Historisch Archief 1877-1940
2 Nov. '18. No, 2158
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
HET INEENGESTORTE OOSTENRIJK
Teekenlng voor de Amsterdammer" van Joh. Braakenstek
K a r l: Wat zeg je van mijn ingestort Rommeltje ?
Wilhelm: Troost je, man, misschien kan ik nog wel wat van de afbraak gebruiken
Royal Aüdion Bridge
Als men zoo aan of achter speeltafeltjes
zit, waar het Reyal Auction Bridge gespeeld
wordt, dan merkt men op, dat er nogal eens
tegen de regels gezondigd wordt of het er
niet zoo nauw mee neemt. Dit laatste is
toch eigenlijk verkeerd. Het is verreweg
het beste het spel streng te spelen.
Zoo is het een regel bij Royal Auction
Bridge, dat iemand, die een annonce doet,
er steeds een moet doen, die hooger in
waarde is dan die van zijn voorganger.
Vergist hij zich en doet hij er een, waarvan
het aantal punten lager is, dan dat van de
voorafgegane declaratie, dan wordt aange
nomen, dat hij een annonce gedaan heeft,
die wel gaat boven de voorafgaande, bv.
A annonceert twee sansatout, B, die na
hem aan beurt komt, zegt 3 klaveren. Aan
gezien 3 klaveren = 3 X 6 18 punten
lager-is dan 2 sansatout = 2 X 10 = 20
D o r i s. Sta op, Anna.
Anna. Vergeef me.
D o r i s. Sta op.
Anna. Vergeef me dan.
Do ris Ik heb je al lang vergeven.
Anna. Dat wst Ik wel.
D o r i s. Sta op nou.
Anna, (richt zich op, door Doris ge
holpen.) Het is hier alles zoo mooi, Doris.
Mag ik nou blijven ?
Doris. Alfjn antwoord zou niets baten.
Je zoudt er niet naar luisteren.
Anna. Als het een eerlijk antwoord is,
dat je meent, en dat uit je eerlijk binnen
ste komt, hél dieo uit je binnenst, daar
waar niet meer schrijnend lacht het spel
van 't vroolijk bootje op de diep-ongelukkige
zee....
Doris. Anna, zwijg! Dat antwoord mag
ik je niet geven, om mijn kind.
Anna, (hem cm den hals vallend.) Om
jouw kind... (snikt). En is het mijn kind
dan niet? Denk je. dat ik mijn kind niet
gezien heb, ieder uurtje van mijn lange
dagen en nachten? Dat ik 't niet heb
zien groeien, al was ik er nooit bij? Hoe
zou ik het anders herkend hebben? Denk
je, dat ik jou niet heb liefgehad, bemind,
gezoend? Doris!
Doris. Wat dreef je dan van me?
Anna. Ik vraag het je. Doris, wat, ach,
mijn God, wat?!! Wat dreef me?
L) o r i s. Arme vrouw
Anna. Neen, beklaag me niet, en heb
geen medelijden met me. Tracht te zien,
nu, op dit oogenblik, wat dreef me ? Zie
je 't niet ?
Doris. Ik zie het, zonder trachten.
Anna, Dood het dan!
Doris, (legt zijn hoofd tegen 't hare
aan.) Het zal wég-krimpen, lieve.
Anna, (extatisch,) Als dat waar is, dan..'.
Doris. Je bent zeker wel erg moe.
Anna. Heel moe, Doris. Als je zoo
weinig geslapen hebt, ben je moe.
Doris. Zal je hier kunnen slapen?
Anna. Mag ik dat? Ja, hè? Mag ik
hier eventjes slapen, eventjes rusten?
Doris. Ja, kom, ga nu slapen, Anna,
heel vast slapen. En als je uitgerust bent,
zulten we lang met elkander praten. (Heft
Koninklijk
Begeer
punten, wordt B geacht eene annonce ge
daan te hebben van 4 klaveren.
Dit heeft nu waarschijnlijk wel niet in zijn
bedoeling gelegen en er zijn dikwijls spelers,
iiiiiiiiiiiiimiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiimiiiiMiiiiiHiimiiiiiNiiiiiiiim
haar hoed af, zet dien op zijn bureau, legt
zijn arm om haar schouders). Kom nou.
Anna, (laat zich door hem leiden, de
deur-links uit.) Hoe rustig-schoon is onze
liefde geworden En als ik wakker word,
dan is ons kindje ook van mij, hè?...
Doris. Ja, dan is ons kindje van ons
beiden. (Beiden af.)
(Het tooneel blijft nu een poosje leeg.
Dan, even daarna, ziet men, midden in den
tuin Lieze en Emile als kinderen spelen.)
De knecht, (in deur-links, de uitdruk
king van zijn gelaat verslagen, droevig,
echter ge woon sprekend naar achteren.) Best,
meneer, ik zal er voor zorgen. (Gaat naar
het bureau toe, neemt Anna's hoed om
dien weg te brengen. Maar hïj blijft met
den deurknop van deur-rechts staan, want:)
Emile, (binnenkomend,) Bonjour,
Willem, waar is meneer?
Knecht. Boven.
Lieze, (binnen.) Is pa niet hier?
Knecht. Meneer komt zoo aanstonds,
juffrouw.
Emile, (moppig.) Van wie is die hoed,
Willem?
Knecht. Van mijn nieuwe mevrouw,
meneer. (Af).
Emile, (kijkt, moppig verbluft naar
Lieze.) Wat zegt ie? (Lieze zakt neer op
| een stoel, haar gelaat verbergend). Wat is
] er, Lieze?!
i Lieze. Het is de hoed van dat dolle
j mensch
(Het scherm zakt.)
DERDE BEDRIJF.
i Zelfde decor, maar laat in den namid
dag. Schemerlicht. '
Lieze zit op de sofa, haar hoofd
tusschen de handen en haar ellebogen
op de knieën, de oogen halfdicht ge
knepen. Emile, bij de glazen deuren,
kijkt naar buiten. Beiden hetzelfde
toilet nog als in vorig bedrijfje.
Emile. En heb je je vader nog niet
gesproken ?
Lieze. Neen, hij is nog niet naar be
neden gekomen.
die daarop opmerkzaam gemaakt door hun
opvolger, zeggen: Neen dat doe ik niet,
dan pas ik maar", het onaangenaam vindend,
als de tegenpartij daar geen genoegen mede
Emile. Is ie niet komen eten?
Lieze. Ik ging hem voor 't eten halen,
boven. Maar toen zag ik haar slapen, en
hij zat aan 't voeteinde van d'r bed naar
d'r te kijken. Hij hoorde me niet eens. Toen
ben ik maar terug naar beneden gegaan.
Emile. Wat zou dat toch allemaal
beteekenen ?
Lieze. Ik weet het niet.
Emile. Zonderling.
L i e z e. Als vader maar geen dolheden
begaat. Maar neen, dat is niks voor
hem. Ach, ik ben al suf van't tobben. Daar
zit ik nu al een heelen middag te
praktizeeren. 't Is om gek te worden.
Emile, (komt bij haar.) Wees verstandig,
Lieze, misschien heeft je vader wel zijn
reden om
Lieze. Juist daarom, omdat ik dat weet.
Ik ken hem. Kan jij niets raden, Emile?
Emile, (gaat voor haar op den grond
zitten,) Laat ons gelóóven in je vader.
Waarom twijfel je?
Lieze. Jij wiït nu per se gelóóven om
je twijfel te verdrijven. ('De deur links opent
zich. Beiden kijken er naar. Doris komt
binnen, half smartelijk, half zonnig).
Doris. Mijn kinderen, God heeft ons
een mooien dag geschonken, ja, blijven
jullie me maar aankijken met
schoon-wachtende blikken. Ja ja, lieve kinders, ik zal
spreken, zeker, (komt vóór ze staan,)
langspreken. Het is zoo mooi, dat ik jullie eens
mooie dingen zeggen kar.. God heelt ons
een mooien dag geschonken. Hierboven ligt
een vrouw te slapen, die veel geleden heeft.
En daarom moeten wij goed zijn voor die
vrouw. Negentien jaar heeft ze haar man
moeten missen. En toen zij weerkwam bij
dien man, dien zij al die jaren bemind had
wou hij haar heenjagen, ofschoon ook hij
haar bemind heeft al die jaren. Negentien
jaren heeft zij haar kind niet gezien, en toen
ze 't weerzag,
Lieze, Vader, (kan niet mér zeggen.)
Emile, (staat angstig-begrijpend op,)
Meneer
Doris. Ja, mijn lieve kinderen, v/at jullie
zeggen wilt, is waar. Maar laat de vreemd
heid van 't geval ons niet vervreemden van
elkander. Lieae, ga jij naar boven, en zoen
je moeder wakker. Geef haar het beetje
geluk, waarop ze al negentien jaren wacht.
Lieze. Neen vader! Dat ze mij als
wichtje van ecnige maanden heeft verlaten,
kan me niet schelen. Maar dat ze jou, jou
verlaten heefr, dat is, dat is! dat is gemeen!
en zulk een vrouw zal nooit mijn moeder
zijn!
Emile. Dat kan Lieze haar ook niet
vergeven, meneer Uiden.
Doris. Wfl moeten niet altijd naar de
daden alleen kijken. Vooral niet, mijn kin
deren, wanneer wij niet gezien hebben hoe
die daden verricht werden. Daden hebben
wel eens oorzaken heelemaal buiten ons.
Als jullie maar gelóóven in me, zal ik jullie
wel eens beschrijven hoe de daden verricht
zijn. Hun oorzaken, ja, zijn raadselen die
door middel van dezen microscoop wel
nooit ontsluierd zullen worden. Lieze, ge
loof in mij en j.ra je moeder wakker zoenen.
Lieze. Waarom is ze mij nooit komen
wakker zoenen ?
Doris. Waarom V Het is je eerste groote
Waarom, mijn kind. je moeder weet het
zelve niet, er. dat is een nóg grooter
Waarom. Er. als je zou oud zult geworden
zijn als ik, en je zuit zooveel hebben gedacht
en gezocht a^ ik, dan zullen er zooveel
Waarom's om je heen opdagen, tot \f. voor
God op je knieën zult vallen en eindelijk
weer doen wat God ons doen doet: de
leege plaats van elk Waarom nist met twijfel
of eigengerechtigheid, maar niet Liefde
vullen.
Emile. Wees zoo grüót ais je vader,
Lieze.
Lieze, (meevoelend; wil haar vader komen
omhelzen, doch)
Doris, C wijst naar zacht van zsch af,)
Neen, niet om mij, niet omdat ik haar lief
heb en jij mij lief hebt. Urn haar, Lieze,
naar haar ioe. (Lieze ziet de beias mannen
denkend aan, terwijl zij langzaam verlaat
de kamer, af dojr deur-linksi.
H m i l e, (knielend vóór Doris,) Zegen mij,
Doris Uiden.
Doris. Ik ben geen God.
Emile. Maar je bent de eerste priester
dien 'k ontmoet.
Doris, (legt zijn handen op F.mile's
neemt, en daarbij voegen wij behoeven toch
niet zoo streng te spelen, wij spelen toch
voor ons pleizier"; maar zij hebben toch groot
ongelijk. Door hun verkeerde annonce toch
van drie klaveren hebben zij hun partner,
al is het niet met opzet , een indice ge
geven omtrent hun spel.
Zoo zag ik het o. a. gebeuren dat de partner
van B aanvankelijk geen gebruik willende
maken van de verkeerde annonce van B
in een andere kleur uitkwam. Deze invite
mislukte, en toen hij voor de tweede maal
aan trek kwam, speelde hij klaveren, waar
door B en partner in die kleur zes trekken
behaalden, met het gevolg, dat A, die de
sansatout speelde, een honderdtal
strafpunten kreeg.
Al wil men geen gebruik maken van het
op onjuiste wijze verkregen inzicht in het
spel van zijn partner, bestaat er toch een
neiging om die kleur te spelen, ais men geen
kleur heeft, die men in verband met zijn
spel bepaald spelen moet.
Ik wil hier nog aan toevoegen, dat indien
de speler, die volgt op hem, die de verkeerde
annonce gedaan heeft, vóórdat de fout wordt
ontdekt, reeds heeft gepast, die annonce
heeft gedoubleerd of een hooger bod heeft
gedaan, de annonce gerekend wordt terecht
te zijn gedaan.
De vraag doet zich nu voor, wat A mag
doen, als zijn partner, na de verkeerde
annonce van B, gepast heeft. M. i. mag A
nu weer opnieuw twee sansatout aankondigen.
Dit bod gaat boven de 3 klaveren van B en
zoo wordt de fout zonder nadeel voor B
of A, weer hersteld. Het is echter geen ver
plichting en A mag dus ook passen, een
ander bod doen of de drie klaveren van B
doubleeren.
Een andere twistvraag, die zich voordeed
was de volgende:
A speelde 3 sansatout en hij maakt klein
slem dus twaalf slagen, maar hij heeft ver
zaakt.
Nu wilde hij daarbij den regel van het
gewone Bridge toepassen, dat hij 3 slagen
van de 6 aan trek aftrok, waarvoor de
tegenparty 150 punten boven de Ion noteerde,
terwijl hij zelf 3 aan trek dus 30 onder de
lijn noteerde.
Dit nu is niet juist. Indien de speler van
het spel verzaakt, dan noteert de tegen
partij 150 punten boven de lijn. Voldoet de
speler ook niet aan zijn contract, dan noterrt
de tegenpartij bovendien nog 50 strafpunten
voor elke te weinig behaalde trek boven
de lijn.
De speler zelf mag in dat geval niets
onder de lijn .noteeren, boven de lijn alleen
de honneurs en eventueel chicane.
Indien een van de tegenspelers verzaakt,
mag de speler van het spel 3 trekken
voegen bij de door hem behaalde of wel
hij mag 150 punten boven de IQn boeken.
Het staat hem vi ij het een of het ander te doen.
Deze slagen tellen dus mede voor het
voldoen aan zijn contract, maar, indien de
annonce gedoubleerd is, geven zij hem geen
recht voor het boeken van de extra 100
punten voor het voldoen aan zijn contract
en de extra 50 punten voor elke slag, die
hij meer gehaald heeft, dan door hem werd
aangekondigd.
Ook hierbij is hét zaak streng te spelen.
Indien de trek waarin door een der spelers
verzaakt is, is opgenomen en met de
prentzijde naar beneden is neergelegd, is geen
herstel meer mogelijk en ook niet, indien
dit nog niet geheel geschied is, doch de
verzakende speler of zijn partner reeds een
nieuwe kaart heeft uitgespeeld.
IJe partner van den speler, die renonceert
mag echter altijd vragen: Hebt ge geen
kaarten meer van die kleur, en wanneer deze
vraag gesteld werd vóórdat de slag werd
opgenomen, mag de fout nog hersteld worden,
ook al zou in dien tusschentfjd de slag, met
de prentzijde van de kaarten naar beneden,
reeds zijn neergelegd.
Volledigheidshalve voeg ik er nog bij,
dat een verzaking niet meer mag worden ge
constateerd, indien het andere spel reeds
voor een volgende gift is gecoupeerd.
Als regel wordt het Royal Auction Bridge
met 4 personen gespeeld, maar niet altijd
kan men beschikken over 4 spelers "en
daarom werd er wat op "bedacht, om het
spel ook voor het spelen met 3 personen
geschikt te maken. n onder die spelers,
die veel van dobbelen houden, vond het
Royal Auction Bridge met 3 personen al
spoedig veel aanhangers, die het spel bij
voorkeur met drieën speelden.
Zooal? men zal zien, is er een groot
onderscheid tusschen Royal Auction Bridge
met 4 en met 3 personen. Bij het laatste
komt er wat meer hasard bij.
Evenals bij R. A. B. met 4 personen geeft
hij, die de laagste kaart getrokken heeft;
degene, die de daaropvolgende laagste kaart
getrokken heeft, zit links van den gever,
de derde speler rechts.
B R I D G E R
(Slot in het volgend nummer)
hoofd,) Moge mijn zegen je de kracht geven
die je weldra zult noodig hebben.
Emile. Zal ik ?
Doris. Ja, je zult heel veel kracht noodig
hebben, tegen de praatjes der fatsoenlijke
menschen, tegen je ouders die je liefhebt,
en tegen jezelf, mijn zoon, want
Emile. Ik blijf bij Lieze, wat er ook
moge gebeuren. (Staat op met vochtige
oogen). God heeft ons een schoonen dag
geschonken.
Doris. Nu ban je mijn zoon.
Emile. Ik begrijp je, Doris Uiden.
Gisteren was ik slechts de verloofde van
je dochter.
Doris. Ik wist niet dat ik nog zooveel
vermocht.
Emile. Ik begrijp je weer. Eerst heb
je van een ander mezelf gemaakt. Nu heb
je de slapende bloem in mijn zelf doen
| ontwaken.
! Doris. Wij staan beiden in
d'Eeuwig| heid nu, onze woorden vinden elkander
l daadlijk in een schoone omhelzing. God,
£é;f mij de Kracht, de Wijsheid en de
L'cfde om mijn werk te volvoeren! (Stilte.
j Het is halfdonker geworden).
i E m i i e. Ik wist niet dat er zulke mooie
l daden in hst leven t< verrichten waren.
! Anna, (in deur-links,) Dan, vergeef ik
j je ailes van gisteren, mijn jongen. (Zij komt
i binnen in een purpren japon, koninklijk is
i haar gebaar nu en haar stemgeluid).
i Emile, (gaat haar tegemoet en kust
; hand.) Gisteren was het de angst voor het
! mysterie, heden is het de liefde tot het
! mysterie.
: Anna. En begrijp je nu het mysterie?
Emile. Ik voel er me eigen mee.
! A n ri a. Wij spreken allemaal eenzelfde
: taal, vanavond.
i Doris, draait het licht aan. Zóó is het
| in ons, om ons. zóó is het
Lieze, (die stil-begeesterd binnenkwam,;
Licht...
Anna. Doris, wat is het toch? Die
zelfde taal ? Er spreekt iets uit ons, dat bij
ons allen hetzelfde schijnt te zijn.
Doris. Wq staan in d'Eeuwigheid.
(Het scherm zakt langzaam.)