Historisch Archief 1877-1940
9 Nov. '18. N.O. 2159
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
PRIJSVRAAG VOOR EENE, DOOR EENE
VROUW VERVAARDIGDE TEEKENING
MET HET ONDERWERP: EEN GEESTIG
HUISELIJK TAFEREELTJE IN DISTRI
BUTIE- EN RANTSOENEERINGTIJD.
Voor deze prijsvraag zijn 23 teekeningen
ingekomen.
De jury beeft hare werkzaamheden reeds
aangevangen, en wrj hopen binnenkort den
uitslag van haar onderzoek met reproductie
van eenige inzendingen, te publiceeren.
imiiiiiiiiHimiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiitliiiiiiiii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Parfumeriën
?Het gebruik van reukwerken dateert, gelijk
de geschiedenis ons leert, reeds uit den
grijzen oudheid. De goden en godinnen
werden reuk-offers gebracht, maar ook wer
den welriekende oliën, poeders en za|ven
aangewend tot verhooging van het vrou
welijk schoon, en zelfs de meest primitieve
en onwetende volken zien we gebruik ma
ken van riekende plantensappen of wilde
veldbloemen. Hoe beschaafder het volk ech
ter, des te hooger is ook het gebruik en de
aanwending van reukwerken.
De Egyptenaren, Grieken en Romeinen
bezaten reeds een tamelijke vaardigheid in
het vervaardigen en bereiden van allerhande
parfumeriën, en in een zeer lang verleden
was reeds de rozenolle, de beroemdste
en kostbaarste aller parfums in het oude
China bekend. Van de Amurstroom tot aan
de oevers van de Jrawaddl, op het
IndoChineesche schiereiland.werd de roos?reeds
door Confucius (479-531 v. Chr.) als: de
'koninginne der bloemen" bezongen met
groote zorg gekweekt, en in de uitgestrekte
keizerlijke tuinen bloeiden van deze bloem
zulke ontzaglijke hoeveelheden, dat de jaar
lijks daaruit verkregen essence geen onbe
langrijk bedrag in de keizerlijke schatkist
bracht. In het rijk zelf hadden echter allén
de keizerlijke familie, de manderijnen en de
voornaamsten des rijks het recht om zich
van deze essence, de rozen-olie te bedie
nen, en elk ander in wiens bezit deze kost
bare stof werd gevonden onderging een straf,
gelijk aan die van een moordenaar. China
voerde ontzaglijke hoeveelheden rozenwa
ter uit, hoewel dat uit Klein-Aziëen Perzl
op de Europeesche markten mér gezocht was.
Perziëbracht een vermaard soort reuk
poeder ter wereldmarkt, in het Tartaarsch
Puredermani" en in het Armenisch
Lawütich" genoemd, dat in Hoog-Armeni
bereid werd uit de bloemknoppen van de
Pyrethrum Rossem'"en de Caucaslum"
(een soort vuurwortel). Dit poeder was in
het geheele Oosten een zeer belangrijk han
delsartikel, doch werd al spoedig in Europa
vervalscht ter macht gebracht, zoodat het
hier nimmer burgerrecht kon krijgen.
De eigenlijke grondleggers der
bloemenparfumerJe zijn de Arabieren. Deze voor
gangers Tin alle chemische wetenschappen
bereidden bet eerst uit bladeren en bloemen
de welriekende oliën en wateren, en het
door de kruistochten teweeggebrachte leven
diger verkeer met het Oosten had ook in
Europa een spoedige toename de parf
umeriefabrikatie ten gevolge. Frankrijk en Italië,
destijds de dragers der beschaving, begon
nen toen ook reukwerken op grooten schaal
te bereiden.
Nog langen tijd is de naam van een
Romeinsche familie in een zeer geliefd reuk
poeder (naar de uitvinder Frangipani'.
genoemd), bewaard gebleven.
Ervaren parfumeurs hebben beweerd, dat
de reukwerken op de reukzenuwen een
soortgelijken Invloed oefenen als de tonen
der muziek op de gehoorzenuwen,
De vakman onderscheidt driehoofdgroepen
van reukwerken, de plantaardige, de dierlijk,
en de minerale parfumeriën, waarin eerst
genoemde de meest verspreide zijn.
Van de bloemensoorten wordt de roos,
de jasmijn, de heliotroop, de lavendel, de
sering, de reseda, de acacia en.de oranje
bloesem voor de vervaardiging van parfu
meriën en pommades aangewend, Verschil
lende bloemen en planten zijn er echter,
waaruit men langen tijd wist, hoe er langs
chemische weg parfumeriën uit te bereiden.
Zoo wordt b.v, eerst in den laatsten tijd
uit de| kamperfoelie de bekende en wel
EEN BOEK OVER VOGELS
Ornithologische Studies, door G. WOLDA.
Uitgave van het Departement van
Landbouw, Nijverheid en Handel.
4°. 102 pag. met vele illustraties en
grafische voorstellingen, 's Gravenhage,
Gebr?. J? en H. van Langerhuizen,
prijs ? l .50.1
In de Vereenigde Staten en Canada wor
den boeken als dit dikwijls uitgegeven en
mannen als Wolda zijn daar
Staats-ornitholoog of Staats-naturalist. Zoo behoort het
ook. De kennis van de levende natuur is
van het allerhoogste belang voor de bescha
ving en de welvaart van een volk. Die kennis
is echter buitengewoon moeilijk te verwer
ven en wat de menschheld tot de dagen
van Darwin in dit opzicht had bereikt, is
maar zeer weinig. In de laatste halve eeuw
zijn we belangrijk gevorderd. Geniale mannen
en geschoolde geleerden zoeken langs allerlei
wegen de waarheid te benaderen. Het mi
croscoop en het wetenschappelijk laborato
rium-experiment spelen daarbij een groote
rol. Er zijn echter een menigte feiten die
alleen te bestudeeren zijn in de natuur
zelve, in het vrije veld. De menschen die zich
daarmee bezighouden, worden in Engeland
zeer passend, field-naturalists" of
fieldworkers", genoemd en zij hebben menigmaal
zeer mooi werk gedaan. Meestal echter mis
sen zij een stelselmatige wetenschappeiqkc
voorbereiding en de noodige zelfcritiek.
Daardoor slaan ze de plank nog wel eens
mis, waarvoor ze dan door de museum- en
laboratorium-lui op de vingers worden
geriekende bloem een pommade van groote
fijnheid bereidt en moest men zich voordien
ilechts behelpen met een samenstelling.
De muurbloem-essence wordt nog steeds
langs kunstmatigen weg bereid, eneenzelfde
geval is dit met de lelie, de anjelier en het
viooltje. De geestige Pransche schrijver
van het Voyage autour de mon jardln."
(Alphonse Karr) verhaalt ons daarin reeds
op aardige manier, hoe het viooltje steeds
weigerachtig was van zijn geur te scheiden,
Viooltjesgeur kan men niet in voorraad
opdoen, en daarom moeten de pafumeurs
hun toevlucht nemen tot den wortel van
de Florentijnsche Iris om de violen-geur
na te bootsen."
Lodewfjk XIV, overigens een groot voor
stander van weelde, was een verklaard
vijand van alle parfums en reukwerken.
Evenals de matige Caesar van Rome en vóór
dezen de wijze Solon te Athene, verbood
hij alle parfums in zijne omgeving.
Parfums zijn echter overigens door alle
eeuwen heen veel gebruikt. Men kruidde
spijzen en dranken met rozenwater en par
fumeerde ze ook op andere wijze, evenals
dit tegenwoordig bij de Chineezen nog in
zwang is. Ook de geestelijke gerechten, die
de schrijvers en dichters vooral de laat
sten het publiek voortzetten, werden met
allerlei welriekende geuren doortrokken
vóór zij in de handel kwamen, terwijl de
gewoonte om brieven enz. met parfums te
doorgeuren ook altijd in zwang is geweest.
Eeuwen lang bleven de parfumeriën een
winstgevend zaakje voor kwakzalvers, char
latans en fabriekanten van z.g.n.
.geheimmiddelen". In de helft der zeventiende eeuw
was er een tijdperk dat de beaumonde en
ook de mindere klasse in al de Europeesche
Staten zich in wolken van sterke
muskuscivet en andere geuren hulden.
Tegen een overmatig gebruik van reuk
werken en parfums dient natuurlijk steeds
streng gewaakt, evenals tegen het gebruik
van slechte of te sterke parfumeriën,
De volmaakte vrouw-van-de-wereld zal
ook nimmer met de steeds afwisselende
parfum-mode meegaan. Hortensede Goupy"
zegt dat ook zoo juist in haar verhande
lingen over de Schoonheid der Vrouw".
Evenals de ridder aan zijn schild, zoo her
kent men de vrouw van geest en smaak
aan de steeds gelijke en discrete odeur,
die haar omgeving, gedwongen door de
gewoonte-macht, weldra als den geur van
haar eigen wezen herkennen zal, en nog
heden ten dage zijn de namen dier schoonen
bekend, die de mannen en de wereld
beheerschten, de namen van haar, wier om
geving steeds de odeur harer meesteres
weerademde: Ninon de l'Enclos, Marie
Zombre en Marion de Lorme."...
PAULINE NOYON?WAESDORP
lllllllimilllllllllllllllllllltlllllllHIIIIIIIIItllllllllIlllllllllllllllllllllllllItll
Kea
Wie was toch die Kea, wier huishouden
in onzen spreekwoordenschat zoo ongunstig
staat aangeschreven?
Is Kea een afkorting van Cornelia? Dan
klinkt die, dunkt mij, wél zoo lieflijk, en
vooral wél zoo vrouwelijk, als het tegen
woordig algemeen gangbare Cor".
Doch gegeven het spreekwoord, dat haar
zulk een slechte reputatie aanwrijft, zal
niemand graag als peetekind van genoemde
Kea doorgaan.
Wat is eigenlijk de typeerende karakter
trek van .een huishouden van Kea"?
Soms hoorde ik het gezegde in den zin
van: een middenpunt van ruzie, of voort
durend gekijf.
Een andermaal in de beteekenis van:
slordig, onordelijk. Naar aanleiding hiervan
beweerde iemand dat de vrouw van Jan
Steen Kea zou geheeten hebben.
Doorgaans wordt die minvlelende be
woording toegepast op gezinnen uit de
lagere volksklassen, waar de huismoeder
persoonlijk alles zelve doet.
Maar kort geleden hoorde ik haar eens
overbrengen op het gebied van dames, die
genoeg personeel onder haar orders hebben,
doch wier boel in 't honderd loopt omdat
zij verzuimen, daarop toe te zien.
Een zware basstem oreerde in dezer voege:
Van den dag af dat een vrouw trouwt,
is zij verplicht te zorgen voor haar huis
en alles wat daarin is: de ziel te wezen
van het heele huishoudelijk beleid. ZIJ is
aansprakelijk voor den behaaglijken gang
van haar huishouding, om 't even of zij dat
werk alleen doet of met dienstpersoneel.
Ja, hoe meer bedienden, hoe gecompliceerder
de zaak wordt, en dus ook hoe grooter de
iHliiiiiiiiiimmiiimHiiiiiliiiiiiiiiiiHiiiiimmiiiimiii""»'111»11111"111
tikt. Ook vinden ze wel eens fouten in de
werken der Kamergeleerden" en maken dan
daarover van hun zij het noodige spektakel.
Een uitmuntend voorbeeld van zoo'n
harrewar-leek-veld-naturalist is de bekende
Edmund Selous, wiens in vele opzichten be
wonderenswaardig werk een sterk gehalte
heeft aan polemiek en flaters. Indien echter
zoo'n veldwerker zich weet te beperken en
te verdiepen en bovendien nog kan schrijven
en teekenen, dan kan de Staat niet beter
doen, dan onmiddellijk beslag op hem te
leggen, want zijn werk kan een bron van
geluk zijn voor millioenen. Ik denk hierbij
aan Ernest Seton Thompson, naturalist to
the government of Manitoba.
Het Doek, dat ik hier wil aankondigen,
ziet er naar uit, alsof onze Dirictie van den
Landbouw met den heer Wolda ook dien
weg op wil en dat moeten wij ten zeerste
toejuichen, 't Is maar een beperkt gebied, de
kennis van het leven van onze Nederlandsche
Vogels, maar een mensch heeft er toch zijn
handen vol aan. Ook is er haast mee, want
voor heel wat vogelsoorten worden de be
staansvoorwaarden in ons land hoe lan
ger hoe onzekerder. Juist ter verbetering
van die bestaansvoorwaarden is Wolda
in 1909 zijn werk begonnen door pp
het terrein van het Sanatorium
OranjeNassauoorénestkastjes op te hangen. Er
hangen er nu al meer dan vierhonderd en
jaar in jaar uit, het geheele jaar door heeft
Wolda de bevolking ervan gecontroleerd e n
nauwgezet boek gehouden van alle gebeur
tenissen. Bovendien werden er acht drink
plaatsen aangebracht, die ook een voortref
felijke gelegenheid tot het doen van waar
nemingen verschaften. En dan was er altijd
ook nog de wilde vogelwereld van heel het
Wageningsche. Uit dit alles heeft Wolda
zijn werk opgebouwd en zoodoende de
kennis der vogelwereld verrijkt met belang
rijke feiten en veronderstellingen. Daarbij
heeft hij elke overlast weten te vermijden,
zijn weetgierigheid heeft geen enkelen vogel
verantwoordelijkheid van de huisvrouw.
Wie geen lust heeft die op zich te nemen,
moet niet trouwen."
Toen verhief zich een hoog sopraantje
met de interruptie:
.Maar wij zijn toch ongroeid aan de tijden,
dat getrbuwde vrouwen alleen oog mochten
hebben voor haar allernaaste bemoeiingen.
o min als lichamelijk zoudt u ze toch
geestelijk willen opsluiten binnen haar vier
muren. Ze mogen toch haar belangstelling
uitstrekken in veel ruimer kringen..."
.Zeker", betuigde de bas, mits haar eigen
gezin het middenpunt van haar belangstel
ling biqft. Als dat niet het geval is, wordt
het een huishouden van Kea."
Nog een poosje duurde de
gedachtenwisseling over dit onderwerp op de gebruike
lijke wijze voort. Zelfs actief en passief
kiesrecht werd er bij te pas gebracht.
Totdat de bas besloot met de schilderach
tige beeldspraak:
Als de poes van huis is, dansen de
muizen op tafel."
Een aankomende jongen, die veel zulke
gesprekken hoorde, zei dezer dagen:
Als ik ooit trouw, dan trouw ik een
huispoes."
Doch, om op ons uitgangspunt terug te
komen: wie was nu eigenlijk die beruchte
Kea, wier doen en laten, terecht of te on
recht, zoo te kwader naam en faam bekend
staat?
GEERTRUIDA CARELSEN
IIIIIII1IIIIMII1IIMIIIIIII111IIIIII11IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH
Oorlogsliedjes
Wiegeliedje
Moederke zit bij de wieg en zingt,
Haar kleine deugniet lacht en dwingt,
Hfi wil niet stillekens slapen gaan
En kijkt zQn moederke vragend aan.
Diridondeine, diridondeine,
Slaap dan toch mijn lieve kleine.
Moederke zit bij de wieg en breit,
Haar kleine deugniet dwingt en schreit,
Hij wil niet slapen en heeft toch slaap,
En telkens komt er een groote gaap
Diridondeine, diridondeine.
Slaap dan toch mijn lieve kleine.
Moederkes werk rust nu in haar schoot,
Zij weent haar moede oogen rood,
En hopeloos staart zij in het rond
En denkt aan haar man, die ging naar 't front,
Diridondeine, diridondeine
Eindelijk slaapt die lieve kleine.
Kindeke slaap nu maar rustig voort,
Moederke zorgt, dat niets je steort.
Arm, klein kindje, zoo lief en zoo teer,
Heeft er, zoo jong nog, geen vader meer."
Diridondeine, diridondeine,
Slaap nu maar rustig mijn kleine.
Trouw
Toen al de vluchtelingen kwamen
Uit het verwoeste Belgenland,
Was onder hen een aardig ventje,
Die droeg een mandje in zijn hand.
Hfl wilde niemand laten kijken,
Wat hij daar in zijn mandje had,
Hu droeg het toch zoo heel voorzichtig,
't Was 't liefste, wat hij nog bezat.
«i, alles had hij thuis vergeten,
ad bij de vlucht aan niets gedacht,
Geen geld, geen kleeren maar zijn hondje,
Dat had hij veilig meegebracht.
P. A. E. OOSTERHOFF
De Stille Zuchten
In bange trilling de Aarde beeft...
Zoo heeft zij gebeefd vele jaren.
Gefolterd in pijnen van hel, verschroeid en
verbrand door het vuur, verzwolgen door
het water, zijn ontelbare schepselen ver
moord.
En telkenmale wanneer een groot aantal
slachtoffers was achtergebleven op het
slagveld, of gesluipmoordend zonk in de
diepte der zeeën... de Aarde sidderde.
En van verre klonk een ademtocht van
klagende, stille zuchten...
Temidden van vroolijkheid, muziek en spel,
in het volksgewoel op de straten, in den
kring onzer vrienden, komt soms eens
klaps ons iets bevangen.
Wat?
Een siddering gaat over ons henen, bleek
wordt ons gelaat.
Het is iets plechtigs, maar toch hél
droevigs dat de atmosfeer rondom ons, vaneen
scheurt.
het leven gekost, geen enkel nest verstoord,
geen enkel ei ontvreemd. Maar aan verlaten
en gebruikte nesten heeft hij allerlei
gehelmpjes weten te ontlokken, zoodat hij in
het tweede deel van zijn werk de groote
lijnen kon trachten te trekken voor een
Echtparen van kauwtjes in de sneeuw.
18 Januari 1915
(Uit Wolda's Ornithologische Studies)
VAN ALLES
WAT
THEEMUTS
Vinding van
E. Heymans-van Beek.
Deze theemuts wordt ge
werkt met raffia-bies in den
langen steek op gewoon
tamelijk grof stramien-gaas.
Kleuren: naturel-kleur,
blauw, en rood.
De theemuts wordt met
rood of blauw satire t ge
voerd. Er omheenjloopt een
van bies gevlochten koordje.
Onze oogen, zoekend,blikken in de ruimten,
zij zien niets en nochthans is het als nemen
zij iets" waar.
Het is omdat onze ziele luistert...
En hoort: Stille zuchten.
Zij zweven over bergen en dalen, gaan van
het Oosten naar het Westen.
Zij glijden over de bergtoppen en dringen
door tot in de dalen.
Hun trillingen schuiven ter zijde de nevelen.
En hee! even zwijgen de beukende golven.
Er zijn weer zooveien gesneuveld, zcovelen
vermoord!
Zij kwamen van verre, de stille zuchten,en
de Aarde beefde.
Doch naderen nader zijn zij gekomen, dicht
bij onze grenzen waren ze rond.
Heel den dag.
Heel den langen nacht
Zij zijn als den ademtocht dier duizenden
voortgedrevenen, vluchteid van hun ver
woeste haardsteden.
Daar immers zijn slechts vuur en ellende
alleenheerschers!
Die drommen van on gelukkigen in knielend
hopen, zenden tot ons de uitingen van
het veel en lang gedragen leed.
De stille zuchten ....
En wederom trilt het rondom ons en luistert
onze ziel.
En nader, steeds nader,in steden en dorpen
ook bij ons, is het leed gekomen.
Heviger dan wij hadden verwacht.
En nog meerder leed zal komen.
Er is een geesel in ons midden die zijn
slachtoffers wél heeft gekozen.
Bij eiken nieuwen zweepslag trilt de Aarde
heel even en luistert...
En ook onze ziele luistert:
Stille zuchten.
Hoe lang nog o Godheid, hoe lang?
Is er nog geen bloed genoeg vergoten, zijn
er geen graven talloos, in de diepten der
zeeën.
Is er nog geen leed genoeg?
De Aarde beeft en wacht:
Stille Zuchten...
J o DE V os
lllllllirillllllllllltllllMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIl; nmimnmiMI
INGEZONDEN
Vanwege de Nederlandsche Ziekten- en
Ongevallenverzekering-Maatschappij en Bur
gerziekenfonds werd ons een stukje toege
zonden, waaruit wij in het algemeen belang
hier het volgende plaatsen.
Eene heilzame Besparing
Het is een vrij algemeen bekend feit, dat
het gebruik van medicijnen jn Nederland
heel groot is.
In Engeland, waar het medicijnen-verbruik
per hoofd der bevolking nog niet de helft
van dat in Nederland bedraagt, zou men
bij een zóó groot percentage als hier te
lande, zeker van misbruik spreken.
Bij de thans geldende buitengewoon hooge
prijzen der meeste geneesmiddelen kan hier
dus nog zér veel worden bezuinigd, en
werd het gebruik bijvoorbeeld tot een derde
teruggebracht, dan zou dit niet alleen eene
belangrijke besparing geven, doch tot heil
strekken van den aigemeenen gezondheids
toestand, omdat het overmatig gebruik van
geneesmiddelen ongetwijfeld een nadeeligen
invloed uitoefent.
iiiiiiiiiiiiiimiiiiiniiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiHiiiimiiMiiiiiiiiinmiimiii
geheel nieuwe opvatting van de nestenstu
die, waar ook nog weer heel wat aan vast
zit. Belangwekkend is zijn ontdekking, dat
er een vast verband bestaat tusschen de
kleur van het zeer variabele merelei en de
Inwendige bekleeding van het nest. Ook
geeft hij zeer mooie foto's van
staartmeezennesten met een beweeglijk veertje, dat
aan den ingang dienst schijnt te doen als
deur of misschien ook wel als signaal.
Buitengewoon interessant is ook de foto,
die wij hierbij afdrukken: een aantal kauwtjes
zitten in den wintertijd op een molenwiek
en bijna allemaal twee aan twee.
Thienemann in Rossitten heeft door rinpproeven
voor sommige vogelsoorten de bestendigheid
van hun huwelijk aangetoond. Wolda komt
door zijn waarnemingen tot hetzelfde resul
taat: de vogels paren voor hun leven en
blijven dag aan dag in elkanders gezelschap
en meestal nog al innig ook. Dat geldt zelfs
voor de schildvink, aan wie indertijd door
Linnaeus het naargeestig epitheton coelebs"
Is opgedrongen, omdat men destijds meende,
dat 's winters beide geslachten gescheiden
leefden. Het is prettig, om er aan te denken,
dat zelfs in de ontelbare horden der trek
vogels mannetje en wijfje elkander niet ver
laten. Ook doen de ringproeven vermoeden,
dat de leden van eenzelfde gezin nog langen
tijd bij elkander blijven. Sterfteen van beide
echtgenoolen, dan zoekt de overgeblevene
spoedig een ander, daardoor blijft het domi
cilie zijn bevolking behouden. Komen beiden
tegelijk om het leven, dan is het domicilie
verlaten, het staat leeg, soms jaren lanp,
meestal volgens Wolda voor goed. Zoo is
het volgens hem te verklaren, dat het van
gen van kooivogels met netten zeer ver
derfelijk werkt en voor sommige streken de
bevolking van een bepaalde vogelsoort ge
heel vernietigd. Dit schijnt hier en daar
gebeurd te zijn met de kneutjes.
Als mathematicus tracht Wolda verschil
lende resultaten van zijn onderzoek onder
cijfers te brengen en uit te drukken in grati=che
Een Engelschman maakt van zijn lichaam
liever geen medictjnkast, doch geeft de
voorkeur aan een veelvuldig gebruik van
vruchten of jams als voedings-, genot- en
geneesmiddel.
In Nederland met zijn rijkdom aan ver
schillende soorten van uitstekende groenten
en vruchten zou het medicijnverbruik belang
rijk minder zijn, als de heilzame werking
van groenten en fruit meer algemeen be
kend was.
De appel o. a. behoort tot onze beste
vruchten en daar hij ijzer bevat, kan hij
mede dienen ter bestrijding van bloed
armoede. Voor zenuwpatiënten en lijders
aan hoofdpijn en slapeloosheid roemt men
de gelukkige resultaten door het geregeld
gebruik van appelen verkregen. In Engeland
zegt men:
One apple a day, keepsthe doctor away!"
Appelstroop op de boterham is zeer aan
te bevelen en meestaldoordekinderengewild.
De voedingswaarde van den aardappel
wordt over het algemeen te gering geschat.
De aardappel toch bevat 20 pCt meel, dat
zeer gemakkelijk verteerbaar is; in den
aardappel zit gemiddeld 2 pCt eiwit. Ge
stampt met groenten en vet verkrijgt men
een gezonden en voedzamen kost.
Bizonder voedzaam is de boerenkool
wegens zijne Qzerhoudende bestanddeelen.
De zuurkool is verfrisschend,
bloedzuiverend en versterkend. Een bekend Pransch
professor schrijft de krachtige eigenschap
pen van het Germaansche ras ten deele toe
aan het veelvuldig eten van zuurkool.
Wortelen en uien werken afvoerend en
zuiverend. De ui in het bizonder is wegens
zijne microbenverdelgende eigenscfiappen
een de gezondheid bevorderend voedsel.
Wortelgroenten en peulvruchten bevatten
kalkzeuten en zijn op grond hiervan aan te
bevelen bij bloedarmoede en zenuwzwakte.
Andijvie, stoofsla, postelein en spinazie
bevatten minerale zouten en zijn bij het
gebruik van den aardappel zeer aanbeve
lenswaardige groenten.
Boonen en erwten zijn door hun heog
eiwitgehalte zeer voedzaam; gekookt als
boonen- of erwtensoep zijn ze lichter ver
teerbaar en werken dan meer afvoerend.
Een veelvuldig gebruik van groenten en
vruchten is niet alleen gezond, doch kan
ook het gebruik van geneesmiddelen beper
ken en dikwerf voorkomen.
Het gebruik van karnemelk is thans veelal
te verkiezen boven zoetemelk, niet alleen
omdat ze goedkooper is, doch ook omdat
ze bij verschillende maagkwalen door de
doctoren wordt aanbevolen.
Als geneesmiddel heeft karnemelk onge
twijfeld groote waarde en is het gebruik
ervan voorzeker verre te prefereeren boven
tal van dure specialité's of patentmiddelen.
Het geregeld gebruik van karnemelk ver
mindert de behoefte aan alkohol en genees
middelen.
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E. J. VAN SCHAICK
BQQTH5TRRAT UTRECHT
Illllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllt IIMIIMIMIIIIMI
voorstellingen. Hij is daar bijzonder goed in
geslaagd en komt onder anderen tot de
vaststelling van een broedformule vcor de
maand April, die heel aardig opgaat en
duidelijk aangeeft, dat de waargenomen
vogels niet beginnen te broeden, voordat
de ochtendtemperatuur ongeveer 4°C. be
draagt. Verder toont hij aan, dat in dit op
zicht ook de voedselkwestie van belang is
evenals de omstandigheid c f de vogel broedt
in naaldhout of in loofhout en daaruit volgt
weer, dat gemengde bosschen de plezierigste
zijn van de heele wereld. »
Het derde hoofdstuk handelt over pigment:
de kleuren van het gevederte en de kleuren
der eieren. Hier gaat Wolda weer heel
nieuwe wegen bewandelen; hij vraagt of
die kleuren soms ook een andere beteekenis
kunnen hebben dan bescherming en pronk
en spreekt het vermoeden uit, dat het door
de pigmenten geabsorbeerde licht som* om
gezet kan worden in voor den vogel op de
een of andere wijze ruttige energie. Hij
begeeft zich hier in diep w~ ter en wij hopen
later nog eens van hem te hooren, hoe het
hem daar bevallen is.
Dit zijn allemaal heel andere dingen, dan
die je verwachten zou In een bulletin van
de Directie van den Landbouw; geen
maagonderzoek, geen sommetjes over nut en
schade, geen indifferente vogels". Maar
wel zien we den vogel als inhaerent deel
van het landschap, afhankelijk van bodem
en klimaat en als een van de meest bewon
derenswaardige uitingen van het leven, «en
schat, die we zorgvuldig moeten bewaren
en vergrooten. Dat kunnen wij alleen doen,
als wij elke phase van het vogelleven leeren
kennen in al haar ingewikkeldheid. En de
oeconoom kan er verzekerd van wezen, dat
wij zoodoende nog veel beter dan tot nu
toe de bijzonderheden zullen ontdekken, die
van belang zijn voor zijn zaaien, bouwen
en oogsten. JAC. P. THIJSSE