De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 30 november pagina 1

30 november 1918 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Zaterdag 30 November AM818 DE AMSTERDAM WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ER ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr, J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE GASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON UITQEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORP } Advertentiën omslag 1.0.49 p. regel, binnenpag. f0.50 p. regel] LI* Hi en hoe staat Holland er daarbij voor ? r- De Keizer ia Nederland, door v. E. Bnitenlandaeh Ovenrieht: iMtekiig, door dr. G. O. W. Bvvanek, w* NQverheid in Brifemh-Indië, door mr. B. 3. Boelen. : $? Dnjtsofce Vloot uitge leverd, teekming vaaJordaan.?De Boode Wisknnatenaar, door dr. Vred. van Beden. Krekelzang: Winkoop weel MllQk, door J. H. Bpeenhoft. Si Jwuffleton: De Doode Oogen, door Jet v. Btiien. 6-. Vqer Vromwen (red. Kü». X. Bogge)_W»t de week hraeht, door BU«. M. Bogge. De Btrfld om het voer de Trouw na 'den Oorlog, door , B, A. Maren» ^ Bt. Hioolaa», door F. A. ff. 7: uit de Nat«nr: On;e Dmiaen, den» Jao.' Y. Thtfete. Betoogiagen tegen de Bevolntie in Amsterdam, teekeningen van Pelii BÜi.' Medleehti Kroniek! 8paan»ohe Griep, door 4*< L Trieaenderp. - Schilderkunst-Kroniek, door AJfo^PUuohaert. MnaUk in de Hoofdstad: Inoi<*e**.Vennenlen, door H. J. den Hertog, - 9: De Oroote T()d, woofden en mnaiek van Leo Lamer. Van ?. Vlaanderen: Bampieappelle, door Aug. van OatweUert. Hiemwe Ditgave voor Jongens, door t,,», T Herfat-pedje, door J. A. Sipens. lOt Boekbeepiekinjen, door plof. H, Bingmans en Herman iBddeadorp. Mnanoiën en Soonomie: Pandbrieven of StaataobUgatiën, door J. D. 8antflhane. 12; W het Kladsahrift van Jantje. Bate gevallen, door J. H. Speenhoff. - Een Vleugje HaagNtre TJtad: Het Aöeheid, door Ari. PrJJavraa« voor Jongen» en Mei» je».?13:D6 Lastige Gast, teekening van Joh. Braakensiek. De Winkelier voorheen «n thanst teekeningen van Blaas Kost Bfliertrnbriek, door B. Teohnisohe Babriek door J. F. v> O Leekenepiegel. BJIvosgsali De Xialnkte Bevolutie, teekening van Joh. Braakeasiek. HOE ZAL DE VREDE WORDEN, EN HOE STAAT HOLLAND ER DAARBIJ VOOR? Het is in het belang van ons volk 'igend plicht, zich nu zoo nauwkeurig iegelijk rekenschap tégeven, (hoe de regeling van den vrede waarschijnlijk wofdén zal. En niet wat men in Holland zoa wenschen, of wat de wijze mannen ten ?nzent, hadden zij 't voor het zeggen, * t zouden vinden is daarbij ._ "Wfe Nederland zooveel M* belang wil tien komen, «iferop «iet de vraag: hoe toestanden inderdaad zijn? elke opvattingen hebben de macht en de meerderheid achter zich, zoodat zij werkelijkheid zullen worden? , Dit iBhet eenige, wat er op aankom t; het eenige ook, dat richtsnoer voor onze staatslieden moet zijn, Wanneer wij dan, na nauwkeurige witHeralng in de verschillende invloed rijke kringen der ententelanden, ons be stek maken, zoo meenen wij daaruit voor id nog wel eenigen raad te kunnen u Deindruk van den reiziger, die eert is, dat d» toekomst hier te neg slechts onvolledig wordt in gezien en even onvolledig, aanvaard. , E«n, tijdlang vóór den wapenstilstand beeft men de wereld kunnen zien staan voor de keuze: de algeheele verzwakking van Duiiscnland, óf het in genade aannemen van Duitschland. Deze onzekerheid be staat «n niet meer, of hoogstens nog in de voorstellingen, welke men van Duitsche zijde tracht te onderhouden, om zich aan stroohalrnen vast te klampen. In volle INZINKING De weegschaal is overgeslagen. Wtj, die zoolang den Duitschen overmoed in top hebben aanschouwd, zien nu den triomf rijaen der bevrijde volken. Ons hart gaat mee met de luisterrijke processies die zich vormen ter eere van het herwonnen Jïlzas-Lotharingen en met niet minder vreugde volgt onze gedachte den aandoenlijk blijden intocht van ? den heldenkoning in zfln hoofdstad. Ook kijkt onze verbeelding in een spanning van geestdrift reeds uit naar het slotbedrijf van het geweldige drama, wanneer daar de stoet der overwinnende legen vooraan hun maarschalken, leiders en vorsten uit de Elyseesche velden door de Zegepralende Poort bet juichende Parijs binnentrekt. Moge ons gevoel zich echter niet geheel sluiten voor de overwonnene» l Zoo"a vaart hebben de gebeurtenissen gMomen in bet land dat den toon aangaf onderde tegenstanders, zooveel tegenstrijdige bewegingen openbaren zich daar sinds de druk der autocratie is weggenomen, dat wfl ons vooreerst nog Biet aan een oordeel wagen. Ja, wfl hebben geleerd dubbel be hoedzaam te wezen met ons oordeel, nu wij lederen dag moeten opmerken hoe met het draaien van den wind, in Duitschland de stemming telkens meedraait: verguisd wordt wie vroeger afgodisch werd vereerd en de eer kragen de verguisden. Het gaat te snel, en wfl moeten ons voorbehouden, de Duitsehe meeningen te toetsen. Maar wat ons oordeel moge zijn, wij behoeven niet hard te wezen. Misschien is het alleen zulk een krachtige, overnacbtlge schok geweest die het gezonde deel der natie tot zelf bezinning kon brengen. nuchterheid bezien, staat de oplossing echter vast: zij ligt in den eerstgenoemden zin. De vredesvoorwaarden zullen aller eerst een scherp, een voor menigeen misschien nu nog onbegrijpelijk scherp ingrijpen tegen de Duitschers.meebrengen. Wat bet hervormde democratische Duitschland" betreft, bestaat bij geen der wederpartijen de minste neiging, dit met vertrouwen te aanvaarden. Het zal ook den nieuwen regeerders te Berlijn niet gelukken, de redders van het Duitsche Rijk te zijn. Na al wat, mede onder hun toelating, in die vier eneenhalf jaar gebeurd is, blijft daarvoor het wantrouwen te groot. Bovendien wordt het recht van bestaan van' een nieuw groot en welvarend Duitschland in den geallieerden kring allerminst er kend, waarschijnlijk zal de werkelijke regeneratie eerst worden erkend, indien het Duitsche gevaarte van 1870 zich geheel weer in zijn afzonderlijken onderdeelen .heeft opgelost en Berlijn zijn centrale rol, Pruisen zijn uitgestrekte macht, verliest. Dat dit proces zich thans begint te voltrekken, is nog bet beste, dat Duitschland zichzelf aan kan doen! ** * De vrede zal dus in de eerste plaats worden gebouwd op blijvende beveiliging tegenover welke Duitsche eenheidsmacht ook. Na de ervaring, dat een volmachtig Midden-Europa een te zwaar pak op de maag van de wereld is, zal die onver biddelijk worden tegengewerkt. En des te meer nog zal dit zoo zijn, gezien de reeds weer opgedoken uitbreidingsbe rekeningen van het jonge sociaaldemocratische gemeenebest, waarbij de ge dachten zich niet alleen tot Oostenrijk, maar ook alweer tot Zwitserland en tot Nederland hebben uitgestrekt! Het zwaartepunt van dit kleinmakingssysteem zal in het economische liegen. Nu door het toestaan van het armistitium het definitieve ingrijpen met de wapenen, althans voorloopig, is ter zijde gesteld, treden daarfoor de economische