Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
23 Nov. '18. No. 2161
MEDEDINGSTERS
Teekening voor de Amsterdammer" van fordaan
«Spiegeltje, Spiegeltje aan den wand
.Wie is de schoonste in heel het land?"
DE DOODS- EN GEBOORTEKLOK
Par i/s, 5 November 1918
Er klonk Iets als van de slagen van de
. groote wereldklok, die zich slechts zelden
hooren doet maar dan de lotgevallen der
mensciheid markeert, in de zitting der
Kamer van Afgevaardigden, waarin ik heden
van uit een der loges de
regeeringsmededeelingen over den wapenstilstand met
Oostenrijk bijwoonde. De woorden die
gesproken werden, deden de herinnering
opkomen aan vroegere wereldhistorlsche
zegeploclamatie's welke hier te Parijs ge
klonken hebben, en evenzeer door het ge
juich der menigte voort gedragen zijn. Die
Indruk werd wel het sterkst gewekt door
den inzet zelf, de toespraak, schier metrisch
en gedragen van taal, van den president der
Kamers Paul Deschanel. Onder dooddijke
stilte begon hfj aldus:
A p r es la B u l g a r i e, la Turquie.
AprèslaTurquie, l'Autriche..."
Zoo ving het aan, als een klassieke aan
kondiging tegenover de Fransche natie, die
meer dan eenige andere woorden ook tot
/ een vorm van de daden ea de gebeurte
nissen te maken weet. Het wasalsof in de inge
houden stilte van de zaal, telkens de doffe
val klonk van deze drie steunsels der midden
europeesche wereld-heerschhappij, met op
't laatst de loome, stille, verslagen schreden
van het heengaande huis van Oostenrijk.
Dan roffelden de roffels der o verwinning.
Er schenen bijkans paardehoeven van de
oprukkende voorhoeden te trappelen in het:
terwtjl Franschen en Ameri
kanen de Argonnen bevrijden,
terwijl Britten en Belgen Vlaan
deren ontzetten, z ij n deServen
en Franschen meester van Servië,
en de Italianen in Triest en
Treute
En eindelijk na een oogenblik van wach
tende voorbereiding: .... d e Serven
zijn terug in Belgrado!"
Gansch Frankrijk is met hen!
Dat was de plechtige stoot van de klaroen der
bevrijding. ZIJ omvat den eindeloozen wee
moed over het lijden, dat de kleine
Serviënnatie zoo vreeselij k, maar zoo man
moedig heeft doorstaan. Een lijden, dat,
gelijk het geheele lijden in dezen oorlog,
VOLKERENBOND,
De Nieuwe Wereldorganisatie
Reeds in vroegere eeuwen is zooals
bekend is dit denkbeeld meermalen uit
voerig ter sprake gebracht; en het is niet
tot een uitvoering gekomen.
Zal het nu onder de eminente en krachtige
leiding van Woodrow Wiison tot uitvoering
komen ?
Zeer zeker.
En waarom ? omdat de omstandigheden
op de wereld in de laatste 30, 40 jaren zoo
enorm veel veranderd zijn, vergeleken bij
die van vroeger.
In de eerste plaats zij er op gewezen,
dat nu niet meer als vroeger groote deelen
van de wereld onbekend zrjn; integendeel:
er zijn geen onbekende streken, noch in
Afrika, noch in Azië.
Reeds dit is een groot verschil met vroeger;
maar dit is niet het grootste verschil.
In de tweede plaats toch is er een zeer
groote verandering gekomen in de belangen
der staten en hunne bewoners der vol
keren een gevolg van de enorme uit
breiding der verkeersmiddelen.
Men denke aan de uitbreiding van het
spoorweg- en scheepvaartverkeer over de
wereld in de laatste decennia; ook aan die
van het telegraafnet de draadlooze tele
grafie inbegrepen en 'den opkomenden
vliegtuig-dienst.
l n valid-Portwij n
DE BESTE MIDDAODRANK f 3.50p. flesch
! tft BarkinsM, 61 Anutel, Amsterdam
maken zal dat nimmer de overwinning
anders dan met gedempte vreugde zal kunnen
worden begroet. Maar tevens de dankbare
verluchting over de schier wonderbaarlijke
keer, die nu het lot ten gunste juist van
Serviëreeds heeft gebracht. Een eindeloos,
geroerd handengeklap riep Vesnitch, den
gezant van dat herboren Servische volk,
naar voren. Het was, alsof eens te meer de
idealen van de Fransche republikeinen, aan
de idealen van de andere volkeren de hand
reikten. Moge de werkelijkheid, de thans
toe te passen staatkunde dit bevestigen.
Na den man van het volmaakte woord,
kwam de man, die in dezen tijd door
Frankrijk als den man van de volmaakte
daad op het schild gebleven is: Clemenceau.
Want dit heeft hem stellig wel tot den
gaarne aanvaarden leider gemaakt, niet
alleen in zijn eigen land, maar ook tot den
gene, dien men bij de andere verbondenen
als een der meest erkende voorgangers kan
hooren prijzen: de vaste doelbewustheid
van dezen tijger.
Nu kwam hij dan voor het eerst naar
voren met het zoo lang beloofde vredes
succes, verbijsterend nog bijkans voor
allen, die eenige maanden terugdachten. De
onverbiddelijke voorwaarden van den aan
Oostenrijk opgelegden wapenstilstand, hij
beet ze.gmet kwalijk verborgen ontroering,
af. De zaal werd wat duizelig van die
onvoorwaardelijke overgave van een groot
rijk, van dit nieuwe beheer, dat de geal
lieerden nu op zich zullen nemen. Reeds
staan de treinen klaar om generaal Mangin
met zijne divisie's naar Weenen en Pest te
voeren.
Duitschland kreeg wat van het bittere voor
land te hooren. Er lag bijtende ironie in de
mededeeling: dat de voorwaarden van zijn
wapenstilstand aan den maarschalk Foch
moeten worden gevraagd," en er sprak het
algemeene wantrouwen in detoespelingoverhet
.gouvernement imperial et democratique"!
Wie zal voorspellen, hoe de geschiedenis
reeds verder geloopen is, wanneer deze be
schrijving Holland bereikt. Misschien is het
niet zoo snel gegaan, als nu oppervlakkig
gedacht wordt. Doch in elk geval zal de
broosheid, de onvastheid van die nieuwe
rijks-democratie, waartegen wij ook steeds
in De Ammsterdammer" gewaarschuwd
iiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimi
Dat heeft tengevolge gehad een uitbrei
ding van het handelsverkeer op de wereld
zoo groot, dat men van een omwenteling
kan spreken. Als men de cijfers van den
totaal-wereldhandelsomzet van 1875 verge
lijkt met die van 1910, dan is die omzet
verachtvoudigd. Dus: acht maal grooter
geworden en dat slechts in 35 jaren!
Nu was het enkelen, later meerderen,
reeds spoedig duidelijk, dat dit enorme
gevolgen moest hebben.
Immers: de belangen van alle volkeren
waren ten nauwste betrokken bij dat zeer
uitgebreide handelsverkeer. Men denke bij v.
eens aan d» gevolgen van een mislukking
van een katoen-oogst (door oorlogen) op de
textiel-industrie van alle landen.
Na dezen wereldoorlog is dit wel voor
een ieder duidelijk.
Ziedaar kort geschetst de zeer ver
anderde omstandigheden op de wereld
waardoor alle belangen der verschillende
volkeren veel meer dan ooit het geval was
geweest, waren ineengeweven en met elkaar
samenhingen. Ja, de volkeren hadden zelfs
groot belang verkregen met betrekking tot
den inneriijken (den blnnenlaudschen) toe
stand van een ander land.
Nu ligt de conclusie voor de hand:
dit alles had onvermijdelijk ten gevolge
moeten hebben een verandering in de
verhouding der staten onderling.
De eerste machtige, die blijk gaf dat hij
dit heeft ingezien waarschijnlijk ook onder
den indruk van Bloch's standaardwerk
is de Czaar van Rusland geweest toen hij
in 1898 de mogendheden voorstelde een
eonferentie te 's Hage te houden. Die
conN.V. PAERELS
Meubileering M".
COMPLETE MEÜBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
IIIIIMIEIIIIIIIIItlllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIllllllllllUllmilllllltllllllllllll
hebben, wel nader aan den dag gekomen zijn.
Ik geloaf niet, dat iemand, die realiteit
doet gelden, hierin iets houdbaar kan zien.
Niet, maar zelfs ook niet zónder den keizer.
Clemenceau's welsprekendheid heefc op
het oogenblik alle bekoring van den ouden
man, die niets meer voor zichzelf te zoeken
heeft, en slechts nog voortleeft om een doel
te verwezenlijken, waarvoor de voorzienig
heid hem heeft gesteld. Ondanks alle wis
selvalligheden en bestrfjdbaarheden van
zijn verleden, is hij nu als het ware de
belichaamde, pittige levenskracht van Frank
rijk geworden. Zoo stond hij daar op de
tribune, en riep achtereenvolgens de her
innering op aan 1871, aan Gambetta en de
zijnen, aan hen, die 't protest tegen de
afscheuring van Elzas-Lotharingen hadden
uitgevaardigd; en aan de geallieerden, die
nu elkander de overwinning hebben mogelijk
gemaakt.
Dan, aan het eind, kwam de beteekenis
van het geheele oogenblik nog het beste
uit. Wat was het, dat de minister, die altijd
gesproken had over den oorlog, den
oorlog en niets dan dat, wien men
zoo vaak verweten heeft, de guerre a
outrance te bsgeeren en voor geen
vergelijk vatbaar te zijn, wat was het, dat
men hem nu voor het eerst als de nieuwe
hoofdzaak hoorde aankondigen ? Het was
't beroep op den vrede! Juist uit zijn
mond gevoelden allen, wat er thans, naar
menschelijke zekerheid, weer in de wereld
aangebroken is. Nu wenkte hij tot den
poilu de la paix", en werd de ge
weldige vredestaak aan de generatie die
komt, voorgehouden. Eenheid, samenwer
king, opbouw, ziet daar het nieuwe
evangelie, ook van dezen man, die zelf
bijkans steeds, tot voor korten tijd, heeft
bestreden en uiteengejaagd. Nu is een tijd
daar, die deze weelde niet meer laat. Er
moet op economisch, op politiek, op inter
nationaal gebied worden samengewerkt.
Of de menschheid in haar zwakte, daartoe
aanstonds in staat zal zijn? Of zij deteêren
toestand niet nog in kibbelziekheid en gekef
zal laten verworden? De vrees is niet on
gegrond, voor geen enkel land. En wanneer
wij de houding van deze Fransche parle
mentaire vergadering gadesloegen, nadat
Clemenceau zijne redevoering geëindigd had,
in het bijzonder de starre houding van de
socialisten ter linkerzijde, dan bekruipt ons
meer en meer de vrees, dat na den oorlog
de onweerstaanbare ziekte der
hyper-democratie in ons geheele werelddeel nog hare
geweldige offers zal slaan. De strijd daar
tegen zal misschien nog harder dingen op
leggen, dan de strij d tegen het pan-germanisme
ge/orderd heeft. En wie zich op den vrede
voorbereidt, moet zich tevens tot den strijd
tegen die verwarring aangorden.
Het punt, waarop de socialisten ditmaal
de regeering aanvielen, was de vraag of
het Fransche gouvernement geheel accoord
gaat met de punten van president Wiison,
of niet. Op zichzelf moge deze vraag ver
klaarbaar en begrijpelijk zijn, even dui
delijk is dat wannér daarover op het
oogenbiik reeds geheel openlijk gesproken moest
worden, een wezenlijke endienst aan de
zaak der geallieerden zou kunnen bewezen
worden. Wij kunnen voor Duitschland's
positie nog maar n, betrekkelijk, redmiddel
zien, het drijven van de wig der
oneenigheid tusschen de bondgenooten. Daarom
was 't zoo merkwaardig, maar ook, staat
kundig gesproken, zoo bedenkelijk, te zien
hoe dit de socialisten der linkerzijde blijk
baar niets kon schelen. (Voor hen woog
het beweersel meer, dan de werkelijke
waarde der dingen).
Zou men op nen dag het oude,
stervende gevaar de hand hebben zien reiken
aan het nieuwe, opschietende ? Dan ware
eene kamerzitting als deze nóg hlstorischer,
dan haar directe bestemming medebracht.
De dood van de militaire gulzigheid werd
er ingeluid. Maar tevens stak de mogelijk
heid duidelijk op van een nog veel gulziger
gast en een nog veel aangrijpender gevaar:
de drifi der democratie in haar onverant
woordelijkheid.
v. H
ferentie, in 1898 tot stand gekomen heeft
niet aan het oorspronkelijke doel beantwoord.
Het was voornamelijk Duitschland, dat zich
verzette, dat de hoofdvragen over beperking
der bewapeningen zouden worden behandeld.
Nog sterker; het benoemde tot een zijner
eerste afgevaardigden prof. Von Stengel, die
nog kort te voren een verheerlijking van
het recht van den Oorlog had geschreven!
En dat naar een conferentie, die later
ten onrechte vredes-conferentie zou
heeten!
De tijd schreed voort; en na veel moeite
kwam in 1907 de 2de conferentie te 's Hage
bijeen. Het verloop van die conferentie is
eigenlijk nog tragischer. In het Engelsche
Lagerhuis (later ook In het Hoogerhuis) was
9 Mei 1906 reeds eenstemmig aangenomen
de resolutie om te komen internationaal,
tot beperking der bewapeningen. Maar de
Duitsche Regeering verklaarde ronduit dat
zij aan een dergelijke bespreking niemals
theilnemen würde".
Men zal zich het verloop van die 2de
conferentie-1907 herinneren. Herhaaldelijk
moest de eerste afgevaardigde Marschall
von Bieberstein naar Berlijn om nadere
instructies. Bij de belangrijkste regelingen,
die werkelijk noodzakelijk waren, kwam er
verzet van Duitschland en Oostenrijk,
meestal gesteund door Bulgarije en Turkije.
Om niet al het werk der conferentie in
gevaar te brengen, liep, wat betreft de be
perking der bewapeningen de zaak af met
een ernstige verklaring van den Engelschen
afgevaardigde Slr Fry; Duitschland wilde
geen discussie!
Als men nog eens het verslag van die
zitting van 17 Augustus 1907 door dr1 Alfred
HET VLIEGVELD DER GEMEENTE
AMSTERDAM
door E. FULD,
Secretaris van htt Uitvoerend Comitéder
Commissie voor Luchtvaartverkeer.
12 September 1917 werden B. en W. door
het gemeenteraadslid D. Manassen
uitgenoodigd: te willen overwegen of met het
oog op het toekomstig luchtverkeer niet
tijdig gezorgd moet worden voor een
vliegershaven in de Gemeente Amsterdam
of in haar onmiddellijke nabijheid." Deze
motie, die een uitgewerkter plan van den
Heer Manassen verving, werd met groote
vroolijkheid begroet. Het deed den Raad
goed eens te kunnen lachen.
Hoe kon een verstandig mensch op zoo'n
idee komen! Toekomst-muziek l... Wfj
schrijven ruim een jaar later: in de Commissie
van Bijstand in het Beheer der Publieke
Werken te Amsterdam zrjn plannen aan
hangig, welke er toe zullen leiden om
binnenkort een gemeenteterrein van 36
Hectaren grootte in te richten als vliegers
haven. Bravo! dien kant moet het op en
dat de Gemeente den moed heeft zich
binnen zoo korten tijd bekeerd" te bekenne»,
is al een even heugelijk feit. Maar wat nu?
Wat zal er met dat terrein gebeuren ? Want
een ieder zal toegeven, dat het niet enkel
om zoo'n terrein te doen is. Het Hoofd
bestuur der Posterijen steunt de zaak, maar
ook die steun is nog niet voldoende. Dit
terrein en het toekomstig luchtvaart
verkeer houden nauw verband met elkaar
en het luchtvaartverkeer der toekomst zal
in de eerste plaats internationaal worden.
Het zal een nieuwen toestand scheppen en
reeds nu is rnen in de meeste landen bezig
te onderzoeken: l o de technische, 2o de
commercieele en 3o de juridische zijde van
dit vraagstuk.
In Nederland geschiedt dit door de Com
missie voor Luchtvaartverkeer (Secretariaat
N. Spiegelstraat 8, Amsterdam) en het ware
wenschelijk, dat de stad met deze Commissie
samenwerkte daar de laatste met haar inter
nationale connecties het beste in staat is het
gemeente-ondernemen te steunen. Buiten
dien doen zich bij de exploitatie van een
dusdanig terrein tallooze vraagstukken voor,
die slechts op te lossen zijn met de hulp
van menschen, die daar speciaal studie van
gemaakt hebben. Natuurlijk wordt hiermede
niet bedoeld de huurprijs van tribunes,
restaurant, exploitatie enz. Doch de
reglementeering, de dagelrjksche controle
van het va et vient, dat te verwachten is,
moet geschieden op eene basis, die aan
sluiting aan het internationale verkeersnet
vergemakkelijkt. Daarvoor dient het
buitenlandsche element bestudeerd te worden en
waar ook daar alles nog in een begin
stadium verkeert, moet men in contact
blijven met de plaatselijke autoriteiten en
ondernemingen. Trauwens, waar het een
zoo belangrijk probleem betreft, mag de uit
werking daarvan niet ais bijzaak worden
beschouwd. Nu ligt het niet in mijn bedoeling
de zaak geheel uit handen d«sr stad te*
nemen. Zoo zou de financieële regeling
der exploitalie moeten geschieden door de
eigenaresse, die het restaurant enz. kan ver
pachten, havengelden vaststellen en derge
lijke regelingen treffen.
Maar juist in de eerste jaren zal men vaak
v«or plotselinge beslissingen komen te staan.
Het jonge luchtvaartverkeer zal dikwijls
situaties doen ontstaan, die zoo onverwacht
en nieuw zijn, dat slechts insiders" het
juiste besluit zullen kunnen treffen. Daarom
moet de stad nog een stap verder gaan en
bij de exploitatie en het beheer van haar
terrein gebruik maken van de hulp van
eene commistie, die juist met het doel om
advies uit te kunnen brengen, in het leven
werd geroepen. De geheele regeling aan
het Gemeentebestuur overlaten, zou zeer
waarschijnlijk een te stugge exploitatie ten
gevolge hebben. Want al moge er verschil
bestaan tusschen Gemeentelijke- en Staats
exploitatie, de officieele weg is altijd
lansEn vlug besluiten is hier een gebiedende
eisch. Buitendien gaat het hier niet uit
sluitend om een plaatselijk belang. De stap,
dien Amsterdam gaat doen, is van nationale
importantie! En al zal de stad het wel uit
locale overwegingen beginnen: dat neemt
niet wee, dat zfj haar terrein niet vrij kan
maken van de landsbelangen in het algemeen.
Ook zal haar voorbeeld navolging vinden
in ihet land en stel U den chaos voor, als
in de leiding der diverse grootere en kleinere
terreinen geen f enheid werd gebracht l
Waar een wettelijke regeling nog niet
bestaat, doch ep luchtvaartgebied gelukkig
nog niet alie internationale contact verloren
ging, moet men bij deze zoo uiterst
belangH. Fried leest (die de vergadering bijwoonde)
dan wordt het iemand wee om het hart.
En Duitschland ? Na afloop van de con
ferentie juichte von Bulow in den Rijksdag
over hare mislukking!
Dr. Alfred H. Fried (het is een eer voor
de Leidsche Universiteit hem het doctoraat
honoris causa te hebben verleend) is wel
een der voorriaamsiett geweest, die niet
heeft opgehouden om in vele artikelen in
de Frkdena-Warte" en in zijn boeken de
Duitsche Regeering bij herhaling en bij
herhaling te waarschuwen voor den ver
keerden weg waarop zij zich met hare
diplomatie bevond. Met klemmende argu
menten smeekte hij zeifs Duitschland om, in
het welbegrepen Duitsche belang, toch oog
te hebben voor den nicuwtren tijd.
Maar Duitschland bleef maar op den weg
voortgaan, geleid door de oude funeste be
ginselen vasïvon Treitschke (?Macht boven
Recht", enz.) en door aansporingen als van
von Bernhardi (Deutschland und der r.achste
Krieg).
Totdat eindelijk in Juü1914 de zoo zeer
gevreesde catastrophe kwam !
Na de publicaties van Fi'irst Lichnowsky
en dr. W. MuehSon (die Verheerung Europa's)
om ie zwegen van andere bekende pu
blicaties behoeft er niets meer betoogd
te worden :
Dnitschland, geholpen door Oostenrijk
heeft gewild dat de in Juli 1914 ge
rezen moeilijkheden niet zouden ge
regeld worden door een conferentie,
maar dodr het middel: oorlog.
Uit al hetgeen Wiison gesproken en
geLEVENSLESSEN
Op een bankje zat een grijsaard
In een schaduwrijke laan.
Naast een babbelenden jongen
Met een houten sabel aan.
En, wat moet je zoo al worden?
Vroeg de oude, wijze man
Koopman, ingenieur of dokter"
Waar hou' jij 't meeste van ?"
Als ik groot ben," zei 't ventje,
Wel, dan word ik een soldaat."
Die met echte, mooie sabels"
Op die1 slechte' vijand slaat."
Als ik groot ben, ga ik vechten"
En dan zit ik op een paard."
En dan ga ik commandeeren"
En dan heb ik ook een baard."
En dan gaan we overwinnen,"
Omdat ik de sterkste ben."
En dan zeg ik aan mijn moeder"
Dat dan iedereen me ken."
En dan ga ik lekker eten"
En ik doe een groote reis."
Dan ben ik de baas van allen"
En ik woon in een paleis."
Dat zijn groote, mooie plannen"
Zei de grijsaard met een zucht.
Maar als jij wordt overwonnen"
Moet je dan niet op de vlucht?"
Wees bescheiden in je eischen"
Werk maar rustig voor je broof
Want de sterkste, grootste mannen,"
Gaan soms glad vergeten dood."
Lachend vroeg de kleine jongen :
Zeg, meneer wie is u dan?"
Dat u alles zoo kan weten,"
Dat u dat zoo zeggen kan?"
Hoor eens even" zei de grijsaard
En dan geef je me gelijk."
Ik was eens de trotsche Keizer''
Van het groote Duitsche Rijk."
J. H. SPEENHOPF
iiiiiiiiièifiiiiiMiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuummmiiHvmmiM
Heden verscheen:
11 O
?"? ? ? ^/ ?«?
DOOR
J. H. SPEENHOFF
De nieuwste bundel van
onzen populairen
dichter-:- zanger.
-:
Prijs in togen band f 1.25
5 % Crisisloeslag
Uitgave van
ANHOLKEMA&WARENDORF-AMsnRDAH
iiiiitfiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiitiiiiiiiiiiiifiMiiiiimiiiiii
rijke kwestie de hulp inroepen der nationale
vertegenwoordiging der F. A. I. (Fédération
Aéronautique Internationale): de Kon. Ned.
Vereeniging voor Luchtvaart, resp. der door
haar voor dit doel benoemde Commissie
voor Luchtvaartverkeer.
IIIIMIIIIIIIIIlmlItMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIHIHIIIIHIItlllllllllllltUftlIBMUBHI
schreven heeft, blijkt, dat hij een open oog
heeft voor die Zwischenstaatliche
Organition, waarvoor Fried, en anderen «et hem,
zooveel jaren hebben gestreden.
Er, die organisatie tusschen alle staten
zal er nu komen?niet omdat enkele personen
dat goed vinden, maar omdat zij is een
noodzakelijkheid (zooals nu wel zeer over
tuigend is gebleken.)
Een noodzakelijkheid voor de belangen
van alle volken ook van het Duitsche volk.
Door die organisatie wordt de eigen
souvereiniteit der staten beperkt, maar dat
is in hun eigen belang, Het gebeurt ook nu
reeds by het sluiten van tractaten.
En Nederland? Hoe moet z^n houding zijn?
Op de 2 genoemde conferenties bevond
j het zich bijna steeds, op alle hoofdpunten
aan de zijde van Amerika, Engeland, Frank
rijk. De met Amerika (Loudon-Bryan
tracTaat), met Denemarken, enz. gesloten
traci taten leveren verder een bewijs.
j Het kan dan ook niet anders dan het
l belang van alle kleine staten en vooral
dat van Nederland en van Indiëzijn om
zich bij dat werk van Wiison aan te sluiten.
Aan te sluiten niet schroomvallig en
aarzelend maar ronduit, volledig en de
plein coeur.
Hoe flinker, hoe beter.
C. DE VRIES
H. BERSSENBRUGGE,
PORTRETFOTOGRAAF
ZEESTRAAT 65, naast Panorama
DEN HAAG. Tel. 1538.