Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
2 .Nov. '18. No. 2158
HOMUNCÜLUS
Teefcening voor de Amsterdammer" van fordaan
l
De Laatste Bondgenoot
Fransch en het Rekenen zelf, die aanleiding
tot klachten en misbruiken geven, als wel
de wijze waarop die vakken ge
doceerd worden. Dit vooral schijnt
mij het merkwaardige resultaat vaa deze
enquête. Het is niet op te maken uit de
graphische tabellen met enkele toelichtingen,
waarin de antwoorden op de andere vragen
verwerkt zijn, maar uit de antwoorden op
de beide laatste vragen: .Welke opmerkingen
hebt G8 hieraan toe te voegen ?" (aan de
ouders) en: Hebt Gij ten aanzien van 't
onderwerp nog iets uit Uw ervaring mee te
deelen?" (aan de onderwijzers), die niet tabel
larisch verwerkt zijn, maar waaruit de Com
missie haar lezers een bloemlezing" aanbiedt.
Ik zal uit deze bloemlezingen niet weder
opnieuween bloemlezing" maken. Uit de tweede
gaf ik reeds een citaat in noot 2 en stip
nog slechts deze typische uitspraken aan:
De leerlingen, die het het minst noodig
hebben, besteden er de meeste zorg aan."
Mijn ervaring is, dat schriftelijk huiswerk
niet veel uithaalt. Het ziet er slecht uit en
't is niet te kontroleeren, of de leerlingen
geholpen worden". Er is groote neiging het
werk slordig te maken". Wie als ik jaren
lang als schoolopziener stapels school
schriften onder de oogen heeft gehad, weet,
hoezeer het huiswerk is de ware leerschool
voor slordigheid, afraffelen en slecht schrift.
Men kan zich daarvan moeilijk een over
dreven voorstelling vormen, ik moet er echter
bijvoegen, dat in de zeer zeldzame gevallen,
waar op Armenscholen (men vergeve mij
ter wille van de duidelijkheid dit hatelijke
woord!), incluis Herhalingsscholen, huiswerk
(maar dan altijd facultatief) wordt opgegeven,
het te dien opzichte veel beter is, een bewijs
m.i. dat een verstandig mininum geen kwaad
kan, integendeel.
llllllllllllllllllllllltllilllllllllllllllHilllllllllllllllllllllUlllllttllllMIltllllll
MOOYE TAAL
Henriette Roland Holst heeft een oopen
brief gericht aan Maxim Gorky. Door dit
stukje proza is het mij beeter dan ooit
duidelijk geworden welk een gevaarlijk
werktuig de taal is, en hoe ze ons kan
bedriegen en misleiden.
Ik za! een gedeelte citeeren:
Gij Maxim Gorky, zijt thans uitverkooren
om het heerlijke werk, de geestelijke ver
heffing der breede massaas in de
Sowjetrepubliek te bevorderen, hun elementairen
drang naar schoonheid en beschaving te
stillen, hun het leven der menschheid te
ontsluiten, hen rond te leiden in haar hoog
ste en diepste domeinen, hun begeerige
handen te vullen met de stilglanzende
paarlen en het fonkelend gesteente in de
werkplaatsen van het menschelijk genie
gerijpt. Wat niets dan een waan, een leugen
was en is in alle kapitalistische landen: de
massa te maken tot deelgenoot aan de
schoonste schatten die de menschheid in
de eeuwen verzamelde, in Rusland wordt
het nu waarheid en gij, gelukkige! gaat in
dat groote beschavingswerk als leider vóór".
Deeze ontboezeming is stellig oprecht
gemeend, en het is mooye taal", al
kan men bezwaar maken teegen die in
werkplaatsen rijpende gesteenten.1' Maar
deeze taal doet een verlangen in ons ont
staan naar nuchtere kritiek en eenvoudige
bewoordingen. Hier is een dichteres aan
't woord die al menigmaal zich heeft laten
rneesleepen door haar geestdrift, en zich laten
verblinden door haar eigen verbeeldingen.
Wat bewoog haar tot deezen brief, en
wat heeft zij in die mooye taal willen uit
drukken?
Haar vreugde, dat een man van groote
gaven en grooten naam trouw is gebleeven
aan de sowjet-regeering, die door haar
gewelddadige maatregelen, haar
bloedstorting en dwang, haar ruuwe optreeden
teegenoover de eedelste persoonen in Rus
land, zich bij weigezinden en
goeddenkenden in hooge mate verdacht heeft gemaakt.
H. BERSSEf^IBRUGGE,
PORTRETFOTOGRAAF
ZEESTRAAT 65, naasi Panorama Mesdag,
DEN HAAG. Tel. 1538.
Maar, revenons. Vraag 10 aan de ouders
onderwijzers, heeft, zegt de Commissie, het
overkrqpte gemoed van onze kollega's alle
aanleiding gegeven om het lied van beper
king en afsch ffing in alle toonaarden te
zingen." Hier nu komt, ook in de bloem
lezing", heel wat aan het licht, wat zeker
onder ie excessen" moet gerekend worden,
maar die zijn dan toch ook werkelijk exces
sief, en bovendien typisch, wanneer men
bedenkt, dat zulke dingen A. D. 1918 in de
hoofdstad des Rijks eenvoudig niet meer
mogelijk moesten zijn, en ze beschouwt uit
het oogpunt, dat ik zooeven aangaf, dat het
meer de qualiteit dan de qaantiteit is, die
schaadt, en dat die schadelijke qualiteiten
voortvloeien uit verkeerde didaktiek.. Van
daar vooral, dat Fransch en Rekenen zoo
schuldig staan; want Kennis der Natuur,
Geschiedenis en Aardrijkskunde, en zelfs
Taal worden tegenwoordig, hoeveel reden
er ook nog zij voor gegronde aanmerkingen,
veel beter gedoceerd (misschien omdat die
vakken nog nieuw, of wat Taal aangaat,
vernieuwd zijn), terwijl Fransch en Rekenen,
en vooral het eerste, nog veelal op jammer
lijk verouderde, onpractische en
onmenschkundige wijze gedoceerd worden. Wanneer
men dat uit jarenlange droevige persoon
lijke ervaringen weet, dan doemen terstond
een aantal treurige herinneringen in den
geest op, wanneer men leest: Zo eens op
n avond: 2 pag. frans mondeling
repeteteren, l pag. in kahier, repetitie-woorden
Ieren (2 rijen), l halve pag. kahier nieuw
werk; 2 rijen woorden leren; l leesoef.
overschrijven en daarna nog eens vertalen
van het frans in 't hollands".
Men kan gerust verzekeren, dat de onder
wijzer, die dit exces" op zijn geweten heeft,
van eenigermate psychologische didaktiek
Deeze vreugde is zeer begrijpelijk. Het
ideaal der marxistische socialisten is toch
in Rusland bereikt. Het proletariaat heeft
er de dictatuur, en volgens de theorie moest
nu de heilstaat beginnen.
Maar in plaats van een heilstaat die elk
ander volk tot navolgingen zou verlokken,
zien wij anarchie en bloedstorting, fusilladen
in 't groot, een gestadige burgeroorlog, in
een woord een vrij nauwkeurige herhaling
van het afschuuwelijke schrikbewind, dat de
fransche revolutie heeft gefnuikt, dat het
fransche volk terugvoerde in de slaafsche
onderwerping aan een despoot, en tenslotte
tot een volkoomen zeegepraal leidde der
reactie.
Dit is nu voor de geestverwanten van
Henriette Holst een ellendig schouwspel.
De kapitalistische teegenstanders lachen
hen uit en roepen triomfantelijk ^daar heb
je nu je begeerde revolutie! Daar begint
nu je heilstaat! Het oude liedje van vooren
af aan.
De ruuwe, hebzuchtige anarchistische
massa speelt den baas en moordt en ver
nielt naar hartelust. In plaats van de guil
lotine de fusilladen, in plaats van Marat en
Robespierre, Trotski en Lenin. De beste,
nobelste revolutionairen worden
opgeslooten. De moeder der revolutie
Brescbkowskaja bezweeken. de eedelste strijder voor
Ruslands vrijheid, de grootste figuur na
Tolstoy, Krapotkine, in de gevangenis.
Waar blijf je nu met je marxistische the
orieën en idealen?"
Teegenoover deeze nuchtere, maar
voorloopig onweerlegbare krüiek tracht Henriette
Holst haar geliefde theorieën te verdeedigen
door een vuurige verheetlijking van den
eenigen man, wiens eerlijkheid en onbe
twistbare genialiteit hem niet hetft weer
houden de partij der Sowjets getrouw te
blijven.
Maar het moet, met alle kracht, in nuch
tere eenvoudige taal gezegd worden, dat
dveze geest-driftige ontboezeming van de
dichteres niet de minste waarde heeft als
verdeediging van haar theorieën.
Men kan, op dezelfde wijze, door een
reeks woorden met min of meer verheeven
vlucht, de grootste leugens en dwalingen
verheerlijken.
Wij zien dat bij voorbeeld in het boekje
van professor Valckenier Kips, Een
Paaschvacantie in Duitschland. Deeze hoogleeraar
is wel geen dichter van den rang van Henriette
N.V. PAERELS
Meubileering MIJ.
COMPLETE METJBILEERIN
BETIMMEEINÖEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
geen flauw benul en van de didaktiek van
het Fiansch nooit eenige behoorlijke studie
gemaakt heeft, maar ik zou er ook haast een
eed op willen doen, dat hij doceert uit, naar
en van De Bock en Leemans, (vooral naar").
En dan: De aard van 't werk heeft menige
klacht veroorzaakt. Zoo kan men zijn goed
keuring niet hechten aan: Cijferen met
derdemachten van gehele getallen". Er is geen
geestdoodender .verk, dan die grote sommen.
Vergissen de kinderen zich maar n keer,
dan kunnen ze w er van voren af beginnen...
Zaterdag moesten de kinderen de tafels goed
leren, Woensdag d.a.v. begon 't leren der
vermenigvuldiging en de volgende Zaterdag
kregen de stumpers de volgende opgaaf:
8675 X 3692; 6508 X 3671; 4763 X 8362, enz.
Ook deze som voor de 3e klasse: Iemand
verdient p. j. ? 2000. Hij betaalt p. w. ? 475
huishuur, aan gas per maand ? 4.95, aan
belasting p. j. ? 40, aan schoolgeld ? 30.
Wat kan hij per week aan andere zaken
besteden, tot in centen?" Is het redelijk,
om kinderen van een 2e klasse niet alleen
de tafels van 1 10, maar die bovendien
tuis te laten leren en sommen op te geven
als: 6 X 13 + ... 93?" Ik vind huiswerk
voor klasse 4-7 zeer goed", schrijft een
onderwijzer-voorstander, maar men geve
geen sommenraadsels op, die voor meer dan
de helft te moeilik zijn".
Nu ben ik wel heilig overtuigd, dat ons
Rekenonderwijs, trots alle reformpogingen,
nog altijd grootendeels op geheel verkeerde
wegen gaat, msar ik zou toch noch uit
voerige becijferingen noch alle
denk"sotnmen onder alle omstandigheden onvoor
waardelijk willen veroordeelen. Maar ik houd
het voor een zeer slechte en stumperige
didaktiek, die meent, dat men zulke dingen
als huiswerk moet, kan of mag opgeven.
Voor huiswerk lijken sommen" mij al even
ongeschikt als dat stomme uit het hoofd
leeren van rissen fransche woordjes, of
thema's uit de Bock en Leemans, en wie
zich daaraan schuldig maakt verdient niet
beter dan wat we op bl. 10lezen: Tekenend
was het antwoord van een der kollega's,
die er een eind aan maakte, als 't naar zijn
meening laug genoeg geduurd had, door
zelf 't werk af te maken, zodat 't kind verder
slechts te kopiëeren had. We vermoeden,
dat 't in meerdere (sicl) gevallen zo gaan zal".
Nu, ik ook.
Zeer leerzaam zijn dan ook de volgende
cijfers (antwoord op yr.9 aan de ouders":
Kan Uw kind 't huiswerk zelf maken of
heeft het hulp noodig?").
Geen: 153. Wél. 76; bij Frans. 14; bij
Taal 1; bij Aardr. 3, b« Kaartjesteeken 6;
bij Geschiedenis 1.
En toch is dat alles het ergste niet. Het
ergste is de combinatie Huiswerk-Straf werk.
Het strafwerk, waarvan Ad. Matthias reeds
in 1895 verklaarde, dat het in het
paedagogische rariteiten-museum thuisbehoort, het
straf-werk, dat de denkbaar slechtste com
binatie vormt van twee dingen, die in voor
stelling en praktijk zoo ver mogelijk uit
elkander moesten worden gehouden, van
arbeid en straf, htt s/ra/werk, dat toch in
ieder geval straf is, en dus in gevallen
als de bedoelde zondigt tegen een der
opperste paedagogische stelregels, dat men
alleen straffen moet voor verantwoorde
lijke daden en dus nooit voor zuiver
intellectueele tekortkomingen, dat vermale
dijde strafwerk vinden wij hier als een ge
wone reiskameraad van het huiswerk. Voor
goed moest gebroken worden met de ge
woonte (let wel: gewoonte! G.) straf regels
INII nul liiiiiiiiiiiiiniiiiiii
Holst, maar hij zoekt zijn kracht, op dezelfde
manier als zij, in een verheerlijking van
het Pruissische régime en het Duitsche volk,
in de mooiste taal die hij weet voort te
brengen. Hij spreekt van de zwarte adelaar
op het witte veld" het machtig merkteeken"
dat die standaard was bij den toegang tot
het grondgebied van dit groote sterke en
goede volk, dat teegen een waereld vol
vijanden zeegeviert, en met rustige en on
gebroken kracht het felle slagzwaard zwaait
teegen zijn belagers" enz. enz.
Het spreekt van zelf dat zulk een ontboe
zeming, hoe fraai ook gesteld en hoe eerlijk
ook gemeend, niets bewijsi voor de deug
delijkheid van het pruissisch systeem, noch
voor de voortreffelijke kwaliteiten van het
Duitsche volk.
Maar eevenmin voel ik eenige
oovertuigingskracht in de gloeyende woorden van
verheerlijking door Henriette Holst aan
Maxim Gorky gericht. Ik acht het moogelijk
dat Gorky, d'e bij al zijn genialiteit, een
kinderlijke natuur heeft, onder den persoon
lijken invloed staat van de leiders der
Bolsjewiki, en ondanks zijn afkeer van
bloedstorting en schrikbewind, toch bereid blijft
de regeering te steunen. Hoe lang echter?
dat blijft de vraag. Maar het is mij
onmoogelijk in dat feit alleen een bewijs te zien
flat de beide dictators, Trotsky en Lenin,
op het rechte spoor zijn en de rechtvaardige
staats-orde kunneu en zullen tot stand
brengen.
De juiste toestand in Rusland is zeer
moeyelijk te beoordeelen. Daartoe behoort
niet alieen een groote kennis der feiten en
verhoudinj.et;, maar ook een helder, kalm,
onbevooroordeeld verstand. Dat Henriette
Holst en Maxim Gorky de feiten en ver
houdingen beeter kennen dan de groote
meenigte, wil ik gaar.ae aannemen. Maar
dat zij daarom den toestand zuiver beoor
deelen, dat geef -k niet toe. Integendeel
maakt een geestdrift als daar spreekt uit de
fraaye taal van haar brief, dit minder waar
schijnlijk.
De taa! die Wilson spreekt in zijn nota's
is ook fraai. Het is Engelsch van
buitengewoone kracht en helderheid. Maar die
taal is streng en eenvoudig, nitt niet hooge
vlucht, niet rnet dichterlijke spanning, maar
scherp, klaar en diep. Als ik de uitingen
van Wiison zet teegenoover die van Trotsky
en Lenin, dan weifel ik niet lang bij mijn
beslissing waar het zuiverste oordeel is.
te schrijven, 't Af knoeien van 100 straf regels
geeft maar ergernis." Dat vind ik zeer zwak
uitgedrukt; mij deed het schudden van
ergernis. Een ander, wiens kind te veel tijd
besteden moet aan zijn huiswerk, klaagt
over 't strafwerk, dat dit huiswerk soms
meebrengt. Voor n w»ord niet kennen
uit een lange les, de heele les tweemaal
overschrijven. Bij ieder klein vergrijp 5
Franse werkwoorden vervoegen," enz. Ex
cessen l", Uitzonderingen!", zegt gij? Och
kom, gij weet, evenals ik, wel beter. Sprak
daar niet reeds iemand van de gewoonte?"
En wat zegt een ander, ditmaal een onder
wijzer" (blz. 12)? De onderwijzer, die de
groote hoeveelheid schriftelik werk niet zelf
corrigeren kan, neemt zijn toevlucht tot het
klassikaal nazien, en om niet te veel slor
digheid en oppervlakkigheid in de hand te
werken (alsof hfl dat vermijden konl G.)
wordt ieder klein vergrijp met strafwerk
beboet."
Bovendien al kwam het per jaar slechts
nmaal op n school voor, dan zou ik het
nog te veel en een schandaal en een erger
nis vinden. Want zulke dingen zijn onbe
drieglijke teekenen van een hoogst achter
lijke didaktiek.
Ik vind dan ook de Konklusies" der
Kommissie, die in overeenstemming zijn
met die der meeste onderwijzers", nog al
zwak. Zij zoeken het vooral in het Leerplan
en willen in de eerste plaats, wat een lokale
amsterdamsche kwestie is, de voorbereidende
scholen met 6 jarigen cursus, en de moge
lijkheid om uit de zesde klasse van de
scholen met 7-jarigen cursus examen te doen,
opheffen, en schijnen geen fllauw besef er
van te hebben, dat de hoofdschuldige is
hun achterlijke didaktiek.
Schaf het Fransen op de L.S. af, breng
een grondige verbetering in de didaktiek,
en vooral in die van Rekenen en Fransch,
en bovenal: verbied alle strafwerk, of als
dat nog niet kan, althans alle straf werk voor
zuiver intellectueele fouten en in ieder geval
alle strafwerk als huiswerk: en het huiswerk
zal wel niet verdwijnen, wat m.i. ook geens
zins noodig of wenschelijk is, maar het zal
van zijn se hadelij ken aankleef bevrijd zijn.
Hilversum
1) Van de ouders-onder wijzers beant
woordden 71 pCt. de vraag, of naar hun
meening door het huiswerk te veel beslag
wordt gelegd op den vrijen tijd hunner kin
deren, ontkennend, slechts 20 pCt. bevesti
gend; slechts n derde deel meent, dat werk
wordt opgegeven, dat beter op school ware
gemaakt. In de Konklusies bl. 22 staat, dat
de enquête wel heeft aangetoond, dat voor
(lees: vóór) de 4e klas zo goed als geen
huiswerk wordt opgegeven".
2) Excessief vindt de Commissie het, wan
neer in de 5e, 6e en 7e klas het huiswerk
meer dan 6 uur per week vordert. Nu doet
zich echter het merkwaardige feit voor, dat
dit volgens de ouders-onderwijzers in 25
pCt., volgens de onderwijzers-onderwijzers
echter in 53 pCt. der gevallen plaats vindt.
De Commissie meent dit aldus te moeten
verklaren: (bl. 16) dat de kinderen van
nietonderwijzers, door gemis aan deskundige
voorlichting tuis, meer tijd aan hun huiswerk
moeten besteden dan de onderwijzerskin
deren. Misschien stellen de onderwijzers ook
hoger eisen aan de netheid dan de ouders"".
Dit laatste is niet geheel duidelijk; die
ouders" zijn in dit geval immers ook on
derwijzers". Op vraag 8 antwoordden de
onderwijzers, dat de ouders over 't alge
meen niet tegen huiswerk zijn"'. Hier zal men
aan ouders-niet-onderwijzers moeten denken.
Zeer typisch is echter het volgend antwoord
van een onderwijzer": Bij mijn leerlingen
heb ik (ruim 20 jaar ben ik werkzaam aan
De toon die Lenin b.v. aanslaat in de
Vorwiirts van 25 Oktober, waarin hij de
proletarische staat noemt een machine tot
onderdrukking der bourgeoisie:", is voldoende
mij van al zijn beweeringen afkeerig te
maken, en de grootste voorzichtigheid te
doen in acht te neemen bij 't beoordeelen
van zijn woorden en daden.
Nu lette men wel op hoe Henriette Holst
in dit schrijven aan Gorkl voortduuiend
haar hartstochtelijk verlangen verraadt om
de Bolsjewiki gelijk te geeven en te veront
schuldigen. Zoo spreekt zij van de kapita
listische klassen in alle landen, die de
handen van fanatieke sluipmoordenaars
wapenen" om het russische proletariaat ie
treffen.
Dit moet natuurlijk slaan op de moorde
naars van de Duitsche diplomaten en de
daders van de aanslagen op Lenin en Trotsky.
De insinuatie dat cieeze politieke moorden
door de Entcnte worden gesteund is duidelijk.
Maar wie heeft dat beweezen ? En welke
grooter waarschijnlijkheid hebben we van
deeze betichting, dan van die veel ernstiger
en met documenten gestaafde betichting van
uit Amerika, dat Lenin en Trotsky met de
duitsche militaire leiders heulden en Duitsch
goud tot hun beschikking kreegen ? Dit kan
geloogen zijn, maar waarom dit we!, en het
andere niet ?
En toen onder hst Tsaar-dom politieke
moorden werden gepleegd heetten de daders
martelaars en fielden, en nu er in Rusland
Charlotte Corday's opstaan om het bloedig
despotisme van Lenin en Trosky te doen
eindigen, nu spreekt Henriette Hulst van
fanatieke sluipmoordenaars".
Zulk een ondoordachte manier van zich
zelven warm praten, zuik misbruik maken
van de waarde der woorden, gedreeven door
persoonlijke neiging tot het volgen en
kneeden der waarheid naar eigen
schoonheids-verbeelding dat is eigenlijk de rechte
manier om zoowe! het socialisme als de
dichterlijke functie ii slechten roep te
brengen. En daar beide zaken, in hun besten
zin, mij zeer ter harte gaan, kan ik de
ontboezeming in hoog gespannen iaal van
Henriette Hoist niet zonder protest voorbij
laten gaan. Haar geheeie leeven en werken
is een bewijs van de fatale gevaarlijkheid
der intellektueele theorieën, gesteund en
omhuld door de mscht van fraaye taal en
dichterlijke uitingskracht. Hooghartig en
fel is zij opgetreeden waar voorzichtige
een U.L.O. school) zelden of nooit nadelige
gevolgen opgemerkt; bB mijn zoontje, een
zwak kind, wel". (Bl. 18).
WIE KAATST....*
Zeven Duitsche legers,
Trokken naar Parijs,
Ze zouden Frankrijk pakken,
Geheel op Duitsche wijs,
Ze kwamen aan de Marne,
Daar kregen ze een les,
Er werd er een verslagen,
en
Toen bleven er nog zes.
Zes Duitsche legers,
In het Belgenland,
Die wilden overwinnen,
Met dwang, geweld en brand,
Ze kregen aan den Yzer,
De Belgen op hun lijf,
Er werd er een verslagen,
en
Toen bleven er nog vijf.
Vijf Duitsche legers,
Keurig uitgerust,
Die zouden eens gaan siegen'~.
Al aan de Viaamsche kust,
Daar stond het Britsche leger,
Dat vocht er als 'n stier,
Weer werd er een verslagen,
en
Toen bleven er nog vier.
Vier Duitsche legers,
Riepen dapper Hoch!"
Ze kregen van de Franschen,
Een rammeling door Foch.
Ze hadden niet gerekend,
Op zoo een ennemi,
Weer werd er een verslagen,
en
Toen bleven er nog drie.
Drie Duitsche legers,
Juichten nog: Hoera!"
Ze kwamen bij Perronne,
Daar stond America.
Er vielen harde klappen,
Want Sammy viel niet mee,
Er werd er een verslagen,
en
Toen bleven er nog twee.
Twee Duitsche legers,
Vochten aan de Maas,
Maar de geallieerden,
Die werden ze de baas.
Hun eigen bondgenooten,
Die lieten ze alleen,
Er werd er een verslagen,
en
Toen bleef er nog maar een.
Dat laatste Duitsche leger,
Stapte naar Berlijn,
Daar moest 't wel gaan zingen :
Es had niet sollen zijn f"
Toen zei de Duitsche Natie,
Wees handiger voortaan,
Het werden handelsreizigers,
en
Alles was gzdaan.
J. H. SPEENHOFF
* Kan gezongen of voorgedragen
worden op samenkomsten waar aan onze
verdronken visschers wordt gedacht.
iitiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiituiii
bescheidenheid paste, vertrouwend op eigen
verstand, eigen verbeelding, eigen begaafd
heid zonder gestadig te rade te gaan met
het goddelSk beginsel in ons, dat alleen den
rechten weg kan wijzen. In haar laatste
verzen kwam het eindelijk weer tot zijn
recht, het zuivere en vroome in haar, in
deezen brief aan Gorki is zij weer gansch
door haar eigen geestdrift bedwelmd en
verblind.
Zij spreekt van een beeld, dat zij bewon
dert en liefheeft, dat is droom en waarheid
teevens. En hoe noemt ze dit beeld ?... het
proletariaat in zijn waereld bevrijdende wor
steling. Het proletariaat!! dus de ongelukkige,
onderdrukte, gebrek lijdende massa, die los
barst in haat, afgunst, wraakzucht en heb
zucht. Daarvan wil ze een schoon beeld
maken en dit inspireert haar hooggespan
nen taal. Ze vereert de revolutie en zoekt
die met al haar aanhang van moord en
haat en
woedeNu kan een dichter een schoon beeld van
de toekomstige menschheid maken, en de
onveimijdelijke voorafgaande ellende
groottragisch begrijpen en dulden. Maar van het
proletariaat en de revolutie een schoon
ideaal te willen maken is rethoriek, is het
aanbidden van een gedachte, niet van een
schoone waarheid. Noch het proletariaat,
noch de revolutie kunnen op zich zelf
schoon zijn.
Wat er van de regeering der Sowjets za'
overblijven en stand houden kan niemand
zeggen. Dat ze gedoemd zijn plaats te ma
ken voor een bewind van anderen aard
s:hijnt onvermijdelijk.
Dit schrikbewind te willen verontschuldi
gen kan niet de taak zijn van een dichter,
en het zich laten meedrijven op de deining
van fraaye taal om zulk een regime van
haat, wraakzucht en gewelddadigheid goed te
praten, is een bewijs van gemis aan diep
zelf-besef en scherpe zelf-kritiek. Men hoede
zich voor deze fraaye taal ze verduistert
het schoon dat ze heet te beschermen.
F R E D E R I K VAN EED EN
HesierL Munt
Holland» moest govrllde Sigaar