rege lingen in de plaats. Het duurzaamst zal Duitschland economisch achteruit worden gezet. En dit des te zekerder, omdat in dit opzicht ook de meer verzoeningsgezinde richting, die overigens toch den door slag niet geeft, de andere ontmoet. ook zij, die niet zoozeer van straf en vergelding spreken, spreken immers van goedmaking op de ruimste schaal. Ik geloof niet, dat iemand dit anders inziet. Er moet gerekend worden met de allerzwaarste lasten, aan 't geheele Duitsche volk opgelegd. Waarschijnlijk zal dit niet gaan in den vorm van geld, of van leeningen. Dan zal het zijn in den vorm van verplichte levering van grondstoffen en producten. Aan den Duitsche staat of aan de Duitsche staten zal, ten be hoeve van de andere landen, de jaarlijksche levering, zonder betaling, van zekere contigenten goederen en grond stoffen (steenkool, erts, kali enz.), en het verrichten van bepaalden arbeid worden opgelegd. Hoe de Duitschers dit dan zullen willen bijbrengen, is hun zaak van binnenlandsche regeling. Abstract *beIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIII En daardoor tot het inzicht dat het zich door waanvoorstellingen had laten begoochelen en zichzelf had bégoocheld. Hoe het zij, er is thans een omkeer en een in keer gekomen. Ook hierbij heerscht in Duitschland dik wijls overdrijving die aan volle oprechtheid doet twijfelen, maar soms tieft toch wel een woord door zQn eenvoudige waarheid. Niet dat wij alles gelooven wat van de wandaden der Duitsche troepen in de bezette gebieden wordt verteld, er zal wel laster onder zijn, hoorde ikeenvandevooraanstaandeDuitschers zeggen, maar «ns geweten voelt zich niet gerust, eer onpartQdlgen een pijnlijk onder zoek hebben gehouden. De Inroeping van een ander geweten dan tot nog toevoerde reclame fagade van Duitschland hing, dat is het voornaamste. Het geweten moet zich vrfl willen maken, hier komt het op aan. Ziedaar een vrucht van de ondervonden vernedering. Zoo zwaar is zij aangekomen l Er is een opwinding ook van droefheid, en daarnevens heerscht er thans een roes van vrijheid in Duitschland. Die opwinding en die roes zullen overgaan. Dan zal de inzinking wor den gevoeld. Men mag zijn meegevoel er niet aan onthouden. .Op het water ligt de toekomst van Duitschland." Het woord van den Hohenzollern zegt de waarheid voor een land dat een wereld macht wil zijn. Daarom heeft diezelfde Hohenzollern, toen hij het een toekomst misgunde, Rusland zooveel mogelijk afgeslotrn van de zee. Zonder toegang tot het groote water, hoe zal ten land adem halen ? De fout van den autocraat is geweest, ?let dat hij Duitschland een zeemacht wou schenken, maar dat hij verlangde door die zeemacht dadelijk met Engeland te wed ijveren. Hij was overhaastig; uiterlijk en innerlijk moest déKeizerlijke vloot de van eeuwenher geroemde Engelsche vloot naar de kroon steken. Hfj wilde het zoo. Dat heeft zich gewroken. schouwd komt het echter óp een hoeveel heid gedwongen praestatie neer, door een deel van Europa gedurende bepaal den tijd, van misschien tien jaren of meer, voor een ander deel te verrichten. Van vrij bedrijf, van herstel van welvaart en van vrije ontwikkeling zal daarbij weinig of geen sprake zijn. Deze gedachtengang past natuurlijk veel minder goed in een systeem van onafhankelijk internationaal ruilverkeer, zooals men dit voor den oorlog heeft gekend, dan in de directe levering en distributie tusschen staat en staat, in de onderlinge productieregeling door de gouvernementen, zooals uit den oorlog overblijven zal. En hier ligt ook de reëele grondslag van wat men als den Bond der Natiën heeft te verwachten. Niet utopische en juridische reglementeeringen op den zelf den voozen grondslag als de Maagsche vredesconferentiën, zullen de eerste treden zijn naar dit verdere ideaal der vereenigde menschheid. Neen: uit de gedwongen coöperatie tot voorziening in de stoffelijke behoeften, zien wij iets van den volkerenbond rijzen. **% Iets daarvan is reeds tijdens den oorlog ontstaan De Intergeallieerde Vleeschen Spek Executieve, de Graanexecutieve, de Scheepvaartexecutieve, het Intergealli eerde Financieringsbureau, welke nu reeds te Parijs of te Londen tot stand zijn gekomen, hebben de wereldcontrole ge schapen over inkoop en verkoop en verdeeling. Het behoeft niet te verbazen, dat deze nog geruimen tijd voort zullen bestaan en andere dergelijke instellingen, b.v. voor steenkool, voor industrieele grondstoffen, voor kunstmest- en bouw materiaal enz. naast zich zullen .zien verrijzen. De geheele financiering der oorlogsschulden wordt ook als internatio nale wereldorganisatie op den voet van het Federal-bank-systeem voorbereid. De binnenlandsche vrijheid van zaken zal door dit alles niet geheel worden gedeerd. Maar toch zien wij n de inter nationale concurrentie, n het particuliere ondernemingswezen in. fe-fangrijke mate afgesneden door een nieuw stelsel, dat de oorlog beeft doorgevoerd, maar waarin bovendien het Amerikaansche trustwezen en de leer van het staatssocialisme van vóór den oorlog elkander hebben ontmoet. Misschien zal dit stelsel later weer door ontevredenheid barsten. Voorloopig is het voor langen tijd daar, en heeft gepakt. Een groot intergeallieerd handels systeem is zich aan 't vormen. En zoo, op die materieele manier, stapt de wereld misschien zonder het te merken, in iets van een Bond der Natiën over. Dat is voorloopig het voornaamste, wat van dit bondsdenkbeeld werkelijkheid worden zal. Wanneer men zich dan echter de voorstelling meent te mogen maken, dat in dit coöperatieve gezin der staten alle volken direct en zoo maar op den voet der gelijkheid zullen worden binnen gehaald, heeft men het mis! Of liever gezegd: in de staatkunde der Geallieerden wordt omtrent die ge lijkheid een geheel andere voorstelling gehuldigd, dan menig neutraal gemoed nog denkt. Ginds heerscht immers de iiiiiiiiiiiiiiiiiiimimii Van de marine inde aftakeling van Duitschlands weetmacht uitgegaan. In algemeene trekken is de muiterij .der matrozen te Kiel bekend genoeg. Mij boeide het verhaal van dien opstand, uit de verte gezien door een maricier; hij was op een der schepen die in de Noordzee vooruit patrouilleerden; van tijd tot tijd kwamen zij in aanraking met de Britsche vloot. Men had aan boord het gevoel dat er iets aan de hand was, toen men werd terug geroepen en in de Duitsche Baai de geheele vloot vooi anker zag liggen. Zo» gaat het verhaal. Woensdag, 30 October, heette het, zouden alle schepen zee kiezen voor een groote manoeuvre; dat was de order van het opper bevel. Het leek vreemd, de tijd was er niet naar. Ook gingen er geruchten van een oproerigen geest onder de bemanning van enkele schepen; men stond daarmee niet in verbinding, de mare was alleen overgewaaid. Toen kwam er plotseling contra-order: de zeebereidheld werd verschoven tot den avond van den 31en. 's Morgens dien dag verscheen de bevel hebber van het eerste eskader aan boord van het schip. De bemanning werd aan dek geroepen. Daar voerde de commandant het woord. Het was een toespraak die hen allen overviel. Een hoogst betreurenswaardig voorval had plaats gegrepen. Van verschil lende schepen hadden de matrozen de ge hoorzaamheid opgezegd. Toen het bevel was gegeven zee te kiezen, hadden zij met de extincteurs het vuur gebluscht, en om hun reden gevraagd, hadden zij geantwoord niet naar open zee te willen gaan om deel te nemen aan een wanhoopsslag. Men bfgreep dat de bevelvoering zich had voorgenomen alles op n kaart te zetten en liever de gehrele vloot wilde doen ondergaan dan In haar overgaaf aan de Engelschen te berusten: met de vlag aan de mast naar den kelder wanner r het laatste schot was afgeschoten. Maar de ma riniers hadden niet gewild: het commando kon alleen gaan als het zoo verkoos. Op opvatting, dat het juist de hoogste on gelijkheid zou zijn, wanneer Duitschland, na aan de anderen zooveel rampen te hebben toegebracht, zonder meer zijn plaats onder de mogendheden zou her nemen. Het resultaat zal dus zijn, dat Duitsch land voor zeer langen tijd slechts quantit négligeable in het gewone economische verkeer zal zijn. De wereld der Gealli eerde mogendheden zal haar welvaart in zichzelf vinden, en Duitschland in de eerste plaats slechts als gebied yari'g dwongen productie bejegenen. Dit is het lot, waar op het oogenblik nog de politiek der nieuwe Duitsche staatslieden tracht onder uit te kruipen. Wij betwijfelen echter of dat ook maar eenigszins gelukken zal. Er heerscht onder de Geallieerden eigelijk geen verschil van meentng. Ook van Wilson moet men geen afwijking verwachten. Trouwens, de meerderheidsstemming der Amerikanen is reeds verder gegaan dan de eerste, nog niet uitgewerkte denkbeelden van den president. * * * Zegt men, dat dit geheele stelsel hui veringwekkend is, dan is ons antwoord, dat ons land in de eerste plaats slechts heeft te constateerenl 't Beoordeelen heeft zoo weinig zin, daar onzerzijds .toch van beïnvloeden geen sprake is, en wij vooral zullen moeten aanvaarden.Maar tevens moet toch nimmer worden voor bijgezien, wat men misschien ook nooit zoo sterk kan gaan voelen, als wanneer men een tijd lang werkelijk op de zoo men van den oorlog heeft verkeerd: met Belgische vluchtelingen, ontweken Fransche en Engelsche krijgsgevangenen; met zeelieden van de handelsmarine; in het vernielde Vlaanderen en onder de we duwen en weezen van alle volkeren; onder de slachtoffers der gasaanvallen en temidden der schrikervaringen, waarin geheele steden als Londen en Parijs door de bommenaanvallen en luchtraids hebben verkeerd. Dan gevoelt men, dat deze oorlog be halve een staatkundige, ook eene zedelijkf beteekenis heeft gekregen, en dat de vrede, behalve een staatkundig herstel, ook een zedelijk herstel brengen moet. Anders zou een grijnzende, verbijsterende leegte bestaan in de harten van die millioenen menschen, die nu aan den lijve van afkeer zijn vervuld over het gruwe lijke en schandelijke systeem, door de Duitschers met minachting van God en gebod toegepast. Er is geen twijfel, of dat geheele Duitsche volk zou met lust van de voordeelen geprofiteerd hebben, wanneer zij door deze brutale macht de overwinning hadden behaald! Er ligt een vreeselijke, maar niet afstootende vergel ding in, dat de goedmaking van 't ver oorzaakte kwaad nu ook tot de uiterste mogelijkheid en tegenover allen wordt doorgezet. Voor de Engelschen vooral, is daaraan tevens nog verbonden de persoonlijke rechtsvervolging der aanvoerders van de ergste wandaden, en op deze lijst staat de keizer bovenaan. Maar voor alle ge allieerden is de onverbiddelijke door zetting der liquidatie een besliste voor waarde. En ook van uit de wereld der neutralen, met name Zwitserland, zijn reeds plannen uitgewerkt, waarin ditzelfde de Thüringen hadden de muiters zich verbarricadeerd aan de voorplecht. Naar.de Thüringen werd het schip van den verhaler gedirigeerd. Een torpedoboot ging mede om de opstandelingen af te halen. Weigerden dezen, zoo moest het muitende schip worden beschoten. Het was een vreeselijk oogenblik. Alles werd dade lijk in gereedheid gebracht, maar niemand wist hoe zich te houden. Op kameraden te schieten l Het ging niet; maar weigeren was evenzeer onmogelijk als gehoorzamen. » Daarbij kwam: wanneer de Thüringen terugschoot, was het aan vallende schip ver loren. Toch stond men klaar, trillend. Gelukkig streefden de rebellen niet tegen, zij gingen op de torpedoboot over. Maar de spanning gedurende het uur van on zekerheid was onverdragelQk geweest. Toen werd het een opluchting. Het bleek ondoenIQk met bemanningen in zulk een stemming den beslissenden tocht te aanvaarden. De weigerende matrozen hadden den dag ge wonnen. Waarom kon het leger te velde niet eveneens zoo handelen ? Zoo zien wij op een afstand als in een nevel gedurende een enkel oogenblik het begin der matrozenmuiterQ, die dan te Kiel aan wal gaat en zich over het land ver spreid. Even een indruk! Een ander beeld wil ik nog opvangen. Veertien dagen later, VrQdag 15 Novem ber, liggen achter den boom van de golf van Forth in Schotland de Engelsche Dreadnoughts achter elkander aan geschaard langs de boorden van het fjord. Het reuzengelid is in afwachting. Het ziet uit naar de komst van de Duitsche Kruiser die, vrij toegelaten in de Noordzee, den Duitschen vice-admlraal aan boord heeft, belast met het regelen van de overgaaf der vloot. Want deze dag is het tragisch besluit van den dag der marinemuiterij. Zij hebben de uitlevering der schepen verkozen boven den dood in de golven. Welnu, het zal de overgaaf van de vloot zijn. denkbeeld geheel wordt aanvaard. ** * Vragen wij eindelijk, hoe Holland, met dit alles rekening heeft te houden, dan is het duidelijk, dat n ding vooral niet meer, en n ding vooral wél in rekening moet worden gebracht. Vooral niet meer moeten verwachtingen worden gebouwd op een welvarend en invloedrijk Duitsch hinterland! Dit is voor zér langen tijd geheel van de baan. Alle streven om ten onzent de connectïe's' naar dien kant te menageeren, is het wedden óp een lijk. Het zij nadrukkelijk gezegd, dat 't juiste begrip hiervan ten onzent nog on voldoende schijnt doorgedrongen. Vooral onze pers en sommige andere personen van invloed zijn druk bezig, hun antipathiën uit te storten naar den eenigen kant, waar ons land voortaan houvast zal hebben; en zij verspillen hun sympathiën in een richting, waar ons niets anders kan wachten, dan mee in den grauwen afgrond te worden gesleept. Onze geheele verdere economische ont wikkeling zoowel als ket ideëele geestelijke leven, en ook onze gezonde politieke be ginselen van vrijheid en orde, liggen voor ons volk in de wereld der Gealli eerden. Ook een neutrale staat als de onze zal in dit stelsel niet maar zoo zonder meer binnenrollen. Hij moet daarbij even eens op voorwaarden rekenen. Maar de voornaamste voorwaarde is daarbij wel deze: dat hij zonder chicaneeren en zonder kleingeestigheid, onomwonden zijn politiek naar dien kant bepaalt. Dan kan zij zeer zeker verwachten, in een sympathieke sfeer te treden. Wij moeten ons niet, van licht te door gronden kant, weer bang laten maken over booze entente-plannen, b.v. wat Zeeuwsch-Vlaanderen betreft. Ik heb hiervoor, na zeer nauwkeurige waarne ming, geen schijn van bewijs gevonden, wél van 't tegendeel. Maar Holland staat voor de taak, om zijn lijn te trekken. Blijven wij ook in den vrede doorgaan met het academische oorlogsdogma der neutraliteit, los van alle partijen; schromen wij, uit eenmaal aangeleerde angstvalligheid of uit nog nawerkende Duitsche terreur, nog altijd kleur te bekennen, dan zakt ons land red deloos van den wal in de sloot. Er zal ons ook dan niet veel kwaad worden gedaan. Maar ons zal overkomen, wat ten slotte het allerergste zal zijn: wij tellen in niets meer mee. Het is geen tijd meer, afzijdig te willen blijven. Het is geen tijd meer voor struis vogel-, schutter-, kruideniers- of sputterpolitiek. Een open oog is noodig voor de nieuwe vormen en stroomingen in de internationale politiek; een krachtige hand, om aan de vervulling daarvan loyaal mede te werken. Geen eigenwijze en wereldvreemde theorieën; en «iet ons mee laten sleepen in de pogingen om het nieuwe Europeesche systeem tegen te werken, of te ontduiken of in de war te sturen. Ook geen instrument willen worden van tegen het belang der andere volkeren ingaande bewegingen! Zelfstandig en zoo flink mogelijk samenwerking zoeken bij de mogend heden van het Westen, waar ons belang liiiliiiiiiiiMimiiiliiiiiiiiliiiiiiiiiliiiiiiilliiiiiiliiliimiiiiinmiMtJiiiiiiiii Een flottille van zes lichte kruisers en tien destroyèrs gaat in de open zee ket Duitsche schip tegemoet. Maar de mist 'hangt zwaar over het oppervlak van het rustige water. Men kan den vreemdeling niet ontdekken op de bepaalde plaats der samenkomst, en men wil toch niet de teleur stelling ondervinden dat de vreemde kruiser alleen haar weg zal nemen naar den ingang van het fjord; zij moet omstuwd worden en opgebracht door haar triomfeerend geleide. Er vertoont zich te midden van den nevel een donkerder plek, daaruit komt het vaar tuig te voorschijn, de bode der onderwer ping, met de groote witte vlag aan den middenmast. Op het dek zijn de hoofdoffi cieren verzameld en eenige heeren in burgerkleeding. De afgevaardigden zijn het, bereid de voorwaarden uit den mond van den tegenstander te vernemen. De tocht terug naar de golf van Forth kan aanvangen. Zullen wij de reis medemaken met de opgebrachte vernederde Kruiper, zullen wij door den boom van de golf medegaan langs de rij der zwijgende Dreadnoughts, zullen wQ de besprekingen volgen, kort en koel, over de wijze waarop de uitlevering der Duitsche schepen, bijna een honderdtal duikbooten en tien Dreadnoughts en nog zooveel meer, onverbiddelijk wordt geregeld? Het doodvonnis over de Duitsche vloot is gesproken. Hard en scherp over mannen die als piraten gezondigd hebben tegen de regels der broederschap van de zee. De Duitsche vloot is niet meer. En zooveel is heengegaan, waarvoor met stoere vlijt en hardnekkig veelzijdig talent tientallen van jaren is gearbeid; de Duitsche eenheid zelfs is bedreigd, het Deutsihland ber alles in der Welt" is het zwijgen op gelegd. Een wild jagende droom houdt de ontruste geesten bevangen... Er zal een ontwaken zijn en een nieuwe dag zal aanbreken. Wanneer? W. G. C. B Y V A N C K

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl