De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 16 november pagina 7

16 november 1918 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

16..Nov. '18. - No. 2160 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND «ft 8HABMABMABM. ABft/ibHABM. ABM.ABM. ABM A BM.'A B M l A 18 l arch Ad* N EEREN-ART! KELEN. UITRUSTINGEN. M A 8 ABM ABMABM-ABMABMB^BMABMABMABMABM ABM. A B M iiiimilllimiimilllllllilill llllltllimillimilllimilllllIUIIIlIIIIIIUimillllllllIJII iiiiiiiiiiiiiuriHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiMiiiiiiiiiiiiitinn HET DERDE EEUWFEEST DER DORDTSCHE SYNODE door prof. dr. H. H. KUIJPER, Hoogleraar aan de vrijt Universiteit te Amsterdam. De wereldschokkende gebeurtenissen, die rondom ons zich afspelen, nemen zoozeer aller aandacht in beslag, dat er nauwelijks plaats schijnt over te schieten voor de herdenking van historische feiten, die reeds drie eeuwen achter ons liggen. Toch mag tiet driehonderdjarig gedachtenisfeest der Dordtsche Synode daarom niet ongemerkt voorbij «aan. Zij die de laatste maar ook ?de beroemdste Synode was, door de Gere formeerde kerken in de 16e en 17e eeuw gehouden, heeft daarvoor een te belangrijke plaats ingenomen in de geschiedenis van ?ons vaderland. Het is op haar nitionale foeteekenis dat ik hier inzonderheid de aan dacht wilde vestigen. Die nationale beteekenis ?dankt de Synode van Dordt vooral daaraan, dat zij een einde heeft gemaakt aan den twist, waardoor de kerk met scheuring en de staat met den ondergang bedreigd werd. Op oorsprong en verloop van dien strijd moet daarom eerst het oog worden gevestigd. Het Bestand, dat ons verademing zou bren gen in de langdurige worsteling met Spanje zag in den boezem van ons eigen volk een strijd ontbranden, die nog veel gevaarlijker gevolgen voor ons bestaan had kunnen hebben. Gelijk bekend is, school de oor sprong van dien strijd in het geschil, da aan de Leidsche Hoogeschool ontstond tusschen de hoogleeraren Gomarus, den streng rechtzinnigen Calvinist, en Arminius die hoewel hQ een leerling van Beza was, van het Calvinisme niets* weten wilde een geschil dat liep over het leerstuk van de uitverkiezing. Dat geschil plantte zich al spoedig uit de Academische gehoorzaal naar ons theologlseerend volk voort. Weldra bleek, dat dit geschil veel dieper en verder reikte dan het leerstuk der uitverkiezing alleen Toen de volgelingen van Arminius in 1610 b{ deoverheidhun Remonstrantie indienden (van waar deze partij den naam van Remon stranten kreeg) verklaarden zij zelf in vijf artikelen een afwijkend gevoelen te hebben van hetgeen door de Gereformeerde Kerken beleden werd. Dat hun leerstgsel lijnrecht in strijd was met het grondbeginsel der Gereformeerde Kerk kan dan ook niet ont kend worden. Ze vernieuwden den ouden lOHANNES BOGERMANNUS, PRJtSES SYKODI -NATIONALIS. Talis erat vufhl facru cian. vrijuit actü^rbiUr, ambrolw cujus pendtbat ab ore DurdrccHti, exemplar rarae, jnttaiu, et^ui Ctbis Doctarum, quem Maximus Ordo vocaniL (Clichévan de rma v;h P. M. Wink te Zalt-Boinmel) MAURITS WAGEN VOORT, In'den Wilden Wingerd. Amsterdam, H. J. W. Becht, 1918. H. SALOMONSON, Menschen van hun tijd. Amsterdam. Van Holkema en Warendorf, 1918. JOHAN DE MEESTER, De Kunstenaars des gemeenen levens. Amsterdam, J. M. Meulenhoff, z. j. MR. D. SPANJAARD, Uren mef Flaubert. Baarn, Hollandia-drukkerij, 1918. Met kennelijke instemming laat Maurits Wagen voort op het titelbad van zijn nieuwen roman het oordeel van eenige Hellandsche critici afdrukken: De schrijver heeft aan woordkunst radicaal maling." Hij zal er mee bedoelen, dat alle stJjl-gefemel, alle zoete lijk geknutsel, alle delicate woordjes-cul tuur aan zijn werk vreemd is. En dat is ook zoo. Het is een frisch, frank boek, dat buiten de Hollandsche psyche staat, maar dat in zijn vlotte, stevige schildering toch den artist van Hollandsen ras toont. Neem zoo'n citaat: O, aller heiligste moeder Gods, vrouwe van alle genaden, hoe was het mogelijk, dat dit met hem gebeurd was, met hem, Claudio Tiburzi? Hij trachtte te vergeefs den omvang te overzien van zijn ellende: hQ was een moordenaar, hij had zijn vader verloren, hij had... Annarella verloren, donna Catarina was uit zijn leven weg, zijn verleden was te niet, zijn toekomst moest boetedoening zijn, en in zijn geweten droeg hij den steenzwaren tast zijner daad, dien nacht, zijner afschuwelijke daad." Wie enkel dit leest, wordt een beetje huiverig. Maar ten onrechte. Dit boek schil dert geen Hollandsche naturen; het geeft zuidelijke sentimenten en passies. In eenvoud en reinheid is Claudio, de zoon ?iiimijiiiiiimiiiiiiiminu uu lm ,, n,,,,,, MMIIMII ' AMSTERDAM .*. ARNHEM ROTTERDAM UTRECHT van een Napolitaansch patriciër, in het land huis op de helling van den Vesuvius op gegroeid, voorbestemd tot gelukkigen echt genoot van zijn buurmeisje Annarella, met wie heel zijn leven is saamgeweven. Innig gezond ziet hij in vurig begeeren de vol trekking van zijn huwelijk tegemoet, als hij zijn studie in Milaan, het strenge, zedige Noorden, heeft voltooid en zijn vader ver langt, dat hij te Napels nog verder zal studeeren. In het verleidelijke Napels, den Wilden Wingerd", krijgt hij het te kwaad. Lichamelijk bezwijkt hij voor de verleiding. Hij veelt zich bezoedeld; maar bovendien treft hem de ziekte. Dan vlamt woeste haat en wraakzucht op tegen de vruuw, die de oorzaak was van zijn ondergang. Hij ver moordt haar en we zien hem staan voor den afgrond, dien bovenstaand citaat leekent. Deze moord vindt zijn antithese in de misdaad van Nlno het geitenhoedertje, dien Claudio sedert zijn kinderjaren kent uit het gehucht op den Vesuvius, een moord ook op een prostituee, maar een moord om geld. Tegenstelling ook in de wroeging van belden. Maar die wroeging brengt ze tot elkaar, maakt ze tot boezemvrienden in het samenweten van eikaars niet ontdekte daad. Wederkeerig gevoelden detwee mede lijden met elkaar om wat aan hun daad was voorafgegaan, en wijl zij elkaar toch reeds van kindsaf kenden, groeide er een vriendschapsgevoel in hen, dat hen be moedigde. Zij gevoelden zich niet meer alleen met hun geweten." Claudio vindt rust in den dood, hoog in de Tiroler A'pen, als vrijwilliger strijdend voer zijn vaderland tegen de OastenrQkers. Zonderlinge jongen toch, die baronino", peinst Nino bij zijn lijk, hij had het maar steeds over boetedoening alsof het leven niet veel te mooi en te lief is, om het ge beurde, al is het nog zoo erg, niet zoo gauw mogelijk te vergeten, in de hoop op nieuw levensgenot van den nieuwen dag." Zoo heelemaal geen Hollandsche-binnenhuisjes-litteratuur, nietwaar? Maar ik ver zeker u dat dit alles met zuiver psycholo gisch inzicht geteekend is en onverbiddelijk logisch in elkaar zit, dat ge met spanning de romantische verwikkeling volgt. En geen woordkunst, maar een kranige, kloeke taal, een taal als van een soliede, smijdige hout soort, waarin met vaste hand gesneden is in fantastische wendingen. Menschen van hun tijd," hier in Holland. Welk een tegenstelling met de menschen van hun tijd in Napels. Tino, de held uit het boek van Salomonson, voelt al in zijn jonge jaren het pijnlijke, het onechte van het leven, zoekt in eenvoud als stille werstrijd, die reeds in de eerste eeuwen der Christelijke Kerk gestreden was tusschen Pelagius en Augustinus en die in den d iepsten grond daarover liep of men de abso lute souvereiniteit Gods erkennen zou dan wel de vrijheid handhaven van den menschelQken wil. Het conflikt, dat daardoor ontstond, werc nog verscherpt, doordat de Staten van Hol land, in plaats van dit geschil over te laten aan een Nationale Synode, die alleen be voegd en gerechtigd was over geloofsgeschillen uitspraak te doen, zelf als geloofs rechters optraden en onder den schijn van voor den vrede der Kerken te zorgen, door hun tolerantie-edicten feitelijk het Arminlanisme de hand boven het hoofd hielden en de leervrijheid in de Kerk invoerden De aristocratische regentenpartij, aan wier hoofd Oldenbarnevelt stond, was van meel af de Calvinisten, die meest onder de pre dikanten en cleyne luyden gevonden werden, niet gunstig gezind. Zij wilde, en vond daarir steun bij de Remonstranten, dat de overheid ouk over de Kerk zou te zeggen hebben. En daarbij kwam in de derde plaats, dal de Staten van Holland de absolute souve reiniteit voor hun eigen gewest opeischten het provincialisme op den top dreven er voor de nationale eenheid van ons volk a zeer weinig voelden. Vandaar dat zij- een Nationale Synode, waarin de eenheid van het volk zou uitkomen, met alle macht wil den keeren. Elke provincie moest op het stuk der religie geheel zelfstandig beslissen Het kerkelijk geschil kreeg alzoo een scherp geteekend politiek karakter. Toen de Calvinistische predikanten zich aan deze resolutlën der Staten niet wilden onderwer pen, greep de Overheid in, ontzette hen uit hun ambt en verving hen door meer buigzame Arminianen. Het gevolg was, dat op tal van plaatsen een scheuring in de Kerk ontstond. Beroofd van hun Kerkgebouwen, togen de Calvinisten buiten de stad om op het open veld of in stallen en schuren hun pre dikanten te hoeren. De dwangzieke overhelt stond ook dit echter niet toe en vervolgde de Calvinisten, strafte ze met geldboeten o wierp ze in de gevangenis. De vrijheid dei religie, waarvoor de vaderen hun bloed had den vergoten, werd aan de kinderen ont zegd. En toen ook deze maatregelen h hardnekkig verzet der Calvinisten niet breken konden, dreef Oldenbarnevelt bij de Staten van Halland de Scherpe Resolutie" door waarbij de stedelijke magistraten gemachtlgc werden waardgelders of soldaten in diens te nemen om met wapengeweld de samen komsten der Calvinisten tegen te gaan. Een burgeroorlog stond op het punt van uitbreken die het land op den rand van den ondergang zou hebben gebracht. Het Bestand met Spanje liep af en een onderling verdeeld en door burgerkrijg geteisterd volk zou machteloos tegenover Spinola's welgeoefende troepen hebban gestaan. Dat het opzet om liet Calvinisme voo goed te onderdrukken, niet is gelukt en zelfs met een geheele overwinning van het Cal vinisme is geëindigd, is niet alleen aan de onverzettelijke standvastigheid der Calvi nisten te danken, maar vooral aan het optreden van Prins Maurits, die gedachtig aan den eed bij de aanvaarding van zijn stadhouder schap afgelegd, om de ware Gereformeerde religie te handhaven" nu als beschermer der vervplgdenoptrad.Hijverzettedeweerbarstige Magistraten, dankte de waardgelders af opende de Kerkgebouwen weer voor de Gereformeerden en rustte niet, voordat de Generale Staten een Nationale Synode hadden bijeengeroepen, die over de geloofsverschilen uitspraak zou doen. Oldenbarnevelt, die tol het laatste toe tegen de saamroeping der Synode zich verzet had, werd gevangen genomen en toen bogen ook de trotsche Staten van Holland het hoofd. Zoo kwam 16 November 1618 de Nationale ker zijn weg doer de schrijnende werke lijkheid. Hij is zijn heele leven lang ouden jong tegelijk, oud in zijn schichtige terug getrokkenheid van den strijd daarbuiten, jong in zijn naïef vriendelijk vertrouwen in de onveranderlijkheid van zuivere neigin gen. Ik twijfel wel eens aan de mogelijk heid van daden... ons heele bestaan is zulk een geestelijke inspanning, dat daden alleen kunnen voortkomen uit een korte, geweldige en uitputtende prikkel," beweert hij. Hij wist, dat de wegen der menschen elkander alleen in het oneindige ontmoeten; de evenwijdige spoorlijnen, welker ontmoe tingspunt hij in zijn kinderjaren al vergeefs zocht, waren hem daarvan zijn heele leven door het symbool. En toch blijft hij kinder lijk hopen en vertrouwen. Eerst in de liefde van zijn vrouw, die van haar kant een over gave, van zijn kant geen overwinning was. Later voelt hij zich gelukkig als een kind naast en met Pop, het kind zijner vrouw. En als hij Pop met een vriendin eens in Zwitserland aan de kostschool heeft thuisgebracht, ziet hij ze peinzend verdwijnen: Hij zag zichgaan, zooals hij daareven gegaan was, tusschen de twee blanke meisjesfiguurtjes; een knaap met grijs haar aan de slapen, een knaap met een vreemd eud gezicht, en in wonderlijk ouwelQke ver houdingen. Een knaap, die jeugd zoekt bij zijn laat-nabloeiende jeugd en die vader speelde, terwijl zijn aard hem riep tot speel genoot .. Naarmate het beeld verdween, rees een wilde aogst in hem op; dat was het conflict dat bulten wil en weten om in hem geboren was." Ik hoop, dat de auteur in dit boek niet zijn eigen tijd hier in Heiland heeft willen typeeren. Zeker,... ik weet het! Maar zooveel slapheid, zoo weinig levensdurf en manne lijkheid, zulk een vaag en onzeker droomen, dat is toch wel wat al te zwartgallig. Maar als schildering van een bijzonderen geestesstaat, die van alle tijden zijn kan, lier in het huidige Hollandsen milieu, is het boek niet kwaad, al gebeuren er eenige zonderlinge toevalligheden om den gang van het verhaal mogelijk te maken. Men kan zich de persoonlijkheid van Tino in denken en zQn zwevend onzeker tasten met jelangstelllng volgen. jGeen van de artiesten onder dit dak beschouw ik als wat zou noemen: nor maal. Ook mSzelf niet, meneer Dickson," verklaart Dr. Reesse, in De Kunstenaars des gemeenen levens" aan den gewiksten moneymaker, die de duiten van zijn broertje uit de Kolonie wil redden. En Dickson komt al gauw tot de conclusie: Dokter Reesse s zeer beslist een groot man. En iemand, VERZEN Fluweelen beeld op pluche postament, Zuilt, zwart, de kat op hoogste leunstoelrand; Symmetrisch hautrelief, staan aan de kant Twee poppen op de zitting overend. De kop voornaam van 't spelend kind gewend, Egyptisch gestileerd tot godenstand, Laat fosf'ren hQ door smalgroen transparant Een ver geheim, Bubastis eens bekend. En grensvervagend golft de schemering: Hij zit, marm'ren pilaar van duisternis. Alles is stil. Ook 't kindje~ïs stil. En 't is, Of er iets heiligs in de kamer hing. En hoog uit top van zuil, ontzagg'lijk, gloeit De groene dubbelster. Hij groeit hij groeit HQ raakt de zold'ring; en de kamer dijt Tot tempelzaal; en gouden pharaonen Zie 'k aan de voeten van Het godsbeeld tronen In strak onbeweeglijke majesteit. En 't is, ik hoor iets nad'ren?ja, daar schrijdt Langzame tred naar wachtende pylonen: Ze komen, koninklijke godenzonen, Vluchten naar mij uit hun vergetelheid. Als wierookdamp zie 'k blauwe schem'ring hangen Daar momp'len door 't portaal vreemde gezangen, Met afgemeten stappen aangeschreden Nu zal mijn priesterlijke extaze ontvangen Met oud gevoel van zwijgende gebeden De statige processie van 't verleden. Hoog op de kaap, waar zich te pletter stoot Destorm,staat'tkustlicht;enzQnrondbllkglQdt Ontzagg'lijk over zwarte"bneindigheid, Vol hoorbaar hunk'ren van onzichtb're dood. De menschengeest, wiens rust'ge majesteit Tegen zijn gunsteling, de verre boot, Dwars door kanonnades uit wolkenvloot Schertsend knipoogt om hun machtlooze-strijd. Neen.'t is een maaier; klankloos scheert zijn zeis De horizon; en plots'Iing zilvergrijs Vliegt langs de ketting uit golvende schalmen: Hij, boven de aardewelving, machtig, zwaait Zijn clrk'lend blad^'t is of het suist-en maait De spoklg vallendiToogst van bliksemhalmen. Stuk smijt op 't witte strand de horizont Stormloop van bergen tot wolken van kralen; Veilig in duisternis van kalken schalen, Woont 't weekdier, vast aan nooit bewogen grond. Sidderingen, die tot zijn diepte dalen, HQ voelt ze niet, verdiept in pijn van wond: Zijn teerheid bloedt parels, die, klein en rond, De ronde zee, immense paarl, herhalen. Aan 't wereldoppervlak stormen de dingen: Zelfs geen gedruisch zal tot in de afgrond dringen, Waar stil de ziel aan 't hart van Brahmaa kleeft: Al kan het oud verdriet niet meer genezen, HQ weet: Gezonken naar zijn eigen Wezen, Nu bloedt hQ verzen, waar ZQn licht op beeft. A D WA i T A "il" "imiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiiifiiimiii Synode te Dordt saam, die niet alleen door afge vaardigden van alle Nederlandeche provin cies, maar ookdoor de uitnemendste theologen uit de buitenlandsche Gereformeerde Kerken, uit Engeland, uit Duitschland en uit Zwitser land, werd bijgewoond, opdat met gemeen overleg van heel de Gereformeerde Christen heid de beslissing zou worden genomen. In zekeren zin kan de Synode van Dordt het eenige oecumenische Concilie worden ge naamd, dat door de Gereformeerden is ge houden. De Synode begon met de Remonstrantsche leiders voor haar vierschaar te dagen, opdat dezen hun gevoelen zouden voorstellen en verdedigen, maar zQ wHden de Synode niet als wettige rechtbank erkennen en voerden een eindelooze obstructie. Het einde was, dat de Synode hen wegzond, en nu besloot uit de geschriften door de Remons tranten uitgegeven hun gevoelen op te maken. Na dit te hebben gedaan en deze gevoelens te hebben getoetst aan de H. Schrift, die als eenige regel des geloofs had te gelden, werden door de Synode met eenparige stemmen, zoowel van de inlandsche als de buiten landsche theologen, deze gevoelens als dwalingen verworpen. Het Remonstrantisme was daarmede vanzelf uit de kerk verban nen en het Calvinisme had de zegepraal behaald. De Synode deed echter meer dan de afwijkende gevoelens der Remonstranten verwerpen, ze heeft ook in haar canones of leerregels een klare en duidelijke uit eenzetting gegeven van wat de Gerefor meerde Kerk omtrent de bestreden leer stukken geloofde. Ze deed dit met vermQding van alle hardheid en eenzijdigheid; ze heeft het moeilpste probleem, waarvoor het religieuse denken staat, zeker niet opgelost, maar haar verdienste is, dat ze even beslist voor de absolute souvereiniteit Gods is op gekomen als zij de zedelijke verantwoorde lijkheid van den mensch heeft gehandhaafd. En ze gaf deze belijdenis in een warme en bezielde geloof staal, van alle dorre scholastiek gespeend. Zoo is de Synode van Dordt voor ons nationale leven van groote beteekenis ge weest. Ze heeft door de oorzaak van twist en scheuring weg te nemen, de eenheid ia Kerk en Staat hersteld. Ze heeft tegenover het eenzgdig provin cialisme, dat den band der zeven provin ciën te ontsnoeren dreigde, de eenheid van onze natie weer krachtig doen uitkomen. En ze heeft, om ten slotte ook hierop te wijzen, door haar besluit in zake de Bijbel vertaling, ons de nieuwe overzetting der Schrift geschonken, die terecht het schoon ste monument van onze taaieenheid is ge noemd. waar ik zaken mee doen kan." Om deze twee uitspraken draait deze kostelijke klucht van De Meester. Zij is het dolgeestige spel van charlatanerie en verdwazing, geëxploi teerd door een handig, vlot impressario, heel een kudde van willoozen en ge xalteerden, die hun roer kwijt zijn of nooit in handen gehad hebben, overgeleverd aan een kwiek zakenman, die met behulp van de Koningin der aarde de ziekelijke droomen, den hollen waan, de spichtig visioenen van bleeke vergeestelijking zonder geest even in klinkende munt tracht om te zetter. Daartoe is te Scheveningen de interna tionale, interartistieke broederschap opge richt op het duin Spreeuwenberg, op den huize Natura Sanat, waar eindelijk beproefd wordt wat Goethe voorzien en Wagner gewild heeft: verbroedering der kunsten.? Wat een heerlijk klaterende humor in die speech aan het noenmaal" tot de pers door den endernemer van dit Famely-house der kunsten,'' in zijn kletterende frasen, zijn ver bluffende slagvaardigheid, zijn luid epsierenden hutnbug, zijn internationaal, grootscheepsch boerenbedrog. In dit boekje is tevens opgenomen de bekende monoloog De Maecenas, het zoo scherp in strakke stijging geteekende con flict op e'n Maecenas-diner, waar de artiest zijn wraak neemt op den verleider zijner moeder, den verraderlijken vriend en wel varenden concurrent van zijn overleden vader. Uit alles blijkt, dat Mr. Spanjaard zijn boekje over Flaubert met groote liefde voor den Franschen realist heeft geschreven. Daarbij kwam een behoorlijke kennis van iet werk en de brieven van Flaubert zelf en van wat over hem geschreven is. Zoo moest noodzakelijk wel iets goeds tot stand komen, al is de vorm hier en daar niet al e zuiver. Het verwondert mij ten minste dat een Charivarius de legende, die lang zamerhand een onheilig aureool om zijn loofd heeft geweven, dat eerst door nieuwere schrijvers van zijn aangematigde plaats is 'erjaagd" nog niet heeft buitgemaakt. Ook fs de uitspraak dat de hollandsche ezer veelal geneigd is zich den Franschen dichter, maar vooral den Franschen roman schrijver voor te stellen als een zwierig ;ekleed boulevardier, die den tijd, hem usschen twee zijner dagelQksche uitspatingen gelaten, op even bedenkelijke wQze >esteedt aan het schrijven van sensueele edlchten of het samenflansen van romans, waarin de deugd op dezelfde manier in de knel raakt als in het leven van den auteur", wel wat al te naïef. Dat mag zoo geweest ijn in de dagen van de heeren Dorbeen J. A. HOETING Hofjuwelier Koningsplein Brillanten :-: Paarlen Onder onzen voorraad paarlcolliers bevinden zich eenige occasions van superieure qualiteit. Nouveautés in aparte modellen tasschen speciaal voor het seizoen uit bont vervaardigd. en Van Naslaan, maar thans ? Ten minste onder de lezers, die naar dit boekje over Flaubert zullen grijpen ? Doch met dit al, Mr. Spanjaard heeft ons een juist beeld van den machtigen, stoeren, onvermoeiden werker geteekend, den man van het waarnemen, beschouwen, uitbeelden i zonder zijn eigen persoonlijkheid tot con clusies te laten komen. Les plus grands génies et les grandes oeuvres n'ont jamais conclu. Homère, Shakespeare, Goethe, tous ces fils af mes de Dieu, comme dirait Michelet, se sont bien gardes de faire autre chose que représenter." Den man van de onpersoon lijke kunst, wiens streven was de reduire au minimum la duperie du sentiment," maar die toch klaagde over Leconte de Lisle: II n'a pas l'instinct de la vie moderne, Ie coeur lui mar.que"; den man die toch zoekt de emotie : Je donnerais la demi-iame de notes que j'ai critesdepuiscinq mois, etles quatre-vingt-dix-huit volumes que j'ai lus, pour tre, pendant trois secondes seulement, réellement emotionnépar la passion de mes héros." ZQn emotie, maar levend in de ziel van zijn helden. Il faut que la réalitéext rieure entre en nous, a nous en faire crier, pour Ia bien reprodulre." De emotie, en boven al de schoonheid. Mr. Spanjaard heeft hem ons goed ge teekend in zijn haat tegen frase, in zijn vrijheidszucht, zijn anarchie. Hij heeft vooral goed laten zien, hoe naast dat harde stoïcisme, dien haat tegen den bourgeois, klopte een warm hart vel rijke liefde en teere bezorgd heid voor zijn vrienden, zijn verwanten, zijn moeder vooral. Hij heeft ons laten voelen het pijnlijke, dat er brandt in de ziel van den kunstenaar, die zwaar op zijn schouders voelt drukken de geweldige taak om een groote nieuwe kunst te scheppen, ze vtQ te maken van sleur en traditie, die onder stagen drang, met rusteloos speurende zorg zoekt naar beweging, kleur, muziek in zijn uitbeelding, naar de hoogste, zuiverste vol maaktheid. J. PRINSEN J. L z. itiiiiumii ....... iiiiiiiitiiiiiiiuiiiiiii ..... iiiiiiiiiitiiiiiiii" iiiiimmmiiti NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP MotordienstvanTetenburg DAGELIJKSCHE MOTORDIENST UTRECHT LEIDEI DEI HAAG KIFT t. ttnchtithmirn. Fyijébéil. liitteitnl VICI.VKO.tA

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl