Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
26 Oct. '18. - No. 2157
ffe
NAAR WIJD EN ZIJD
II
PETIT Louis ^
Hij kwam van het Vreemdelingen-legioen.
In zijn aderen woelde het bloed van die
legendarische, doorgewinterde rabauwen
welke van 1789 tot 1815, blootshoetfs en
barvoets Europa doorkruisten, eerst ver
liefd op de Republiek en daarna als duiven
melkers op de Keizerlijke arenden en
waarop hij dan ook lichamelijk, naar de
verbeelding van een Georges d'Espart-ès
herschapen, geleek. Zijn naam ? Vraagteeken.
Hij zelf schertste: Petit-Louis pour les
dames", 't Was al wat hij van zijn burger
lijken stand verried, en dan nog met een
lachje waarvan we enkel later de gruwelijke
Ironie vatten zouden. Hij sprak overigens
weinig. Alleen mij nam bij in vertrouwen.
T'ea bien un bourreur-de-cranes, spotte
hij, mais quand-même t'es un bien copainl
Hij ook was een beste kerel, sympathiek en
gedienstig, iemand waar men op rekenen
mocht, wanneer het er op aankwam, recht
voor de vuist en oorlogend omdat het vechten
hem nu eenmaal in merg en been stak. Hij
snoefde niet met zijn heldendaden, veraf
schuwde alle pluimstrijkerij en weigerde
systematiek ieder voorstel tot bevordering.
Hij beweerde:
Je me bats pour la libertédes peuples
et pas pour les galons.
't Gebeurde wel meer dat hij met die
ronkende volzinnen welke herinneren aan
de proklamatie Les Drolts de l'Ho mm e"
uitpakte en als nagels in zijn beenigen kop
vastgespijkerd zaten en die hQ eigenlijk op
gevangen had, gedurende zijn jeugd, toen
hijalstypograaf-werkman de meetingavonden
bijwoonde der socialisten, in 't een of ander
Maison du Peuple te Brussel of te Parijs,
voor hij zijn huid looien ging in de Fransche
Koloniën of wanhopig wacht liep rond de
kazernen van Sidi-bel-Abès, waar de gon
zende muziek der muskieten het sterrenlied
der tropische nachten belichaamt en bezielt...
De diepere beteekenis dier woorden ver
moedde hij eerder dan hQ ze begreep en zij
leverden meer het oppervlakkige bewijs van
een volksgeest die blijken van belangstelling
verleent aan den algemeenen gang der wereld
en tegen zekere maatschappelijke wantoe
standen verzet aanteekent dan het spektakel
van een door oratorische herbergpolitlek
aangetaste levensopvatting. Vooreen vriende
lijk woord liet hij zich vierendeelen; bevelen
schampten'op zfjn proletarischen
onafhankeIQkheidszin af. Verscheidene malen reeds
had hij zich door zijn dapper gedrag op
het voorplan van het wereldtreurspel gesteld,
althans In de mate van de nederige rol
welke hij onder den anoniemen hoop der
legioenen te vervullen bad...
De kapitein bad juist weer een karweitje
waarvoor een uitverkoren klepper geëischt
werd. In vollen dag zou de man-in-kwestie
op verkenning moeten, en zoo dicht mogelijk
den vfjandelfjken post naderen die, lederen
avond, geregeld het loopbruggetje van een
onzer vooropgeschoven stellingen
mitraljeerde. Omdat er kans was een nestje te
rooven of fatsoenlijk te sterven nam
PetitLouls vrijwillig de zending op zich. Alvorens
te vertrekken overhandigde hij me eenige
?tiimiiiiiiilmii
La vle Catholique dans la France Con
temporaine. Paris, Bloud et Gay.
Een breed opgezet boek, waarin het geheele
katholieke leven en denken van den huldigen
dag wordt blootgelegd. Het is verdeeld in
zes afdeellngen, waaraan een préface van
den bekenden mgr. Baudrillart voorafgaat.
Mgr. J. M. Tissier, bisschop van Chalons,
schrijft hier over La vie Religieuze.
Etienne Lamy de l'Academie frargaise
over La familie.
Henry Joly. de l'Instituut, over Le Mou
vement social Catholique.
R. Grandmaison, over Les Sciences reli
gieuzes.
AbbéG. Mlchelet, Professeurauxfacultés
catholiques de Toulouse over La Renais
sance de la Phüosophie Chréenne.
Fortunat Strowski, Professeur a la
Sorbonne over La Littérature.
H. Cochin, Députédu Nord over L'art
chrètien sar les conflns des XfXe et XXe
siècles.
Over het al of niet opleven van het
Katholicisme in de naaste toekomst na dezen
oorlog zijn de meeningen verdeeld. Door
velen, en dit schijnt de meerderheid te zijn,
wordt een nieuwe bloei daarvan voorspeld,
terwijl anderen eerder eene inzinking, in
leder geval geene buitengewone verandering
in de eerstvolgende jaren vermoeden. Het
mag zeer gewaagd heeten hier iets met
zekerheid te affirmeeren. Niettemin kan men
met eenlg recht beweren, dat eene zoo
groote catastrophe als deze oorlog is, nood
zakelijk eene verandering in denken en
voelen moet brengen, dat ook het gods
dienstig leven of minder of meer zal zijn,
dat het zich onmogelijk op het stand
punt van vóór den oorlog kan hand
haven. Er moet eene loutering geschieden
van de weifelende en zwakke elementen
en indien deze door den grooten brand
zullen worden verteerd, wat zal er dan
overblijven? Niet zonder eenige waarschijn
lijkheid kan reeds nu een achteruit gang van
het moreele leven worden gadegeslagen in
Europa. De zedelijkheid evenals de rechten
van den eigendom zijn in hun diepste
grondslagen aangetast. Het rechtsbegrip is
aan het wankelen gebracht. Bethmann
Hollweg heeft hft volkenrecht bitter gehoond,
Lenin en Trotzki hebben Rusland doen
schu'dig zijn aan contractbreuk.
De Eigendom, ook in ons land, is door
wetten van de laatste drie jaren op losse
schroeven gezet. Roof en diefstal neemt toe
in het groot en in het klein. Men zou dus
"- <* "">'? r ???'»; s' -;t :- <
beduimelde papierenen n ^vergeeld vrouJ
wehportret.
Si je clapote, zet hfj, tu Hras ces
papelards et puls tu les btüleras. En samen
vattend, voegde hij er aan toe:
C'est Ie roman de ma vie...
Ik schokschouderde om zfjn
heintjesachtige voorspellingen en borg het verfom
faaide bundeltje op zak. Met een handdruk
nam hij van me afscheid.
We hebben Petit- Louis nooit levend
weergezien. Een patroelje van het regiment dat
ons afloste bracht zijn lijk in onze lijnen
weer, onkennelijk, verminkt, bebloed en
stijf. In stilte werd hij begraven. We wisten
zelfs niet op welk kerkhof.
Toen zfjn overlijden officieel aan het
legerdagorde verscheen, kon ik den kramp
van mijn hart niet bedwingen. Zoovelen
gaan en komen; de oorlog pantsert de ge
moederen. Petit-Louis' dood tref me
nogthans pijnlijk. Eerst veel later dacht ik eraan
zijn papieren te doorsnuffelen. Zijn we allen
niet min of meer verlekkerd het alkoofgeheim
van een nagelaten bekentenis in een
vertellinkje vast (e klinken ? In het vel van een
schrijver hulst de ziel van een biechtvader;
alleen 't beroepsgeheim eerbiedigen we door
naam en plaats te wijzigen of te verzwijgen.
Bijzonder het vrouwerportret intrigeerde
me. Op de keerzijde las ik: A Petit-Louis,
souvenir d'une nuit d'é'é, Amoureusement:
Lulu. Paris 17 aout 1903." Die magere, door
zon en wind getaande vrijbuiter, alleen met
een grijns over deernen en liefde gewagend,
had dus ook bemind ? 't Opschrift van het
portret onderstelde een zoeti-appige meisjes
ziel die de trekken van het ovale, vage
gelaat bewaarheidden. De oogen in dat
wezen blonken van een onvatbaren glans,
als twee zwarte parelkens van een kinder
halssnoer op het papier vastgeprikt. De
mond glimlachte. Waren die vlechten
donkerblond of kastanjebruin ? Meer dan
twintig jaar scheen me die onbekende Lulu
toch niet. Zouden Petit-Louis' papieren me
niet nader over haar inlichten ? Ik aarzelde
een oogenblik de onbescheidenheid verder
te drijven; mijn nieuwsgierigheid zegevierde
echter aldra over dien wegzijpelenden
schroom.
De roman van een liefde.
Arme kerel, wat grootheid in zijn eenvoud!
Petlt-Louis' herinnering is er mij des te
dierbaarder om. In twee woorden:
't Was tijdens een gemaskerd bal in de
Moulin Rouge dat hij kennis maakte met
Lulu. Dat avontuurtje leidde tot een
kamertjeszonde, Toen ze malkaar den volgenden
dag verlieten, vergat Petit-Louis zelfs den
naam van zijn liefje te vragen. Zes maanden
nadien, in 't volle zomerselzoen, ontmoette
hij ze nogmaals, ergens in een tingel-tangel
van Montmartre.
Tweede en laatste kamerljeszonde. Hij
ontving drie dagen daarop haar portret, en
gaf haar rendez-vous voor den voleenden
Zondag. Lulu kwam niet. Hoe hij zich ook
weerde, hij gelukte er niet in Lulu ooit weer
te zien. Tenzij, een Zaterdagavond, wanneer
een brigade geheime agenten der zedenpolitie
plots een razzia deed rond St. Lazarre en
hij Lulu, hijgend, verslonst, met ontvlochten
lokken naast een bekenden souteneur van
Clichy, tusschen twee opzichters, heen
voeren zag.
Acht dagen daarna scheepte hfj zich te
Marseille in, op weg naar Afrika.
Belg. Front 1918 FRITZ FRANCKEN
kunnen zeggen, dat het ook met het gods
dienstig begrip en gevoel spoedig bergaf
zal gaan. Vergelijkt men daarentegen deze
jaren met die van het begin der negentiende
eeuw, dan scheen er in dien tijd even weinig
kans op verbetering als heden en toch kwam
toen uit: Le Genie du christianisme van
Chateaubriand en vierde het Katholicisme
een glorievolle verrijzenis uit de afgronden,
waarin de Revolutie met haar schrikbewind
het hadden doen dalen.
Dit boek wil nu den tegenwoordigen toe
stand van het Katholicisme in Frankrijk
toonen en om tot beter begrip daarvan te
geraken, geeft het wat onmiddellijk daaraan
voorafging, aldus het heden door het onmid
dellij k daaraan voorafgaande verleden ont
vouwende.
In eene zeer heldere, waardige, eenigszins
ihetorisch gestelde Prëface biedt mgr.
Baudrillart het werk aan het publiek aan,
zeggend, dat het niet een boek van Polemiek
is, maar dat het slechts eene concreete
ontvouwing der feiten bevat.
De Duitschers moeten daarom niet denken,
dat zij ons de wapens uit de handen hebben
doen vallen. Hoe meer men in dezen oorlog
doordringt des te meer zijn zelfs de meest
gematigde en de meest onbevooroordeelde
geesten gedwongen, den buitengewonen
aanleg tot leugen, lederen Duitscher aan
geboren, te erkennen. Wij zullen op al de
leugens der Duitschers antwoorden, wanneer
de tijd daartoe gekomen zal zijn. De slechte
Politici en de avonturiers behooren aan
Frankrijk, maar zij zijn niet Frankrijk en
zoo toont hij, dat onder het uiterlijk van
godsdienstloosheld een innerlijke kern van
geloof en vroomheid schuilt. L'Atheisme
légal est une tare et c'est un péril de tous
les jours. J'usqu'cii at'il tendu ses ravages?
In deze zes opstellen zal het worden aan
getoond met volkomen oprechtheid, zoo
verklaart de voorberichtschrijver, de in zijn
land zeer gevierde redenaar en schrijver
mgr. Baudrillart. En inderdaad, er is haast
geen iand, waar het katholieke leven een
zoo gewichtige rol speelt als in Frankrijk,
dat niet zonder reden de oudste dichter der
Kerk wordt genoemd. Is het, omdat daar de
partyen van geloof en ongeloof scherper
en duidelijker tegenover elkander staan dan
elders? Is het niet veeleer het gewicht van
den Franschen geest, di« hier zijn belang
rijkste evoluties ondergaat ? Indien ergens,
dan Is het katholieke leven in Frankrijk op
zfjn innigst met dat der natie verbonden.
Het katholicisme openbaart in Frankrijk zijn
wezen op zijn duidelijkst. Het vormt den
grondslag van zijn bt staan in vaste onver
anderlijkheid, zootang de fransche natie als
zoodanig bestaat, al draait de weerhaan van
de bovenspits, hier de Regeering, steeds mede
met de wisseling der tijden. Dit is zeer goed
door Blsmarck begrepen, toen hij op 16 No
vember 1871 aan den duitschen gezant van
SONNETTEN
'K zag denaarde zwenken op 't planetenbal;
En achter haar wapperde, groen en breed,
Het wit-omzoomdfluweel van'tslepend kleed,
En luchtig woei 't kant van zijn golvenval.
Zelf zong tot dansmuziek ze orkaangeschal,
En uit het wolkend zwart van haren reet
Bacchantisch zij de naalden los, en smeet
'T rinkelend goud door wijddav'rend heelal;
Toen hielden, ver, in diepten van de zaal
De statige quadrilles even stil;
En oude zonnen schrokken bij de pret
Van 't dartel kind, dat altijd schertsen wil.
En ernstig flulst'rend saam in sferentaal,
Dansten ze voort hun wereldmenuet.
Door 't zonlicht zijn vergeest'Ifjkt de satijnen
Menschengezichtjes van 'tviolenbed:
Denkend pensee en mystlEch violet,
Waarnaast als zonnetjes de gelen schijnen
Vergadering van dwergjes: 'k zie ze net
En face. Neen, die groote paarsen schijnen
Ernstig gebaarde, lulst'rende rabbijnen;
De Vader-in-de-Hoogte spreekt de Wet:
Blij zult gij leven; zult sterven tevreden;
MQn kleurig beelt'nls maken,de aard' beneden,
Mij en mijn hemel en uzelf ter eer;
Vroom, als 'k herrijzend u kom wakker aaier;
Ja knikkend, als mijn stormen u verwaaien,
Herrijzen zult ge~als ik: IK BEN DE HEER.
Laag hangt de zon. De lange bosschen, dijken
Van OF doorschijnendheid, weren de baren
Van 't roode licht, dat afdruipt van de blaren,
Doorsijp'lend, waar tot lek de twijgen wijken.
De vlakke stroomen, die'tdoorzichtigstrijken,
Kan niet het voorland, ruigbegroeid met varen,
Niet kan de takkenglooiing doen bedaren
De steile vloed, die heen spoelt over deeiken;
Over de kruin en dijkbreuk door de
[wanden
Stort zich de^ratje branding op de landen,
Wijdvloeiend goud, als uit een fabelbron.
In 't oosten bouwt de nacht zfin
wolken1 dam men;
Meezuigt de zon de vloed van koele vlammen,
En ze ebben weg onder de horizon.
'K sta naar't schitt'rend oranje in 't west te
^ kqken:
Als fijne, zwarte tralies staan de abeelen;
De blaadjes schijnen met het licht te spelen,
Om 't op te vangen, a s 't er door wil strijken.
'K zieom: 'tpaarsamethystin'toostverdeelen
In trossen van clematis diepgroene"eiken;
Aan de oogen, vol topazenglorie, lijken
DtTabeelen trilgras^ van blauwe juweelen.
OpBrahman, wereldgrond, schijnen dedingen
A jeur gewerkte scherts: door de openingen
Golft ongehinderd stralende eeuwigheid:
Het denken, moe van God, keert van Zijn luister
Zich gretlg-aardsch vaak af naar kleurig
duister ^
En weldadig-koele vergank'lijkheid.
AD W AiT A
Arnlm woordelijk schreef; Une polltique
catholique de la France lui donnerait une
grande influence en Europe et jusque dans
l'Extrême-Orient. Le raoyen de contrecarrer
s»n influence au profit de la nótre, c'est
d'abaisser Ie Cathollcisme et la papauté,
qul en est la tête. Si nous pouvonsatteindre
ce but, la France est a Jamais annihilée. Ik
citeer alleen de eerste woorden van dezen
merkwaardigen brief die In l'Offlciel van
7 Avril 1911, na voorlezing in de Kamer,
werd afgedrukt.
Het opstel over La Familie is van het
Fransche Academielid Etienne Lamy en ver
scheen reeds in de Revue des Deux-mondes
van 1917.
Het geeft een belangwekkend overzicht
van het Fransche bevolkingsvraagstuk. Met
behulp der historie en aan de hand van
resultaten der Statistieken pleit het voor
het groote gezinsleven, voor de
onverbreekbaarheid van het huwelijk. Dit gezegend
met talrijke kinderen heeft een scheppende
kracht voor den volksrijkdom. In deze blad
zijden zoeke men geen diepe gedachten, geen
magistraal betoag, maar zij zijn geschreven
in gladden gemakkelijken stijl, zonder
rhetoriek, maar ook zonder dat kenmerk, het
welk een groot auteur verraadt. De heer
Lamy is een fijne causeur, die invloeiende
rappe volzinnen zonder bijzondere passie
of dieper inzicht zijn gedachten te berde
brengt. Hij is de Franschman van het oude
type, zeeals men ze vroeger in grooter
aantal aantrof. Hij is de prosateur van den
ouden stempel.
In Le mouvement Social Catholique toont
Henry Joly, de bekende schrijver van La
psychologie des Saints, wat er in zijn land
van Katholieke zijde voor het sociale leven is
gedaan. Men vindt er o a. in de geschiedenis
van Le Sillen" van Mare Sagnier, waarover
eenige jaren, geleden de gemoederen zoozeer
in vuur zijn geraakt, toen deze vereeniging
ten slotte wegens hare al te democratische
neigingen door Pius X werd veroordeeld,
omdat zij uitsluitend op de democratie wilde
steunen en allén de materieele belangen
van den werkman op het oog had. Alles
wat van dezen schrijver komt, draagt het
kenmerk van een solieden en hoogen geest,
alhoewel het een eigen karakter en origi
naliteit mist. Zijn opstel is niettemin zeer
leerrijk en getuigt van de groote werkzaam
heid der Fransche katholieken. Leur travail
est digne de ce qul s'est accompli
demeilleur en Europe et soutient aisément Ia
comparaison avec celui du Centre allemand,
abstraction fatie de l'influence politique que
celui-ei a' su acquérir et qu'il a d'ailleurs
payée d'une véritable déchëance. Zoo zegt
mgr. Baudrillart in de voorrede met min of
meer recht, terwijl hij niet kan nalaten den
vijand ook op dit terrein in het voorbijgaan
een degenstoot te geven.
Van meer direct nut, omdat het de
litteUtrechtscho Schietschuitonveer
AMSTERDAM, SINGEL 273 TEL. l NT ERG. 5181 H.
Dagelijkscho Motor dienst tusschen
Amsterdam - Utrecht - Zeist - De Bilt - Huis ter Heide
Bosch en Duin - Rijsenhurg - Driebergen - Doorn enz.
iiiiiiiiiiiiiniii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiii HIIIII
Op den Economischer! Uitkijk
Vóór meer dan honderd jaar.
Het is wel de moeite waard, juist in dezen
tijd, zich weer eens te verdiepen in den toe
stand, waarin Holland vóór meer dan hon
derd jaar verkeerde: ik deck natuurlijk aan
het Continentaal Stelsel en zijn gevolgen
voor ons land. Er is tusschen de geschie
denis van toen en van nu overeenstemming
en verschil en er is ook wat wij gebrui
ken kunnen iets zeer bemoedigends in de
vergelijking.
Allereerst is het wel eigenaardig op te
merken, dat niet in den thans heerschenden
Europeeschen en buiten-Europeeschen oorlog
door de strijdende partijen voor het eerst is
gegrepen naar de economisch wapenen om
de militaire actie te steunen en aan te vullen.
Het C(ontinentaal) S(telsel) was niet anders
dan Napoleon's grootsche poging tot een
volledig boycott van Engeland, tot totale
vernietiging van Engelands nijverheid en
handel, dus van zijn welvaart; het was en
werd een geweldige handels-oorlog over en
weer, de uitsluiting van alle vijandig goed,
gelijk wij dat nu ook zien. En dit econo
mische wapen moest de militaire actie
steunen: toen Nelson bij Trafalgar met de
Fransche marine had afgerekend, antwoordde
Napoleon daarop met de sluiting der Prui
sische Noordzeehavens voor alle Engelsche
koopvaarders. Waarop Engeland de kust
van de Elbe tot Brest in staat van blokkade
verklaart... En nu volgen de decreten elkaar
op: steeds scherper wordt deze handels
oorlog gevoerd; telkens nieuwe maatregelen
worden uitgevaardigd om de mazen van het
net nauwer toe te ha'en en den vooral in
ons land welig tierenden smokkelhandel te
beletten. Wat Holland betreft, het leed ont
zettend onder dit alles, want het oefende
van oudsher een levendigen ruilhandel met
Britanniëuit. Lodewijk Napoleon doet dan
ook zijn best om te voorkomen dat het door
hem bestuurd koninkrijk te gronde zal gaan
door de uitvoering van de bevelen, die zijn
keizerlijke broeder gelieft te geven; hij
licht de hand met die bevelen, maar krijgt
stevige terechtwijzingen van den Keizer en
onder dien drang moet hij wel verder gaan
dan hem lief is: 15 December 1806 sluit hij
de Hollandsche havens voor alle schepen
zonder onderscheid. Geen schip mag uit
varen zonder speciale autorisatie" der
Regeering, waarbij een cautie moet worden
gesteld, dat de lading niet in eenige vijan
delijke haven zal worden gelost. Elk hier
binnenloopend schip zal dadelijk worden
aangehouden en kan niet dan op speciale
autorisatie" worden ontslagen. Van zijn
kant verbiedt Engeland aan ieder vaartuig,
op straffe van verbeurdverklaring van schip
en lading, om continentale havens te naderen.
Later weer bepaalt Lodewijk Napoleon dat
elk vaartuig, hetwelk door een Engelsen
schip is gevisiteerd geweest, als Engelsch
eigendom zal worden beschouwd en, als
het door onze oorlogsschepen genomen
wordt, voor goeden prijs zal worden ver
klaard. Al onze havens worden voor alle
schepen gesloten; een schip der verbonden
of onzijdige mogendheden, dat in een onzer
havens de gevaren der zee ontvlucht, wordt
onder quarantaine en het striktste toezigt"
gesteld. Aan boord van elke uitgaande
visschersschuit wordt een militair geplaatst.
Intusschen bleef men trots dit alles bij
ons zoo lustig smokkelen, dat Napoleon,
verstoord over het slappe toezicht van zijn
broeder, geen ander middel tot doorvoering
van zijn stelsel ziet, dan door inlijving in
1809 gedeeltelijk, In 1810 geheel van ons
land bij Frankrijk. Het decreet van inlijving
voegt Holland toe aan het groote Fransche
IIIIIIIMMIIIIIMIIIIIIIIIIMII
Teekening voor De Amsterdammer" van W. Heskes
Duitsch Vredesgebed op grond van 14 Amerikaansche punten"
iiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiniiiiiiii
ratuur daarover meer opsomt in haar com
pleetheid, is het hoofdstuk van Leonce
jjrandmaison over Les Hautes Etudes
religieuses.
Men ziet daaruit de enorme werkkracht
der katholieke fransche geleerden. De meeste
van hen zijn niet eenvoudige magazijnen
van wetenschap, drooge opzeggers van
argumenten, snuffelaars in beuzelarijen zon
der consequenties, maar zij hebben dikwijls
een eigen stijl en putten uit een diep be
wogen gemoed nog nergens uitgesproken
gedachten. Van af Chateaubriand, Joseph de
Maistre en Bonald tot op heden is het een
schitterende rij van denkers, die voor ons
passeeren. Ik noem hier alleen uit de vele
ter loops besproken werken de groote ver
taling van den Bijbel door Auguste Crampon
met Inleiding en aanteekeningen naar den
oorspronkelijken text. Eene latere uitgave in
n deel werd door de Sociétéde Saint
Sulpice en de Jezuieten bezorgd. In dit
opzicht zijn de Nederlandsche katholieken
zeker schromelijk misdeeld. Zelfs
volksuitgaven van het cempleete Nieuwe Testament
moesten zij tot heden derven. Daarin zijn
ook de Duitsche katholieken er beter aan
toe. Zij kunnen zich het volledige Nieuwe
Testament aanschaffen voor den prijs van
vijftig pfennig. Waarom zijn allén in Neder
land de katholieken zoo zeer misdeeld, dat
zij het boek, dat de grondslag vormt van
hun geloof in hun taal, moeten ontberen?
Tegenover de theorieën van Renouvier,
Taine, Vacherot, Ribot en anderen stelt
abbéG. Michelet in zijn verhandeling
over La Philosophie Chrétienne en France
de katholieke wijsgeereti der negentiende
eeuw en van heden. De voornaamste hunner
werken worden vermeld en de ontwikkeling
en opbloei der nieuwere thomistische wijs
begeerte wordt nagegaan. Het was paus
Leo XIII, die door zijne encyclica Aeterni
Patris in 1879 daartoe het initiatief heeft
genomen, waarop niet alleen in Frankrijk,
maar ook in Belgiëhet neo-Thomisme door
Mercier en De Wulf grooten invloed ver
kreeg. Wij vinden hier eok gewezen op de
groote verdiensten, voor de kennis der
mlddeleeuwschëPhilosophie, van Ozanam, die
daarin een voorlooper mag heeten. De be
teekenis van Bergson's leermeester Oll
Laprue wordt niet onvermeld gelaten, ter
wijl naar mijne meening in deze bladzijden
te weinig aandacht wordt geschonken aan
de tegenstanders van Bergson zelf, wiens
theorieën in het begin bij sommige katho
lieken eenige Instemming verwierven, maar
die bij nader inzicht met de hunnen in
tegenspraak bleken.
Het meest belangrflke stuk uit dit boek
mag wel dat van Fortunat S'rowski heeten,
niet zoozeer om het diepe begrip der litte
ratuur, maar om de aanschouwelijke voor
stelling en de tamelijk volledige vermelding
der voorname katholieke dichters en
prozaiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiHiiiii
schrijvers. De heer Strowski is een nog
jeugdige professor aan de Sorbonne met
een aristocratisch voorkomen, die met elegante
gebaren en beschaafde intonaties zijn lessen
geeft en die door zijn innemende manieren
steeds vele toehoorders en nog meer
toehoorderess_en voor zijn spreekgestoelte ver
zamelt. Hij is ook de schrijver van een
bekend boek over St. Frangois de Sales.
De Katholieke schrijvers vormen in
Frankrok eene schitterende phalanx. Zij zijn in
niets minderwaardig aan die van andere
richtingen. Doch evenals men zich moet
in acht nemen voor de al te groote bewon
dering van een Romain Rolland, moet men
hier aan de woorden van Strowski over
auteurs als Bazin en een paar anderen niet
het volle gewicht bijleggen. Aan Barbeyen
Verlaine schiet hij in waardeering niet te
kort. Ook doet hij aan Hello recht weder
varen. Vooral is van belang en hier is hij
vrij uitvoerig, wat hij over de Wijzewa zegt,
wiens werk ook in Nederland nog te weinig
bekend is.
Waarom door Strowski bijna twee blad
zijden aan Maurice Parrès in gezelschap
der Katholieke auteurs worden gewijd, is
mij niet recht duidelijk. Of moet ik zeggen:
Misschien is het mij wel duidelijk? De
mannen met den groenen palmenrok zijn
niet altijd ongevoelig voor hulde en zouden
een eventueelen kandidaat vcor hunne
*ereeniging de deur voor den neus kunnen
dicht doen.
StrowsH als een van de veertig zou geen
al te slecht figuur maken. Overigens bevat
ten deze bladzijden vele
interessantebizonderheden en het blijkt, dat de schrijver met
de meeste auteurs, die hij noemt persoonlijk
heeft kennis gemaakt, zoodat zijn indruk
een 'vrij juiste is voor de kennis van den
persoon van den schrijver, alhoewel, en dit
blijf ik volhouden, dikwijls de persoonlijke
kennismaking den criticus op een dwaalspoor
brengt. Dit zij in het algemeen gezegd en
niet bepaald met het oog op Strowski. Door
de herinnering aan den persoon namelijk
wordt veelal het werk in de schaduw gesteld
en dit wordt dan beoordeeld van het stand
punt van den persoonsindruk.
Doch nu genoeg over dit stuk. Het boek
wordt besloten door een zeer merkwaardige
verhandeling over L'Art Chrètien en France
door H. Cochin, die de religieuze schilder
kunst en de religieuze muziek behandelt.
Het werk van Maurice Denis wordt ter sprake
gebracht en niemand zal weigeren in hem,
zoo niet een groot, dan toch een zeer
bizonder artiest te zien. De schola cantorum en
haar stichter Charles Bordes worden met
eenige trekken gekarakteriseerd.
F. E R EN S