De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 2 november pagina 2

2 november 1918 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 2 .Nov. '18. No. 2158 HOMUNCÜLUS Teefcening voor de Amsterdammer" van fordaan l De Laatste Bondgenoot Fransch en het Rekenen zelf, die aanleiding tot klachten en misbruiken geven, als wel de wijze waarop die vakken ge doceerd worden. Dit vooral schijnt mij het merkwaardige resultaat vaa deze enquête. Het is niet op te maken uit de graphische tabellen met enkele toelichtingen, waarin de antwoorden op de andere vragen verwerkt zijn, maar uit de antwoorden op de beide laatste vragen: .Welke opmerkingen hebt G8 hieraan toe te voegen ?" (aan de ouders) en: Hebt Gij ten aanzien van 't onderwerp nog iets uit Uw ervaring mee te deelen?" (aan de onderwijzers), die niet tabel larisch verwerkt zijn, maar waaruit de Com missie haar lezers een bloemlezing" aanbiedt. Ik zal uit deze bloemlezingen niet weder opnieuween bloemlezing" maken. Uit de tweede gaf ik reeds een citaat in noot 2 en stip nog slechts deze typische uitspraken aan: De leerlingen, die het het minst noodig hebben, besteden er de meeste zorg aan." Mijn ervaring is, dat schriftelijk huiswerk niet veel uithaalt. Het ziet er slecht uit en 't is niet te kontroleeren, of de leerlingen geholpen worden". Er is groote neiging het werk slordig te maken". Wie als ik jaren lang als schoolopziener stapels school schriften onder de oogen heeft gehad, weet, hoezeer het huiswerk is de ware leerschool voor slordigheid, afraffelen en slecht schrift. Men kan zich daarvan moeilijk een over dreven voorstelling vormen, ik moet er echter bijvoegen, dat in de zeer zeldzame gevallen, waar op Armenscholen (men vergeve mij ter wille van de duidelijkheid dit hatelijke woord!), incluis Herhalingsscholen, huiswerk (maar dan altijd facultatief) wordt opgegeven, het te dien opzichte veel beter is, een bewijs m.i. dat een verstandig mininum geen kwaad kan, integendeel. llllllllllllllllllllllltllilllllllllllllllHilllllllllllllllllllllUlllllttllllMIltllllll MOOYE TAAL Henriette Roland Holst heeft een oopen brief gericht aan Maxim Gorky. Door dit stukje proza is het mij beeter dan ooit duidelijk geworden welk een gevaarlijk werktuig de taal is, en hoe ze ons kan bedriegen en misleiden. Ik za! een gedeelte citeeren: Gij Maxim Gorky, zijt thans uitverkooren om het heerlijke werk, de geestelijke ver heffing der breede massaas in de Sowjetrepubliek te bevorderen, hun elementairen drang naar schoonheid en beschaving te stillen, hun het leven der menschheid te ontsluiten, hen rond te leiden in haar hoog ste en diepste domeinen, hun begeerige handen te vullen met de stilglanzende paarlen en het fonkelend gesteente in de werkplaatsen van het menschelijk genie gerijpt. Wat niets dan een waan, een leugen was en is in alle kapitalistische landen: de massa te maken tot deelgenoot aan de schoonste schatten die de menschheid in de eeuwen verzamelde, in Rusland wordt het nu waarheid en gij, gelukkige! gaat in dat groote beschavingswerk als leider vóór". Deeze ontboezeming is stellig oprecht gemeend, en het is mooye taal", al kan men bezwaar maken teegen die in werkplaatsen rijpende gesteenten.1' Maar deeze taal doet een verlangen in ons ont staan naar nuchtere kritiek en eenvoudige bewoordingen. Hier is een dichteres aan 't woord die al menigmaal zich heeft laten rneesleepen door haar geestdrift, en zich laten verblinden door haar eigen verbeeldingen. Wat bewoog haar tot deezen brief, en wat heeft zij in die mooye taal willen uit drukken? Haar vreugde, dat een man van groote gaven en grooten naam trouw is gebleeven aan de sowjet-regeering, die door haar gewelddadige maatregelen, haar bloedstorting en dwang, haar ruuwe optreeden teegenoover de eedelste persoonen in Rus land, zich bij weigezinden en goeddenkenden in hooge mate verdacht heeft gemaakt. H. BERSSEf^IBRUGGE, PORTRETFOTOGRAAF ZEESTRAAT 65, naasi Panorama Mesdag, DEN HAAG. Tel. 1538. Maar, revenons. Vraag 10 aan de ouders onderwijzers, heeft, zegt de Commissie, het overkrqpte gemoed van onze kollega's alle aanleiding gegeven om het lied van beper king en afsch ffing in alle toonaarden te zingen." Hier nu komt, ook in de bloem lezing", heel wat aan het licht, wat zeker onder ie excessen" moet gerekend worden, maar die zijn dan toch ook werkelijk exces sief, en bovendien typisch, wanneer men bedenkt, dat zulke dingen A. D. 1918 in de hoofdstad des Rijks eenvoudig niet meer mogelijk moesten zijn, en ze beschouwt uit het oogpunt, dat ik zooeven aangaf, dat het meer de qualiteit dan de qaantiteit is, die schaadt, en dat die schadelijke qualiteiten voortvloeien uit verkeerde didaktiek.. Van daar vooral, dat Fransch en Rekenen zoo schuldig staan; want Kennis der Natuur, Geschiedenis en Aardrijkskunde, en zelfs Taal worden tegenwoordig, hoeveel reden er ook nog zij voor gegronde aanmerkingen, veel beter gedoceerd (misschien omdat die vakken nog nieuw, of wat Taal aangaat, vernieuwd zijn), terwijl Fransch en Rekenen, en vooral het eerste, nog veelal op jammer lijk verouderde, onpractische en onmenschkundige wijze gedoceerd worden. Wanneer men dat uit jarenlange droevige persoon lijke ervaringen weet, dan doemen terstond een aantal treurige herinneringen in den geest op, wanneer men leest: Zo eens op n avond: 2 pag. frans mondeling repeteteren, l pag. in kahier, repetitie-woorden Ieren (2 rijen), l halve pag. kahier nieuw werk; 2 rijen woorden leren; l leesoef. overschrijven en daarna nog eens vertalen van het frans in 't hollands". Men kan gerust verzekeren, dat de onder wijzer, die dit exces" op zijn geweten heeft, van eenigermate psychologische didaktiek Deeze vreugde is zeer begrijpelijk. Het ideaal der marxistische socialisten is toch in Rusland bereikt. Het proletariaat heeft er de dictatuur, en volgens de theorie moest nu de heilstaat beginnen. Maar in plaats van een heilstaat die elk ander volk tot navolgingen zou verlokken, zien wij anarchie en bloedstorting, fusilladen in 't groot, een gestadige burgeroorlog, in een woord een vrij nauwkeurige herhaling van het afschuuwelijke schrikbewind, dat de fransche revolutie heeft gefnuikt, dat het fransche volk terugvoerde in de slaafsche onderwerping aan een despoot, en tenslotte tot een volkoomen zeegepraal leidde der reactie. Dit is nu voor de geestverwanten van Henriette Holst een ellendig schouwspel. De kapitalistische teegenstanders lachen hen uit en roepen triomfantelijk ^daar heb je nu je begeerde revolutie! Daar begint nu je heilstaat! Het oude liedje van vooren af aan. De ruuwe, hebzuchtige anarchistische massa speelt den baas en moordt en ver nielt naar hartelust. In plaats van de guil lotine de fusilladen, in plaats van Marat en Robespierre, Trotski en Lenin. De beste, nobelste revolutionairen worden opgeslooten. De moeder der revolutie Brescbkowskaja bezweeken. de eedelste strijder voor Ruslands vrijheid, de grootste figuur na Tolstoy, Krapotkine, in de gevangenis. Waar blijf je nu met je marxistische the orieën en idealen?" Teegenoover deeze nuchtere, maar voorloopig onweerlegbare krüiek tracht Henriette Holst haar geliefde theorieën te verdeedigen door een vuurige verheetlijking van den eenigen man, wiens eerlijkheid en onbe twistbare genialiteit hem niet hetft weer houden de partij der Sowjets getrouw te blijven. Maar het moet, met alle kracht, in nuch tere eenvoudige taal gezegd worden, dat dveze geest-driftige ontboezeming van de dichteres niet de minste waarde heeft als verdeediging van haar theorieën. Men kan, op dezelfde wijze, door een reeks woorden met min of meer verheeven vlucht, de grootste leugens en dwalingen verheerlijken. Wij zien dat bij voorbeeld in het boekje van professor Valckenier Kips, Een Paaschvacantie in Duitschland. Deeze hoogleeraar is wel geen dichter van den rang van Henriette N.V. PAERELS Meubileering MIJ. COMPLETE METJBILEERIN BETIMMEEINÖEN : Rokin 128 Telef. 4541 N geen flauw benul en van de didaktiek van het Fiansch nooit eenige behoorlijke studie gemaakt heeft, maar ik zou er ook haast een eed op willen doen, dat hij doceert uit, naar en van De Bock en Leemans, (vooral naar"). En dan: De aard van 't werk heeft menige klacht veroorzaakt. Zoo kan men zijn goed keuring niet hechten aan: Cijferen met derdemachten van gehele getallen". Er is geen geestdoodender .verk, dan die grote sommen. Vergissen de kinderen zich maar n keer, dan kunnen ze w er van voren af beginnen... Zaterdag moesten de kinderen de tafels goed leren, Woensdag d.a.v. begon 't leren der vermenigvuldiging en de volgende Zaterdag kregen de stumpers de volgende opgaaf: 8675 X 3692; 6508 X 3671; 4763 X 8362, enz. Ook deze som voor de 3e klasse: Iemand verdient p. j. ? 2000. Hij betaalt p. w. ? 475 huishuur, aan gas per maand ? 4.95, aan belasting p. j. ? 40, aan schoolgeld ? 30. Wat kan hij per week aan andere zaken besteden, tot in centen?" Is het redelijk, om kinderen van een 2e klasse niet alleen de tafels van 1 10, maar die bovendien tuis te laten leren en sommen op te geven als: 6 X 13 + ... 93?" Ik vind huiswerk voor klasse 4-7 zeer goed", schrijft een onderwijzer-voorstander, maar men geve geen sommenraadsels op, die voor meer dan de helft te moeilik zijn". Nu ben ik wel heilig overtuigd, dat ons Rekenonderwijs, trots alle reformpogingen, nog altijd grootendeels op geheel verkeerde wegen gaat, msar ik zou toch noch uit voerige becijferingen noch alle denk"sotnmen onder alle omstandigheden onvoor waardelijk willen veroordeelen. Maar ik houd het voor een zeer slechte en stumperige didaktiek, die meent, dat men zulke dingen als huiswerk moet, kan of mag opgeven. Voor huiswerk lijken sommen" mij al even ongeschikt als dat stomme uit het hoofd leeren van rissen fransche woordjes, of thema's uit de Bock en Leemans, en wie zich daaraan schuldig maakt verdient niet beter dan wat we op bl. 10lezen: Tekenend was het antwoord van een der kollega's, die er een eind aan maakte, als 't naar zijn meening laug genoeg geduurd had, door zelf 't werk af te maken, zodat 't kind verder slechts te kopiëeren had. We vermoeden, dat 't in meerdere (sicl) gevallen zo gaan zal". Nu, ik ook. Zeer leerzaam zijn dan ook de volgende cijfers (antwoord op yr.9 aan de ouders": Kan Uw kind 't huiswerk zelf maken of heeft het hulp noodig?"). Geen: 153. Wél. 76; bij Frans. 14; bij Taal 1; bij Aardr. 3, b« Kaartjesteeken 6; bij Geschiedenis 1. En toch is dat alles het ergste niet. Het ergste is de combinatie Huiswerk-Straf werk. Het strafwerk, waarvan Ad. Matthias reeds in 1895 verklaarde, dat het in het paedagogische rariteiten-museum thuisbehoort, het straf-werk, dat de denkbaar slechtste com binatie vormt van twee dingen, die in voor stelling en praktijk zoo ver mogelijk uit elkander moesten worden gehouden, van arbeid en straf, htt s/ra/werk, dat toch in ieder geval straf is, en dus in gevallen als de bedoelde zondigt tegen een der opperste paedagogische stelregels, dat men alleen straffen moet voor verantwoorde lijke daden en dus nooit voor zuiver intellectueele tekortkomingen, dat vermale dijde strafwerk vinden wij hier als een ge wone reiskameraad van het huiswerk. Voor goed moest gebroken worden met de ge woonte (let wel: gewoonte! G.) straf regels INII nul liiiiiiiiiiiiiniiiiiii Holst, maar hij zoekt zijn kracht, op dezelfde manier als zij, in een verheerlijking van het Pruissische régime en het Duitsche volk, in de mooiste taal die hij weet voort te brengen. Hij spreekt van de zwarte adelaar op het witte veld" het machtig merkteeken" dat die standaard was bij den toegang tot het grondgebied van dit groote sterke en goede volk, dat teegen een waereld vol vijanden zeegeviert, en met rustige en on gebroken kracht het felle slagzwaard zwaait teegen zijn belagers" enz. enz. Het spreekt van zelf dat zulk een ontboe zeming, hoe fraai ook gesteld en hoe eerlijk ook gemeend, niets bewijsi voor de deug delijkheid van het pruissisch systeem, noch voor de voortreffelijke kwaliteiten van het Duitsche volk. Maar eevenmin voel ik eenige oovertuigingskracht in de gloeyende woorden van verheerlijking door Henriette Holst aan Maxim Gorky gericht. Ik acht het moogelijk dat Gorky, d'e bij al zijn genialiteit, een kinderlijke natuur heeft, onder den persoon lijken invloed staat van de leiders der Bolsjewiki, en ondanks zijn afkeer van bloedstorting en schrikbewind, toch bereid blijft de regeering te steunen. Hoe lang echter? dat blijft de vraag. Maar het is mij onmoogelijk in dat feit alleen een bewijs te zien flat de beide dictators, Trotsky en Lenin, op het rechte spoor zijn en de rechtvaardige staats-orde kunneu en zullen tot stand brengen. De juiste toestand in Rusland is zeer moeyelijk te beoordeelen. Daartoe behoort niet alieen een groote kennis der feiten en verhoudinj.et;, maar ook een helder, kalm, onbevooroordeeld verstand. Dat Henriette Holst en Maxim Gorky de feiten en ver houdingen beeter kennen dan de groote meenigte, wil ik gaar.ae aannemen. Maar dat zij daarom den toestand zuiver beoor deelen, dat geef -k niet toe. Integendeel maakt een geestdrift als daar spreekt uit de fraaye taal van haar brief, dit minder waar schijnlijk. De taa! die Wilson spreekt in zijn nota's is ook fraai. Het is Engelsch van buitengewoone kracht en helderheid. Maar die taal is streng en eenvoudig, nitt niet hooge vlucht, niet rnet dichterlijke spanning, maar scherp, klaar en diep. Als ik de uitingen van Wiison zet teegenoover die van Trotsky en Lenin, dan weifel ik niet lang bij mijn beslissing waar het zuiverste oordeel is. te schrijven, 't Af knoeien van 100 straf regels geeft maar ergernis." Dat vind ik zeer zwak uitgedrukt; mij deed het schudden van ergernis. Een ander, wiens kind te veel tijd besteden moet aan zijn huiswerk, klaagt over 't strafwerk, dat dit huiswerk soms meebrengt. Voor n w»ord niet kennen uit een lange les, de heele les tweemaal overschrijven. Bij ieder klein vergrijp 5 Franse werkwoorden vervoegen," enz. Ex cessen l", Uitzonderingen!", zegt gij? Och kom, gij weet, evenals ik, wel beter. Sprak daar niet reeds iemand van de gewoonte?" En wat zegt een ander, ditmaal een onder wijzer" (blz. 12)? De onderwijzer, die de groote hoeveelheid schriftelik werk niet zelf corrigeren kan, neemt zijn toevlucht tot het klassikaal nazien, en om niet te veel slor digheid en oppervlakkigheid in de hand te werken (alsof hfl dat vermijden konl G.) wordt ieder klein vergrijp met strafwerk beboet." Bovendien al kwam het per jaar slechts nmaal op n school voor, dan zou ik het nog te veel en een schandaal en een erger nis vinden. Want zulke dingen zijn onbe drieglijke teekenen van een hoogst achter lijke didaktiek. Ik vind dan ook de Konklusies" der Kommissie, die in overeenstemming zijn met die der meeste onderwijzers", nog al zwak. Zij zoeken het vooral in het Leerplan en willen in de eerste plaats, wat een lokale amsterdamsche kwestie is, de voorbereidende scholen met 6 jarigen cursus, en de moge lijkheid om uit de zesde klasse van de scholen met 7-jarigen cursus examen te doen, opheffen, en schijnen geen fllauw besef er van te hebben, dat de hoofdschuldige is hun achterlijke didaktiek. Schaf het Fransen op de L.S. af, breng een grondige verbetering in de didaktiek, en vooral in die van Rekenen en Fransch, en bovenal: verbied alle strafwerk, of als dat nog niet kan, althans alle straf werk voor zuiver intellectueele fouten en in ieder geval alle strafwerk als huiswerk: en het huiswerk zal wel niet verdwijnen, wat m.i. ook geens zins noodig of wenschelijk is, maar het zal van zijn se hadelij ken aankleef bevrijd zijn. Hilversum 1) Van de ouders-onder wijzers beant woordden 71 pCt. de vraag, of naar hun meening door het huiswerk te veel beslag wordt gelegd op den vrijen tijd hunner kin deren, ontkennend, slechts 20 pCt. bevesti gend; slechts n derde deel meent, dat werk wordt opgegeven, dat beter op school ware gemaakt. In de Konklusies bl. 22 staat, dat de enquête wel heeft aangetoond, dat voor (lees: vóór) de 4e klas zo goed als geen huiswerk wordt opgegeven". 2) Excessief vindt de Commissie het, wan neer in de 5e, 6e en 7e klas het huiswerk meer dan 6 uur per week vordert. Nu doet zich echter het merkwaardige feit voor, dat dit volgens de ouders-onderwijzers in 25 pCt., volgens de onderwijzers-onderwijzers echter in 53 pCt. der gevallen plaats vindt. De Commissie meent dit aldus te moeten verklaren: (bl. 16) dat de kinderen van nietonderwijzers, door gemis aan deskundige voorlichting tuis, meer tijd aan hun huiswerk moeten besteden dan de onderwijzerskin deren. Misschien stellen de onderwijzers ook hoger eisen aan de netheid dan de ouders"". Dit laatste is niet geheel duidelijk; die ouders" zijn in dit geval immers ook on derwijzers". Op vraag 8 antwoordden de onderwijzers, dat de ouders over 't alge meen niet tegen huiswerk zijn"'. Hier zal men aan ouders-niet-onderwijzers moeten denken. Zeer typisch is echter het volgend antwoord van een onderwijzer": Bij mijn leerlingen heb ik (ruim 20 jaar ben ik werkzaam aan De toon die Lenin b.v. aanslaat in de Vorwiirts van 25 Oktober, waarin hij de proletarische staat noemt een machine tot onderdrukking der bourgeoisie:", is voldoende mij van al zijn beweeringen afkeerig te maken, en de grootste voorzichtigheid te doen in acht te neemen bij 't beoordeelen van zijn woorden en daden. Nu lette men wel op hoe Henriette Holst in dit schrijven aan Gorkl voortduuiend haar hartstochtelijk verlangen verraadt om de Bolsjewiki gelijk te geeven en te veront schuldigen. Zoo spreekt zij van de kapita listische klassen in alle landen, die de handen van fanatieke sluipmoordenaars wapenen" om het russische proletariaat ie treffen. Dit moet natuurlijk slaan op de moorde naars van de Duitsche diplomaten en de daders van de aanslagen op Lenin en Trotsky. De insinuatie dat cieeze politieke moorden door de Entcnte worden gesteund is duidelijk. Maar wie heeft dat beweezen ? En welke grooter waarschijnlijkheid hebben we van deeze betichting, dan van die veel ernstiger en met documenten gestaafde betichting van uit Amerika, dat Lenin en Trotsky met de duitsche militaire leiders heulden en Duitsch goud tot hun beschikking kreegen ? Dit kan geloogen zijn, maar waarom dit we!, en het andere niet ? En toen onder hst Tsaar-dom politieke moorden werden gepleegd heetten de daders martelaars en fielden, en nu er in Rusland Charlotte Corday's opstaan om het bloedig despotisme van Lenin en Trosky te doen eindigen, nu spreekt Henriette Hulst van fanatieke sluipmoordenaars". Zulk een ondoordachte manier van zich zelven warm praten, zuik misbruik maken van de waarde der woorden, gedreeven door persoonlijke neiging tot het volgen en kneeden der waarheid naar eigen schoonheids-verbeelding dat is eigenlijk de rechte manier om zoowe! het socialisme als de dichterlijke functie ii slechten roep te brengen. En daar beide zaken, in hun besten zin, mij zeer ter harte gaan, kan ik de ontboezeming in hoog gespannen iaal van Henriette Hoist niet zonder protest voorbij laten gaan. Haar geheeie leeven en werken is een bewijs van de fatale gevaarlijkheid der intellektueele theorieën, gesteund en omhuld door de mscht van fraaye taal en dichterlijke uitingskracht. Hooghartig en fel is zij opgetreeden waar voorzichtige een U.L.O. school) zelden of nooit nadelige gevolgen opgemerkt; bB mijn zoontje, een zwak kind, wel". (Bl. 18). WIE KAATST....* Zeven Duitsche legers, Trokken naar Parijs, Ze zouden Frankrijk pakken, Geheel op Duitsche wijs, Ze kwamen aan de Marne, Daar kregen ze een les, Er werd er een verslagen, en Toen bleven er nog zes. Zes Duitsche legers, In het Belgenland, Die wilden overwinnen, Met dwang, geweld en brand, Ze kregen aan den Yzer, De Belgen op hun lijf, Er werd er een verslagen, en Toen bleven er nog vijf. Vijf Duitsche legers, Keurig uitgerust, Die zouden eens gaan siegen'~. Al aan de Viaamsche kust, Daar stond het Britsche leger, Dat vocht er als 'n stier, Weer werd er een verslagen, en Toen bleven er nog vier. Vier Duitsche legers, Riepen dapper Hoch!" Ze kregen van de Franschen, Een rammeling door Foch. Ze hadden niet gerekend, Op zoo een ennemi, Weer werd er een verslagen, en Toen bleven er nog drie. Drie Duitsche legers, Juichten nog: Hoera!" Ze kwamen bij Perronne, Daar stond America. Er vielen harde klappen, Want Sammy viel niet mee, Er werd er een verslagen, en Toen bleven er nog twee. Twee Duitsche legers, Vochten aan de Maas, Maar de geallieerden, Die werden ze de baas. Hun eigen bondgenooten, Die lieten ze alleen, Er werd er een verslagen, en Toen bleef er nog maar een. Dat laatste Duitsche leger, Stapte naar Berlijn, Daar moest 't wel gaan zingen : Es had niet sollen zijn f" Toen zei de Duitsche Natie, Wees handiger voortaan, Het werden handelsreizigers, en Alles was gzdaan. J. H. SPEENHOFF * Kan gezongen of voorgedragen worden op samenkomsten waar aan onze verdronken visschers wordt gedacht. iitiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiituiii bescheidenheid paste, vertrouwend op eigen verstand, eigen verbeelding, eigen begaafd heid zonder gestadig te rade te gaan met het goddelSk beginsel in ons, dat alleen den rechten weg kan wijzen. In haar laatste verzen kwam het eindelijk weer tot zijn recht, het zuivere en vroome in haar, in deezen brief aan Gorki is zij weer gansch door haar eigen geestdrift bedwelmd en verblind. Zij spreekt van een beeld, dat zij bewon dert en liefheeft, dat is droom en waarheid teevens. En hoe noemt ze dit beeld ?... het proletariaat in zijn waereld bevrijdende wor steling. Het proletariaat!! dus de ongelukkige, onderdrukte, gebrek lijdende massa, die los barst in haat, afgunst, wraakzucht en heb zucht. Daarvan wil ze een schoon beeld maken en dit inspireert haar hooggespan nen taal. Ze vereert de revolutie en zoekt die met al haar aanhang van moord en haat en woedeNu kan een dichter een schoon beeld van de toekomstige menschheid maken, en de onveimijdelijke voorafgaande ellende groottragisch begrijpen en dulden. Maar van het proletariaat en de revolutie een schoon ideaal te willen maken is rethoriek, is het aanbidden van een gedachte, niet van een schoone waarheid. Noch het proletariaat, noch de revolutie kunnen op zich zelf schoon zijn. Wat er van de regeering der Sowjets za' overblijven en stand houden kan niemand zeggen. Dat ze gedoemd zijn plaats te ma ken voor een bewind van anderen aard s:hijnt onvermijdelijk. Dit schrikbewind te willen verontschuldi gen kan niet de taak zijn van een dichter, en het zich laten meedrijven op de deining van fraaye taal om zulk een regime van haat, wraakzucht en gewelddadigheid goed te praten, is een bewijs van gemis aan diep zelf-besef en scherpe zelf-kritiek. Men hoede zich voor deze fraaye taal ze verduistert het schoon dat ze heet te beschermen. F R E D E R I K VAN EED EN HesierL Munt Holland» moest govrllde Sigaar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl