De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 9 november pagina 5

9 november 1918 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

9 Nov. '18. N.O. 2159 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND PRIJSVRAAG VOOR EENE, DOOR EENE VROUW VERVAARDIGDE TEEKENING MET HET ONDERWERP: EEN GEESTIG HUISELIJK TAFEREELTJE IN DISTRI BUTIE- EN RANTSOENEERINGTIJD. Voor deze prijsvraag zijn 23 teekeningen ingekomen. De jury beeft hare werkzaamheden reeds aangevangen, en wrj hopen binnenkort den uitslag van haar onderzoek met reproductie van eenige inzendingen, te publiceeren. imiiiiiiiiHimiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiitliiiiiiiii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Parfumeriën ?Het gebruik van reukwerken dateert, gelijk de geschiedenis ons leert, reeds uit den grijzen oudheid. De goden en godinnen werden reuk-offers gebracht, maar ook wer den welriekende oliën, poeders en za|ven aangewend tot verhooging van het vrou welijk schoon, en zelfs de meest primitieve en onwetende volken zien we gebruik ma ken van riekende plantensappen of wilde veldbloemen. Hoe beschaafder het volk ech ter, des te hooger is ook het gebruik en de aanwending van reukwerken. De Egyptenaren, Grieken en Romeinen bezaten reeds een tamelijke vaardigheid in het vervaardigen en bereiden van allerhande parfumeriën, en in een zeer lang verleden was reeds de rozenolle, de beroemdste en kostbaarste aller parfums in het oude China bekend. Van de Amurstroom tot aan de oevers van de Jrawaddl, op het IndoChineesche schiereiland.werd de roos?reeds door Confucius (479-531 v. Chr.) als: de 'koninginne der bloemen" bezongen met groote zorg gekweekt, en in de uitgestrekte keizerlijke tuinen bloeiden van deze bloem zulke ontzaglijke hoeveelheden, dat de jaar lijks daaruit verkregen essence geen onbe langrijk bedrag in de keizerlijke schatkist bracht. In het rijk zelf hadden echter allén de keizerlijke familie, de manderijnen en de voornaamsten des rijks het recht om zich van deze essence, de rozen-olie te bedie nen, en elk ander in wiens bezit deze kost bare stof werd gevonden onderging een straf, gelijk aan die van een moordenaar. China voerde ontzaglijke hoeveelheden rozenwa ter uit, hoewel dat uit Klein-Aziëen Perzl op de Europeesche markten mér gezocht was. Perziëbracht een vermaard soort reuk poeder ter wereldmarkt, in het Tartaarsch Puredermani" en in het Armenisch Lawütich" genoemd, dat in Hoog-Armeni bereid werd uit de bloemknoppen van de Pyrethrum Rossem'"en de Caucaslum" (een soort vuurwortel). Dit poeder was in het geheele Oosten een zeer belangrijk han delsartikel, doch werd al spoedig in Europa vervalscht ter macht gebracht, zoodat het hier nimmer burgerrecht kon krijgen. De eigenlijke grondleggers der bloemenparfumerJe zijn de Arabieren. Deze voor gangers Tin alle chemische wetenschappen bereidden bet eerst uit bladeren en bloemen de welriekende oliën en wateren, en het door de kruistochten teweeggebrachte leven diger verkeer met het Oosten had ook in Europa een spoedige toename de parf umeriefabrikatie ten gevolge. Frankrijk en Italië, destijds de dragers der beschaving, begon nen toen ook reukwerken op grooten schaal te bereiden. Nog langen tijd is de naam van een Romeinsche familie in een zeer geliefd reuk poeder (naar de uitvinder Frangipani'. genoemd), bewaard gebleven. Ervaren parfumeurs hebben beweerd, dat de reukwerken op de reukzenuwen een soortgelijken Invloed oefenen als de tonen der muziek op de gehoorzenuwen, De vakman onderscheidt driehoofdgroepen van reukwerken, de plantaardige, de dierlijk, en de minerale parfumeriën, waarin eerst genoemde de meest verspreide zijn. Van de bloemensoorten wordt de roos, de jasmijn, de heliotroop, de lavendel, de sering, de reseda, de acacia en.de oranje bloesem voor de vervaardiging van parfu meriën en pommades aangewend, Verschil lende bloemen en planten zijn er echter, waaruit men langen tijd wist, hoe er langs chemische weg parfumeriën uit te bereiden. Zoo wordt b.v, eerst in den laatsten tijd uit de| kamperfoelie de bekende en wel EEN BOEK OVER VOGELS Ornithologische Studies, door G. WOLDA. Uitgave van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel. 4°. 102 pag. met vele illustraties en grafische voorstellingen, 's Gravenhage, Gebr?. J? en H. van Langerhuizen, prijs ? l .50.1 In de Vereenigde Staten en Canada wor den boeken als dit dikwijls uitgegeven en mannen als Wolda zijn daar Staats-ornitholoog of Staats-naturalist. Zoo behoort het ook. De kennis van de levende natuur is van het allerhoogste belang voor de bescha ving en de welvaart van een volk. Die kennis is echter buitengewoon moeilijk te verwer ven en wat de menschheld tot de dagen van Darwin in dit opzicht had bereikt, is maar zeer weinig. In de laatste halve eeuw zijn we belangrijk gevorderd. Geniale mannen en geschoolde geleerden zoeken langs allerlei wegen de waarheid te benaderen. Het mi croscoop en het wetenschappelijk laborato rium-experiment spelen daarbij een groote rol. Er zijn echter een menigte feiten die alleen te bestudeeren zijn in de natuur zelve, in het vrije veld. De menschen die zich daarmee bezighouden, worden in Engeland zeer passend, field-naturalists" of fieldworkers", genoemd en zij hebben menigmaal zeer mooi werk gedaan. Meestal echter mis sen zij een stelselmatige wetenschappeiqkc voorbereiding en de noodige zelfcritiek. Daardoor slaan ze de plank nog wel eens mis, waarvoor ze dan door de museum- en laboratorium-lui op de vingers worden geriekende bloem een pommade van groote fijnheid bereidt en moest men zich voordien ilechts behelpen met een samenstelling. De muurbloem-essence wordt nog steeds langs kunstmatigen weg bereid, eneenzelfde geval is dit met de lelie, de anjelier en het viooltje. De geestige Pransche schrijver van het Voyage autour de mon jardln." (Alphonse Karr) verhaalt ons daarin reeds op aardige manier, hoe het viooltje steeds weigerachtig was van zijn geur te scheiden, Viooltjesgeur kan men niet in voorraad opdoen, en daarom moeten de pafumeurs hun toevlucht nemen tot den wortel van de Florentijnsche Iris om de violen-geur na te bootsen." Lodewfjk XIV, overigens een groot voor stander van weelde, was een verklaard vijand van alle parfums en reukwerken. Evenals de matige Caesar van Rome en vóór dezen de wijze Solon te Athene, verbood hij alle parfums in zijne omgeving. Parfums zijn echter overigens door alle eeuwen heen veel gebruikt. Men kruidde spijzen en dranken met rozenwater en par fumeerde ze ook op andere wijze, evenals dit tegenwoordig bij de Chineezen nog in zwang is. Ook de geestelijke gerechten, die de schrijvers en dichters vooral de laat sten het publiek voortzetten, werden met allerlei welriekende geuren doortrokken vóór zij in de handel kwamen, terwijl de gewoonte om brieven enz. met parfums te doorgeuren ook altijd in zwang is geweest. Eeuwen lang bleven de parfumeriën een winstgevend zaakje voor kwakzalvers, char latans en fabriekanten van z.g.n. .geheimmiddelen". In de helft der zeventiende eeuw was er een tijdperk dat de beaumonde en ook de mindere klasse in al de Europeesche Staten zich in wolken van sterke muskuscivet en andere geuren hulden. Tegen een overmatig gebruik van reuk werken en parfums dient natuurlijk steeds streng gewaakt, evenals tegen het gebruik van slechte of te sterke parfumeriën, De volmaakte vrouw-van-de-wereld zal ook nimmer met de steeds afwisselende parfum-mode meegaan. Hortensede Goupy" zegt dat ook zoo juist in haar verhande lingen over de Schoonheid der Vrouw". Evenals de ridder aan zijn schild, zoo her kent men de vrouw van geest en smaak aan de steeds gelijke en discrete odeur, die haar omgeving, gedwongen door de gewoonte-macht, weldra als den geur van haar eigen wezen herkennen zal, en nog heden ten dage zijn de namen dier schoonen bekend, die de mannen en de wereld beheerschten, de namen van haar, wier om geving steeds de odeur harer meesteres weerademde: Ninon de l'Enclos, Marie Zombre en Marion de Lorme."... PAULINE NOYON?WAESDORP lllllllimilllllllllllllllllllltlllllllHIIIIIIIIItllllllllIlllllllllllllllllllllllllItll Kea Wie was toch die Kea, wier huishouden in onzen spreekwoordenschat zoo ongunstig staat aangeschreven? Is Kea een afkorting van Cornelia? Dan klinkt die, dunkt mij, wél zoo lieflijk, en vooral wél zoo vrouwelijk, als het tegen woordig algemeen gangbare Cor". Doch gegeven het spreekwoord, dat haar zulk een slechte reputatie aanwrijft, zal niemand graag als peetekind van genoemde Kea doorgaan. Wat is eigenlijk de typeerende karakter trek van .een huishouden van Kea"? Soms hoorde ik het gezegde in den zin van: een middenpunt van ruzie, of voort durend gekijf. Een andermaal in de beteekenis van: slordig, onordelijk. Naar aanleiding hiervan beweerde iemand dat de vrouw van Jan Steen Kea zou geheeten hebben. Doorgaans wordt die minvlelende be woording toegepast op gezinnen uit de lagere volksklassen, waar de huismoeder persoonlijk alles zelve doet. Maar kort geleden hoorde ik haar eens overbrengen op het gebied van dames, die genoeg personeel onder haar orders hebben, doch wier boel in 't honderd loopt omdat zij verzuimen, daarop toe te zien. Een zware basstem oreerde in dezer voege: Van den dag af dat een vrouw trouwt, is zij verplicht te zorgen voor haar huis en alles wat daarin is: de ziel te wezen van het heele huishoudelijk beleid. ZIJ is aansprakelijk voor den behaaglijken gang van haar huishouding, om 't even of zij dat werk alleen doet of met dienstpersoneel. Ja, hoe meer bedienden, hoe gecompliceerder de zaak wordt, en dus ook hoe grooter de iHliiiiiiiiiimmiiimHiiiiiliiiiiiiiiiiHiiiiimmiiiimiii""»'111»11111"111 tikt. Ook vinden ze wel eens fouten in de werken der Kamergeleerden" en maken dan daarover van hun zij het noodige spektakel. Een uitmuntend voorbeeld van zoo'n harrewar-leek-veld-naturalist is de bekende Edmund Selous, wiens in vele opzichten be wonderenswaardig werk een sterk gehalte heeft aan polemiek en flaters. Indien echter zoo'n veldwerker zich weet te beperken en te verdiepen en bovendien nog kan schrijven en teekenen, dan kan de Staat niet beter doen, dan onmiddellijk beslag op hem te leggen, want zijn werk kan een bron van geluk zijn voor millioenen. Ik denk hierbij aan Ernest Seton Thompson, naturalist to the government of Manitoba. Het Doek, dat ik hier wil aankondigen, ziet er naar uit, alsof onze Dirictie van den Landbouw met den heer Wolda ook dien weg op wil en dat moeten wij ten zeerste toejuichen, 't Is maar een beperkt gebied, de kennis van het leven van onze Nederlandsche Vogels, maar een mensch heeft er toch zijn handen vol aan. Ook is er haast mee, want voor heel wat vogelsoorten worden de be staansvoorwaarden in ons land hoe lan ger hoe onzekerder. Juist ter verbetering van die bestaansvoorwaarden is Wolda in 1909 zijn werk begonnen door pp het terrein van het Sanatorium OranjeNassauoorénestkastjes op te hangen. Er hangen er nu al meer dan vierhonderd en jaar in jaar uit, het geheele jaar door heeft Wolda de bevolking ervan gecontroleerd e n nauwgezet boek gehouden van alle gebeur tenissen. Bovendien werden er acht drink plaatsen aangebracht, die ook een voortref felijke gelegenheid tot het doen van waar nemingen verschaften. En dan was er altijd ook nog de wilde vogelwereld van heel het Wageningsche. Uit dit alles heeft Wolda zijn werk opgebouwd en zoodoende de kennis der vogelwereld verrijkt met belang rijke feiten en veronderstellingen. Daarbij heeft hij elke overlast weten te vermijden, zijn weetgierigheid heeft geen enkelen vogel verantwoordelijkheid van de huisvrouw. Wie geen lust heeft die op zich te nemen, moet niet trouwen." Toen verhief zich een hoog sopraantje met de interruptie: .Maar wij zijn toch ongroeid aan de tijden, dat getrbuwde vrouwen alleen oog mochten hebben voor haar allernaaste bemoeiingen. o min als lichamelijk zoudt u ze toch geestelijk willen opsluiten binnen haar vier muren. Ze mogen toch haar belangstelling uitstrekken in veel ruimer kringen..." .Zeker", betuigde de bas, mits haar eigen gezin het middenpunt van haar belangstel ling biqft. Als dat niet het geval is, wordt het een huishouden van Kea." Nog een poosje duurde de gedachtenwisseling over dit onderwerp op de gebruike lijke wijze voort. Zelfs actief en passief kiesrecht werd er bij te pas gebracht. Totdat de bas besloot met de schilderach tige beeldspraak: Als de poes van huis is, dansen de muizen op tafel." Een aankomende jongen, die veel zulke gesprekken hoorde, zei dezer dagen: Als ik ooit trouw, dan trouw ik een huispoes." Doch, om op ons uitgangspunt terug te komen: wie was nu eigenlijk die beruchte Kea, wier doen en laten, terecht of te on recht, zoo te kwader naam en faam bekend staat? GEERTRUIDA CARELSEN IIIIIII1IIIIMII1IIMIIIIIII111IIIIII11IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH Oorlogsliedjes Wiegeliedje Moederke zit bij de wieg en zingt, Haar kleine deugniet lacht en dwingt, Hfi wil niet stillekens slapen gaan En kijkt zQn moederke vragend aan. Diridondeine, diridondeine, Slaap dan toch mijn lieve kleine. Moederke zit bij de wieg en breit, Haar kleine deugniet dwingt en schreit, Hij wil niet slapen en heeft toch slaap, En telkens komt er een groote gaap Diridondeine, diridondeine. Slaap dan toch mijn lieve kleine. Moederkes werk rust nu in haar schoot, Zij weent haar moede oogen rood, En hopeloos staart zij in het rond En denkt aan haar man, die ging naar 't front, Diridondeine, diridondeine Eindelijk slaapt die lieve kleine. Kindeke slaap nu maar rustig voort, Moederke zorgt, dat niets je steort. Arm, klein kindje, zoo lief en zoo teer, Heeft er, zoo jong nog, geen vader meer." Diridondeine, diridondeine, Slaap nu maar rustig mijn kleine. Trouw Toen al de vluchtelingen kwamen Uit het verwoeste Belgenland, Was onder hen een aardig ventje, Die droeg een mandje in zijn hand. Hfl wilde niemand laten kijken, Wat hij daar in zijn mandje had, Hu droeg het toch zoo heel voorzichtig, 't Was 't liefste, wat hij nog bezat. «i, alles had hij thuis vergeten, ad bij de vlucht aan niets gedacht, Geen geld, geen kleeren maar zijn hondje, Dat had hij veilig meegebracht. P. A. E. OOSTERHOFF De Stille Zuchten In bange trilling de Aarde beeft... Zoo heeft zij gebeefd vele jaren. Gefolterd in pijnen van hel, verschroeid en verbrand door het vuur, verzwolgen door het water, zijn ontelbare schepselen ver moord. En telkenmale wanneer een groot aantal slachtoffers was achtergebleven op het slagveld, of gesluipmoordend zonk in de diepte der zeeën... de Aarde sidderde. En van verre klonk een ademtocht van klagende, stille zuchten... Temidden van vroolijkheid, muziek en spel, in het volksgewoel op de straten, in den kring onzer vrienden, komt soms eens klaps ons iets bevangen. Wat? Een siddering gaat over ons henen, bleek wordt ons gelaat. Het is iets plechtigs, maar toch hél droevigs dat de atmosfeer rondom ons, vaneen scheurt. het leven gekost, geen enkel nest verstoord, geen enkel ei ontvreemd. Maar aan verlaten en gebruikte nesten heeft hij allerlei gehelmpjes weten te ontlokken, zoodat hij in het tweede deel van zijn werk de groote lijnen kon trachten te trekken voor een Echtparen van kauwtjes in de sneeuw. 18 Januari 1915 (Uit Wolda's Ornithologische Studies) VAN ALLES WAT THEEMUTS Vinding van E. Heymans-van Beek. Deze theemuts wordt ge werkt met raffia-bies in den langen steek op gewoon tamelijk grof stramien-gaas. Kleuren: naturel-kleur, blauw, en rood. De theemuts wordt met rood of blauw satire t ge voerd. Er omheenjloopt een van bies gevlochten koordje. Onze oogen, zoekend,blikken in de ruimten, zij zien niets en nochthans is het als nemen zij iets" waar. Het is omdat onze ziele luistert... En hoort: Stille zuchten. Zij zweven over bergen en dalen, gaan van het Oosten naar het Westen. Zij glijden over de bergtoppen en dringen door tot in de dalen. Hun trillingen schuiven ter zijde de nevelen. En hee! even zwijgen de beukende golven. Er zijn weer zooveien gesneuveld, zcovelen vermoord! Zij kwamen van verre, de stille zuchten,en de Aarde beefde. Doch naderen nader zijn zij gekomen, dicht bij onze grenzen waren ze rond. Heel den dag. Heel den langen nacht Zij zijn als den ademtocht dier duizenden voortgedrevenen, vluchteid van hun ver woeste haardsteden. Daar immers zijn slechts vuur en ellende alleenheerschers! Die drommen van on gelukkigen in knielend hopen, zenden tot ons de uitingen van het veel en lang gedragen leed. De stille zuchten .... En wederom trilt het rondom ons en luistert onze ziel. En nader, steeds nader,in steden en dorpen ook bij ons, is het leed gekomen. Heviger dan wij hadden verwacht. En nog meerder leed zal komen. Er is een geesel in ons midden die zijn slachtoffers wél heeft gekozen. Bij eiken nieuwen zweepslag trilt de Aarde heel even en luistert... En ook onze ziele luistert: Stille zuchten. Hoe lang nog o Godheid, hoe lang? Is er nog geen bloed genoeg vergoten, zijn er geen graven talloos, in de diepten der zeeën. Is er nog geen leed genoeg? De Aarde beeft en wacht: Stille Zuchten... J o DE V os lllllllirillllllllllltllllMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIl; nmimnmiMI INGEZONDEN Vanwege de Nederlandsche Ziekten- en Ongevallenverzekering-Maatschappij en Bur gerziekenfonds werd ons een stukje toege zonden, waaruit wij in het algemeen belang hier het volgende plaatsen. Eene heilzame Besparing Het is een vrij algemeen bekend feit, dat het gebruik van medicijnen jn Nederland heel groot is. In Engeland, waar het medicijnen-verbruik per hoofd der bevolking nog niet de helft van dat in Nederland bedraagt, zou men bij een zóó groot percentage als hier te lande, zeker van misbruik spreken. Bij de thans geldende buitengewoon hooge prijzen der meeste geneesmiddelen kan hier dus nog zér veel worden bezuinigd, en werd het gebruik bijvoorbeeld tot een derde teruggebracht, dan zou dit niet alleen eene belangrijke besparing geven, doch tot heil strekken van den aigemeenen gezondheids toestand, omdat het overmatig gebruik van geneesmiddelen ongetwijfeld een nadeeligen invloed uitoefent. iiiiiiiiiiiiiimiiiiiniiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiHiiiimiiMiiiiiiiiinmiimiii geheel nieuwe opvatting van de nestenstu die, waar ook nog weer heel wat aan vast zit. Belangwekkend is zijn ontdekking, dat er een vast verband bestaat tusschen de kleur van het zeer variabele merelei en de Inwendige bekleeding van het nest. Ook geeft hij zeer mooie foto's van staartmeezennesten met een beweeglijk veertje, dat aan den ingang dienst schijnt te doen als deur of misschien ook wel als signaal. Buitengewoon interessant is ook de foto, die wij hierbij afdrukken: een aantal kauwtjes zitten in den wintertijd op een molenwiek en bijna allemaal twee aan twee. Thienemann in Rossitten heeft door rinpproeven voor sommige vogelsoorten de bestendigheid van hun huwelijk aangetoond. Wolda komt door zijn waarnemingen tot hetzelfde resul taat: de vogels paren voor hun leven en blijven dag aan dag in elkanders gezelschap en meestal nog al innig ook. Dat geldt zelfs voor de schildvink, aan wie indertijd door Linnaeus het naargeestig epitheton coelebs" Is opgedrongen, omdat men destijds meende, dat 's winters beide geslachten gescheiden leefden. Het is prettig, om er aan te denken, dat zelfs in de ontelbare horden der trek vogels mannetje en wijfje elkander niet ver laten. Ook doen de ringproeven vermoeden, dat de leden van eenzelfde gezin nog langen tijd bij elkander blijven. Sterfteen van beide echtgenoolen, dan zoekt de overgeblevene spoedig een ander, daardoor blijft het domi cilie zijn bevolking behouden. Komen beiden tegelijk om het leven, dan is het domicilie verlaten, het staat leeg, soms jaren lanp, meestal volgens Wolda voor goed. Zoo is het volgens hem te verklaren, dat het van gen van kooivogels met netten zeer ver derfelijk werkt en voor sommige streken de bevolking van een bepaalde vogelsoort ge heel vernietigd. Dit schijnt hier en daar gebeurd te zijn met de kneutjes. Als mathematicus tracht Wolda verschil lende resultaten van zijn onderzoek onder cijfers te brengen en uit te drukken in grati=che Een Engelschman maakt van zijn lichaam liever geen medictjnkast, doch geeft de voorkeur aan een veelvuldig gebruik van vruchten of jams als voedings-, genot- en geneesmiddel. In Nederland met zijn rijkdom aan ver schillende soorten van uitstekende groenten en vruchten zou het medicijnverbruik belang rijk minder zijn, als de heilzame werking van groenten en fruit meer algemeen be kend was. De appel o. a. behoort tot onze beste vruchten en daar hij ijzer bevat, kan hij mede dienen ter bestrijding van bloed armoede. Voor zenuwpatiënten en lijders aan hoofdpijn en slapeloosheid roemt men de gelukkige resultaten door het geregeld gebruik van appelen verkregen. In Engeland zegt men: One apple a day, keepsthe doctor away!" Appelstroop op de boterham is zeer aan te bevelen en meestaldoordekinderengewild. De voedingswaarde van den aardappel wordt over het algemeen te gering geschat. De aardappel toch bevat 20 pCt meel, dat zeer gemakkelijk verteerbaar is; in den aardappel zit gemiddeld 2 pCt eiwit. Ge stampt met groenten en vet verkrijgt men een gezonden en voedzamen kost. Bizonder voedzaam is de boerenkool wegens zijne Qzerhoudende bestanddeelen. De zuurkool is verfrisschend, bloedzuiverend en versterkend. Een bekend Pransch professor schrijft de krachtige eigenschap pen van het Germaansche ras ten deele toe aan het veelvuldig eten van zuurkool. Wortelen en uien werken afvoerend en zuiverend. De ui in het bizonder is wegens zijne microbenverdelgende eigenscfiappen een de gezondheid bevorderend voedsel. Wortelgroenten en peulvruchten bevatten kalkzeuten en zijn op grond hiervan aan te bevelen bij bloedarmoede en zenuwzwakte. Andijvie, stoofsla, postelein en spinazie bevatten minerale zouten en zijn bij het gebruik van den aardappel zeer aanbeve lenswaardige groenten. Boonen en erwten zijn door hun heog eiwitgehalte zeer voedzaam; gekookt als boonen- of erwtensoep zijn ze lichter ver teerbaar en werken dan meer afvoerend. Een veelvuldig gebruik van groenten en vruchten is niet alleen gezond, doch kan ook het gebruik van geneesmiddelen beper ken en dikwerf voorkomen. Het gebruik van karnemelk is thans veelal te verkiezen boven zoetemelk, niet alleen omdat ze goedkooper is, doch ook omdat ze bij verschillende maagkwalen door de doctoren wordt aanbevolen. Als geneesmiddel heeft karnemelk onge twijfeld groote waarde en is het gebruik ervan voorzeker verre te prefereeren boven tal van dure specialité's of patentmiddelen. Het geregeld gebruik van karnemelk ver mindert de behoefte aan alkohol en genees middelen. :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWAREN E. J. VAN SCHAICK BQQTH5TRRAT UTRECHT Illllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllt IIMIIMIMIIIIMI voorstellingen. Hij is daar bijzonder goed in geslaagd en komt onder anderen tot de vaststelling van een broedformule vcor de maand April, die heel aardig opgaat en duidelijk aangeeft, dat de waargenomen vogels niet beginnen te broeden, voordat de ochtendtemperatuur ongeveer 4°C. be draagt. Verder toont hij aan, dat in dit op zicht ook de voedselkwestie van belang is evenals de omstandigheid c f de vogel broedt in naaldhout of in loofhout en daaruit volgt weer, dat gemengde bosschen de plezierigste zijn van de heele wereld. » Het derde hoofdstuk handelt over pigment: de kleuren van het gevederte en de kleuren der eieren. Hier gaat Wolda weer heel nieuwe wegen bewandelen; hij vraagt of die kleuren soms ook een andere beteekenis kunnen hebben dan bescherming en pronk en spreekt het vermoeden uit, dat het door de pigmenten geabsorbeerde licht som* om gezet kan worden in voor den vogel op de een of andere wijze ruttige energie. Hij begeeft zich hier in diep w~ ter en wij hopen later nog eens van hem te hooren, hoe het hem daar bevallen is. Dit zijn allemaal heel andere dingen, dan die je verwachten zou In een bulletin van de Directie van den Landbouw; geen maagonderzoek, geen sommetjes over nut en schade, geen indifferente vogels". Maar wel zien we den vogel als inhaerent deel van het landschap, afhankelijk van bodem en klimaat en als een van de meest bewon derenswaardige uitingen van het leven, «en schat, die we zorgvuldig moeten bewaren en vergrooten. Dat kunnen wij alleen doen, als wij elke phase van het vogelleven leeren kennen in al haar ingewikkeldheid. En de oeconoom kan er verzekerd van wezen, dat wij zoodoende nog veel beter dan tot nu toe de bijzonderheden zullen ontdekken, die van belang zijn voor zijn zaaien, bouwen en oogsten. JAC. P. THIJSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl