De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 23 november pagina 2

23 november 1918 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 23 Nov. '18. No. 2161 MEDEDINGSTERS Teekening voor de Amsterdammer" van fordaan «Spiegeltje, Spiegeltje aan den wand .Wie is de schoonste in heel het land?" DE DOODS- EN GEBOORTEKLOK Par i/s, 5 November 1918 Er klonk Iets als van de slagen van de . groote wereldklok, die zich slechts zelden hooren doet maar dan de lotgevallen der mensciheid markeert, in de zitting der Kamer van Afgevaardigden, waarin ik heden van uit een der loges de regeeringsmededeelingen over den wapenstilstand met Oostenrijk bijwoonde. De woorden die gesproken werden, deden de herinnering opkomen aan vroegere wereldhistorlsche zegeploclamatie's welke hier te Parijs ge klonken hebben, en evenzeer door het ge juich der menigte voort gedragen zijn. Die Indruk werd wel het sterkst gewekt door den inzet zelf, de toespraak, schier metrisch en gedragen van taal, van den president der Kamers Paul Deschanel. Onder dooddijke stilte begon hfj aldus: A p r es la B u l g a r i e, la Turquie. AprèslaTurquie, l'Autriche..." Zoo ving het aan, als een klassieke aan kondiging tegenover de Fransche natie, die meer dan eenige andere woorden ook tot / een vorm van de daden ea de gebeurte nissen te maken weet. Het wasalsof in de inge houden stilte van de zaal, telkens de doffe val klonk van deze drie steunsels der midden europeesche wereld-heerschhappij, met op 't laatst de loome, stille, verslagen schreden van het heengaande huis van Oostenrijk. Dan roffelden de roffels der o verwinning. Er schenen bijkans paardehoeven van de oprukkende voorhoeden te trappelen in het: terwtjl Franschen en Ameri kanen de Argonnen bevrijden, terwijl Britten en Belgen Vlaan deren ontzetten, z ij n deServen en Franschen meester van Servië, en de Italianen in Triest en Treute En eindelijk na een oogenblik van wach tende voorbereiding: .... d e Serven zijn terug in Belgrado!" Gansch Frankrijk is met hen! Dat was de plechtige stoot van de klaroen der bevrijding. ZIJ omvat den eindeloozen wee moed over het lijden, dat de kleine Serviënnatie zoo vreeselij k, maar zoo man moedig heeft doorstaan. Een lijden, dat, gelijk het geheele lijden in dezen oorlog, VOLKERENBOND, De Nieuwe Wereldorganisatie Reeds in vroegere eeuwen is zooals bekend is dit denkbeeld meermalen uit voerig ter sprake gebracht; en het is niet tot een uitvoering gekomen. Zal het nu onder de eminente en krachtige leiding van Woodrow Wiison tot uitvoering komen ? Zeer zeker. En waarom ? omdat de omstandigheden op de wereld in de laatste 30, 40 jaren zoo enorm veel veranderd zijn, vergeleken bij die van vroeger. In de eerste plaats zij er op gewezen, dat nu niet meer als vroeger groote deelen van de wereld onbekend zrjn; integendeel: er zijn geen onbekende streken, noch in Afrika, noch in Azië. Reeds dit is een groot verschil met vroeger; maar dit is niet het grootste verschil. In de tweede plaats toch is er een zeer groote verandering gekomen in de belangen der staten en hunne bewoners der vol keren een gevolg van de enorme uit breiding der verkeersmiddelen. Men denke aan de uitbreiding van het spoorweg- en scheepvaartverkeer over de wereld in de laatste decennia; ook aan die van het telegraafnet de draadlooze tele grafie inbegrepen en 'den opkomenden vliegtuig-dienst. l n valid-Portwij n DE BESTE MIDDAODRANK f 3.50p. flesch ! tft BarkinsM, 61 Anutel, Amsterdam maken zal dat nimmer de overwinning anders dan met gedempte vreugde zal kunnen worden begroet. Maar tevens de dankbare verluchting over de schier wonderbaarlijke keer, die nu het lot ten gunste juist van Serviëreeds heeft gebracht. Een eindeloos, geroerd handengeklap riep Vesnitch, den gezant van dat herboren Servische volk, naar voren. Het was, alsof eens te meer de idealen van de Fransche republikeinen, aan de idealen van de andere volkeren de hand reikten. Moge de werkelijkheid, de thans toe te passen staatkunde dit bevestigen. Na den man van het volmaakte woord, kwam de man, die in dezen tijd door Frankrijk als den man van de volmaakte daad op het schild gebleven is: Clemenceau. Want dit heeft hem stellig wel tot den gaarne aanvaarden leider gemaakt, niet alleen in zijn eigen land, maar ook tot den gene, dien men bij de andere verbondenen als een der meest erkende voorgangers kan hooren prijzen: de vaste doelbewustheid van dezen tijger. Nu kwam hij dan voor het eerst naar voren met het zoo lang beloofde vredes succes, verbijsterend nog bijkans voor allen, die eenige maanden terugdachten. De onverbiddelijke voorwaarden van den aan Oostenrijk opgelegden wapenstilstand, hij beet ze.gmet kwalijk verborgen ontroering, af. De zaal werd wat duizelig van die onvoorwaardelijke overgave van een groot rijk, van dit nieuwe beheer, dat de geal lieerden nu op zich zullen nemen. Reeds staan de treinen klaar om generaal Mangin met zijne divisie's naar Weenen en Pest te voeren. Duitschland kreeg wat van het bittere voor land te hooren. Er lag bijtende ironie in de mededeeling: dat de voorwaarden van zijn wapenstilstand aan den maarschalk Foch moeten worden gevraagd," en er sprak het algemeene wantrouwen in detoespelingoverhet .gouvernement imperial et democratique"! Wie zal voorspellen, hoe de geschiedenis reeds verder geloopen is, wanneer deze be schrijving Holland bereikt. Misschien is het niet zoo snel gegaan, als nu oppervlakkig gedacht wordt. Doch in elk geval zal de broosheid, de onvastheid van die nieuwe rijks-democratie, waartegen wij ook steeds in De Ammsterdammer" gewaarschuwd iiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimi Dat heeft tengevolge gehad een uitbrei ding van het handelsverkeer op de wereld zoo groot, dat men van een omwenteling kan spreken. Als men de cijfers van den totaal-wereldhandelsomzet van 1875 verge lijkt met die van 1910, dan is die omzet verachtvoudigd. Dus: acht maal grooter geworden en dat slechts in 35 jaren! Nu was het enkelen, later meerderen, reeds spoedig duidelijk, dat dit enorme gevolgen moest hebben. Immers: de belangen van alle volkeren waren ten nauwste betrokken bij dat zeer uitgebreide handelsverkeer. Men denke bij v. eens aan d» gevolgen van een mislukking van een katoen-oogst (door oorlogen) op de textiel-industrie van alle landen. Na dezen wereldoorlog is dit wel voor een ieder duidelijk. Ziedaar kort geschetst de zeer ver anderde omstandigheden op de wereld waardoor alle belangen der verschillende volkeren veel meer dan ooit het geval was geweest, waren ineengeweven en met elkaar samenhingen. Ja, de volkeren hadden zelfs groot belang verkregen met betrekking tot den inneriijken (den blnnenlaudschen) toe stand van een ander land. Nu ligt de conclusie voor de hand: dit alles had onvermijdelijk ten gevolge moeten hebben een verandering in de verhouding der staten onderling. De eerste machtige, die blijk gaf dat hij dit heeft ingezien waarschijnlijk ook onder den indruk van Bloch's standaardwerk is de Czaar van Rusland geweest toen hij in 1898 de mogendheden voorstelde een eonferentie te 's Hage te houden. Die conN.V. PAERELS Meubileering M". COMPLETE MEÜBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 N IIIIIMIEIIIIIIIIItlllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIllllllllllUllmilllllltllllllllllll hebben, wel nader aan den dag gekomen zijn. Ik geloaf niet, dat iemand, die realiteit doet gelden, hierin iets houdbaar kan zien. Niet, maar zelfs ook niet zónder den keizer. Clemenceau's welsprekendheid heefc op het oogenblik alle bekoring van den ouden man, die niets meer voor zichzelf te zoeken heeft, en slechts nog voortleeft om een doel te verwezenlijken, waarvoor de voorzienig heid hem heeft gesteld. Ondanks alle wis selvalligheden en bestrfjdbaarheden van zijn verleden, is hij nu als het ware de belichaamde, pittige levenskracht van Frank rijk geworden. Zoo stond hij daar op de tribune, en riep achtereenvolgens de her innering op aan 1871, aan Gambetta en de zijnen, aan hen, die 't protest tegen de afscheuring van Elzas-Lotharingen hadden uitgevaardigd; en aan de geallieerden, die nu elkander de overwinning hebben mogelijk gemaakt. Dan, aan het eind, kwam de beteekenis van het geheele oogenblik nog het beste uit. Wat was het, dat de minister, die altijd gesproken had over den oorlog, den oorlog en niets dan dat, wien men zoo vaak verweten heeft, de guerre a outrance te bsgeeren en voor geen vergelijk vatbaar te zijn, wat was het, dat men hem nu voor het eerst als de nieuwe hoofdzaak hoorde aankondigen ? Het was 't beroep op den vrede! Juist uit zijn mond gevoelden allen, wat er thans, naar menschelijke zekerheid, weer in de wereld aangebroken is. Nu wenkte hij tot den poilu de la paix", en werd de ge weldige vredestaak aan de generatie die komt, voorgehouden. Eenheid, samenwer king, opbouw, ziet daar het nieuwe evangelie, ook van dezen man, die zelf bijkans steeds, tot voor korten tijd, heeft bestreden en uiteengejaagd. Nu is een tijd daar, die deze weelde niet meer laat. Er moet op economisch, op politiek, op inter nationaal gebied worden samengewerkt. Of de menschheid in haar zwakte, daartoe aanstonds in staat zal zijn? Of zij deteêren toestand niet nog in kibbelziekheid en gekef zal laten verworden? De vrees is niet on gegrond, voor geen enkel land. En wanneer wij de houding van deze Fransche parle mentaire vergadering gadesloegen, nadat Clemenceau zijne redevoering geëindigd had, in het bijzonder de starre houding van de socialisten ter linkerzijde, dan bekruipt ons meer en meer de vrees, dat na den oorlog de onweerstaanbare ziekte der hyper-democratie in ons geheele werelddeel nog hare geweldige offers zal slaan. De strijd daar tegen zal misschien nog harder dingen op leggen, dan de strij d tegen het pan-germanisme ge/orderd heeft. En wie zich op den vrede voorbereidt, moet zich tevens tot den strijd tegen die verwarring aangorden. Het punt, waarop de socialisten ditmaal de regeering aanvielen, was de vraag of het Fransche gouvernement geheel accoord gaat met de punten van president Wiison, of niet. Op zichzelf moge deze vraag ver klaarbaar en begrijpelijk zijn, even dui delijk is dat wannér daarover op het oogenbiik reeds geheel openlijk gesproken moest worden, een wezenlijke endienst aan de zaak der geallieerden zou kunnen bewezen worden. Wij kunnen voor Duitschland's positie nog maar n, betrekkelijk, redmiddel zien, het drijven van de wig der oneenigheid tusschen de bondgenooten. Daarom was 't zoo merkwaardig, maar ook, staat kundig gesproken, zoo bedenkelijk, te zien hoe dit de socialisten der linkerzijde blijk baar niets kon schelen. (Voor hen woog het beweersel meer, dan de werkelijke waarde der dingen). Zou men op nen dag het oude, stervende gevaar de hand hebben zien reiken aan het nieuwe, opschietende ? Dan ware eene kamerzitting als deze nóg hlstorischer, dan haar directe bestemming medebracht. De dood van de militaire gulzigheid werd er ingeluid. Maar tevens stak de mogelijk heid duidelijk op van een nog veel gulziger gast en een nog veel aangrijpender gevaar: de drifi der democratie in haar onverant woordelijkheid. v. H ferentie, in 1898 tot stand gekomen heeft niet aan het oorspronkelijke doel beantwoord. Het was voornamelijk Duitschland, dat zich verzette, dat de hoofdvragen over beperking der bewapeningen zouden worden behandeld. Nog sterker; het benoemde tot een zijner eerste afgevaardigden prof. Von Stengel, die nog kort te voren een verheerlijking van het recht van den Oorlog had geschreven! En dat naar een conferentie, die later ten onrechte vredes-conferentie zou heeten! De tijd schreed voort; en na veel moeite kwam in 1907 de 2de conferentie te 's Hage bijeen. Het verloop van die conferentie is eigenlijk nog tragischer. In het Engelsche Lagerhuis (later ook In het Hoogerhuis) was 9 Mei 1906 reeds eenstemmig aangenomen de resolutie om te komen internationaal, tot beperking der bewapeningen. Maar de Duitsche Regeering verklaarde ronduit dat zij aan een dergelijke bespreking niemals theilnemen würde". Men zal zich het verloop van die 2de conferentie-1907 herinneren. Herhaaldelijk moest de eerste afgevaardigde Marschall von Bieberstein naar Berlijn om nadere instructies. Bij de belangrijkste regelingen, die werkelijk noodzakelijk waren, kwam er verzet van Duitschland en Oostenrijk, meestal gesteund door Bulgarije en Turkije. Om niet al het werk der conferentie in gevaar te brengen, liep, wat betreft de be perking der bewapeningen de zaak af met een ernstige verklaring van den Engelschen afgevaardigde Slr Fry; Duitschland wilde geen discussie! Als men nog eens het verslag van die zitting van 17 Augustus 1907 door dr1 Alfred HET VLIEGVELD DER GEMEENTE AMSTERDAM door E. FULD, Secretaris van htt Uitvoerend Comitéder Commissie voor Luchtvaartverkeer. 12 September 1917 werden B. en W. door het gemeenteraadslid D. Manassen uitgenoodigd: te willen overwegen of met het oog op het toekomstig luchtverkeer niet tijdig gezorgd moet worden voor een vliegershaven in de Gemeente Amsterdam of in haar onmiddellijke nabijheid." Deze motie, die een uitgewerkter plan van den Heer Manassen verving, werd met groote vroolijkheid begroet. Het deed den Raad goed eens te kunnen lachen. Hoe kon een verstandig mensch op zoo'n idee komen! Toekomst-muziek l... Wfj schrijven ruim een jaar later: in de Commissie van Bijstand in het Beheer der Publieke Werken te Amsterdam zrjn plannen aan hangig, welke er toe zullen leiden om binnenkort een gemeenteterrein van 36 Hectaren grootte in te richten als vliegers haven. Bravo! dien kant moet het op en dat de Gemeente den moed heeft zich binnen zoo korten tijd bekeerd" te bekenne», is al een even heugelijk feit. Maar wat nu? Wat zal er met dat terrein gebeuren ? Want een ieder zal toegeven, dat het niet enkel om zoo'n terrein te doen is. Het Hoofd bestuur der Posterijen steunt de zaak, maar ook die steun is nog niet voldoende. Dit terrein en het toekomstig luchtvaart verkeer houden nauw verband met elkaar en het luchtvaartverkeer der toekomst zal in de eerste plaats internationaal worden. Het zal een nieuwen toestand scheppen en reeds nu is rnen in de meeste landen bezig te onderzoeken: l o de technische, 2o de commercieele en 3o de juridische zijde van dit vraagstuk. In Nederland geschiedt dit door de Com missie voor Luchtvaartverkeer (Secretariaat N. Spiegelstraat 8, Amsterdam) en het ware wenschelijk, dat de stad met deze Commissie samenwerkte daar de laatste met haar inter nationale connecties het beste in staat is het gemeente-ondernemen te steunen. Buiten dien doen zich bij de exploitatie van een dusdanig terrein tallooze vraagstukken voor, die slechts op te lossen zijn met de hulp van menschen, die daar speciaal studie van gemaakt hebben. Natuurlijk wordt hiermede niet bedoeld de huurprijs van tribunes, restaurant, exploitatie enz. Doch de reglementeering, de dagelrjksche controle van het va et vient, dat te verwachten is, moet geschieden op eene basis, die aan sluiting aan het internationale verkeersnet vergemakkelijkt. Daarvoor dient het buitenlandsche element bestudeerd te worden en waar ook daar alles nog in een begin stadium verkeert, moet men in contact blijven met de plaatselijke autoriteiten en ondernemingen. Trauwens, waar het een zoo belangrijk probleem betreft, mag de uit werking daarvan niet ais bijzaak worden beschouwd. Nu ligt het niet in mijn bedoeling de zaak geheel uit handen d«sr stad te* nemen. Zoo zou de financieële regeling der exploitalie moeten geschieden door de eigenaresse, die het restaurant enz. kan ver pachten, havengelden vaststellen en derge lijke regelingen treffen. Maar juist in de eerste jaren zal men vaak v«or plotselinge beslissingen komen te staan. Het jonge luchtvaartverkeer zal dikwijls situaties doen ontstaan, die zoo onverwacht en nieuw zijn, dat slechts insiders" het juiste besluit zullen kunnen treffen. Daarom moet de stad nog een stap verder gaan en bij de exploitatie en het beheer van haar terrein gebruik maken van de hulp van eene commistie, die juist met het doel om advies uit te kunnen brengen, in het leven werd geroepen. De geheele regeling aan het Gemeentebestuur overlaten, zou zeer waarschijnlijk een te stugge exploitatie ten gevolge hebben. Want al moge er verschil bestaan tusschen Gemeentelijke- en Staats exploitatie, de officieele weg is altijd lansEn vlug besluiten is hier een gebiedende eisch. Buitendien gaat het hier niet uit sluitend om een plaatselijk belang. De stap, dien Amsterdam gaat doen, is van nationale importantie! En al zal de stad het wel uit locale overwegingen beginnen: dat neemt niet wee, dat zfj haar terrein niet vrij kan maken van de landsbelangen in het algemeen. Ook zal haar voorbeeld navolging vinden in ihet land en stel U den chaos voor, als in de leiding der diverse grootere en kleinere terreinen geen f enheid werd gebracht l Waar een wettelijke regeling nog niet bestaat, doch ep luchtvaartgebied gelukkig nog niet alie internationale contact verloren ging, moet men bij deze zoo uiterst belangH. Fried leest (die de vergadering bijwoonde) dan wordt het iemand wee om het hart. En Duitschland ? Na afloop van de con ferentie juichte von Bulow in den Rijksdag over hare mislukking! Dr. Alfred H. Fried (het is een eer voor de Leidsche Universiteit hem het doctoraat honoris causa te hebben verleend) is wel een der voorriaamsiett geweest, die niet heeft opgehouden om in vele artikelen in de Frkdena-Warte" en in zijn boeken de Duitsche Regeering bij herhaling en bij herhaling te waarschuwen voor den ver keerden weg waarop zij zich met hare diplomatie bevond. Met klemmende argu menten smeekte hij zeifs Duitschland om, in het welbegrepen Duitsche belang, toch oog te hebben voor den nicuwtren tijd. Maar Duitschland bleef maar op den weg voortgaan, geleid door de oude funeste be ginselen vasïvon Treitschke (?Macht boven Recht", enz.) en door aansporingen als van von Bernhardi (Deutschland und der r.achste Krieg). Totdat eindelijk in Juü1914 de zoo zeer gevreesde catastrophe kwam ! Na de publicaties van Fi'irst Lichnowsky en dr. W. MuehSon (die Verheerung Europa's) om ie zwegen van andere bekende pu blicaties behoeft er niets meer betoogd te worden : Dnitschland, geholpen door Oostenrijk heeft gewild dat de in Juli 1914 ge rezen moeilijkheden niet zouden ge regeld worden door een conferentie, maar dodr het middel: oorlog. Uit al hetgeen Wiison gesproken en geLEVENSLESSEN Op een bankje zat een grijsaard In een schaduwrijke laan. Naast een babbelenden jongen Met een houten sabel aan. En, wat moet je zoo al worden? Vroeg de oude, wijze man Koopman, ingenieur of dokter" Waar hou' jij 't meeste van ?" Als ik groot ben," zei 't ventje, Wel, dan word ik een soldaat." Die met echte, mooie sabels" Op die1 slechte' vijand slaat." Als ik groot ben, ga ik vechten" En dan zit ik op een paard." En dan ga ik commandeeren" En dan heb ik ook een baard." En dan gaan we overwinnen," Omdat ik de sterkste ben." En dan zeg ik aan mijn moeder" Dat dan iedereen me ken." En dan ga ik lekker eten" En ik doe een groote reis." Dan ben ik de baas van allen" En ik woon in een paleis." Dat zijn groote, mooie plannen" Zei de grijsaard met een zucht. Maar als jij wordt overwonnen" Moet je dan niet op de vlucht?" Wees bescheiden in je eischen" Werk maar rustig voor je broof Want de sterkste, grootste mannen," Gaan soms glad vergeten dood." Lachend vroeg de kleine jongen : Zeg, meneer wie is u dan?" Dat u alles zoo kan weten," Dat u dat zoo zeggen kan?" Hoor eens even" zei de grijsaard En dan geef je me gelijk." Ik was eens de trotsche Keizer'' Van het groote Duitsche Rijk." J. H. SPEENHOPF iiiiiiiiièifiiiiiMiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuummmiiHvmmiM Heden verscheen: 11 O ?"? ? ? ^/ ?«? DOOR J. H. SPEENHOFF De nieuwste bundel van onzen populairen dichter-:- zanger. -: Prijs in togen band f 1.25 5 % Crisisloeslag Uitgave van ANHOLKEMA&WARENDORF-AMsnRDAH iiiiitfiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiitiiiiiiiiiiiifiMiiiiimiiiiii rijke kwestie de hulp inroepen der nationale vertegenwoordiging der F. A. I. (Fédération Aéronautique Internationale): de Kon. Ned. Vereeniging voor Luchtvaart, resp. der door haar voor dit doel benoemde Commissie voor Luchtvaartverkeer. IIIIMIIIIIIIIIlmlItMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIHIHIIIIHIItlllllllllllltUftlIBMUBHI schreven heeft, blijkt, dat hij een open oog heeft voor die Zwischenstaatliche Organition, waarvoor Fried, en anderen «et hem, zooveel jaren hebben gestreden. Er, die organisatie tusschen alle staten zal er nu komen?niet omdat enkele personen dat goed vinden, maar omdat zij is een noodzakelijkheid (zooals nu wel zeer over tuigend is gebleken.) Een noodzakelijkheid voor de belangen van alle volken ook van het Duitsche volk. Door die organisatie wordt de eigen souvereiniteit der staten beperkt, maar dat is in hun eigen belang, Het gebeurt ook nu reeds by het sluiten van tractaten. En Nederland? Hoe moet z^n houding zijn? Op de 2 genoemde conferenties bevond j het zich bijna steeds, op alle hoofdpunten aan de zijde van Amerika, Engeland, Frank rijk. De met Amerika (Loudon-Bryan tracTaat), met Denemarken, enz. gesloten traci taten leveren verder een bewijs. j Het kan dan ook niet anders dan het l belang van alle kleine staten en vooral dat van Nederland en van Indiëzijn om zich bij dat werk van Wiison aan te sluiten. Aan te sluiten niet schroomvallig en aarzelend maar ronduit, volledig en de plein coeur. Hoe flinker, hoe beter. C. DE VRIES H. BERSSENBRUGGE, PORTRETFOTOGRAAF ZEESTRAAT 65, naast Panorama DEN HAAG. Tel. 1538.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl