De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 23 november pagina 8

23 november 1918 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 23 Nov. '18. No. 2161 SCHILDERKUNST-KRONIEK MAATSCHAPPIJ VAN BEELDENDE KUNSTEN, AMSTERDAM. Van de drie tentoonstellende schilders zal ik er een bespreken. Ik zal zwijgen over Van Raalte, die zijn naam in Amsterdam niet te danken kan hebben aan zijn schilder kunst. Ik zal zwfjgen, om gansch andere redenen, «ver de fleurige inzending van Lucie van Dam van Isselt; ik zal in 't kort de inzending van Wol ter nagaan. Wolter is een luminist, die aan beweeg lijkheid wint, in de vormen, in de kleur. Hij heeft niets excessiefs, maar hij is ge schoold en wordt in den laatsten tijd in het luminisme meer en meer lenig. Het kleurgehalte gaat vooruit, terwijl het, onderwijl, feitelijk soberder, beschaafder, vroolijker wordt. Ge vindt de bewijzen van deze stel lingen, en niet voor het eerst, «p deze ten toonstelling. Een viertal werken, niet de grootste naar formaat, de Tolhuishaven (7), de Visscher (8), Haventje met Woonschepen (19) en 't Oude Polderhuis (14) zijn daar van de zekerste bewijzen. Bij deze zijn te voegen: een Sneeuw (6), Woonschepen (9), Schemer aan den Amstel, en de Ducdalven te Eokhuyzen. Al deze te saam vormen het inderdaad levende deel dezer verzameling van twintig werken. L. O. Wenckebach's houtsnedenzijn sterk gericht op de uitdrukking van het platte vlak. Ze zijn in dien zin modern; het heel oude is in dezen tijd weer nieuw geworden. De meeste voorstellingen zijn bijbelïllustraties. En ze ver t oor en zekere mogelijkheden in dit opzicht. Dat is niet weinig bij een jong houtsnijder, die levendig is, en decoratief voelt. P. VAN DER HEM, ARTI, DEN HAAG. De eerste zekerheid in het werk, dat Piet van der Hem maakte in Volendam, blijkt deze te z|}n: er is meer lenigheid gekomen, meer eigen belangstelling in het eigen doen. En dat kon, en dat mocht, en dat moest. Ik zal daarom niet de vroegere, meer akademische, of akademische uitingen hier ook te zien, nagaan, maar alleen zijn Volendammer periode, zijn laatste werk. Ge vindt daar een invloed van de Spanjaarden. Die was er vroeger ook; in zijn Katwijkschen tijd. Hij was eer uiterlijk; in de plaatsing van de figuur, in de poging om den achtergrond iets te maken als een phantaisie over de lucht en de huizen vondt ge hem. Maar de scherpe realistische, ernst ontbrak, die het S paansche werk zoo zeker maakte. Ge vindt in de Volendammer figuren nog dien Spaanschen invloed, maar hij is nu niet rechtstreeks naar Van der Hem gekomen; langs Jan iMlinlIllllllllllllMlfllllllflllllllllllltllilllllliiilllllllllllliliilillllllllllilill J. A. HOETING Hofjuwelier Koningsplein Briljanten :-: Paarlen Onder onzen voorraad paarlcolliers bevinden zich eenige occasions van superieure qualiteit. Nouveautés in aparte modellen tasschen speciaal voor het seizoen uit bont vervaardigd. iiiilllllllMUlHllliiiiHiiiiiiiiiiiiiillliiiiltiiiillilflimnillliimiimiiiimiii Nieuwe Engelsche Boeken VAN TRANS-NOORDZEE EN VERDER VI LORD DUNSANY, Tales of Wonder. With illustrations by S. H. Sime. 1916. Elkln Mathews. 5/?. WILLIAM HEWLETT, The Piot-Maker. 1917. Duckworth. 6/?. ALQERNON BLACKWOOD, The Promlse of Air. 1918. Macmillan. 6/?. .The r e is a mountain lifting sheer above London, part crystal and part mist. Thither the dreamers go when the sound of the traffic has tallen. At first they scarceiy dream because of the roar of it, but before midnight it stops, and turns, and ebbs with all lts wrecks. Then the dreamers aiise and scale the shimmering mountain, and at its summit find the galleons of dream. Thence some sail East, some West, some into the Past and some into the Future, for the galleons sail over the years as we 11 as over the spaces, but mostly they head for the Past and the olden harbours, for thither the sighs of men are mostly turned, and the dreamships go before them, as the merchantmen before the continual trade-winds go down the African coast. I see the galleons even new raise anchor af ter anchor; the stars flash by them; they slip out of the night; their prows go gleaming into the twilight of memory, and night soon lies far off, a black cloud hanging low, and faintly spangled with stars, like the harbour lights..." Deze passage is niet uit Tales of Wonder. Hij is uit 'n ouder boek, A Dreamer's Tales, dat naar mijn oordeel en naar at van vele anderen het toppunt vertegenwoordigt van wat Lord Dunsany op 't gebied van de korte vertelling heeft gepresteerd, 't Is 'n hoogst karakteristieke passage, die niet te overtreffen is, die de schrijver ook nooit heeft overtroffen, en die ik ter bestudering aanbeveel. De geijkte .Nieuwe Gids"-manier van beschrijven blijkt, daarnaast, 'n onbe holpen woordepropperfj; kan zich niet meten met de stilkleurige beeldenreeks die hier rustig wiegelt en deint en vliet, en het bootje van onze gedachten zacht maar onweer staanbaar meevoert naar de gedroomde heerllkheden van Lord Dunsany. Hoe zou 't komen, dat Dunsary's boeken zo weinig herdrukken beleven? Romans, goed en slecht geschrevene, gaan'fc reus achtig. Ook is er tegenwoordig 'n ruimer debiet voor poëzie dan 'n tiental jaren ge leden. Is er geen plaats voor gedichten in proza? Mijn exemplaar van A Dreamer's Tales" is van 1910. Ik heb nooit 'n tweede druk aangekondigd gezien. Fifty-One Tales" is eens herdrukt, maar de tweede duizend zijn nog steeds niet uitverkocht, 't Zelfde geldt voor Tales of Wonder, ledereen wiens opinie waarde heeft, erkent Dunsany als 'n belangrijke figuur in de nieuwe, of liever pas-ontstane, Anglo-Ierse letterkunde. Is z'n kunst te fijn voor ears" Koninklijk Begeer iiHMiiiiiimii immmiiiiMiiMMmmmMiiiiimnmiiiiiii S l u y t e r s' kleur bereikte hij hem, terwijl in de vullingen van den achtergrond even eens den Afflsterdamschen schilder te her vinden is. Nog iets is te constateeren: de Volendammer periode is er een van rood"; het rood beheerscht de meeste uitingen. Het moeielijke is, als steeds, voor Van der Hem, niet te ijdel te worden, niet te coquet; zich in de kleuren te beperken. Hij doet dat meer dan vroeger. En als steeds zijn de aquarellen het zuiverst, ?n is de voordracht, de stof het aangenaamst. Bi} de schilderijen is de verf dikwijls te zwaar, te korsterig nog; de ieler aquarel voorkomt, en voor kwam, dit. Naast de figuur, en het figuurstuk waarop het rhythme gelet is, vindt ge in Arti nog stadsgezichten van da visschersplaats, sommige goed, andere na'uf-gewild. PLASSCHAERT Op den Economischer! Uitkijk Democratische" eisenen Niemand verwondere zich erover, dat ik ditmaal over .democratische" eischen iets zeggen wil. Ik weet het wel: ik sta hierop den economischen uitkijk en heb hier dus niet met de politiek van doen. Maar de po litiek bemoeit zich nu eenmaal ook met de ceonomie en heeft dat zeer nadrukkelijk in de laatste weken gedaan; dit maakt dat ik daar niet buiten kan blijven. Maar ik beperk mij natuurlijk tot den algemeen-economischen kant der zaak. Wij hebben dan in de laatste weken ge zien, dat niet alleen in de Centrale Rijken, ook in Zwitserland, Nederland en elders, een geweldige vloedgolf van democratie over die landen en door die volken is gegaan en dat daarbij verschillende eischen van econo mischen aard zijn gesteld, welke alle strekken moeten tot lotsverbetering van de arbeiders: acht-urige werkdag (en vrije Zaterdagmid dag); uitbreiding van de sociale verzekering; loonsverhooging voor werklieden in'sRijks dienst en in semi-officieele bedrijven (gelijk iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimtii iiiiiiiiiiiiiiiin That should be tickled not with straws but spears?" Z'n weelderige stoute verbeelding schept nieuwe goden, mythen, landen, zelfs we relden. Hij kent de toverkracht van vreemde woorden, alleen als suggestieve klanken opgevat. Hij maakt zulke woorden zélf, en laat het aan z'n lezers over zich er iets bij voor te stellen, iets vreemds, grotesks, of geheimzinnigs, of griezeligs en schijnt in de vorming van zulke woorden on uitputtelijk. In dit opzicht, (er is nog meer), laat ie Edgar Poe ver achter zich. Wat is ,,Ulalume" en de misty mid region of Weir" vergeleken met fair Belzoond and the little neighbouring cities of Durl and Duz", the Lispasian ranges", BarWul-Yann", waarheen de rivier de Yann stuwt, eiate with molten snow that the Poltiades had brought him from the Hills of Hap", past Kyph and Pir, and... the lights ofGoolunza"? En wat de idee betreft, wie zal in A Dreamer's Tales" het laatste vertelsel vergeten, The Unhappy Body," ol in Fifty-One Tales", dat zeer korte v rhalen bevat, het sober-grootse Death and Odysseus", de humor van The Song of the Blackbird", de schrijning van de eeuwige waarheid vervat in The Messengers?" Heerlik is in Tales of Wonder", de ironie van het eerste, waarin des Sultans hasj is jeter de schoonheden van Londen beschrijft: O Friend of God, know then that Lon don is the desiderate town even of all Earth's cities. lts houses are of ebony and cedar which they roof with thin copper plates that the hand of Time turns green. They have golden balconies in which amethysts are, where they sit and watch the sunset. Musicians in the gloaming steal softly along the ways, unheard their feet fall on the white sea-sand with which those ways are strewn, and in the darkness suddenly they play on dulcimers and instruments with strings. Then are there murmurs in the balconies praising their skill, then are there bracelets cast down to them for reward, and golden necklaces and even pearls They have a river that is named the Thames, on it their ships go up with violet sails bringing incense for the braziers that perfume the streel s, new songs exchanged for gold with alien tribes, raw silver for the statues of their heroes, gold to make balconies where their women sit, great sapphires to reward their poets with the secrets of old cities and strange iands, the learning of the dwellers in far isles, emeralds, diamonds and the hoards of the sea. And whenever a snip comes into port and furls its violet sails and the news spreads through London that she has come, then all the merchants go down to the river to barter..." De onwelriekende werkelikheid wordt tegenover deze fantasie gesteld in: vHow Ali Came to the Black Country", dat met de aangehaalde vertellingen behoort tot Lord Dunsany's meest eigen genre, terwijl The Bureau d'Echange de Mau x" weer aan Poe, Hoffmann en consorten herinnert, maar weer, door de oorspronkelikheid van 't ge geven, groter indruk maakt dan de meeste verhalen van de twee voorgangers. The Bird bij ons de spoorwegen) enz. enz. Deze eischen werden niet enkel gesteld door de ultra's", door de revolutionairen en socialisten, maar werden ook soms in eenigszins verzachten vorm overgenomen door de (of sommige) zoogenaamde burgerlijke" partijen. Men zal misschien vragen: waarom zou men aan deze verlangens niet tegemoet komen? Is het dan alevel niet gewenscht dat de menschen wat korter werken en wat meer loon krijgen en dat zij behoorlijk ver zekerd zijn tegen de voor hen zoo gruwe lijke gevolgen van ongevallen, ziekte, inva liditeit, ouderdom of werkeloosheid ? Behooren wij hun dat eigenlijk niet te gunnen, niet te waarborgen ? Wanneer wij ae hand in eigen boezem steken, moeten wij dan niet tot de erkenning komen dat totnogtoe eigenlijk alleen ons consfrvatisme of onze angst voor wat ons dat kosten zal, ons heeft doen terugschrikken voor maatregelen, waar van wij immers de billijkheid moeten toegeven ? Wanneer wij, bevoorrechten in hun plaats waren, zouden wij dan niet ook aandringen ?p hetgeen zij nu van ons vorderen ? ... Op al deze vragen zal ik niet ingaan, er zijn er bij van ethischen aard. Voor de volledige beantwoording zou men een studie moeten schrijven. Mijn bedoeling is ook niet, te betoogen dat deze eischen moeten worden afgewezen. Wat ik alleen maar in het licht wil stellen, is: dat deze eischen zijn van verre strekking, van groote beteekenis; dat de vervulling daarvan ver schillende gevolgen zal hebben, waarvan zich niet iedereen, die zegt de vervulling te wenschen, voldoende rekenschap geeft. En dat is verkeerd. Wie deze dingen wil, moet weten wat zij beteekenen. Hij moet de ge volgen kennen en hij moet, wanneer hfl, die gevolgen kennende, toch de zaak blijft willen, de gevolgen ook voor zijn rekening nemen. Wij leven thans, na 51 oorlogsmaanden, in een tijd van overspanning. Men had kunnen denken dat het sluiten van den wapen stilstand en het vooruitzicht van den vrede, on/spanning zouden hebben gebracht na de spanning van de oorlogsjaren. Maar dat is anders uitgekomen. De geweldige politieke beroeringen, waarvan wij in den laatsten tijd de verbaasde getuigen zijn geweest, hebben niet de spanning doen wijken, veel eer ons overspannen gemaakt. In dien toestand is het altijd hachelijk, besluiten van verre strekking te nemen. Het kan natuurlijk iiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiMiii iiiiiniimiiim of the Difficult Eye" valt hierbij af, zo ook A Story of Land and Sea:', waarschijnlik geïnspireerd door Defoe's .Captain Singleton"; en Why the MükmanShudders when hèPerceives the Dawn" verbeeldt blijkbaar, 't moest niet maggen, 'n aan z'n lezers ge bakken poets. Tot voor kort stond ol reed Lord Dunsany aan 't front. Laat ons hopen, dat hij ongedeerd is gebleven, en zonder zich te herhalen things of beauty zal blij ven schep pen tot joys for ever. The most fundamental point in literary art is interest of plot. A story, as a work of art, is unity in diversity: the more diverse the de tails the richer the arr, provided that all the details are feit to lie within acomprehending nnity... Plot is at once poetlc architure and arlistic Providence." Onderschrijf! men deze woorden v. prof. Richard Moulton*), dan zweert men niet bfj tranches de vie" slices of life mitsgaders mooie brok ken", en men heeft hier 'n punt van ver eniging voor hen, wie de letterkundige waarde van 'n roman ter harte gaat, en de gemiddelde romanlezers, wie 't om 'n ver haaltje te doen is, en die, als 't boek een maal uit is, er niet meer naar omzien. Beide kategorieën zullen in The Plot Maker hun gading vinden. Daar is 'n aardig verhaal, nieuw van vinding en goed uitgewerkt, in 'n sympathieke stijl die ik bij gebreke van 'n beter woord mannslik" zal noemen. Diepgaande kwesties, levensvragen, worden er niet in behandeld, tenminste dat zal de uitspraak zijn van de een, terwijl 'n ander de verhouding van waarheid tot ver dichting en van waarheid tot werkelikheid misschien als behandelde levensvraag wil beschouwd hebben. Wat de karaktertekening betreft, die is m.i. volkomen in harmonie met de opzet. Er is niet te veel werk van gemaakt, en ook niet te weinig, en 't meeste er van geschiedt, niet door bespie gelend of verklarend optreden van de schrijver, maar dramatles, door woord en daad van de figuren. Coulthard Henderson, de gereüsseerde" romanschrijver, voelt, op de hoogte van z'n succes, het akelig gevoel van 't naar-benedendreigen-te-gaan van de wip. Hij maakt geld met z'n boeken, maar beseft dat dit niet kan duren, doordat ze innerlike waarheid missen. Z'n dialoog deugt niet, het gedrag van z'n figuren op de kritieke ogenblikken is ver van overtuigend, en hij besluit 'ns te experimenteren. Vivisectie, om 't met 'n ander woord te noemen. En nu ontwerpt ie 'n noodzakelikerwijze zér elastiese intrige, en vind zich 'n protagonist, die tegen be taling van idem dito zoveel" plus aandeel in de winst, die intrige tot werkelibheid zal maken, N.B. met inbegrip van hof maken, schaking, ontmaskeringen, veroordelingen en eventuele vechtpartijen of duels. De hoofdpersoon slaagt wonderwel, maar be merkt te laat, dat hij per slot van rekening de marquéspeelt, en dat .,'T is an awkward thing to play with souls, om met Robert Browning te spreken, en besluit naar 'n ander middel van bestaan uit te zien, zeer zijn dit beoordeel ik niet dat de politiek het rasch nemen van zulke besluiten voorschrijft. Is dat zoo, dan moet men de gevolgen op den koop toe mee nemen. Maar is dat niet zoo, dan is het geraden, zich vooraf rekenschap te geven van dat gene, waartoe men besluiten gaat, van de gevolgen, van de strekking, van de conse quenties. Hierbij denk ik aan een der laatste zinsneden van het hoofdartikel Orde" in het vorig nummer der Groene, waarin ge zegd werd: De opbouw op sociaal,politiek en economisch gebied zal (echter) alleen zijn: vast van lijn, gehoorzamende aan orde en rede." Juist! Wanneer de opbouw zal gehoor zamen aan de rede, dan eischt de redelijk heid, dat wij ons klaar voor oogen stellen wat en ho3 wij op sociaal en economisch gebied gaan opbouwen, welke de grond slagen zijn en wat daarop verder zal moeten verrijzen. Daarom zou ik tegen overhaasting willen waarschuwen, al klinkt misschien in dagen als deze zulk een waarschuwing niet iedereen sympathiek en al zal misschien worden gezegd: daar hebt ge nu zoowaar alweer de bezwaren-makerij, die een domper wil zetten op den frisschen hervormingszin, waarmee wij nu juist zijn bezield! . . . . Ach ja, het is heel sympathiek en zeker ook niet maeilijk voor velen, om in dit koor mee te zingen. Ds rol van den bedacht zame is nooit de beau röle". Maar dit is toch geen overweging, die tot zwijgen zou leiden. Nu is het echter voor mij heel moeilijk, in dit kort bestek aan te geven, waarom de vragen, die bij het stellen van deze demo cratische" eischen rijzen, rustig bezien moeten worden. Hier opent zich zulk een wijd veld van beschouwingen, de gevolgen der ver langde maatregelen zijn in hun samenhang van zoo verre strekking, dat het onbegon nen werk schijnt daarover in enkele kolommetjes te willen handelen. Toch wil ik n algemeen gezichtspunt ontwikkelen, waaruit blijken za! waarom ik rustig beraad vóór het besluit noodig acht. Al wat verlangd (of geëischt) wordt, heeft ne doorgaande strekking: lotsverbetering van den arbeider. De arbeidsduurbeperking leidt in de meerderheid der gevallen tot geringere voortbrenging. Daar in de be drijven de vaste lasten" bij korter arbeids duur gelijk blijven of althans niet evenredig lager worden, beduidt eene geringere tevens een duurdere voortbrenging. Duurder wordt de voortbrenging bovendien, rechtstreeks, door loonsverhooging en door de verzwa ring van lasten, welke uitbreiding van sociale verzekering op de bedrijven zal leggen. Dus geringere en duurdere productie. Dvs' verzwaring van onze concurrentie voorwaarden op de wereldmarkt, voorzoover wij daar komen te staan tegenover mede dingers uit landen, die minder ver in ver vulling van sociale eischen zijn gegaan dan wij of die misschien even ver gingen, maar die uit anderen hoofde daarvoor een ver goeding vinden, b.v. doordat zij de grondof hulp- of brandstoffen dichter bij huis hebben en dus goedkooper kunnen krijgen dan wij. Met zulke mededingers zullen wij ook in Nederland zelf te rekenen hebben, tenzij wij hen weren doer een tilllliiiiiiiiiiilin minimin i immuun *) The Modern Study Chicago 1916. of Literature." ten ongerieve van Coulthard Henderson, die zich z'ri arendsjeugdvcrnieuwing ziet ontgaan. Trneinde de held niet onsympathiek te maken, verloopt de tragicomedie ten huize van z'n allerinnemendste oom, 'n opkomeling van 'n brouwer (zooals er verscheidene in En geland zijn), at the ancestral mansion of the Shuttleworthys." Hier is als staaltje, ,,'n descriptive passage". Ancestral! Even at that distance, and despite the pictorial advantage of moonlight and the proscenic setting of the stately elms aforesaid, it would have been perfectly obvious to anyone that there was nothing in the least ancestral about Wemmington Castle. It was blatantly modern and pretentieus; it was rococo in the last degree. It reminded you of those models made in soap or sugar or bees'wax, that may occasionally be seen in a grocer'sshop wlndow. No one but the possessor of an innately vulgar mind would have dared build himself such a residence, or honour it with the name of Castle when it was built." In dat mooie Kasteel woont 'n passende butler", hoofdman van het dienstpersoneel, die, terwijl ie er 'n bibliotheek opnahoudt met, voor de pronk, werken ais C<rly;e's French Revolution, De Quincey's C< nfessions ot an Opium Eater, enz., z'n dorstige ziel laaft aan detecUve-geschiedeniFsen, met het gevolg dat hem, de lezer van The Seal of Blood; a Story o/ Love and Crime, van alles is wijs te maken, en hij 'n belangrijke faktor wordt voor 't gewenst verloop van de in trige, waarvan de climax oereikt wordt bij de natuurlik mislukkende schaking. De rest verklap ik niet. Heeft The Piotmaker uit den aard der zaak 'n ferme intrige, Aigernon Blackwood's bock The Promise of Air heeft er feitelik geen. Toch is 't niet vormloos, maar z'n struktuur zit 'm in de uitbeelding van de wijze, waarop verschillende leden van't zelf de gezin gecstelik reageren op hun maatschappelike gesteldheid, waarbij de moeder en de zoon orn hun minder-dan-laag-bij-degrondszijn getypeerd worden ais menseüke konijnen, dassen, wroeters en ploeteraars, in tegenstelling met vader en dochter, die 't vo geltype" vertegenwoordigen. Zij hebbennooit zwarigheid, -alleszal rech kom, en alles komt dan ook terecht, zeer ten hunnen gerieve, ofschoon 't menig lezer niet zeer overtuigend zal lijken. De auteur het f t "net zich heus te makkeiik gemaakt, en had z'n gefingeerde familie wel wat meer gefingeerde weder waardigheden kunnen laten beleven, in welk geval de stalende kracht van de leer die hij preekt zou zijn gebleken, gedemonstreerd ad oculos, terwijl we 't nu maar moeten aannemen op gezag van de schrijver. Dit is jammer, want het grond-idee is zoniet aannemelik, dan toch aanlokkelik, en de luchtige stijl doet het ijle van de inhoud genoegzaam over 't hoofd zien. Over nationaliteits-verschillen is al veel onzin geschreven, en ook veel waarop, al is 't geen onzin, de lommerd geen geld geeft. Toch is 't zeker, dat de volgende karakteristiek nooit uit de pen van 'n Duitser zou zijn gevloeid: He (dat is de hoofdpersoon, later de vader des gezins, in z'n studente-tijd) was eager tariefmuur, dien zij slechts kunnen over schrijden tegen betaling van invoerrech ten, waardoor hun fabrikaat hier te lande even duur wordt als ons eigen goed. In dat laatste geval drukt de last ten volle op ons allen als verbruikers (waarbij te bedenken valt dat de arbeiders zelven de orergroote meerderheid der verbruikers vormen). In het eerste geval: kans dat het goedkooper buitenlandsch goed het duurdere nationale ver dringt, wat beduidt: werkloosheid. Ziedaar... ik zeg niet: de bezwaren, waarom men dergelijke maatregelen moet afwijzen, maar: ziedaar de richting, waarin men zijn gedachten moet laten gaan voor dat men tot dergelijke maatregelen besluit. Nog n algemeene opmerking ten slotte. Wij willen wederopbouwen. Wij willen handel en nijverheid weer opstuwen tot hun vroeger peil. Wij hebben sedert den oorlog een grooten achterstand in te halen . Daartoe moeten wrj als volk ons stevig aanpakken, de handen uit de mouwen steken en aan den ploeg slaan. Om onze volks welvaart te herstellen, onzen nationalen rijkdom weer aan te vullen, moeten wij zeker n ding doen met alle macht: hard werken. Ten slotie en niettegenstaande alles, wat gebeurd is of nog gebeuren kan, behoort in economischen zin de toekomst a in dat volk, dat het hardst werkt, dat het meest maakt van de omstandigheden, waar onder het werken kan. Arbeid is het wacht woord. Hoe meer wij door onzen arbeid zullen voortbrengen, des te ruimer zullen wij daarvan elkaar kunnen laten profiteeren, des te meer zullen wij hebben om den vreem deling aan te bieden in ruil voor wat hij ons kan leveren en dat wfl van hem moeten of willen betrekken, omdat alleen hij (o' hij goedkooper dan een ander) het ons kan leveren. Beperkte voortbrenging beteekeat beperkte ruilmogelijkheid. Ook hier is een richting aangewezen, waarin m.l. de gedachten zich moeten be wegen, wanneer men de gevolgen der .de mocratische" eischen overwegen wil. Wat ik slechts wilde betoogen, is, dat die over weging noodzakelijk is, zullen wij niet be sluiten nemen, meenende dat zij ons een onvermengd goed zullen brengen, terwijl '.ater ongewenschte gevolgen zich vertoonen. De vervulling van al zulke eischen is op zich zelf aantrekkelijk. Maar zal de sociale en economische opbouw gehoorzamen aan de rede, dan moet men weten wat men doet, wat de daad inhoudt, waartoe ze leidt SMISSAERT iiiiitiMiiiiiiniiiimiiiuiiimiiim imimiiiiiminiiiiimuiiuiijti NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP MotordiensfvanTetenburi DAGELiJKSCHE MQTORDIENST UTRECHT LEIDEI DEI HUG IELFT i. ItnchtichmvZi. Fjfijttifcl. VJCI-VI *** liiillllilllllllllllllllilllllliiiliiiiiitllllillliiiiiiiiiiiitlllinilluiliiiiJliiK]: to know things hèwanted to know, yet in a way hèwas too intensely curious, toe impatient certainly, to put himself to tnuch trouble to find out. He refused to work, to grind" hèknew not how; yet hèabsorbed a good deal of knowledge; information came to him, as it were. He figured to himsel vaguely that there was another surer way of learning than by memorising detail, a flashing, darting, sudden way, like the way of a bird. To follow a line of infoimation to its bitter end was a wearisome, stultifying business, the reality hèsought was lost sight of in the process. The main idea had interest for him, but not the details for the details blurred and obscured it Proof was a stupid word that blocked his faculties... Logic, too, the backbone of philosophy, affected him with weariness, just as his respect for reason was shocking! > undeveloped. And argument could prove anything, hence argument for him was also futile. He jumped to the conclusior. always Oae thing and one only, it seemed, be desired to realise, and that was birds. It was a passion in him, a mania. He had a yearning desire to understand the mysteiv of bird-life not ornithology but birds Hij neemt zich 'n vrouw, nadat ie is verliefd geraakt op het vogelachtige" in haar. Dit vogelachtige gaat later in z'n ge heel over op de oudste dochter, dies ge schiedt er 'n genegenheidsoverdracht er vader en dochter begrfjpen elkaar voortaan, terwijl mama haar troost zoekt bij 'n ge lijkaardige zoon. En wanneer vader en dochter in extase staan te kijken naar de zwaluwen-trek in October, staat mama d'r hoofdschuddend bij ... Do come on, dear. There's really nothing to watch . . . Maai zij voelen zich verwant aan de vogels; en hij formuleert het in woorden: To rely upon inner, subconscious guidance was to rely upon that portion o! his being that greater portion which obeyed spontaneously an immense rhythm of the mothering World-Spirit. Thought broke this rhythm, Reason was clever but not wlse. The subconscious powers, knowing nothing, yet approached omniscience, enjoyed omnipresence. while still being here, Naar aanleiding van wat ik enkele maanden geleden schreef over W.J.Dawson, is mij er opgewezen, dat van de hand van mei. R. S. van Goudoever bij de uitgever P. Veen te Amersfoort in 1917 'n vertaling is verschenen van z'n House of Dreams (= Een Droom?''). Tevens neem ik de vrijheid bij deze te wijzen op het bestaan van de te Amsterdam ge vestigde Engelsche Bibliotheek", waarvan de kommissie van aanschaf bestaat uit heren professoren dr. J. H Kern en dr. A. E. H Swaen, de heer C. Grondhoud, en onderge tekende. (Contribntie/6.?'sjaars. Sekretaresse mej, L. Snitslaar, lerares M. O. 158 P. C. Hoeftstraat). De verzameling is pas in z'n begin, waar uitsluitend modern romans, drama, poëzie, kritiek zorgvuldig wordt bijgehouden. Hoe meer leden toetreden, hoe mter we kunnen doen. WILLEM VAN DOORN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl