat meer waarheid dan in dikke economische boeken. De mensch die het schreef noemt zich Just Noll S. H. Het f t iemand ooit van dien schrijver gehoord? Ik niet. En ik weet ook niet wat die letters S. H. beteekenen. Maar dat doet er alles niets toe. Wat de man in die zeven bladzijden zegt is volkoomen juist. Het is de heele sociale kwestie in een nootedop. Het is een compleet hervor mingsprogramma in duizend woorden. Er is geen speld tusschen te krijgen en weinig aan toe te voegen. Het dikke boek van Marx wordt er door geslagen. De leeraren voor staathuishoud-kunde behoorden er mee te beginnen. Het is zoo simpel als de begin selen der reekenkunde en voor de praktijk geheel afdoende. Is dan die Just Noll, S. H. een genie? Inteegendeel, hij is blijkbaar een zeer gewoon, eenvoudig mensch. Er is weinig geleerdheid *) Eureka, door Just Noll, S. H., Swammerdamstraat 60, Den Haag. HERNIEUWING Te midden van de verdrietelijke atmosfeer waarin moede wolken de verwachting neer drukken en het jaar over afgevallen blaren druilig zijn einde tegemoet gaat, waag ik het toch resoluut het blij lichtende woord van hernieuwing uit te spreken, en dat niet alleen onder den indruk der groote gebeurtenissen wier glans de nevelen overtljgt, maar met het gevoel ook dat aan ieder van ons in de wijde wereld deze dingen een forschen eisch stellen van innige veran dering en hervorming. Laat onze eerste gedachte zijn voor België. Hebben wij allen het niet gehouden voor de bevrijding van een nachtmerrie, als wij hoorden dat Brugge door den vijand was verlaten en de koning er zijn intrede had gemaakt ? Dat Brugge, dat kulsche kleinood door den genius van vorige eeuwen onder den sluier der melancholie van het verledene aan de komende geslachten overgeleverd, dat Brugge met de staatsie van zijn plein en de vroolfjkheid van zijn klokkenspel het waas van droefheid afbrekend door een heugenis aan den goeden ouden tijd, dat Brugge, dat familiejuweel van Vlaanderen, ontwijd door de brutale hand van vreemde soldaten, bedreigd, ik mag niet denken door welk vreesilijk lot l Maar nu, de akelige droom is heengevlucht, de heldenkoning en zijn edele vrouw hebben hun intocht in de stad ge houden. Het begint te dagen voor België, de uren van nameloos wee zijn geteld, de laatste klok die voor den roof der over weldigers gespaard is gebleven, zal weldra in die zeven bladzijden, het brochuretje ziet er simpel en ondeftig uit. Maar het bevat zoo wat alles wat wij praktisch noodig hebben om een nieuwe menschheid te doen ontstaan. De dingen die Just Noll S. H. zegt zijn niet nieuw. Ik kan zeggen dat ik ze reeds alle min of meer duidelijk heb uitgesprooken, dat ze mij klaar zijn geworden, zoodra ik het groote economische onheil, waaronder de menschheid zucht en bloedt, heb leeren kennen. *) Maar ik moet bekennen dat het mij niet gelukt Is, in zóó weinig bladzijden, zóó precies te zeggen waar het op staat, als nu gedaan is door den onbekenden Just Noll S. H. Vooreerst het motto, ontleend aan Spinoza. Alle akkers, zoowel als grond, en zoo moogelijk ook de huizen moeten gemeen goed, staats-eigendom zijn; namelijk van hem die regeert, en door deezen voor eenjaarlf/kschen huurprijs aan de burgers d i. aan de steede lingen en landbouwers verhuurd worden; ooverlgens moeten in vreedestijd allen van alle opbrengsten en belastingen vrijgesteld zijn.' Deeze uittng werd tot nog toe als de min of meer fantastische eisch van een filosoof beschouwd. Maar Just Noll geeft er de dood eenvoudige en onweerlegbare toelichting bij. Ons lind bezit in ronde cijfers 3 millioen hectaren bebouwbaren grond. Stel dit com plex is nationaal eigendom en voor f 100, per H.A. verpacht, dan geeft dat een bedrag van f 300 millioen waarmee onze staatsbe1grooting in normale omstandigheeden is gedekt, andere belastingen zijn dan ooverboodig. Zooals de toestand nu is, brengen we f 300 millioen in de zakken van den particulieren grondeigenaar, zonder eenig teegenprestatie van zijn kant en moeten v/ij daarenbooven rog f 300 millioen belasting aan het Rijk fourneeren," Al wat hierteegen wordt ingebracht is krachteloos. Het groote feit wordt door geen bezwaren of gevaren verduisterd. Al wat men spreekt oover vermindering van productie, verzwakking van initiatief het f t maar betrekking op ut wijze van hervorming. Men heeft die bezwaren onder't oog te zien en te ooverwinnen. Het ontzachltjke doel, de bevrijding der menschheid van een groot moreel kwaad en een jammerlijk gebrek, vóór, en moet ons dwingen alle moeilijkheeden te ooverwinnen. Het is zooals Just Noll zegt: Grondeigen dom van particulieren is ten eenenmale uit den booze een onrecht, dat niet kan ver jaren, in spijt van het positieve recht en alle juristerij: een erfzonde en een hoofd oorzaak van sociale misstanden." Een erfzonde! Hoort ge het, Christelijke heeren, heeren van rechts, en christelijke heeren van links? En een zonde die geboet en bestreeden moet worden, door onmid dellijk ingrijpen, niet door kerkgang en ge bed alleen. Reeds vroeger heb ik die pseudo-christenen, die zich troosten met het begrip van den zondigen mensch, gevraagd hoe lang ze willen blijven zondigen, hoelang ze armoede willen maken en bestendigen, alleen om geleegenheid te hebben hun liefdadigheid te toonen. De grond is moreel weederrechtelijk een monopolie geworden voor enkele bevoor rechten. Kapitaal en rente zijn alleen daarom ver werpelijk en zondig, omdat ze beiden ge monopoliseerd worden door particulieren. Rente is, zooals Just Noll terecht zegt sociale rente, ontstaan ten gevolge van een samenloop van sociale omstandigheeden. *) Men zie b.v. Studies IV, pg 255, Stu dies V, pg 68. Studies VI pg 158 en 168. iiiiiimiiiniiiiMMiiMiimiimmmiMH! iiiiiiiiiiiiiiiMiiimiiijmmntiiiiii het oogenblik inluiden van de algeheele zuivering. Het recht, gedragen door den onbuigbaren moed van wie onrecht leden, herneemt in de wereld zijn plaats. In mijn herinnering blijft een wandeling door Gent onder geleide van den man, een luister van de Hoogeschool, dien de over weldigers later heel zwaar hebben doen boeten voor zijn gevoel jegens het vader land. Wij gingen en hij hield niet op mij te wijzen. Hier was het een gevel of een curiositeit. daar was het een lichteffect of de unieke bijzonderheid, uniek, daar ze nergens in Europa werd weergevonden, dat men op een enkele plek omringd was door vier groote kerken: zie in deze richting en in die! Hoe trotsch was hij op zijn stad! Maar voor het scheiden hield hij mij staande. Hij zeide mij: Ik wil u het mooie van Gent laten zien, ik heb u niet zijn ver driet getoond, of liever het verdriet van Vlaanderen en van ons gansche land. Wij hebben gebouwd en gewerkt, en telkens is de storm van vreemde invallen gekomen en heeft het werk van onze handen en van onzen vlijt vernietigd en gesloopt. Ik spreek niet van de Middeleeuwen, maar na dien tijd van voortdurende beroerten, welke eeuw is er geweest waarin Belgiëniet het tooneel was van verwoestende oorlogen? In de 16e, de 17e, en de 18e eeuw en het begin van de 19e eeuw heeft Europa op onzen groncl zijn geschillen uitgevochten. Hier was het tooneel van den strijd. Ik zou met u een hlstorischen platenatlas willen doorloopen en uw aandacht willen vragen voor de veelvuldige afbeeldingen van ruïnes onzer steden. Dat is dan later alles herbouwd en gerestaureerd. G( hebt het onderwijl rustiger gehad in uw Noorden, gij waart buiten schot. En ik weet niet welk voorgevoel mij be kruipt er kwam eenige bitterheid in zijn vriendelijke stem of misschien in deze twintigste eeuw van beschaving ook nog Niet alleen heeft de consument om niet de boodem- grond- of sociale rente te leeveren aan den particulieren grond-eigenaar; ook met betrekking tot de productie-mid delen, het BEDRIIF, Is hij gedwongen die sociale rente om niet af te staan aan den onderneemer. Die sociale rente wordt zich toegeëigend door kapitaal en directie, het personeel moet zich tevreeden stellen met een schijntje in een of anderen vorm, zooals gebruikelijk is bij zoogenaamde model-inrichtingen, maar ook de gemeenschap, de Staat, die dan toch door zijn instellingen en kredlet-waardigheid het scheppen van sociale rente moogelijk maakt, blijft hiervan bijkans verstooken, vermits grond- en inkomsten-belasting niet dan een zeer miniem deel dier rente uitmaken." En wel mag Just Noll vragen: waarom moet de gemeenschap .ten eeuwigen dage de dupe blijven van*>olëmoreel onrecht matige heffing der soclal: rente door parti culieren, zonder dat deeze er toe verplicht worden of zijn, om betamelijk- en rechtvaardigheidshalve een contra-diet st te bewijzen ? Een staat die zich qualificeert als chris telijk" en beschaafd" moet met alle hem ten dienste staande middelen verhinderen dat ' i?van zijn bevolking langer wordt ooverDelast en leeggebuit ten gerieve van zijn bevoorrechte kinderen; en wel door zoo spoedig doenlijk de sociale rente tot zich te trekken. En Just Noll geeft dan met verrassende juistheid in drie eenvoudige zinnen aan wat de plicht is van een Christelijken Staat, te weeten : I den grond van particuliere (onroerend goed) terug te brengen tot Staatsdomein; II de zaken, onderneemingen of bedrijven, die een monopolistisch Tcarakter dragen, te brengen onder Staatsbeheer en exploitatie; III de ooverige groote zaken te stellen onder de kontroie van den Staat. Op twee bladzijden wordt dar uiteengezet, zoo dwingend moogelijk, welke bedrijven zich daartoe leenen en hoe de omkeer kan worden aangevangen. Just Noll S. H. zal eeven goed weeten als ik, met welke uitvluchten onze econoomen dan voor den dag koomen. Ze schermen met groote, bang-makende woorden oover Staats-socialisme, het Staats-monster, dat alle initiatief zou dooden en ons ailen lot ambtenaren maken. Deeze uitvluchten koomen daarop neer, dat de particuliere monopolisten totnogtoe, beeter slag hebben dan de slaat om de meest geschikte werkkrachten te vinden Alsof dit ook niet eeven goed van staats wee ge kan geschieden, als men er zich op toelegt. Amerika heeft ons in dit opzicht reeds een lesje gegseven. En een zakenman als de Duitsche ecoiicom V.'alter Rathenau heeft In zijn boek: Vcm Kommenden Din gen", de onvermijdelijke noodzaak van Staats exploitatie en kontroie aangetoond, wil men een Staats-bankroet vermijden. En dat alles is zonder beteekenis teegenoover de geweldige moreele noodzaak. Ik durf aan hetgeen Just Noll zegt nog toevoe gen, dat een burger-oorlog het onvermijdelijk gevolg zal zijn van nalatigheid in deezen De arbeidlooze winst-maker ij niet het verdienen van een Behoorlijk inkoomen moet eindelijk worden vernietigd. Dat is nog noodiger dan de vernietiging van het militarisme, dat slechts een gevolg is van het monopolisme. Op bladzijde 6 spreekt Just Noll oover de effecten die ook de sociale rente afwerpen. Ook oover dit geschacher met onecht kapitaal moet het doodvonnis worden uit gesproken. niet een hard lot ons heerlijk land boven het hoofd hangt. WIJ zijn er nu eenmaal voor bestemd op te bouwen en ons bouwsel vernietigd te zien. Wij leven in den windhoek van Europa. Zoo was het afscheid bij het vallen van den avond... Het is een mooie geste, neen, meer dan een gebaar, een mooie daad geweest van de beide Nederlanders, toen zij een aan zienlijke som ter hand stelden aan de Koningin van Belgiëom Haar te steunen bij het lenigen van den nood van het be proefde land. Wij hebben een schuld af te doen aan Belgiëdat ook voor ons den slag heeft opgevangen. Aan ons is het niei alleen het Belgiëte helpen dat naar ons toekomt, maar het tegemoet te gaan in zijn beproeving. Wij moeten blij zijn een deel van het onze te kunnen geven en wij moeten geven als een gro»t volk. Groot, waar het te doen is om een werk der liefde: de een schenkt zijn honderdduizend gulden, de ander zijn tien duizend en weer anderen hun duizend of hun honderd gulden. Het voorbeeld moet ons niet voor niets zijn gegeven. Van onze regeering hoop ik dat zij uit eigen beweging een regeling zal voorstellen van het Schelde-vraagstuk en wat daarbij behoort, zij moet geheel passen in het kader van den toekomstigen volkerenbond. Zonder ons eigen land en zijn aanstaande nooden toch te vergeten! Ook daar rust veelal nog een schuld op ons geweten. Het gevoel voor onzen plicht dient hernieuwd. Maar gaat de taak van sociaal zedeprediker mij wel goed af? Ik vat mijn historische beschouwingen weder op. De correspondentie tusschen de Centrale Mogendheden van Europa en Amerika is in deze laatste acht dagen voortgezet, maar de zaken zijn niet bijster vooruitgegaan. Voor de regeering der OostenrijkschDe geheele waereld is, indien daar niet bijtijds een stokje voor gestooken wordt, oovergeleeverd aan een cijnsbaarheld ten gerieve van de bezitters van grondonderneemingen en effecten. Daar deeze schatplichtigheid indirect werkt, wordt ze door het individu niet zoo dadelijk gevoeld. Ziedaar de truc van de renteniers. Rustig op hun stoel gezeeten, zonder er een vinger voor te verroeren, wachten de renteniers de komst van hun geliefde sociale renten af, die automatisch In hun respectieve brandkasten verzeild raken, in stede van moraliter rechtens bij den Fiscus terecht te koomen. Met de sociale rente in handen van den staat zal het mogelijk zijn alle andere be lastingen af te schaffen. Staatsschulden worden dan niet meer gemaakt, ze zijn onnoodig geworden. De ware oorzaak van den oorlog is niet anders dan de sociale rente in handen van het groot kapitaal, een metafysische macht, een godheid, die aan het hoofd staat en de leiding heeft oover de winst-jagers. Speciale staten-bonden, ooverigens onbe staanbaar en machteloos voor het bewaren van den vreede, zijn dan onnoodig geworden. De boodem en zaak-rente in handen van het groot-kapitaal, ziedaar onze vijand. Stel deeze rente in 't bezit van de gemeenschap, en het raadsel van den oorlog en der sociale ellende is opgelost. Eerst aan, maar niet eerder zal koomen het Koningrijk Gods, en zal het heeten : Jezus leeft, vreede op aarde eu God heeft in den mensch welbehagen. Just Noll spreekt niet van socialisme" en dat is begrijpelijk. Met dat woord zijn aller lei valsche theorieën en verkeerde begrippen gesloopen in een kwestie van eenvoudig ge zond verstand en zuivere moraal. Op een halve bladzij vat hij den inhoud samen van ht-t kleine pamflet. Ik wensen die halve bladzij, zwaar van waarheid en rijk aan stellige beteekenis in zijn geheel oever te neemen. Teegen woordige economische balans: groot-veimoogen schijnbaar, klein inkoomen zwaar belast. Consument niet alleen belastingschuldig aan den staat, doch bouvendien nog verborgen schatplichtig aan het groot-kapitaal. Heedendaagschestaat:dienaar van groot-kapitaal meer dan recht-staat. Privaat grondbezit niet te rechtvaardigen. Particulier grootbecirijf niet gewenscht, weegens ontaarüing in vrijbuitend monopolie. Pacht- of boodemrente, meerwaarde van het product, renie van tffecten zijn sociale renten a. i. zuivere winst ontstaan door toe doen, niet van den enkeling, doch van de ge meenschap. Sociale rente onder bereik van groot-kapitaal heeft een moorddadige uitwer king: zet aan eerst tot anarchistische concur rentie, a-ATi tot economische, tenslotte tot mili taire oorlogen. Daarom urgent ze terug te brengen tot haar oorspronkelijke bron, de gemeenschap. -- Namelijk door den grond van particulieren te converteeren in nationaaleigendom en het particulier groot-bedrijf te stellen onder gemeenschaps-beheer. Dan gaan effecten en rijkworden-zonder-arbeid sit de waereld. Winstmakerij houdt op, blijft alleen oover het verdienen van een behoorlijk inkoomen. Ieder dan verzeekerd van zijn bestaan. Geen onderlinge nijd meer om het bezit van hoe langer hoe meer rijkdom. Oorlog doelloos geworden. Geen monopolie en, geen belastingen. Alles bestreeden uit sociale rente. De sociale kwestie opgelost: de ware Rechtstaat. Eevenaar van den balans staat te lood. Vreede op aarde, in den mensch een wel behagen. .. Civitas Dei' " Ziedaar! ik onderschrijf het nagenoeg Hongaarsche Monarchie was de ontvangst van Wilson's antwoord op haar vredesvraag een hard moment. Zij moest hooren dat de tijd voorbij was om met haar te onder handelen alsof zij nog de verschillende volkstammen van de Statenvereeniging vertegenwoordigde. De deelen der Monar chie worden als zelfstandige machten erkend; de onafhankelijkheid der Tsecho-SIowaken was reeds bevestigd. Oostenrijk, het Habsburgsche Oostenrijk, viel bij zulk een opvatiing geheel uiteen. Maar die Monarchie staat op den tweeden rang, en het is moeilijk reeds te overzien of voor haar zelf, of voor haar afzonderlijke volkstammen een hernieuwing van het staatsleven voor de deur staat. Wat den oorlog aangaat, rekent zij nauwlijks nog mee. Vreemd is het geval in Duitschland. Enkele weken geleden, tot aan de laatste dagen van September toe, bestond daar nog geen begrip van de houding van Amerika in den wereldoorlog. Men dacht dat onder het devies van den strijd ten behoeve der democratie zich een beweging verborg, gekweekt door de groote financiers der Vereenigde Staten. Men begreep niet dat met het deelnemen aan den strijd een levensquaestie was gemoeid voor een expansieve groete macht, die haar plaats zocht onder de groote wereldstaten. Het woord van Wilson is bekend: Amerika wil treden buiten zijn provincialisme. Dat is het waarvan het bewust is geworden sinds het begin van .den oorlog. Zijn pro vinciale leven is voorbij en het kan in de wereld waarin het zijn rol wil vervullen, geen machtigen staat verdragen, onderworpen aan het absolute militarisme. De veiligheid ware daardoor in gevaar. Het militarisme moet den kop worden ingedrukt. De nood van het oogenblik, de afval van Bulgarije, de zwakheid van Oostenrijk, de nederlaag in het Westen, heeft Duitschland de oogen geopend, Een plotselinge omkeer had plaats, een aanloop tot hernieuwing alles met vreugde. Dit is de taal en zijn de natuurlijke gedachten van een eenvoudig mensch met een eerlijk hart en een helder verstand! Al wat er teegen wordt gezegd zal zijn uitvlucht, met onzuivere vreezen en persoonlijke belangen. En al waren de bezwaren nog tienduizend maal 'erger als ze zullen worden voorgesteld, het Recht gaat vóór, en het woord van Jezus moet gelden. De partij die dit programma tot het hare maakt, zal ontwijfelbaar het sterkst staan en het winnen, zoowel van conservatieve remmers met onzuivere motieven, als van bolsjewieksche dweepers met gewelddadige middelen. Vreede op aarde, eenheid der menschheid en internationaal Recht ziju geen utopiën. Maar de bron van alle hervorming moet zijn de Christelijke moraal, zooals alle een voudige en vroomen die in hun hart belfjden. FREDERIK VAN EEDEN iiiiiiiiiiiiiiniim mini NEDERLAND'S HOUDING TEGEN OVER DEN NADERENDEN VREDE Meer dan in de vier jaren, die achter ons liggen, zal in het tijdvak van voorbereiding tot den vrede bezonnenheid bij de uiting van onze gevoelens, meeningen en wenschen gebiedende eisch zijn ; want meer ook in deze dan in gene phase van de wereldgebeurtenis, die wij beleven, zal er kans zijn, dat onze stem gehoord, van wat zij zegt, aandacht geschonken wordt. Want als de wapenen eenmaal zijn gestreken, zij het formeel slechts voorloopig?wapenstilstand?, maar feitelijk zonder veel kans, dat zij weer op genomen worden, dan is de groote strijd overgebracht naar het terrein der geestelijke krachten, al moge de bedreiging met wapenmacht nog als een wolk daarboven zweven. Zoolang de wapenen aan het woord waren, was het voor het verloop van den strijd van geen belang, welke onze meeniiigen waren, hoe zij werden geuit, tenzij wij daardoor in den oorlog werden betrokken en de machts verhouding dus gewijzigd werd. Ook tegen een eensgezinde openbare meening van ons, neutraal, volk in, zou (oen geen der kam pende partijen, ais haar dit voor de beslis sing in den strijd nuttig voorkwam, er voor terugge^chrikt zijn, eenig door bsargcsie d oogmerk te verwezenlijken. Onze openbare meening was slechts, nu vuor deze dan voor gene partij, onbetaalde laten wij uit althars hopen propaganda. Onze neutralitt.it ia deiïstrijd bracht mee, dat wij toen geen stem in het kapittel konden hebben. Tegenover den raderenden vrede kunnen en mogen wij niet neutraal zijn. Of ons ge legenheid zal worden gegeven op de vredesco-.ferentie ons recht op herstel van het nadeel, dat ons ia toegebracht, van het on recht, dat ons is aangedaan, te doen gelden; er voor te waken, dat niet buiten ons om' in onze territoriale en volkenrechtelijke positie wijziging wordt gebracht, die vraag zullen wy hier onbesproken laten. Maar ook afgescheiden daarvan kunnen wij tegenover den vrede, die nadert niet onverschillig, niet neutraal zijn. Wij hebben het recht en den plicht ons te doen hooren; het recht, omdat de nieuwe wereld orde de omgeving zal zijn, waarin ook wij in de toekomst hebben te leven, den plicht, omdat onze neutraliteit In den strijd ons onbevangener dan een der strijdende par tijen tegenover de problemen, die om op lossing vragen, doet staan en aldus een factor tot toenadering tusschen de beide groepen zou kunnen zijn, een toenadering, die onmisbaar is, wil er eindelijk van ml1"" i'iiiniiiiniiiiiiiii jiinii iiiniit i immin werd genomen. Er was een begin van ver trouwen in Wilson. Maar de man ontbrak, die het krachtige juiste accent op het werk wist te leggen. Er waren geen staatslieden en leiders in Duitschland en er was geen leider en geen staatsman. Men kon gezette en vooruit af gesproken redevoeringen houden in den Rijksdag; maar krachtig op den man af handelen, dat vermocht men niet. Wilson met zijn tweede nota prikkelde tot een open bekentenis en drong tot een beslist handelen. > Wat was het gevolg? Men heeft dagen en dagen onder elkaar gedebatteerd om tot een niets zeggend ant woord te geraken. Een inodore stuk, zonder kleur en pit. Vreemd geval, voorwaar! Men onderneemt de hernieuwing van Duitschland, zoo hoog en zoo diep noodig, onder angst en twijfelen. En die hernieuwing van het inwendig staatsleven zou inderdaad Duitschland, dat een machtig land is en zal blijven, tot grooter hoogte leiden misschien dan het vroeger heeft bereikt. Zij zou geven een concentratie van kracht. Maar met het praten en dingen is de tijd heen gegaan. De armee die nog in Belgi en Noord-Frankrijkstaat,die toont de kracht... Zoo lang zij het uit kan houden. Een zonneblik aan het slot! De afgevaar digden van het bevrijde Rrjssel hebben hun plaats hernomen in de Fransche Kamer. Als vrije mannen konden zij = /eder het woord voeren. 22 Oct. W. G. C. B Y V A N C K

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl