Historisch Archief 1877-1940
-w
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLANl
30 Nov. '18. No. 2162
DB DUITSCRE VLOOT UITGELEVERD
Teekaüns voor de Amsterdammer" van fordaan
\
Y
k':
Icarus' belde vleugels gebroken
iiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiMiiiiiiiiiiii
en . onze steun en de beste mate van onze
vrijheid ligt: dit is thans voor Holland
de aangewezen weg, en hierin mag ons
tolk verwachten, dat de regeering ook
doelbewust voor zal weten te gaan.
v. H.
DE KEIZER IN NEDERLAND
Het ware wenschelfjker geweest, indien
het wonderlijke binnendringen
ilhelm in ons land had
afgeMen had hem kunnen verwijzen
. daarheen, waar een fatsoenlijk keizer
betooftie .te gaan: leg uw degen in de
han<fen van Maarschalk Foch.
' Nu hl er eenmaal is, valt aan drie dingen
evenwel niet te veranderen.
Ten eerste: dat wij dezen vluchteling, uit
welken, hoofden ook, niet aan n nkele
andere mogendheid kunnen uitleveren, en hem
evenmin mogen pressen, het tand weer te
verlaten, als hij dit niet uit zich zelf durft.
De toevlucht van het asy l wordt nu eenmaal
lllltlllllllllllHIIM
Nodorl. Munt
E,-f
iimiiiiiiiiiiiitiiimiiniiiiiiHtiiiiiii
DE ROODE WISKUNSTENAAR EN
HET OOVDEN KALF
In het bolsjewjeksche blad de Tribune"
vinden wig een ingezonden stuk van den
Amsterdamschen Hoogleeraar in de mathesis,
professor G. Mannoury.
' Met de proletarische typografie schijnt het
nog niét best in orde te zijn. Het aantal
drukfouten en defecte letters is verbijsterend
en een exact mensch als professor Mannoury
moet er onder geleeden hebben, zijn subtiele
gedachten door zulke kapotte teekens vertolkt
te zien. Met dit al is het artikel in hooge
mate belangwekkend, niet alleen om de
partij-groet" aan 't slot, die als een soort
vrijmetselarij aandoet, maar ook om de uit
eenzetting der partij-maatreegelen, hier door
n zoo bizonder schrandere en scherpzinnige
kop aanbevoolen. Als ik zijn bedoeling niet
altijd juist begreepen heb, dan is de slechte
druk gereede verontschuldiging.
Terwijl het gansche land juicht, en de
heeren en dames van de effectenbeurs met
oranje-cocardes op de borst en papieren
mutsen op 't. hoofd, two-steps dansen, om
dat de papiertjes niet langer op den tocht
staan, door het tijdig deursluiten der regee
ring, gaat de hooggeleerde
wiskunstenaar rustig dóór met het uitwerken der
Bolsjewieksche tendenzen. Aan de eischen
van het revolutie iaire proletariaat voegt hij
nóg een paar nieuwe en lang niet
malsehe toe.
De heeren van de praktijk, die nu weer
? een veer van den mond kunnen blazen,
zullen hem, ais een onschadelijke dweeper,
minzaam uitlachen. Voorzichtigheid zij hen
echter aanbevoolen. Staathuishoudkunde
zon niet de eerste praktische weetenschap
zijn, die de hulp van wiskundige denkers
behoeft.
Welke zfjn dan de eischen door professor
Mannoury toegevoegd aan die der revolu
tionairen? '
? Vooreerst: de invoering van een proleta
risch Kiesstelsel, waarbij de kapitalisten van
het stemrecht worden uitgeslooten en alleen
de proletarlërs hun gemeenschappelijke wil
kunnen doen gelden.
Deeze eisch zal ongehoord en bespottelijk
worden genoemd en ik erken dat ik zelf
onmiddeltjk een sterk inwendig verzet heb
gevoeld, toen ik deeze opvatting van het
kiesrecht begon tébespeuren zoowel bij de
russische bolsjewteks als in de mislukte
revolutie-plannen van Troelstra.
Mijn verzet gold echter vooral het woord
proïetaristh". Teegen dat onzinnige woord,
en de niet minder onzinnige indeeling van
proletaries en burgerlijk, heb ik mij altijd
niet alleen aan de onschuld, maar ook aan
de lafheid verleend.
Ten tweede: dat de keizer zich, nu met
zijne gade, op ons grondgekled als dood
bedaard en bescheiden vluchteling heeft te
gedragen, niet in kasteelen moet wonen, niet
inïauto's rjden, niet gasten ontvangen, niet,
noch zijn nabestaanden, in aanraking
blijven met het personeel van de Duitsche
legatie, niet een eigen telegrafie er op na
houden, en zijn geheele bekende laatdun
kendheid moet laten varen. Deze eischen
warden hem nadrukkelijk opgelegd en elke
afwijking met geheel on-byzantQnsche kracht
onderdrukt.
Onze regeering zou voorts wijs doen, door
Uit eigen beweging een en ander in een
kernachtig memorandum mede te deelen
aan de verschillende mogendheden, voor
wie, dit zrj niet vergeten, de gewezen
keizer als een verachtelijke misdadiger geldt,
die in staat van beschuldiging dient te wor
den gesteld.
Wat bezig is, onze verhoudingen met hen
nog al tamelijk te vertroetelen, is niet het feit
dat den keizer hier verblijf wordt verleend,
maar wel, dat hem hier nog te veel respect
en te veel vrijheid en te veel egards schij
nen te worden verleend. Van eiken schijn
in dit opzicht moet Nederland zich zoo
spoedig en krachtig mogelijk vrijwaren.
IHIIIIIIItllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIItfllllllllllllllllltllllllllllllll
krachtig gekant. Proletariër bet eekent ha
velooze". En een suprematie van haveloozen
leek mij almee het meest absurde wat door
een menschelijk brein is uitgedacht. De
havelooze" is stellig de minst bevoegde
tot sociale hervorming. Hij mooge een on
schuldig slachtoffer zijn van maatschappelijk
onrecht, juist zijn slachtofferschap moet hem
als hervormer disqualificeeren. Hij zal nood
wendig eigenschappen en neigingen
vertaonen haat, wraakzucht, afgunst,
verstomping, ruuwheid die elke grondige
verbeetering in den weg staan, en zijn ver
heffing tot macht zou fatale uitwerking
hebben zooals dan ook al genoegzaam
gebleeken is.
Maar professor Mannoury bedoelt niet
haveloos" als hij proletarisch" zegt. Het
is maar jammer dat een scherpzinnig man
als hij, die weet wat significa beduidt, deeze
weetenschap hier niet zorgvuldiger heeft
toegepast.
Ik meen dat hier door hem om voer zijn
partijgenootenbegrijpelrjktezljn het woord
proletarisch wordt gebeezigd eerlijk",
zeedelijk" of rechtvaardig" behoorde te
staan.
Wanneer men nu een van deeze termen
interpoleert in de plaats van proletarisch"
dan zal ieder moeten toegeven dat de zaak
een geheel ander aanzicht krijgt. Het uit
sluiten van het stemrecht op grond van
gebrek aan eerlijkheid, zeedelijkheid en
rechtvaardigheid is niet onzinnig.
Inteegendeel, men kan zeggen dat deeze toestand
reeds bestaat, zoodra de uitsluiting van
eerloozen en misdadigers plaats vindt. Ook
het dreigen met geweld door de revolutio
nairen wordt iets gansch anders, zoodra
men het onzinnige woord proletarisch" door
een ander woord vervangt, dat zuiverder
uitdrukt het thans in de maatschappij be
staande antagonisme. Want ook in de best
geordende bestaande gemeenschap wordt
geweld gebruikt tegenoo ver dieven en boeven.
Het komt er eenvoudig op aan, inplaats
van een imaginaire klassestrijd, den
doodgewoocen en dotr ieder erkenden strijd tusschen
goedrn en slechten, rechtvaardigen en
onrechtvaardigen, dieven en eerlijke lul als
uitgangspunt voor elkehervormingteneemen.
O fatale eezelachtigheid van Duitsche
professoren en al te geleerde conoomen,
die een halve eeuw lang de hervormings
gezinde waereld hebben afgeschrikt en
beneeveld met hun kwasi-weetenschap, waaruit
het ethische gevoel en het religieuze begrip,
als onweetenschappelljk, werden geweerd l
De oovergroote meerderheid der menschen
zal toegeeven dat eerlijkheid en rechtvaar
digheid stellige vereischten zijn voor eiken
N.V. PAERELS
Meubilwring Mu.
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
RtkiD 128 Teltf. 4541 N
iiiiiiimiiiitimiiiitiiiiiiiifliiiiHii
In de derde plaats kan ons land, dat zoo
zeer de leer van .de onderworpenheid der
naties aan het gezamenlijke recht boven de
naties heeft doen daveren, niet ontkomen
aan de plicht, den keizer ter beschikking te
stellen, wanneer een bezadigde Internationale
beslissing dit vorderen mocht. Wij meenen
daarom, dat onzerzijds aan eene beslissing
omtrent 's keizers lot, door de
Vredesconferentie met medewerking van Nederland
te nemen, en die een behoorlijke justitie
waarborgt, 'zou moeten worden gevolg ge
geven. WanneèY^Sbze regeer in g ook dit nu
reeds openlijk verklaart, zal zij waarschijn
lijk alle ergernis, die, ten deele terecht, in
het buitenland wordt gewekt, doen ver
stommen en ons land houdt den goeden
weg. v. H.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiHi
NIJVERHEID IN BRITSCH-INDIË*)
door WALDEMAR FREUNDLICH
Bij beoordeeling van dit boek moet men
in het oog houden de wijze waarop het
ontstond.
De Commissie tot Bevordering van de
Fabrieks-Nijverheid in Wed. Indiëwenschte
de Britsen- Indische nijverheid in studie te
nemen; het gedelegeerd lid, Jhr. J. C. van
Reigersberg Versluys, zou persoonlijk naar
Eng. Indiëgaan, teneinde ter plaatse de
nijverheid te bestudeeren. Men verzocht vooraf
den heer Freundllch op Java gegevens te
verzamelen over de Britsch-Indische nijver
heid. Deze werden gevonden in de biblio
theek van de Alg. Secretarie te Buitenzorg
en elders, en uitgewerkt in het boek, hier
boven genoemd.
Wij hebben hier dus met zuivere
compilatiearbeid te doen; doch waar er zoo
weinig over vreemde koloniën is gepubliceerd,
heeft het werk in zoover wel reden van
bestaan.
Een nadeel is echter, dat de cijfers
veroudqjd zijn. Juist in de laatste jaren is
zooveel gewijzigd in Britsch-Indië, doch de
statistieken loopen meest tot 1911 of 1913.
De eerste hoofdstukken behandelen Land
en Volk" en Historisch Overzicht;" het
derde hoofdstuk behandeld onder A de
Oorzaken; onder B de Gevolgen van de
Groot-Industrie; onder C de Inheemsche
Industrie.
De twee eerste hoofdstukken en de twee
eerste afdeeUngen van het derde nemen
ruim de helft van het werk in beslag, doch
zeggen hoegenaamd niets van de
GrootIndustrie. Zij zouden of geheel óf grooten
deels gemist kunnen worden.
De volgende hoofdstukken zijn van meer
belang. Zij behandelen:
1. De Britsch-Indische Groot-Industrie.
2. De Invloed van de Groot-lndustrle
op het economische leven in Britsch-Indië.
Men krijgt uit hetgeen hier wordt gege
ven wel den indruk, dat de Engelschen met
hun gewone energie ook de Industrie in
Britsch-Indiëhebben ter hand genomen.
De elsch, om tot een Indische
GrootIndustrie te komen, werd op den voorgrond
gebracht door een Congres van Indiërs te
*) Hetzelfde onderwerp voor Tropisch
Amerika is behandeld in den Indischen
Gids", deel II, door J. M. Plante Febure.
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHHIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllllllll
burger van een wel geordende Staat. Had
den de socialisten er zich toe bepaald voor
elkeen onweederspreekelijk aan te toonen,
met woord en daad, dat de kapitalist oneer
lijk en onrechtvaardig handelt, dan was de
gansene maatschappij nu reeds van top tot
teen veranderd, de revolutie was een ijdel
schrikbeeld gebleeken, en uit de zeilen der
reactie was de wind genoomen.
Maar de marxistische uilskuikens ik
vraag ekskuus, maar de domheid is voor een
onafhankelijk mensen ook heemel-tergend
hebben de grootste kracht, het ethisch en
godsdienstig element, uit hun werk gebannen
en daarmee hun Invloed bij het beste deel
der menschen verspeeld. Wat nu nog het
socialisme naloopt zijn kudde-menschen, die
een systeem en een groote schare noodig
hebben om te blijven vooruit gaan. En dat
waar de gansche menschheid hunkert naar
rechtvaardigheid en religieuze bevreediging.
Professor Mancoury's eisen is volko smen
in orde, wanneer men zijn allerongelukkigste
terminologie wil currigeeren, en hetgeen hij
zegt, signifisch wil vertalen in hetgeen hij
eigenlijk wil,
Hij wil dat de burgers van een
welgeordende staat alleen dan moogen kiezen, als
ze eerlijk zijn en niet op de gemeenschap
parasiteeren. Met deezen eisen, wel toege
licht en wel geformuleerd, gaat zeeker de
oovergroote meerderheid der meuschen
accoord.
Ea bovendien wil Mannoury nog zeggen dat
een kapitalist geen eerlijk staatsburger in
etn wei-geördeude g«meetiBchap kan zijn.
Dit staat hem te bewijzen, maar het is zeer
gemakkelijk te bewijzen, en selfs al tallooze
malen afdoende beweezen. Het allerbeste
bewijs zou zijn waarop ik reeds onge
veer dertig jaren lang heb aangedrongen
een daad, een organisatie, een voorbeeld
van zuivere groepeering, waardoor de oude
maatschappij werd beschaamd en zonder
gewelddwang oovertuigd. Dit is de zeeker
st e en veiligste weg, hetzij men een evolu
tionair of een revolutioEair tempo verlangt.
De dolzinnige eisch van een ooverheersching
der haveloozen wordt dan tot de
doodgewoone eisch van een bescherming der wei
gezinden en een strenger aanpakken der
woekeraars en roovers. Ea deeze laatste
methode alleen heeft een toekomst.
De tweede eisch van professor Mannoury
is minder eenvoudig, maar niet minder
interessant. Hij eischt afschaffing van het
geld als kapitaal-drager en geleidelijke in
voering van een ruilmiddel met beperkte
geldigheidsduur...
Deeze maatreegel is blijkbaar bedoeld als
volgend op de onteigening der
productleMadras gehouden. Hier werd technles
onderwfls en bevordering der Groot-Industrie
verlangd. Eenige jaren later (1901) werd
een Industrisele Tentoonstelling gebonden.
Wel merkwaardig, dat de Engelsen-Indi
sche Regeering oorspronkelijk heeft gepoogd
de oude inheemsche nijverheid te behouden
en te moderniseeren; b.v. de weverij. Door
de Regeering werden praktische en
voordeelig werkende handweefstoelen vertoond
in verschillende plaatsen en rondtrekkende
weefscholen werden ingesteld.
Alles met weinig resultaat; het oude kon
in het algemeen de concurrentie met het
nieuwe niet volhouden; niet alleen de
weverijen en spinnerijen; ook de zq de teelt,
de wolweverij, het houtsntjden, de ijzerbe
werking, de suiker-industrie, de pot- en
steenbakkerij, de glasblazerij en
papierfabricage, alle zeer oude Indische industrieën,
moesten het ondanks Regeeringshulp afleg
gen, tegen de machinale beweegkracht.
Het hoofdstuk over de Britsch-Indische
Groot-Industrie geeft veel merkwaardigs.
Die industrie dateert van den allerlaatsten
tijd: omstreeks 20 jaar geleden werd deze
op grooter schaal begonnen, en is reeds zeer
belangrijk. Vooraan gaat de katoenindustrie,
welke geheel in handen der Indiërs is; ja, In
de meeste gevallen zijn deze ook leiders
der fabrieken. In de 631 cottonginning,
cleanies and pressing factories behoorden
er 416 aan Indiërs en 615 werden geheel
door Indiërs gedreven.
Het aantal particuliere ondernemingen met
machinale beweegkracht kwam van 1549 in
1903 tot 2563 in 1911.
Het totaal arbeiders verbonden aan alle
fabrieken vermeerderde van 662.000 in 1903
tot 920.000 in 1911, zeker een gunstig resul
taat, waaruit blijkt, dat ook in ons Indi
voor honderdduizenden nog een voldoende
bestaan is te vinden in de industrie; al is
het aantal arbeiders in Britsch-Indiëvan nog
geen mlllioen op een bevolking van 312
millioen menschen gering tn noemen.
De Jute-lndustrie meest in de omstreken
van Calcutta is niet minder belangrijk.
In 1901/02 waren er 36 fabrieken; in
1911/12 wel 59. Het aantal werklieden nam
toe van 114.795 tot 201.314; de in de industrie
gestoken kapitalen van £ 4.642.000 tot
£ 7.950.000.
De opbrengst der Jutevezel nam toe van
6.428.100 balen in 1902/03 tot 9.521.800 baal
in 1912/13. Het grootste deel van de Jute
gaat naar Engeland, Duitschland en de Ver
een i gde Staten.
Verder worden o.a. behandeld in dit hoofd
stuk: 1. De papierfabricaten, 2.
Aardewerkindustrie, 3. Glasindustrie, 4. Ijzerindustrie,
5. Olieindustrie, 6. Chemische industrie, 7.
Theefabricage.
Het laatste hoofdstuk geeft een slot-be
schouwing. De uitbreiding der Groot-Industrie,
zegt de schrijver, heeft tengevolge, dat over
gebrek aan arbeiders bij het landbouwbedrijf
wordt geklaagd. Daarentegen zijn de loonen
verhoogd en kan de bevolking daardoor zich
met tarwe etc. beter voeden. De levensvoor
waarden van arbeiders en kleine boeren zijn
verbeterd, doch de hoogere prijzen zijn een
druk op den middenstand geworden. Door
de meerdere welvaart is de import vermeer
derd; b.v. surplus import van edele metalen
in 1904/'05 £ 15.312.000 en in 1913/'14
£ 24238.000.
Ten slotte bleek het volk grooter weer
standsvermogen te hebben tegen
hongersnooden.
Het resultaat der
Groot-IndustrleinBritschIndiëgebracht, is in het algemeen gunstig
te noemen.
Mr. H. J. BOELEN
iiiimiuiiii
H. BERSSENBRUGGE,
PORTRETFOTOGRAAF
ZEESTRAAT 65, naast Panotama
DEN HAAG. Tel. 1538.
middelen en voorraden. Er staat geleide
lijk" bij, hetgeen de mopgclijkheld toelaat van
een kleine proefneeming op zeer voorzich
tige wijze. Geen experiment is zoo moeielijk,
onbereekenbaar en gevaarlijk als het ruil
middel-experiment. Men denke aan Robert
Owen's arbeidsbeurs en luilbank, die door
hun, mislukking al het uitneemende coöpe
ratie-werk door Owen gedaan, in een paar
jaren tijds vernietigden. Owen betaalde met
,,tijd-bons" in zeven grootten, uitgaande
van het denkbeeld dat de tijd ne standaard
of waarde-meeter vaa rijkdom moet weezes.
Voor die bons kon men dan ook in tijd
waarde geprijsde goederen krijgen. Het
stelsel faalde volkoomen.
Minnoury gaat blijkbaar uit van het voor
beeld der teevens-middelen distributie, waarbij
ook de bons hun waarde na een vooraf be
paalden tijd verliezen. Op de
moogelijkhtid van geld-rantsoeneering ineen ik ook
reeds geweezen te hebben. Nu verwacht ik
van professor Mannoury een meer uitvoerige
en beeter leesbare uiteenzetting van
zijn geld-rantsoeneeringsplan. Hij is niet de
eerste de beste en wat hij hier eeven'jes
aankondigt, berust zonder twijfel op grondige
ooverweeging. Hij is nu verplicht een uit
voerige toelichting te geeven.
Want de zaak moet worden opgelost,
daaraan helpt geen eve-moederen, en geen
Oranje-booven. Hst geld heet een ruil
middel en is een machtsmiddel, zooals
ik reeds uitvoerig heb aangetoond *).
Deeze algemeene en officieel getolereerde
leugen moet worden gedelgd of er ont
staan nieuwe nooden, nieuwe 'onlusten
en burgeroorloogen niet minder afschuwelijk
dan de pas geëindigde volkerenoorlog ? Het
is met deezen oorlog nu heel mooi gegaan.
De democratie heeft een flinken sprong ge
maakt, eemge dikke leugens zijn verdweenen,
een schandelijk onrecht is met bijna blik
semsnelle rechting bestraft. Maar men kan
het volkomen met Mannoury eens zijn dat
de hoofdzaak nog te doen staat. Wij ver
schillen misschien alleen omtrent het tempo
Man kan zeggen dat het al aardig hard
gaat, van komisch standpunt bezien, en
ievreeden zijn als de groote algemeene
Richting nog gevolgd blijft al worden
alle leugens en onrechtvaardigheden niet
op eens gedelgd.
Maar voor het standpunt van Mannoury
zijn krachtige argumenten. Die argumen
ten echter ontleenen al hun kracht aan het
religieuze geloof, dat door Mannoury schijnt
verwaarloosd te worden.
WIJNKOOP WEES BILLIJK
David Wijnkoop zeg ons even
Wat ge zoo al hadt gedaan,
Als uw vreeselijke oproer
Onverhoopt was doorgegaan?
Hadt ge, om uw macht te redden
U met strop en bijl gevoerd,
Hadt ge voor uw tegenstanders
Weer de doodstraf ingevoerd?
David Wijnkoop laat eens hooren
Wat er zoo al was gebeurd,
Hadl ge Troelstra, Treub en Nolens
Naar de bajussen" gesleurd?
Hadt ge als een Bolsjewikt
Allen fluks gefusileerd?
Hadt ge tegen ze geschreven
Of alleen gedebatteerd?
David Wijnkoop nog een woordje
Hoe het zoo al was gegaan,
Wat ge met het geld der Wertheims
En van Eeghens hadt'gedaan?
Gingt ge dadelijk verhuizen
Op de Petersburgsche wijs,
Van de Pieter Jacobdwarsstraat
Naar het Koninklijk Paleis?
David Wijnkoop mag men weten
Hoe of nu uw meening is,
Past ge nu nog in de Kamer
Of in de gevangenis?
Want als gij hadt overwonnen
Met uw revolutiebond,
Liepen Wibaut, Duys en Kuyper
Toch niet meer in vrijheid rond.
David Wijnkoop in gemoede
Vindt ge ons niet liberaal,
Dat we u niet lastig vallen
Om uw bloedig ideaal.
Dat ge voort kunt gaan met werken
Aan uw schrikkelijken plicht.
Dat we u zelfs nog betalen
Na hetgeen ge hebt verricht?
J. H. SPEENHOFF
Minimi mum i immuun
iiiiiiiiimiiiiim
iiiiiiiiiiiiniMiiiimimmi
110
DOOR
J. H. SPEENHOFF
De nieuwste bundel van
onzen populairen
dichter-:- zanger.
-:
Prijs in keurigen band f 1.25
5 % Crisistoeslag
*) Waarvan leeven wij ? Studies 4e reeks,
pag. 132.
Geleidelijke hervorming" is goed voor
den praktischen opportunistischen politicus.
Maar voor een vroom mensch zijn er geen
accomodementen met den Duivel. Een
vroom Christen praat niet van geleidelijke"
afzweering van het kwaad. Hij acht di
eeven dwaas als de geleidelijke ontwenning
aan dronkenschap. Waar onrecht bestaat
en duidelijk wordt gevoeld daar past geen
weifeling, geen uitstel, geen compromis.
Jezus verlangt onmiddelijke inkeer, boete en
schuldbesef, berouw en verootmoediging
zonder omzien zonder achterhouden en
zonder schipperen.
En al ju'cht nu heel Holland omdat we
er uit" zijn gebleeven ieder historie
kenner weet wat de geestdrift van een
volksmassa waard is. Het gaat nog steeds
biz«nder snel van Hosanna! tot Kruist Hem!
Viaag het den heeren van Hohenzollern.
Er moet gehandeld worden, en snel, want
de nood der menschheid is vreeselij k, en
zal nog vreeselqker worden, ook al gelukt
het ons Hollanders milliarden winst te slaan
uit onrechtvaardige praktijken.
Achter den eisch van onzen rooden
wiskunstenaar staan groote gedachten en ge
weldige krachten. Het doet er niets toe dat
die door kleine demagoogen tot een kari
katuur worden gemaakt. Hadden wij eenen
grooten sterken leider dan zou die allereerst
de plannen tot delging van de sociale leugens
ernstig moeten onderzoeken. Het plan van
Just Noll S. H. schijnt mij uitvoerbaarder
en werkdadiger dan de eisch van Mannoury.
Maar wij behooren de nadere uiteenzetting
af te wachten. Een sterk man als de oud
minister Treub behoort er kennis van te
neemen, want de Amsterdamsche
wiskunstenaar is iemand die wel weet wat hij zegt.
Werd er maar uitgegaan van de nige
krachtgeevende bron, het woord van Jezus.
Mannoury behoorde onze vroomen te ver
wijten dat zij geen geloof genoeg hebben
om het woord geleidelijk" te verwerpen.
Terecht wijst Just Noll naar het eenig
waarachtige doel: het Koninkrijk Gods.
Het ontaarden der revolutionaire beweeging
is enkel het gevolg van Goddeloosheid.
Holland mag dansen en juichen onze
regeering mooge een biddag laten uitschrijven.
Alles goed en welt laat die biddag ons
allen vereenigen in verootmoediging en
inkeer. Maar laat ons er teevens bij beden
ken dat inkeer niet geleidelijk" hehoeft te
gaan. En ook, dat te midden van al die
feestvreugde en al die gebeeden, het gouden
Kalf nog blinkend en onaangetast staat te
pronken.
FREDERIK:.VAN EEDEN