De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 23 november pagina 7

23 november 1918 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

23 Nov. '18. No. 2161 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND AOM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABn.ABM. A OM l A Ig ft 'M A A B W A B M ld* MEERE.N-ARTI KELEN, UITRUSTINGEN. B M A B ABM ABM.ABM.ABMABKABMABMABMABM.ABM. ABM AB M «Miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii IIMIIIIIIIIIHMIIIIIIMMIII1I1IIIII1 Belletrle en Wetenschap In het Ost-Aslatische Zeitschrift" (Jg. 5 Aft. 4) las ik het volgende: Prof. de Groot hat der Beillner Abademie der Wissenschaf ten eine hochherzige Stif tung zur Förderung der Sinologie cemacht. Das Stiftungskapi?tal bildet de Groots Besitz in Groszllchterfelde und vorerst 15000 M. Reichsanleihe. Die Vcrwaltung bildet eln Kuratoriura von drei Mitglledern, das von der philosopischhlstorischen Klasse der Akademie auf 10 Jahre gewatilt. Nur solche Forscher sollen untersiüizt werden, die griindliche Quellenstudien zu t rei ben imstande sind. Die Uebersetzungen können deutsch, französisch oder englisch sein. Wir können aber nicht unsere Verwunderung daiüber unterdiücken, dasz de Groot als elnzige nachnahmenswerthe Vorbilder sinologischer Forschersfatigkeit zwei Franzosen nennste Stanislasjuiienund Chavannes, aaszerdem slch selbst (! l H. B.) Kein deutscher Name scheint ihm nennens wert. Wir wundern uns auch, dasz er die UebersetzungbeiletrlstischerTexteausdr cklich von jeder Berücksichtigung durch die Stiftung ausschlieszt. Ist die Kenntnis der wunderbaren chinesischen Lyrik z. B. die Europa schon so reich befruchtet hat nicht bedeutsam genug für das Versta ndniss der chinesischen Kultur?" Men voele goed de onverholen minachting, die uit deze beschikking spreekt, van den hooggeleerden professor in de sinologie voor belletrie" oftewel schoone letteren". Het geval is zóó komiek, maar tegelijk ook zóó ernstig, dat het eene nadere be schouwing dringend noodzakelijk maakt. Piof. de Groot is n.l. de drager van eene traditie eene traditie, die nog steeds hardnekkig aan de Leidsche Universiteit in eere wordt gehouden welke van het standpunt uitgaat, dat er eene sinologische weter schap zou bestaan, die niets met China's fijne, eeuwenoude cultuur, niets met den Geest van China te maken heeft. Ik heb er, tevergeefs, eenige jaren geleden in de Gids" al eens op gewezen, hoe aan de Leid sche Universiteit sedert jaren en jaren chineesche taal en letterkunde en over 't algemeen wetenschap omtrent China zijn gedoceerd, zonder dat de docent een flauw idee bleek te hebben van China's hooge cultuur, China's grandioze kunst en letteren. De studenten, die de sinologische colleges te Leiden gevolgd hadden, verlieten de Uni versiteit zonder de flauwste Ahnung te hebben van den waren geest van China. De cultuur van China, en in 't algemeen van de meeste landen van 't verre Oosten, dit dient men nu maar eens in de ooren te knoopen, is van in-wezen dichterlek, en niet in Westerschen zin wetenschappelijk", en slechts een dichterlijk mensen kan zulk een cultuur doorvoelen en begrijpen. Het wordt tijd, dat er eens signifisch wordt vastgesteld wat men onder wetenschap" verstaat. Het is den heeren geleerden toch bekend, dat weten van het sanskriet stamwoord vid" afstamt, waar ook het woord Veda's van afkomstig is, en hetgeen men in 't Oosten verstaat onder de wetenschap der Veda's is volstrekt niet louter van intellectueelen, maar vooral van intuïtieven en ook van dichterlijken aard. Wij zullen notit uit onze schromelijke Westersche begrips- en ideeën-verwarring komen zoolang wfj wetenschap" antithesisch tegenover kunst" of beitelde" stellen, en het wordt hoog tijd, eens te gaan be seffen, wat «wetenschap" eigenlijk behaort te zijn. De sinologie, wilde ik nog even zeggen, die louter, in ónze bekrompen Westersche beteekenis wetenschap" wil zijn, en een afschuw heeft van kunst en belletrie, is de dorre geleerdheid, die geen enkele trilling van de ware cultuur van China heeft opge vangen, zij is als een burgerman die wezen loos aan de hoogste uitingen van China's kunst en litteratuur is voorbijgegaan, en die (het is historisch, en te vinden in Prof. de Groots Religious System of China"), zon der iets van de grandioze schoonheid van een kunstwerk zelf te zien, er een stukje van afkrabt, het chemisch laat onderzoeken, jimiiiiiiiiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii GRETA LOBO-BRAAKENSIEK Wij kunnen ons nooit genoeg rekenschap geven van de beteekenis van een tooneeltalent, om het even of het geldt een leidende persoonlijkheid cf een waardevol element. En misschien blijft het, overigens nogal verouderd, begrip: jubileum daarvoor van nut, dat het de belangstelling samentrekt en onder bloemen en banaliteiten wellicht een glimp van karakteristiek aandraagt, die ons nader brengt tot het innerlijk beeld. Er be hoort intusschen moed toe om op een his torisch tijdstip, wars van praal en barsch jegens den enkeling, naar voren te treden met koninklijken tred en den onvertroebeiden veni, vidi, vici-blik.... Mevrouw Lobo héft dien blik. En wat meer zegt: ze heeft het koninklijk recht van den kunstenaar. En ze is even dapper als klein. Onverschrokken, gelijk ze, nauwelijks geboren, snelde over de Levende Brug, bestijgt zij eenmaal in de en U dan triomfantelijk komt verzekeren, dat het gén marmer is, maar 3 Ca Co en Mg. Co*. 1) Over te plastiek zelf geen woord. Dit is de sinologie, die verklaard heeft, dat de chiaeezen (die notabene de a lerzuiverste sociale en kunst-cultuur van de wereld hebben voortgebracht), behoorcn tot de most barbarous and semi-civilnei peoples" 2) en dat zij zijn stamped for ever with the incapaciiy to rise to a higher level of mental culture." 3) En de man, die zulke enormiteiten neerschreef is weten schappelijk" l Men i» in de kringen der oriëatalistische geleerden nog altijd als de dood zoo bang voor dichters'. Ais iemand gesignaleerd is als kunstenaar of dichter, wordt hij als wetenschappelijk man" niet voor vol aan gezien. Ieder op z^n terrein blijven, heet het dan, de wetenschap-man bij de weten schap, de dichter bij zijn kunst. Dat de dichter altijd de hoogste wetenschap" bezit, in streng signifischen zin, dit krijgt men er bij gén geleerde in. Het zou riet zoo erg zijn, als het medische of chemische, of zelfs mathematische wetenschap" gold, maar bij oriëntalistische wordt het geval ernstiger en schadelijker, omdat met het intellect allén nooit een Oostersche cultuur te doorgronden is en hel intuïtief, dichterlijk voelen een conditio sine qua non is om een Oostersche cultuur te begrijpen. Zonder dit schrijft men enormiteiten als de bovenstaande. Voor China geldt dit in bizonder sterke mate. De cultuur van China is zóó onver brekelijk verbonden aan de door prof. de Groot zoo angstvallig uitgesloten belletrie", dat het karakter (schiiftteeken) wen", dat schriftteeken" beteekent, tevens literatuur" beteekent en ook beschaving". Beschaving, cultuur is in China onafscheidelijk van literatuur, is eenvoudig zonder literatuur niet denkbaar. (Het is nierbij opmerkelijk, dat hetzelfde karakter wen" ook civies" beteekent, in tegenstelling met wü", militair, immers beschaving hoort bij vrede, niet bij oorlog.) Signifisch beschouwd is dit wêii" een van de meest omvattende, en in een europeesche taal met n woord voor al zt<n beteekenissenouveriaa baar begrip. Dit?wi;n" omvat alle literatuur, alle beschaving, alle kunst, en tegelijkertijd alle filosofie; de door prof. de Groot uitgesloten belletrie" valt er direct onder. En nu zou ik wel eens willen weten, wat de hooggeleerde heer dan wel onder weten schap" van China kan verstaan, die niets met dit v/ca.'' te maken zou hebber;. Toch niet de wetenschap, dat iets niet van marmer gemaakt is, maarenkel van 3Ca Co; 2 Mg. Co.;? Waar dient een wetenschap voor, die niets met de gansene cultuur van een volk te maken heeft? Welk een droevige sinologische geleerde" moet het wel zijn, die angstvallig zorgt, zijae studies zóó in te richten, dat hij buiten belletrie" blijft, om de beloofde ondersteuning? Prof. de Groot heeft misschien gedacht aan zoolets als een Chineeschen Zola cf Querido of Coupeius (als die eens denkbaar waren), en heeft blijk aar vergeten, dat men in China onder belletrie, schcone letteren, iets anders verstaat dan bij ons. In de nieuwste Engelsch-Chineesche dictionnaire (zie mijn artikel De Nieuwe Banen der Sinologie" in De Gids" van 1912) is literatuur omschreven als die literaire com posities which are occupied mainly with that which is spiritual in its nature and imaginative in its form, whether in the world of fact or the world of fiction", maar oorspronkelijk is de Ctiineesche literatuur de sehoone kunst (ja, heusch, kunst!) vorm, waarin de hoogste religieuze en filosofische gedachte is uitgedrukt,"en waarin intuïtief het onuitsprekelijke, goddelijke is gesuggereerd. De filosofie van de Yih King, de filosofie van Confucius, van Lao Tsz', dit alles is filosofie in den scnoonsten literalren vorm, dit alles is schoone letteren, belletrie". Romannetjes worden er niet eens toe gerekend eigenlijk. Ik zou wel eens willen weten, hoe men ooit wetenschap" (in streng signifiischen zin) van China zou willen beoefenen zónder China's schoone letteren! Wanneer wij daarom lezen, dat een hoog geleerde van het verkrijgen van een onder steuning uitsluit den sinoloeg, die zich mocht bezondigen aan belletrie", dan vinden wij zijn figuur even betreurens waardig als toen hij indertijd met de 93 (of hoeveel waren 't er ook weer) Duitsche geleerden het thans op zeer eclatante wijze vijf jaren het podium, om er met haar gaven en haar jaren een bekoorlijk record te slaan. Bij haar zilveren gedenkdag ge loofden wij nog aan een eerbiedwaardige grap. Maar fnu wordt het meenens. Het nestkuikentje volbracht d<? heilige communie tot en met Ibsen, een kleine vrouw vult thans een groot tooneel. Zijn hiermede al niet alle lauweren aan haar voeten gelegd? Wanneer wij aan nemen, dat er op de honderd tooneelspelers nauwelijks tien zijn die dat kunnen : een tooneel vullen"? Al is de conceptie ge slaagd, al letft de figuur in het kader, dan nog blijft tooneelkunst het geheim van enke len. En het laat zich ook niet met woorden omschrijven wat het is, dat doorbreekt bij die enkelen en het onmiddellijk contact wekt over alle gelederen van een zaal, zoodat er van het voetlicht tot denengeleiibak geen afstand meer bestaat. Als 'phosphorgloed omspeelt het den geboren kunste naar en het is !of de ziel tastbaar wordt in dit verheven licht. Greta Lobo behoeft maar de oogen op te slaan... En wanneer zij afgaat, wordt het, ook al laat zij een gezelschap van tot op zekere hoogte boeiende personen achter, leeg. Wij ver langen heimelijk het is een verlangen in ons onderbewustzijn dat zij spoedig weer zal keeren. En zoodra dit gebeurt voelen wij het als een vervulling in ons tot schande gedane Es ist nicht wahr"-manifest de wereld inzond. Was dit soms óók wetenschappelijk" ? Erger is echter, dat de geleerde wereld nog steeds hardnekkig blijft gelooven, dat een sinologische wetenschap" recht van bestaan (en zelfs exclusief) zou hebben, die van den beoefenaar vordert dat hij vooral geen dichterlijk, artistiek mensch, maar enkel een z.g. geleerde" is. En wel om de doodeenvoudige reden, dat in China geen geleerde" ,(?shih") denkbaar is, die niet tevens alle wei" schoone letteren, waarvoor immers dichterlijke aanleg onmis baar is, in zijn cultuur (die ook wen" heet!) heeft opgenomen. HENRlBOREL. 1) The Religious System of China. Vol II Book I. p. 816. 2) Dito Vol. 4 Book I. p. I. 3) Dito Vol. III Book I. p. 1056. Opperrabbijn S. A. RUDELSHEIM f door N. GODFRIED Journalist te Groningen Zonder overdrijving durf iic zeggen, dat op den avond van 9 Kisleiw 5679 een groot man, een vorst onder Israël" is heenge gaan. Een groot man, een vorst die zoo geheel en al pastte in de lijn van ons democratisch Jodendom, dat hij liefhad bovenal, en waar van hij een steunpilaar was als weinigen. En in mij, dien in Opperrabbijn Rudelsheim een vaderlijken vriend verloor, bloedt het, weent het, omdat de moreinoe Raaw" nu voor altijd is gegaan naar een gewest, waar hij zeker zal vinden een goed loon voor z'n waar werken in het belang van het Joden dom verlicht. In den tijd, dat wij jonge Joden gereed staan voor een nieuwe toekomst die van ons eischt werkt voor het joodsche volk", kan het nuttig zijn een man te herdenken wiens leven n en al werk voor het Jodendam was. Want al bleef het oog van dezen Raaw gesloten voor de ontzag'lrjke strooming der Zionistische Wereldbeweging (in de diepste diepte van z'n innerlijk-zijn, ik ben daarvaninnigovertuigd,veroordeelde hij deze beweging niet), hij zag verder dan de muren van het enge ghetto, dat helaas nog immer zooveel slachtoffers vraagt, doordat zijne muren onverbreekbaar zijn, en ter wille van z.g. principes maar al te vaak het levensgeluk van jonge menschen moeten vwmorselen.Niet alzoo echter Opperrabbijn Rudelsheim, in leven Opperjoodsch geestelijke van het Synago»aal ressort Friesland, die j.l. Woens dagavond tengevolge van de hterschencie ziekte naar betere gewesten gegaan is. Al was z'n voorkomen dat van een echte rebbe", al deed ie al gesticuleerde echtjiddis j, al sprak uit z'n bekend werkje Het Jodendom en de oorlog" zelfs een m.i. assimilatorische geest, al deed hij graag zooals ook z'n andere collega's doen, dus als 'n Raaw, toch was Opperrabbijn Rudelsheim anders als al de anderen. En waarom? Omdat hij anders was. Omdat in hem woelde het grootsche dat in de toe komst van het Jodendom zit. En als een profeet Jeremia eens Isrsel's vervai, israël's moreele inzinking voorspelde, zoo bleef Opperrabbijn Rudelsheim niet vreemd voor hetgeen hij zag, dat in de toekomst aan het Joodsche Volk zou wedervaren. Heerschen als 'n raaw over de kehille", kende hij niet. Hij zocht z'n heil niet in kehille-ruzietjes, doch in het verrichten van groot werk in het belang van de religieuse en moreele verheffing van het Jodendom in Nederland. En daarvan zal ten eeuwige dage getuigen de grootsche stichting «p wijlen Opperrabbijn Rudelsheim's initiatief verrezen, de Centrale Organisatie tot de moreele en religieuse verheffing van het Jodendom in Nederland". Het was een dag van historische beteekenis voor het Nederlandsch Jodendom, toen Op perrabbijn Rudelsheim het reveil blies. De vaan omhoog", en hij riep allen op, om terug te keeren van de dwalingen huns weegs" en zich te scharen achter het vaandel der C. O., dat het Jodendom van Nederland wil brengen op de plaats waar het Joden dom volgens de grondgedachte van Thouro en traditie moet behooren te staan. En hij zag verder, lette op mij, een een voudige jougen Jood, waarvan hij echter uit de groote pers had ontwaard, dat ik naar een middel zocht, om het Jodendom op de beste wijze te dienen. En mijn reportersblik zocht den Opperrabbijn van Friesland. Ztker meermalen verliet ik de woning van den gastvrijenOpperrabbijn met m'n reporters boekje vol copie maar vaker nog keerde ik als journalist onverrichter zake naar Gro ningen terug, omdat wij gepraat hadden, urenlang over dat wat hem en mij het liefst was hét Jodendom. Nooit werd hij hard, naait werd hij hatelijk. Hij bleef een heer, hij bleef Opperrabbijn, zooals ik z'n waar dige weduwe als een dame, als een vrien delijke gastvrouwe zal blijven waardeeren.... ....En dan spraken wij over het Jodendom. De Raaw" greep naar een Seifer" (b«ek , legde mij de posoek" (tekst) voor. Ik zette dan ook bescheiden mijn meening tegen over den grooten man uiteen, en sprak van Minimum im IIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMII zelf, met dezelfde, ietwat overdreven ge waarwording van blijdschap waarmee we een verloren voorwerp terugvinden, om er ons eensklaps meer bewust en dieper aan te hechten. Een reeks van dergelijke ge waarwordingen bezorgt een tooneelkunstenaar de «nberekenbare genegenheid van een publiek, onverschillig in welke rol hij optreedt. Geen kunstbeginsel, hoe logisch en solide dit ook zij, of het legt het af tegen deze naiuurdrift. Bedreigt zulk een kunstenaar gevaar, onmiddellijk verlevendigt zich het besef: dat hij niette vervangen zcu zijn, en a'ile dierbare gestalten die hij het leven schonk, zweven voor «nze benauwde verbeelding op den rand van het graf. Bij feestelijke gelegenheden culmineert het instinct van voldoening en uit zich in een primitief, maar prachtig bedoeld, huldebetoon. Op deze wijze werd op 15 Nov. 1. 1. in den Stadsschouwburg zoowel de zieke Greetje als de herstelde Sonja gehul digd door een groot publiek. Mevrouw Lob«-Braakensiek is geen sterk talent, maar het is van de soort waar men om naar de komedie gaat." Tragische kracht gaat niet bepaald van haar uit, zelden be reikt haar spel de grens waar het individueele oplost en alle mogelijkheden grooter afmeting schijnen aan te nemen. Haar spel is van een beperkte, maar zuivere en teere aandoenlijkheid, die nimmer overslaat en den oorlog, die eens uitge woed zou zijn en aan ons jonge Joden 'n taak een grootsche taak zou opleg gen. Dan vonkelden de oogen van den Raaw. Driftig stapte hij z'n studeerkamer op en neer, onderwijl ik naar buiten staarde in het donkere water van de gracht Veel deed Opperrabbijn Rudelsheim voor de jood sche militairen, veel ook voor de joodsche emigran ten, van veel belang was z'n bekende sympathieke houding op het Nederland sch Jodencongres. En vooral mag ik niet vergelen in herinnering te brengen, wat door den thans overleden opperrabbijn gedaan is, om van josdsche zijde" stelling te nemen tegen de zending onder Israël. In dat opzicht vonden wij elkaar geheel en al, zooals wij trouwens elkaar ook in velerlei andere opzichten vonden. Want zoo schreef de heer Rudelsheim mij eens in het hart van lederen Jood is diep verborgen, het niet onder-woorden-te-brengenmystiekgevoel van saamhoorigheid, dat hem weer houdt de banden van het Jodendom te verbreken ..." De i,weg was geëffend. Zijn adviezen betreffende de bestrijding der Jodenverzending in de groote pers heb ik steeds gaarne ingewonnen. Doch voortaan zal ik, wat veel meer zegt, het Neder landsch jodendom, zijn raadgevingen niet meer kunnen opvolgen. |n een uur van groote b: teekenis, in groote dagen, is opperrabijn Rudelsheim voor altijd van ons gegaan. Rouw heerscht in Israël i over den do*d van een \ zijner beste zonen. Vergun mij Moreinoe Raaw", dat ik dit artikel geschreven in het uur waarop mijn lieve moeder strijdt met den doods engel en dus het hart reeds overvol van smarte is besluit met den joodschen wensch, dat uw ziel zich verzamele bij de zielen van Abraham, Izack en Jacob." ...En in het uur, dat de braven onder Israël" Opperrabbijn Rudelsbeim met bazuin geschal en onder het aanheffen van klaag liederen in Leeuwarden naar z'n laatste rustplaats brachten, in het uur dat Vorstinne Sabbath z'n intrede in de woningen van Israël deed, moest ik helaas mijn lieve moeder naar het Huis des Eeuwigen Levens" brengen. God hebbe hunne zielen! 10 Kislew 5679. Groningen, 14 November ,911. De Revolutie in Nederland Teekenlng voor de Amsterdammer" van Qeorge van Raemdonclr Nieuw Bezit. In den morgenregen, vóór de vroege zon speurde ik een belofte aan den horizon : Dat de dag zou klaren met een pulden lach en 't Geluk zou varen onder blanke vlag." In den schemeravond na mijn poover maal leek de gansene dag mij monotoom verhaal; op mijn moede handen 't leste luwend licht en dat vouwde zachtjes mijn verwachting dicht. Toch vond op den bodem van den leegen dag ik een weinig Vreugde, als een kinderlach. 'k Wist niet, dat ik rijk was deez eenvoudig heid: blij te zijn om d'armoe, die 'k mij zelf belijd. J. RATTE IMItlllMllllllllllllllllIlltlllllllllllllllllllltllllllllllllllllllEMIIIIItllllIIIIIIII Nieuwe Boeken van deze Week Bij L. J. Veen te Amsterdam verschenen twee bundels van Louis COUPERUS, Brieven van den Nuiieloozen toeschouwer (Dagboek bladen over den Oorlog) en Der Dingen Ziel (12 schetsen). LEONID ANDREJEF heeft de smarten van het Belgische volk geschetst. Hij geeft van België's ramp een weerspiegeling ten huize van den voornaamsten Belgischen dichter en denker, in zijn spel in zes tafereelen De Smarten van België(naar het Russisch be werkt door OSWALDI). De vertaling ver scheen in de Meuienhuff-editie bij j. M. Meulenhoff te Amsterdam. muiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimmiiimimiiimmitiiiiimiii iiiiimitHmiii niet licht faalt. Waar zij geest te vertolken heeft, blijkt haar indringend vermogen scherp, markeert zij raak en puntig. Opgevoed bij den draak", kent zij het métier als weinigen, zonder van dit voordeel ook de nadeden te ondervinden, want alles wat zij doet blijft frisch en fijn. Van een ver rassende eigen visie op een rol gaf zij tot heden geen blijk, juist wat er geschreven staat, beeldt zij uit, maar dit dan ook helder ontleed en gewetensvol gereconstrueerd. Ook al hebben grootere actrices dan mevrouw Lobo op een rol haar stempel gedrukt, dan nog blijft het belangwekkend het raderwerk j van haar conceptie te volgen, de wijze waarop zij een bepaald inzicht, niet wijzigt, verbreedt of verdiept, maar nauwgezet ver antwoordt en in schoonheid releveert. Voor enkele rollen schijnt zij, ook physiek, aan gewezen; in een stuk van H ijermans dunkt zij mij bijzonder op haar plaats. De poëzie Troelstra's ladder reikte niet hoog genoeg Van de aanschouwelijke voorstelling der z.g. maandelijksche methode van J. GROOT en ENKLAAR, accountants, is bij G. B. VAN GOOR & ZONEN te Gouda een tweede druk verschenen. De prijs is f 0.90» Deze plaat geeft een volledig uitgewerkte boekhouden met Dagboeken en Maandelijksche bij werning van het Grootboek, terwijl een verklarende tekst is bijgevoegd. Van het Tweede Kamerlid A.B. KLEEREKOPER verscheen bij Em. Querido te Amsterdam een verzameling van in Het Volk" geplaatste Oproerige Krabbels, in een bundel van dien naam. Het boek is vefsierd met een teekening van wijlen ALB. HAHN, aan wien het werk door den schrijver werd opgedragen, die omtrent deze opdracht zegt: De naam van ALBERT HAHN moet in dit boekje vooraan staan. Niet als dooden-vereering l Het geldt den levenden HAHN, die geweten heeft, dat deze rste bundel Krabbels aan hem zou worden opgedragen." Eveneens bij Em. Querido te Amsterdam zfin verschenen: JOHAN DE MEESTER, Dwaolpaad/es in den Dooltuin der Min. CORA WESTLAND, Droom. P. RAÉSKIN, Hageveld, Roman van een Seminarist (twee deelen). Van onzen wekclijk-chen Krekelzanger: J. H. SPEENHOFE verschenen bij Van Holktma en Warendorf 110 Krekelzangen in een bundel. Bij du Maatschappij voor Goede en Goedk«ope Lectuur te Amsterdam verschenen in de serie Nieuwe Romans": AUGUSTA DE WIT, De Wake bij de brug. LITADERANITZ, Als de Droom in Droom vergaat. CYRIEL BUYSSE, De Ro^an vaneenScha*tsenr(jder. OSCAR WILDE'S Dramatische Werken verschenen bij de firma J. M. Meulenhoff te Amsterdam in twee deelen. CHR. v. BALEN JR. zorgde voor de Nederlandsche bewerking. In het eerste deel is een reproductie van WILDE'S portret-teekening door S. WRAY opgenomen. Inhoud van de November-Tijdschriften Jtni:ifiislri'rn: Leo Lauer. De BreinaaliL De Pror'ess«r. H. Dalman, Sto'mweer. - Wie is de redaeteur'.' Onze prijsvraag: welke sport? TrmsvaalBch .Tongersleven, door H. B Tjit an ere bladen. Wat iedere joigen moet weten. Van onze *port' eldcn. Afnkyunsehe grapjes.?U.th«tRedactie-Notitieboek. Boekbespreking. Uit het Jongersleven. SIr.<:">'munt: Xénc, door Jan Jacobs. Nachtli der dour Jnliau P. Buhrinan. Nieuwe Boeken. - Gauseria door Jan Jacobs. Pr.ieludium et fuga. door Frits en Rn Ie ('avelier. 't Draait in mien heite»twat boven, docr Marcel v. d. Velde.?Oproer, dror Kien Bartels, He Bar, door Jac. Krul. van dit realisme blijft bij haar juist zoover gebonden, dat het kind van Hejjermans' verteedering niet in tranen verdrinkt, en de stijl van het wei k-als-geheel geen gevaar loopt. En ook zijn humor wint door haar, ietwat nuchterer, fijn-toespitsenden geestDe kunst van het zwijgen op het tooneel, waartoe deze autrur meesterlijk de gelegen heid weet te scheppen, verstaat mevrouw Lobo zoo wel, dat ans, meer nog dan haar repliek, vaak het groot-oogig zwijgen in herinnering bleef. Een profiel, schraal als van een vogeltje, maar vol van stille, innige menschelijkheid. Was mevrouw Scharten's, in de lijn van het dichterlijk realisme, onover troffen Sprotje", een plankenkind, het zou in mevrouw Lobo haar hoogste vervulling vinden. TOP NAEFF F Kalverstraat 1 - Opgericht 1850 TELEFOON 658 N ITROE Paarlen, Brillanten Goud, Zilver en Horloges Uitsluitend eerste kwaliteit

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl