Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
23 Nov. '18. No. 2161
SCHILDERKUNST-KRONIEK
MAATSCHAPPIJ VAN BEELDENDE KUNSTEN,
AMSTERDAM.
Van de drie tentoonstellende schilders zal
ik er een bespreken. Ik zal zwijgen over
Van Raalte, die zijn naam in Amsterdam
niet te danken kan hebben aan zijn schilder
kunst. Ik zal zwfjgen, om gansch andere
redenen, «ver de fleurige inzending van
Lucie van Dam van Isselt; ik zal in 't kort
de inzending van Wol ter nagaan.
Wolter is een luminist, die aan beweeg
lijkheid wint, in de vormen, in de kleur.
Hij heeft niets excessiefs, maar hij is ge
schoold en wordt in den laatsten tijd in het
luminisme meer en meer lenig. Het
kleurgehalte gaat vooruit, terwijl het, onderwijl,
feitelijk soberder, beschaafder, vroolijker
wordt. Ge vindt de bewijzen van deze stel
lingen, en niet voor het eerst, «p deze ten
toonstelling. Een viertal werken, niet de
grootste naar formaat, de Tolhuishaven (7),
de Visscher (8), Haventje met Woonschepen
(19) en 't Oude Polderhuis (14) zijn daar
van de zekerste bewijzen. Bij deze zijn te
voegen: een Sneeuw (6), Woonschepen (9),
Schemer aan den Amstel, en de Ducdalven
te Eokhuyzen. Al deze te saam vormen het
inderdaad levende deel dezer verzameling
van twintig werken.
L. O. Wenckebach's houtsnedenzijn
sterk gericht op de uitdrukking van het
platte vlak. Ze zijn in dien zin modern;
het heel oude is in dezen tijd weer nieuw
geworden. De meeste voorstellingen zijn
bijbelïllustraties. En ze ver t oor en zekere
mogelijkheden in dit opzicht. Dat is niet
weinig bij een jong houtsnijder, die levendig
is, en decoratief voelt.
P. VAN DER HEM, ARTI, DEN HAAG.
De eerste zekerheid in het werk, dat Piet
van der Hem maakte in Volendam, blijkt
deze te z|}n: er is meer lenigheid gekomen,
meer eigen belangstelling in het eigen doen.
En dat kon, en dat mocht, en dat moest.
Ik zal daarom niet de vroegere, meer
akademische, of akademische uitingen hier
ook te zien, nagaan, maar alleen zijn
Volendammer periode, zijn laatste
werk. Ge vindt daar een invloed van de
Spanjaarden. Die was er vroeger ook;
in zijn Katwijkschen tijd. Hij was eer
uiterlijk; in de plaatsing van de figuur, in
de poging om den achtergrond iets te
maken als een phantaisie over de lucht en
de huizen vondt ge hem. Maar de scherpe
realistische, ernst ontbrak, die het S
paansche werk zoo zeker maakte. Ge vindt in de
Volendammer figuren nog dien Spaanschen
invloed, maar hij is nu niet rechtstreeks
naar Van der Hem gekomen; langs Jan
iMlinlIllllllllllllMlfllllllflllllllllllltllilllllliiilllllllllllliliilillllllllllilill
J. A. HOETING
Hofjuwelier Koningsplein
Briljanten :-: Paarlen
Onder onzen voorraad paarlcolliers bevinden zich
eenige occasions van superieure qualiteit.
Nouveautés in aparte modellen tasschen speciaal
voor het seizoen uit bont vervaardigd.
iiiilllllllMUlHllliiiiHiiiiiiiiiiiiiillliiiiltiiiillilflimnillliimiimiiiimiii
Nieuwe
Engelsche Boeken
VAN TRANS-NOORDZEE
EN VERDER
VI
LORD DUNSANY, Tales of Wonder. With
illustrations by S. H. Sime. 1916. Elkln
Mathews. 5/?.
WILLIAM HEWLETT, The Piot-Maker.
1917. Duckworth. 6/?.
ALQERNON BLACKWOOD, The Promlse
of Air. 1918. Macmillan. 6/?.
.The r e is a mountain lifting sheer above
London, part crystal and part mist. Thither
the dreamers go when the sound of the
traffic has tallen. At first they scarceiy dream
because of the roar of it, but before midnight
it stops, and turns, and ebbs with all lts
wrecks. Then the dreamers aiise and scale
the shimmering mountain, and at its summit
find the galleons of dream. Thence some
sail East, some West, some into the Past
and some into the Future, for the galleons
sail over the years as we 11 as over the
spaces, but mostly they head for the Past
and the olden harbours, for thither the sighs
of men are mostly turned, and the
dreamships go before them, as the merchantmen
before the continual trade-winds go down
the African coast. I see the galleons even
new raise anchor af ter anchor; the stars
flash by them; they slip out of the night;
their prows go gleaming into the twilight
of memory, and night soon lies far off, a
black cloud hanging low, and faintly spangled
with stars, like the harbour lights..."
Deze passage is niet uit Tales of Wonder.
Hij is uit 'n ouder boek, A Dreamer's Tales,
dat naar mijn oordeel en naar at van
vele anderen het toppunt vertegenwoordigt
van wat Lord Dunsany op 't gebied van de
korte vertelling heeft gepresteerd, 't Is 'n
hoogst karakteristieke passage, die niet te
overtreffen is, die de schrijver ook nooit
heeft overtroffen, en die ik ter bestudering
aanbeveel. De geijkte .Nieuwe Gids"-manier
van beschrijven blijkt, daarnaast, 'n onbe
holpen woordepropperfj; kan zich niet meten
met de stilkleurige beeldenreeks die hier
rustig wiegelt en deint en vliet, en het bootje
van onze gedachten zacht maar onweer
staanbaar meevoert naar de gedroomde
heerllkheden van Lord Dunsany.
Hoe zou 't komen, dat Dunsary's boeken
zo weinig herdrukken beleven? Romans,
goed en slecht geschrevene, gaan'fc reus
achtig. Ook is er tegenwoordig 'n ruimer
debiet voor poëzie dan 'n tiental jaren ge
leden. Is er geen plaats voor gedichten in
proza? Mijn exemplaar van A Dreamer's
Tales" is van 1910. Ik heb nooit 'n tweede
druk aangekondigd gezien. Fifty-One Tales"
is eens herdrukt, maar de tweede duizend
zijn nog steeds niet uitverkocht, 't Zelfde
geldt voor Tales of Wonder, ledereen wiens
opinie waarde heeft, erkent Dunsany als 'n
belangrijke figuur in de nieuwe, of liever
pas-ontstane, Anglo-Ierse letterkunde. Is z'n
kunst te fijn voor ears"
Koninklijk
Begeer
iiHMiiiiiimii
immmiiiiMiiMMmmmMiiiiimnmiiiiiii
S l u y t e r s' kleur bereikte hij hem, terwijl
in de vullingen van den achtergrond even
eens den Afflsterdamschen schilder te her
vinden is. Nog iets is te constateeren: de
Volendammer periode is er een van rood";
het rood beheerscht de meeste uitingen.
Het moeielijke is, als steeds, voor Van der
Hem, niet te ijdel te worden, niet te coquet;
zich in de kleuren te beperken. Hij doet dat
meer dan vroeger. En als steeds zijn de
aquarellen het zuiverst, ?n is de voordracht,
de stof het aangenaamst. Bi} de schilderijen
is de verf dikwijls te zwaar, te korsterig
nog; de ieler aquarel voorkomt, en voor
kwam, dit. Naast de figuur, en het
figuurstuk waarop het rhythme gelet is, vindt ge
in Arti nog stadsgezichten van da
visschersplaats, sommige goed, andere na'uf-gewild.
PLASSCHAERT
Op den Economischer! Uitkijk
Democratische" eisenen
Niemand verwondere zich erover, dat ik
ditmaal over .democratische" eischen iets
zeggen wil. Ik weet het wel: ik sta hierop
den economischen uitkijk en heb hier dus
niet met de politiek van doen. Maar de po
litiek bemoeit zich nu eenmaal ook met de
ceonomie en heeft dat zeer nadrukkelijk in
de laatste weken gedaan; dit maakt dat ik
daar niet buiten kan blijven. Maar ik beperk
mij natuurlijk tot den
algemeen-economischen kant der zaak.
Wij hebben dan in de laatste weken ge
zien, dat niet alleen in de Centrale Rijken,
ook in Zwitserland, Nederland en elders, een
geweldige vloedgolf van democratie over
die landen en door die volken is gegaan en
dat daarbij verschillende eischen van econo
mischen aard zijn gesteld, welke alle strekken
moeten tot lotsverbetering van de arbeiders:
acht-urige werkdag (en vrije Zaterdagmid
dag); uitbreiding van de sociale verzekering;
loonsverhooging voor werklieden in'sRijks
dienst en in semi-officieele bedrijven (gelijk
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimtii
iiiiiiiiiiiiiiiin
That should be tickled not with straws
but spears?"
Z'n weelderige stoute verbeelding schept
nieuwe goden, mythen, landen, zelfs we
relden. Hij kent de toverkracht van vreemde
woorden, alleen als suggestieve klanken
opgevat. Hij maakt zulke woorden zélf, en
laat het aan z'n lezers over zich er iets bij
voor te stellen, iets vreemds, grotesks,
of geheimzinnigs, of griezeligs en schijnt
in de vorming van zulke woorden on
uitputtelijk. In dit opzicht, (er is nog
meer), laat ie Edgar Poe ver achter zich.
Wat is ,,Ulalume" en de misty mid region
of Weir" vergeleken met fair Belzoond
and the little neighbouring cities of Durl
and Duz", the Lispasian ranges",
BarWul-Yann", waarheen de rivier de Yann
stuwt, eiate with molten snow that the
Poltiades had brought him from the Hills
of Hap", past Kyph and Pir, and... the
lights ofGoolunza"? En wat de idee betreft,
wie zal in A Dreamer's Tales" het laatste
vertelsel vergeten, The Unhappy Body,"
ol in Fifty-One Tales", dat zeer korte v
rhalen bevat, het sober-grootse Death and
Odysseus", de humor van The Song of
the Blackbird", de schrijning van de eeuwige
waarheid vervat in The Messengers?"
Heerlik is in Tales of Wonder", de ironie
van het eerste, waarin des Sultans hasj is
jeter de schoonheden van Londen beschrijft:
O Friend of God, know then that Lon
don is the desiderate town even of all
Earth's cities. lts houses are of ebony and
cedar which they roof with thin copper
plates that the hand of Time turns green.
They have golden balconies in which
amethysts are, where they sit and watch
the sunset. Musicians in the gloaming steal
softly along the ways, unheard their
feet fall on the white sea-sand with which
those ways are strewn, and in the darkness
suddenly they play on dulcimers and
instruments with strings. Then are there murmurs
in the balconies praising their skill, then
are there bracelets cast down to them for
reward, and golden necklaces and even
pearls
They have a river that is named the
Thames, on it their ships go up with violet
sails bringing incense for the braziers that
perfume the streel s, new songs exchanged
for gold with alien tribes, raw silver for
the statues of their heroes, gold to make
balconies where their women sit, great
sapphires to reward their poets with the
secrets of old cities and strange iands, the
learning of the dwellers in far isles, emeralds,
diamonds and the hoards of the sea. And
whenever a snip comes into port and furls
its violet sails and the news spreads through
London that she has come, then all the
merchants go down to the river to barter..."
De onwelriekende werkelikheid wordt
tegenover deze fantasie gesteld in: vHow
Ali Came to the Black Country", dat
met de aangehaalde vertellingen behoort
tot Lord Dunsany's meest eigen genre, terwijl
The Bureau d'Echange de Mau x" weer aan
Poe, Hoffmann en consorten herinnert, maar
weer, door de oorspronkelikheid van 't ge
geven, groter indruk maakt dan de meeste
verhalen van de twee voorgangers. The Bird
bij ons de spoorwegen) enz. enz. Deze eischen
werden niet enkel gesteld door de ultra's",
door de revolutionairen en socialisten, maar
werden ook soms in eenigszins verzachten
vorm overgenomen door de (of sommige)
zoogenaamde burgerlijke" partijen.
Men zal misschien vragen: waarom zou
men aan deze verlangens niet tegemoet
komen? Is het dan alevel niet gewenscht
dat de menschen wat korter werken en wat
meer loon krijgen en dat zij behoorlijk ver
zekerd zijn tegen de voor hen zoo gruwe
lijke gevolgen van ongevallen, ziekte, inva
liditeit, ouderdom of werkeloosheid ?
Behooren wij hun dat eigenlijk niet te gunnen,
niet te waarborgen ? Wanneer wij ae hand
in eigen boezem steken, moeten wij dan
niet tot de erkenning komen dat totnogtoe
eigenlijk alleen ons consfrvatisme of onze
angst voor wat ons dat kosten zal, ons heeft
doen terugschrikken voor maatregelen, waar
van wij immers de billijkheid moeten
toegeven ?
Wanneer wij, bevoorrechten in hun plaats
waren, zouden wij dan niet ook aandringen
?p hetgeen zij nu van ons vorderen ? ...
Op al deze vragen zal ik niet ingaan, er
zijn er bij van ethischen aard. Voor de
volledige beantwoording zou men een studie
moeten schrijven. Mijn bedoeling is ook
niet, te betoogen dat deze eischen moeten
worden afgewezen. Wat ik alleen maar in
het licht wil stellen, is: dat deze eischen
zijn van verre strekking, van groote
beteekenis; dat de vervulling daarvan ver
schillende gevolgen zal hebben, waarvan
zich niet iedereen, die zegt de vervulling te
wenschen, voldoende rekenschap geeft. En
dat is verkeerd. Wie deze dingen wil, moet
weten wat zij beteekenen. Hij moet de ge
volgen kennen en hij moet, wanneer hfl, die
gevolgen kennende, toch de zaak blijft willen,
de gevolgen ook voor zijn rekening nemen.
Wij leven thans, na 51 oorlogsmaanden, in
een tijd van overspanning. Men had kunnen
denken dat het sluiten van den wapen
stilstand en het vooruitzicht van den vrede,
on/spanning zouden hebben gebracht na de
spanning van de oorlogsjaren. Maar dat is
anders uitgekomen. De geweldige politieke
beroeringen, waarvan wij in den laatsten
tijd de verbaasde getuigen zijn geweest,
hebben niet de spanning doen wijken, veel
eer ons overspannen gemaakt. In dien
toestand is het altijd hachelijk, besluiten van
verre strekking te nemen. Het kan natuurlijk
iiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiMiii iiiiiniimiiim
of the Difficult Eye" valt hierbij af, zo ook
A Story of Land and Sea:', waarschijnlik
geïnspireerd door Defoe's .Captain
Singleton"; en Why the MükmanShudders when
hèPerceives the Dawn" verbeeldt blijkbaar,
't moest niet maggen, 'n aan z'n lezers ge
bakken poets.
Tot voor kort stond ol reed Lord
Dunsany aan 't front. Laat ons hopen, dat
hij ongedeerd is gebleven, en zonder zich te
herhalen things of beauty zal blij ven schep
pen tot joys for ever.
The most fundamental point in literary art
is interest of plot. A story, as a work of art, is
unity in diversity: the more diverse the de
tails the richer the arr, provided that all the
details are feit to lie within
acomprehending nnity... Plot is at once poetlc
architure and arlistic Providence." Onderschrijf!
men deze woorden v. prof. Richard Moulton*),
dan zweert men niet bfj tranches de vie"
slices of life mitsgaders mooie brok
ken", en men heeft hier 'n punt van ver
eniging voor hen, wie de letterkundige
waarde van 'n roman ter harte gaat, en de
gemiddelde romanlezers, wie 't om 'n ver
haaltje te doen is, en die, als 't boek een
maal uit is, er niet meer naar omzien. Beide
kategorieën zullen in The Plot Maker hun
gading vinden. Daar is 'n aardig verhaal,
nieuw van vinding en goed uitgewerkt, in
'n sympathieke stijl die ik bij gebreke van
'n beter woord mannslik" zal noemen.
Diepgaande kwesties, levensvragen, worden
er niet in behandeld, tenminste dat zal
de uitspraak zijn van de een, terwijl 'n
ander de verhouding van waarheid tot ver
dichting en van waarheid tot werkelikheid
misschien als behandelde levensvraag wil
beschouwd hebben. Wat de karaktertekening
betreft, die is m.i. volkomen in harmonie
met de opzet. Er is niet te veel werk van
gemaakt, en ook niet te weinig, en 't
meeste er van geschiedt, niet door bespie
gelend of verklarend optreden van de
schrijver, maar dramatles, door woord en
daad van de figuren.
Coulthard Henderson, de gereüsseerde"
romanschrijver, voelt, op de hoogte van z'n
succes, het akelig gevoel van 't
naar-benedendreigen-te-gaan van de wip. Hij maakt geld
met z'n boeken, maar beseft dat dit niet
kan duren, doordat ze innerlike waarheid
missen. Z'n dialoog deugt niet, het gedrag
van z'n figuren op de kritieke ogenblikken
is ver van overtuigend, en hij besluit 'ns
te experimenteren. Vivisectie, om 't met 'n
ander woord te noemen. En nu ontwerpt
ie 'n noodzakelikerwijze zér elastiese intrige,
en vind zich 'n protagonist, die tegen be
taling van idem dito zoveel" plus aandeel
in de winst, die intrige tot werkelibheid
zal maken, N.B. met inbegrip van hof maken,
schaking, ontmaskeringen, veroordelingen
en eventuele vechtpartijen of duels. De
hoofdpersoon slaagt wonderwel, maar be
merkt te laat, dat hij per slot van rekening
de marquéspeelt, en dat .,'T is an awkward
thing to play with souls, om met Robert
Browning te spreken, en besluit naar 'n
ander middel van bestaan uit te zien, zeer
zijn dit beoordeel ik niet dat de
politiek het rasch nemen van zulke besluiten
voorschrijft. Is dat zoo, dan moet men de
gevolgen op den koop toe mee nemen.
Maar is dat niet zoo, dan is het geraden,
zich vooraf rekenschap te geven van dat
gene, waartoe men besluiten gaat, van de
gevolgen, van de strekking, van de conse
quenties. Hierbij denk ik aan een der laatste
zinsneden van het hoofdartikel Orde" in
het vorig nummer der Groene, waarin ge
zegd werd: De opbouw op sociaal,politiek
en economisch gebied zal (echter) alleen
zijn: vast van lijn, gehoorzamende aan orde
en rede."
Juist! Wanneer de opbouw zal gehoor
zamen aan de rede, dan eischt de redelijk
heid, dat wij ons klaar voor oogen stellen
wat en ho3 wij op sociaal en economisch
gebied gaan opbouwen, welke de grond
slagen zijn en wat daarop verder zal moeten
verrijzen.
Daarom zou ik tegen overhaasting willen
waarschuwen, al klinkt misschien in dagen
als deze zulk een waarschuwing niet iedereen
sympathiek en al zal misschien worden
gezegd: daar hebt ge nu zoowaar alweer
de bezwaren-makerij, die een domper wil
zetten op den frisschen hervormingszin,
waarmee wij nu juist zijn bezield! . . . .
Ach ja, het is heel sympathiek en zeker ook
niet maeilijk voor velen, om in dit koor
mee te zingen. Ds rol van den bedacht
zame is nooit de beau röle". Maar dit is
toch geen overweging, die tot zwijgen zou
leiden.
Nu is het echter voor mij heel moeilijk,
in dit kort bestek aan te geven, waarom de
vragen, die bij het stellen van deze demo
cratische" eischen rijzen, rustig bezien moeten
worden. Hier opent zich zulk een wijd veld
van beschouwingen, de gevolgen der ver
langde maatregelen zijn in hun samenhang
van zoo verre strekking, dat het onbegon
nen werk schijnt daarover in enkele
kolommetjes te willen handelen. Toch wil ik n
algemeen gezichtspunt ontwikkelen, waaruit
blijken za! waarom ik rustig beraad vóór
het besluit noodig acht.
Al wat verlangd (of geëischt) wordt, heeft
ne doorgaande strekking: lotsverbetering
van den arbeider. De arbeidsduurbeperking
leidt in de meerderheid der gevallen tot
geringere voortbrenging. Daar in de be
drijven de vaste lasten" bij korter arbeids
duur gelijk blijven of althans niet evenredig
lager worden, beduidt eene geringere tevens
een duurdere voortbrenging. Duurder wordt
de voortbrenging bovendien, rechtstreeks,
door loonsverhooging en door de verzwa
ring van lasten, welke uitbreiding van
sociale verzekering op de bedrijven zal
leggen. Dus geringere en duurdere productie.
Dvs' verzwaring van onze concurrentie
voorwaarden op de wereldmarkt, voorzoover
wij daar komen te staan tegenover mede
dingers uit landen, die minder ver in ver
vulling van sociale eischen zijn gegaan dan
wij of die misschien even ver gingen, maar
die uit anderen hoofde daarvoor een ver
goeding vinden, b.v. doordat zij de
grondof hulp- of brandstoffen dichter bij huis
hebben en dus goedkooper kunnen krijgen
dan wij. Met zulke mededingers zullen
wij ook in Nederland zelf te rekenen
hebben, tenzij wij hen weren doer een
tilllliiiiiiiiiiilin minimin i immuun
*) The Modern Study
Chicago 1916.
of Literature."
ten ongerieve van Coulthard Henderson,
die zich z'ri arendsjeugdvcrnieuwing ziet
ontgaan.
Trneinde de held niet onsympathiek te maken,
verloopt de tragicomedie ten huize van z'n
allerinnemendste oom, 'n opkomeling van
'n brouwer (zooals er verscheidene in En
geland zijn), at the ancestral mansion
of the Shuttleworthys." Hier is als staaltje,
,,'n descriptive passage".
Ancestral! Even at that distance, and
despite the pictorial advantage of moonlight
and the proscenic setting of the stately
elms aforesaid, it would have been
perfectly obvious to anyone that there was
nothing in the least ancestral about
Wemmington Castle. It was blatantly modern
and pretentieus; it was rococo in the last
degree. It reminded you of those models
made in soap or sugar or bees'wax, that
may occasionally be seen in a grocer'sshop
wlndow. No one but the possessor of an
innately vulgar mind would have dared
build himself such a residence, or honour
it with the name of Castle when it was built."
In dat mooie Kasteel woont 'n passende
butler", hoofdman van het dienstpersoneel,
die, terwijl ie er 'n bibliotheek opnahoudt met,
voor de pronk, werken ais C<rly;e's French
Revolution, De Quincey's C< nfessions ot an
Opium Eater, enz., z'n dorstige ziel laaft
aan detecUve-geschiedeniFsen, met het gevolg
dat hem, de lezer van The Seal of Blood;
a Story o/ Love and Crime, van alles is
wijs te maken, en hij 'n belangrijke faktor
wordt voor 't gewenst verloop van de in
trige, waarvan de climax oereikt wordt bij
de natuurlik mislukkende schaking. De
rest verklap ik niet.
Heeft The Piotmaker uit den aard der
zaak 'n ferme intrige, Aigernon Blackwood's
bock The Promise of Air heeft er feitelik
geen. Toch is 't niet vormloos, maar z'n
struktuur zit 'm in de uitbeelding van de
wijze, waarop verschillende leden van't zelf de
gezin gecstelik reageren op hun
maatschappelike gesteldheid, waarbij de moeder en
de zoon orn hun
minder-dan-laag-bij-degrondszijn getypeerd worden ais menseüke
konijnen, dassen, wroeters en ploeteraars, in
tegenstelling met vader en dochter, die 't vo
geltype" vertegenwoordigen. Zij hebbennooit
zwarigheid, -alleszal rech kom, en alles
komt dan ook terecht, zeer ten hunnen gerieve,
ofschoon 't menig lezer niet zeer overtuigend
zal lijken. De auteur het f t "net zich heus te
makkeiik gemaakt, en had z'n gefingeerde
familie wel wat meer gefingeerde weder
waardigheden kunnen laten beleven, in welk
geval de stalende kracht van de leer die hij
preekt zou zijn gebleken, gedemonstreerd
ad oculos, terwijl we 't nu maar moeten
aannemen op gezag van de schrijver. Dit is
jammer, want het grond-idee is zoniet
aannemelik, dan toch aanlokkelik, en de luchtige
stijl doet het ijle van de inhoud genoegzaam
over 't hoofd zien.
Over nationaliteits-verschillen is al veel
onzin geschreven, en ook veel waarop, al
is 't geen onzin, de lommerd geen geld
geeft. Toch is 't zeker, dat de volgende
karakteristiek nooit uit de pen van 'n
Duitser zou zijn gevloeid:
He (dat is de hoofdpersoon, later de vader
des gezins, in z'n studente-tijd) was eager
tariefmuur, dien zij slechts kunnen over
schrijden tegen betaling van invoerrech
ten, waardoor hun fabrikaat hier te lande
even duur wordt als ons eigen goed. In dat
laatste geval drukt de last ten volle op ons
allen als verbruikers (waarbij te bedenken
valt dat de arbeiders zelven de orergroote
meerderheid der verbruikers vormen). In het
eerste geval: kans dat het goedkooper
buitenlandsch goed het duurdere nationale ver
dringt, wat beduidt: werkloosheid.
Ziedaar... ik zeg niet: de bezwaren,
waarom men dergelijke maatregelen moet
afwijzen, maar: ziedaar de richting, waarin
men zijn gedachten moet laten gaan voor
dat men tot dergelijke maatregelen besluit.
Nog n algemeene opmerking ten slotte.
Wij willen wederopbouwen. Wij willen
handel en nijverheid weer opstuwen tot
hun vroeger peil. Wij hebben sedert den
oorlog een grooten achterstand in te halen .
Daartoe moeten wrj als volk ons stevig
aanpakken, de handen uit de mouwen steken
en aan den ploeg slaan. Om onze volks
welvaart te herstellen, onzen nationalen
rijkdom weer aan te vullen, moeten wij
zeker n ding doen met alle macht: hard
werken. Ten slotie en niettegenstaande
alles, wat gebeurd is of nog gebeuren kan,
behoort in economischen zin de toekomst
a in dat volk, dat het hardst werkt, dat het
meest maakt van de omstandigheden, waar
onder het werken kan. Arbeid is het wacht
woord. Hoe meer wij door onzen arbeid zullen
voortbrengen, des te ruimer zullen wij
daarvan elkaar kunnen laten profiteeren, des
te meer zullen wij hebben om den vreem
deling aan te bieden in ruil voor wat hij
ons kan leveren en dat wfl van hem moeten
of willen betrekken, omdat alleen hij (o'
hij goedkooper dan een ander) het ons kan
leveren. Beperkte voortbrenging beteekeat
beperkte ruilmogelijkheid.
Ook hier is een richting aangewezen,
waarin m.l. de gedachten zich moeten be
wegen, wanneer men de gevolgen der .de
mocratische" eischen overwegen wil. Wat
ik slechts wilde betoogen, is, dat die over
weging noodzakelijk is, zullen wij niet be
sluiten nemen, meenende dat zij ons een
onvermengd goed zullen brengen, terwijl
'.ater ongewenschte gevolgen zich vertoonen.
De vervulling van al zulke eischen is op
zich zelf aantrekkelijk. Maar zal de sociale
en economische opbouw gehoorzamen aan
de rede, dan moet men weten wat men
doet, wat de daad inhoudt, waartoe ze leidt
SMISSAERT
iiiiitiMiiiiiiniiiimiiiuiiimiiim imimiiiiiminiiiiimuiiuiijti
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
MotordiensfvanTetenburi
DAGELiJKSCHE MQTORDIENST
UTRECHT LEIDEI DEI HUG IELFT
i. ItnchtichmvZi. Fjfijttifcl.
VJCI-VI ***
liiillllilllllllllllllllilllllliiiliiiiiitllllillliiiiiiiiiiiitlllinilluiliiiiJliiK]:
to know things hèwanted to know, yet in
a way hèwas too intensely curious, toe
impatient certainly, to put himself to tnuch
trouble to find out. He refused to work, to
grind" hèknew not how; yet hèabsorbed
a good deal of knowledge; information came
to him, as it were. He figured to himsel
vaguely that there was another surer way
of learning than by memorising detail,
a flashing, darting, sudden way, like the
way of a bird. To follow a line of
infoimation to its bitter end was a wearisome,
stultifying business, the reality hèsought
was lost sight of in the process. The main
idea had interest for him, but not the details
for the details blurred and obscured it
Proof was a stupid word that blocked his
faculties... Logic, too, the backbone of
philosophy, affected him with weariness,
just as his respect for reason was shocking! >
undeveloped. And argument could prove
anything, hence argument for him was
also futile. He jumped to the conclusior.
always
Oae thing and one only, it seemed, be
desired to realise, and that was birds. It
was a passion in him, a mania. He had a
yearning desire to understand the mysteiv
of bird-life not ornithology but birds
Hij neemt zich 'n vrouw, nadat ie is
verliefd geraakt op het vogelachtige" in
haar. Dit vogelachtige gaat later in z'n ge
heel over op de oudste dochter, dies ge
schiedt er 'n genegenheidsoverdracht er
vader en dochter begrfjpen elkaar voortaan,
terwijl mama haar troost zoekt bij 'n ge
lijkaardige zoon. En wanneer vader en
dochter in extase staan te kijken naar de
zwaluwen-trek in October, staat mama d'r
hoofdschuddend bij ... Do come on, dear.
There's really nothing to watch . . . Maai
zij voelen zich verwant aan de vogels; en
hij formuleert het in woorden:
To rely upon inner, subconscious
guidance was to rely upon that portion o!
his being that greater portion which
obeyed spontaneously an immense rhythm
of the mothering World-Spirit. Thought
broke this rhythm, Reason was clever but
not wlse. The subconscious powers, knowing
nothing, yet approached omniscience,
enjoyed omnipresence. while still being here,
Naar aanleiding van wat ik enkele maanden
geleden schreef over W.J.Dawson, is mij er
opgewezen, dat van de hand van mei.
R. S. van Goudoever bij de uitgever P. Veen te
Amersfoort in 1917 'n vertaling is verschenen
van z'n House of Dreams (= Een Droom?'').
Tevens neem ik de vrijheid bij deze te wijzen
op het bestaan van de te Amsterdam ge
vestigde Engelsche Bibliotheek", waarvan
de kommissie van aanschaf bestaat uit heren
professoren dr. J. H Kern en dr. A. E. H
Swaen, de heer C. Grondhoud, en onderge
tekende. (Contribntie/6.?'sjaars.
Sekretaresse mej, L. Snitslaar, lerares M. O. 158
P. C. Hoeftstraat). De verzameling is pas in
z'n begin, waar uitsluitend modern romans,
drama, poëzie, kritiek zorgvuldig wordt
bijgehouden. Hoe meer leden toetreden, hoe
mter we kunnen doen.
WILLEM VAN DOORN