Historisch Archief 1877-1940
N°. 2160
Zaterdag 16 November
A°1918
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.25. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie r Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel
INHOUD. Bladz. 1: Orde, door O. de O. De
notie der Algem. Staatspartij, door Fred. v. Eeden.
C/a y est, door v. H. Bnitenl. Overzicht:: Gaat
Toorl door dr. G. W. O. Byvanok. 2: Het eind
van den Oorlog, teekening van Jordaan. Krekel
zang, door J. H. Speenhofl. Nieuw Contract,
door L. Oohen. Hard Hoorend, door dr. Fred.
van Eeden, 3: Prof. L. de Hertog, door Staats
raad D. Josephas Jitta. Feuilleton: Ontmoe
ting, door Paber. 5: Voor Trouwen: Wally
Moes t> door Elis. M. Rogge Herfstweemoed,
door Tony de Bidder Van Vrouwelijk Doen en
Denken, door E. O. v. d. M. Dit verre landen,
door Erna. Uit de Natsur. In Artis, door Jac.
P. Thyese. 7: Het Derde Eeuwfeest der
Dordtsche Synode, door prof. dr. H. H. Knyper.
Boekbespreking, door dr. J. Prinsen J.Lzn.
Verzen, door Adwaita. 8: Ver voor Nederl.
Muziekgeschiedenis, door H. J. den Hertog.
Knnststukken, door Plasschaert. Het Militairismc
en de Oppermacht ter Zee, teekening van George
van Baemdonok. 10: Uit het Kladschrift van
Jantje. Financiën en Economie, door J. D.
Bantilhane. Correopondentie met een Dame,
door B. O. H. Verzameling penningen van
bronzen en musici, door R. H. E De Demo
bilisatie, teekening van Joh. Braakensiek. Een
Vleugje Haagsche Wind, door Ari. Boeketjes
Bofistiek. Damrnbriek, red. K. C. de Jonge.
Bpreekzaal: Het Ei van Colambus, door P. H.
BQvoegsel: De Ondergang der Hohenaollerns,
teekening van Joh. Braakensiek.
iiiittiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiitmiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiHimtiiiiiiiiiminiiiiiiiii
ORDE
De Regeering is waarlijk niet met haar
neus in de boter gevallen. Op compli
caties van 't soort van de laatste vier
jaar kon zij voorbereid zijn. Maar hoe
zou zij ook maar het flauwste vermoeden
hebben, dat de binnenlandsche politiek
in eens zulke scherpe wendingen zou
nemen, dat 't land met iets als een staats
greep wordt bedreigd ? 't Is wel onver
hoeds, zooals de Regeering uit Troelstra's
hoek besprongen wordt met een ulti
matum, als een mes op de borst gericht.
't Zal haar dan ook rug-steunen, dat uit
verschillende kringen, uit Pers en Orga
nisaties, reeds stemmen zijn opgegaan,
die 's lands Bestuur in zijn moeilijke taak
van 't oogenblik krachtig bijvallen. Want
al wordt 't eten niet zoo heet gegeten,
als het te kook staat, door afdreiging
en overrompeling hebben de eischen zulk
een revolutionair karakter gekregen, dat
inwilliging zou beteekenen overgave van
't gezag. En terecht is er voor gewaar
schuwd, dat als de teugels te veel worden
gevierd, het paard aan 't hollen slaat.
Groote, heel groote gevaren zijn in
eens komen opzetten. Terwijl 't van vi
taal belang is, dat alle hens aan dek
komen om de nooden, speciaal die van
de voedselvoorziening, door den oorlog
geslagen, te verhelpen, is elke binnen
landsche beroering, die dit werk
verGAAT VOOR!
Is het juist gezien, wanneer ik zeg dat bij
het eind van den oorlog, nu de vrede nadert,
over ons land een stemming hangt die een
groote overeenkomst toont met de stemming
in het begin, toen achtereenvolgens de
tijding tot ons kwam dat oorlogsgevaar
dreigde en de oorlog was uitgebroken ?
Het eerste onontwijkbare gevoel was een
beklemming: zullen wij worden meegesleept?
Wij in ons rustig landje waar wij zonder
ophef wandelen op het pad van bedacht
zame ontwikkeling, zullen wij opgenomen
worden, of wij willen of niet, in den risico
van dezen menschenmoordenden krijg ?
Zoo was toen de vraag.
Thans na vier lange jaren van neutrali
teit, onder vrees en beving of het soms
toch, ondanks al onze zorg, niet nog zou
misgaan, daar rijst, als eindelijk vrede in
zicht is, de dreigende wolk van een revolutie
aan onzen horizon en de nijpende vraag is,
of wij zullen worden meegevoerd door de
strooming die van den Oostkant tegen onze
grenzen slaat.
Het is een historisch oogenblik,
zegt men.
Zij die internationaal denken en vast
overtuigd zijn daarmede de goede zaak van
het volk te dienen, vertellen ons, dat de keus
moét worden gedaan, en zij eischen de
macht op ten behoeve van een dictatoriale
hervorming der maatschappij naar socia
listisch proletarische ideeën. Het moet zijn
een navolging van Duitschland waar de
vrijheid haar intocht heeft gehouden zege
vierend over imperialisme, kapitalisme, mili
tarisme en alle ismen die uit den booze
zijn. Van morgen daar in Duitschland, van
avond hier in Nederland. Het is een over
rompeling.
Wij nu houden niet van zulke verrassingen.
traagt of in den weg staat, uit den booze.
Is 't niet ongerijmd, dat, nu 't
langverbeidde oogenblik van oorlogsstaking
eindelijk is aangebroken en men aller
wegen aan den slag kan gaan om
voedselgebrek en andere dringende nooden
te lenigen, nu 't land na een jammerlijk
tijdvak van isolement en buitenlandschen
druk eindelijk zich weer zal kunnen gaan
roeren, dat op zulk een oogenblik, be
roeringen, opgewekt door een kleine
minderheid, van binnen uit de orde gaan
in de war sturen en herstel en opbouw
tegenhouden?
Zoo zit Holland in den put in plaats
van blijde te zijn, dat ten lange Jeste
dan toch de oorlogswapenen zijn opge
stoken. Zoo dreigt van voren af aan door
moedwillig drijven, dat van eene betere
verstandhouding met de geallieerde lan
den voorloopig niet veel zal terecht ko
men en evenmin, zooals de Regeering
proclameerde, van de hoogstgevoelige
overeenkomsten, die voor den aanvoer
van levensbehoeften zoo broodnoodig
zijn.
Om nog van 't ergste niet te spreken,
van nihilisme, anarchisme, bolsjewikisme
of hoe zij heeten mogen. Want wel liggen
bandeloosheid en uitspatting niet in de
bedoeling van de meeste van hen, die
thans alleen op omwenteling belust zijn,
maar de redeloosheid staat achter de deur
en de beweging eenmaal op 't hellend
vlak van willekeurige gezagstoeëigening
glijdt maar al te gemakkelijk af in 't
donker van de chaotische verwarring.
Deze gevaren en vele andere zijn reeds
in den breede uitgemeten. Iets anders is,
dat hoe grooter gevaren dreigen er des
te meer reden bestaat niet bang te zijn.
De heer Troelstra en de zijnen mogen
schamper zeggen, dat de ordelievenden
de Regeering uit eigenbelang steunen en
dat hun het hart thans in de schoenen
zakt enkele weifelmoedigen ook in de
Pers hebben hiertoe te kwader ure aan
leiding gegeven , maar de Hollandsche
aard over 't geheel is wel voorzichtig
en vermijdt 't gevaar zooveel 't pas heeft,
maar als 't er op aankomt is Holland vast
beraden en gaat voor dreigement niet
uit den weg.
Eensgezindheid, bezonnenheid en ver
trouwen zijn hun geboden.die de orde hoog
willen houdea en van een coup d'Etat,
als nu wordt gesmeed, niets dan ellende
voorzien, 't Is hun eerste plicht de re
geering die verklaart orde en gezag te
zullen handhaven loyaal te steunen en
iiiniiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiniiiiii
Maar laat onze eerste indruk zijn geweest
een soort van angst, wij hebben in deze
vier lange jaren leeren redeneeren met onze
vrees, en wij geven ons geloof in de kracht
van de rede nog niet op.
De triomf van de vrijheid in Duitschland
is niet zoo groot en zoo machtig ! Natuurlijk
wil men ons nu betoogen dat militarisme
en beambtenmacht inwendig hol waren in
Duitschland en dat de vrijheidszin in 't
geheim t«t geweldige kracht was gegroeid.
De waaiheid is echter geheel anders.
De mannen die in October het gezag in
Duitschland overnamen en hun verzoek
om wapenstilstand bij Wilson inleverden,
hebben absoluut niet geweten hoe te han
delen. Zij hebben weifelend de zaak sle
pend gehouden, in plaats van door te
tasten en als bewijs voor de waarheid van
hun zinsverandering de verkiezing voor te
bereiden voor een nieuwen Rijksdag, hebben
zij zich van de eene positie laten
achteruitdringen naar de andere, evenals het
leger van zijn kant terugweek. Toen nu
de kracht de centrale leiding had verlaten
en ook het legerbestuur zijn prestige had
verloren, kwam de order aan de vloot om
tegen de Engelsche schepen den
wanhopigen slag te gaan leveren. Verzet der marine
daartegen, muiterij van matrozen en mari
niers, overbrenging van den opstand van
Kiel uit naar andere steden.
Ik wil nu niet spreken van de geheime
inmenging der Russische Sowjet-regeering,
daarvan zelfs afgezien, is dus de Duitsche
beweging niet bijzonder eervol, omdat zij
voorloopig haar doel bereikte onder den
druk van den vijand van buiten. De actieve
krachten, dat zijn de legers gecommandeerd
door Foch, en dat is de Engelsche vloot
wier stille werkzaamheid de zee beheerschte.
M«n heeft energiek van de gelegenheid
gebruik gemaakt, maar de gelegenheid
heeft men niet geschapen.
Daar is wel een les te trekken uit wat is
geschied b!j onze Oostelijke naburen ; hun
voorbeeld te volgen van hen die de
bolsjewiki prijzen late men echter liever
na. Een reden en een rede daarvoor bestaat
paraat te zijn voor de diensten, waar
voor zij worden opgeroepen.
En dan de quaestie van concessies.
Het is noch laf, noch weifelmoedig met
het oog op ernstige verwikkelingen
die 't land bedreigen, al 't mogelijke te
doen, dat redelijkerwijze kan worden
gevorderd, ten einde de gemoederen te
bedaren. Van de gestelde eischen kun
nen er enkele door de Regeering aan
stonds worden aanvaard. Vele dier
eischen zijn wenschen ook door dit blad
verdedigd. Uitvoering kan in versneld
tempo worden aangevat. Er zal dan wel
weer gezegd worden, dat dit alles ge
schiedt onder de welbekende zweep,
maar de goede en ernstige wil om het
land een catastrofe te besparen kan
er zulk een schijn op wagen.
En er is ten slotte nog dit. Een
nieuwe samenleving van nieuwen klank
en nieuwe kleur kan opschieten uit de
ontreddering die heinde en ver
heerscht. Gelijk het individu uit bewogen
t levensstrijd anders van wezen tevoorschijn
komt, zoo kunnen ook de volken uit
deze tijden opstaan, beproefd en ge
vormd. En zij zullen dan nieuwe bouwselen
willen maken met andere indeeling,
andere verhoudingen. Want de menschen
staan elkaar nader door een stuk ge
schiedenis van ongekende diepte te
zamen doorleefd.
Beginselen en instellingen en tradities
moeten daaromopnieuwworden ingedacht
en met frisschen blik herzien, niet onder
den dreigenden drang van 't oogenblik,
maar omdat de oorlog harde en onver
getelijke lessen heeft uitgedeeld in de
vergankelijkheid en betrekkelijkheid van
der menschen maakselen.
Ook op die nieuwe elementen heeft
de Regeering 't oog te vestigen.
De opbouw op sociaal, politiek en
economisch gebied zal echter alleen zijn:
vast van lijn, gehoorzamende aan orde
en rede. Geweld en schrikbewind door
een minderheid, die zich van 't gezag
door aanslag meester maakt en aldus
een onzedelijk beginsel invoert, staan
den bestendigen groei van nieuwe ge
dachten en nieuwe vormen in den weg.
En 't zijn immers ook socialisten, die
meenen dat de maatschappelijke voort
gang zich alleen evolutionair, niet revo
lutionair, kan voltrekken. O. D. C.
Y EST!
Prof. J. A. van Hamel, die op't oogenblik
te Parijs vertoeft, zond ons langs
telegrafischen weg onderstaand artikel over de
bij ons niet. Wij hebben de beschikking
over ons lot in eigen handen.
Ons gezag is geen leêge vesting. Het
leger van den vijand dreigt niet in ons ge
bied. Over de inrichting der wereld waakt
de wil van den Amerikaanschen President
en van de geassocieerde mogendheden, hij
waarborgt een duurzamen vrede, en waar
het geweld zal zijn buitengesloten ter be
slechting van de geschillen tusschen de
volken, daar zullen handgranaten en mi
trailleurs ook niet worden geduld in het
binnenland. Sociale hervorming is noodig;
een eerste behotfte is de venuiming der
levensvoorwaarden voor wie tot nog toe
misdeeld waren. Maar de verandering
gebeure niet bij overrompeling. Aan de Duit
sche overrompeling van 1914 hebben wij
vooreerst genoeg.
En zie nu haar succes in 1918.
Ook aan het eene geloof, om zaïig te
worden hier op aarde in socialistischen zin,
kunnen wij niet hechten, nu wij op zooveel
ander gebied de eenheid van geloof hebben
opgegeven.
Hoe staat het dan met het internationale
denken ? Zullen wij daarvoor onze nationale
gedachten laten varen.
Nationaliteit is persooniijkheid.
Met alle macht moeten wij onze persoon
lijkheid als volk bewaren.
Er zijn ons in deze dagen nog andere
voorbeelden gesteld. Wij moeten niet altijd
naar Duitschland zien, wij kunnen ook wel
naar Frankrijk en Engeland en Amerika
kijken.
In Frankrijk triomfeert de nationale geest
met Clemenceau.
Er is toch maar n land in de wereld
om mannen voort te brengen, die in het
juiste moment het juiste woord en de juiste
woorden weten te zeggen.
Wanneer de gedachten van den ouden
Clemenceau in dezen tfjd teruggaan tot den
oorsprong der gebeurtenissen, wier afloop
hij in het huidige oogenblik leidt, dan komt
hem het beeld voor den geest van het ge
slagen Frankrrjk, dat in Versaüles de uit
roeping van het Duitsche Keizerrijk en in
Parijs den intocht der Duitsche troepen
stemming te Parijs bij het bekend worden
van den wapenstilstand.
Qa y est, ziedaar het w«ord, waarmede
vandaag eerst fluisterend, met halve stem,
toen steeds luider, de blijde mare van den
wapenstilstand de ronde deed onder de
Parij zenaars. Vrienden riepen het elkander
toe, vreemdelingen deelden het elkander
mede: Qa y est!
Tegen elf uur begonnen de klokken van
Notre dame de Pgris te luiden. Na vier en
een half jaar te hebben gezwegen, lieten zij
opnieuw hunne eerst wat schorre stemmen
daveren over de daken.
Langs de boulevards groeide de menigte
voortdurend aan, en overal werden vlaggen
ontplooid.
En toen reeds begon een gerucht,
dat door fluisterende stemmen werd
vo'ortgedragen en dat tegen den avond
zoude groeien tot het veelvoudig gemompel
van een onafzienbare, ontzaglijke menigte,
opgehoopt in de binnenstad, wier
hartekreet de ontroering weergaf van geheel
een volk.
Deze historische dag, staande in het
zenith der overwinning, zal voor ieder, die
hem doorleefde, onvergetelijk zijn: qayest!
Maar wat is er eigenlijk? Het is niet de
overmatige glorie, noch de veroverings
vreugd, noch de zwijmelroes van den over
winnaar ! Het geldt de verlossing van een
nachtmerrie, waaronder het volk jarenlang
gebukt ging en waarvan het thans zichzelf
heeft kunnen bevrijden.
Nu hebben de moeders niet meer te
vreezen en de vrouwen behoeven niet langer
te wachten
De invasie dreigt niet meer, de nacht
merrie is verdwenen. Ca y est!
Deze gedachte beheerscht volkomen het
overwinnende volk, dat den vrede heeft ver
overd. Een veilige toekomst lacht het weer
tegen, nu de vijand is weggevaagd. Zelfs
weduwen en weezen glimlachen. Immers
hun offers werden niet tevergeefs gebracht.
Deze gemoedstoestand kwam het duide
lijkst en felst tot uiting, toen Clemenceau
in de kamer van afgevaardigden de voor
waarden van den wapenstilstand bekend
maakte. In de ongelooflijk volle zaal, waar
de zenuwen der aanwezigen tot het uiterste
waren gespannen, werd het voorlezen der
vredesvoorwaarden onderbroken doordonde
rende toejuichingen. Aan het slot barstte
spontaan de Marseillaise" los. Vooral toen
mededeeling betreffende Elzas-Lotharingen
werd gedaan, kende de geestdrift geen
grenzen.
Hoog klopte mijn Hollandsen hart, toen
ik hoorde, dat de duikbooten, verschrikkin
gen van de vrije zee, moeten worden uitge
leverd, en ook bij het te niet doen van de
particuliere contracten, welke aan onze
economische afhankelijkheid een eind zullen
maken.
DE ACTIE DER ALGEMEENE
STAATSPARTIJ
Door het Bestuur der Algemeene Staats
partij is een telegrafische oproep gedaan
aan alle politeke partijen in Nederland.
Het voltallig bestuur der A. S. P., over
tuigd dat de eischen der S. D. A. P.
kunnen vormen een grondslag van over
leg en actie voor zeer verschillende
richtingen, om geweld en burgeroorlog
vermijdende, toch ten spoedigste te komen
tot ingrijpende democratiseering, noodigt
u uit gevolmachtigden te zenden tot een
bijeenkomst Vrijdagmiddag 2 uur, caf
De Kroon", Rembrandtplein Amsterdam,
ten einde een comitévan gemeenschap
pelijke actie te vormen.
Deeze uitnoodiging wordt gericht aan
alle politieke partijen.
Antwoord Prinsengracht 747.
Als dit blad verschijnt heeft de ver
gadering dus plaats gehad, naar ik hoop
met het gevolg dat alle aanleiding tot
een staatsgreep en burgeroorlog ver
dwijnt. FREDERIK VAN EEDEN
De bezetting van den linker Rijnoever
wekte groote geestdrift. Elke zinsnede was
als een nieuwe bijlslag op de ermania,
waarvan tenslotte niets overbleef dan de
verminkte romp.
De uitbundige vreugde bereikte haar top
punt, toen de woorden werden gesproken:
Sinds elf uur zwijgt het geschut!" Stel u
voor! De vijandelijkheden gestaakt! Men
staarde elkander verbaasd aan met groote
oogen. Na vier en een half jaar zwijgt het
kanon! Er is geen strfjd meer!
Een officier, met verlof te Parijs ver
toevend, hoorde ik het naast mij zoo tref
fend juist zeggen: Nu kan men weer overal
heen gaan, het vrije veld in, zonder zich
telkens verdekt te behoeven op te stellen!
De vrede is er!
De emoties, die ons bezielen, kunnen
wij waarschrjniqk niet beter vergelijken dan
bij het geluk van een moeder, die in smart
een zoon het leven heeft geschonken en nu
het kindje aan haar zijde, een nieuwe toe
komst ziet gloren.
Maar toch gaan de gedachten ook uit
naar die andere moeder, die zoo groote
verwachtingen koesterde, die zoo zwaar
leed, wier deel slechts bittere teleurstelling
werd en die als vrucht van haar zware
beproevingen en worstelingen slechts dood
en troostelooze ellende zag.
Zeker, het was door eigen schuld, door
eerzucht en overwinningskoorts, maar des
ondanks gevoelen we deernis met deze on
gelukkige.
Deze gevoelens, zi] spreken ook uit het
geroesemoes, dat aangroeit op de boulevards.
Frankrijk straalt van geluk. Een nieuw
leven opent zich voor de wereld. Een moei
lijk leven, maar een bezielend.
QA Y EST!
Parijs, 11 Nov. v. H.
immiiiiHiiiMiitiiiiitiiiiiiiiiMiiiiimtnntiiii
moest beleven. Tusschen die beide feiten
in, valt de bekrachtiging der
vredespreliminairen door de Nationale Vergadering te
Bordeaux.
Hij, Clemenceau, afgevaardigde van Parijs,
heeft met Victor Hugo en ook met Gambetta
die in de voortzetting geloeide van den
oorlog, geprotesteerd tegen het sluiten van
een vrede die het gebied van Frankrijk
knotte en het land wilde treffen in zijn
kapitaaiskracht. Heeft hij daar te Bordeaux,
niet de woorden gehoord van Victor Hugo?
woorden, di* ten minste in hun algemeenheid
en in hun vertrouwen op den band der
menscheiijkrieid van alle volken, een profeae
mogen blijken :
Het uur waarin Frankrijk wraak zal
nemen op Duitschland moet toch eenmaal
komen. Men zal van Frankrijk hooreri: Nu
is het mijn beurt! Duitschland, hier ben ik l
Ben ik uw vijand ? N^en, ik ben uw broe
der . .. Ik ga mijn vestingen afbreken, gij zult
het de uwen doen. Mijn wraak, die is de
broederschap !"
En de verzoenende rede van Thiers niet
haar spreuk:
Cessous de nous calomnier, sachons !
nous rendre juïce; respect ons les j
pensees les uns des autre s." !
Hij, Clemenceau, heeft den tijd vol span- j
ning meegemaakt, toen in de hoofdstad de ;
raad van s»ldaten enatbeiders,wars, over wat j
hij noemde het verraad der hoofden van j
het leger en van den Staat, de Commune
proclameerde en den strijd aan vaarade tegen j
het gezag, dat i- Parus verlaten werd door
de hulpeloosheid en de lafheid der gezeten
burgerij ....
Over den Efgrond der jaren heen ziet de
oude staatsman die de energie bewaard l
heeft, ongebroken varaf zijn jrugd, de dagen l
van voorheen als hij in de Kamer der
Afgevaardigen op 6 November verslag komt
uitbrengen over den gesloten wapenstilstand
met Oostenrijk en met Turkije, en reeds ?
de algemeene trekken kan aangeven van !
den wapenstilstand te sluiten met Duitsch- l
land. Zijn uur van triomf is gekomen, en
hij zegt: Het is m9 niet mogelijk voor
mij wiens staatkundig leven in 1871 bij de
Vergadering van Bordeaux is begonnen met
het protest tegen de afscheuring van
ElzasLotharingen ik ben de laatst overge
blevene van hen die het protest hebben
geteekend, het is mij niet mogelijk in
dit uur waarin de vrede nog wel niet is
geteekend, maar, toch de overwinning is
verzekerd, om van deze tribune af te gaan
zonder hulde te hebben bewezen aan de
mannen die de groote nationale taak hebben
ingewijd, welke op dit oogenblik haar ver
vulling heeft gevonden,
Ik wil spreken over Gambetta. over den
man die de verdediger i» geweest van onzen
grond, onder omstandigheden, waarbij de
overwinning was ui'gesloten en die toch
nooit heeft gewanhoopt. Met hem heb ik
pestemd voor de voortzetting van den krijg.
En waarlijk, wanneer ik let op wat gedu
rende deze halve eeuw is gebeurd, dan
vraag ik mij zelf af, of, alles in alles geno
men, de oorlog die vijfiig jaren niet is
voortgezet.
Ik wil het van deze tribune voor de wereld
duidelijk doen blijken dat de eerste daad
van het gouvernement is geweest om te
herdenken de groote mannen die het protest
hebben ondeiteekend ; ik wil dat onze ge
dachte die mannen voor zich oproept en dat,
wanneer de schrikkelijke ijzeren poorten die
Duitschland voor ons gesloten heeft
geho-jden, zich weder gaan ontsluiten, wij hun
zullen zeggen: . Gij, gaat voor! gij hebt
ons den weg getoond. Passez les
premie r s".
Ja, een volk, dat waarlijk een volk wil
zijn, toont de echtheid van zijn wil door
in .historische" oogenblikken zijn voor
gangers te gedenken, die persoonlijkheid
hebben gegeven aan zijn geschiedenis: de
groote Orarje's wier geest rust op onze
geëerbiedigde Koningin, de Ruyter,
Hogendorp, zoo vele anderen... Zij hebben den
weg getoond, die ons nationale leven
vrrbindt met de nationale menschheid. G ij,
gaat voor!
!2 November W. G. C. BYVANCK