De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 7 december pagina 7

7 december 1918 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

-ircfec. 'is* «-2163 suiL DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ..^.'^v ^.....r ±' '-'...-lyte ? _ . ? ;?' '? <''..!?*: .,^. ABHABM^Br^ABM.ABKABn.ABnABfl.ABftABrtABM.AB M IF*H iHH 2 HBBl MEERENTi UITRUèTI ABMABMABrlABMAf J KELEN, » IGEN. IBMABM ABM AB M iiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiii iiriiiiiiHMiiiiiiiiiiiiniiiiiii SCHILDERKUNST-KRONIEK DEGOUVE DE NUNCQUES, TE UTRECHT Degouvéde Nuncques is een der merk waardige geweigerden voor de quasiBelgische tentoonstelling te Amsterdam. Het is niet opgekomen bij die geweigerden en niet-genooden een Salon des Réfusés te vormen, maar het is zeker dat zij, als ze dat hadden bestaan, een belangrijker en wellicht een belangrijke tentoonstelling hadden kunnen samenstellen; de nu ver toonde is een middelmatige, en minder dan dat Met genoegen vond ik, om deze re denen, Degouvers werk in Utrecht. Het zfjn landschappen, zoo goed als alle, en bfj weinige is de figuur zoo ver naar voren gebracht, dat ze niet tot dit genre te reke nen zijn. Het zijn landschappen van De gouvé. Je zoudt ze symbolische stemmings landschappen kunnen heeten. Er is niet gestreefd naar bitse realiteit, niet naar vele nauwkeurige, details, er is iets anders ge zocht en dikwijls gevonden. En wat is te vinden in deze schilderijen en teekeningen van dezen Franschen, Vlaamschen schilder? Ten eerste eenvoud, en dat is hier innigheid, teederheid, en subti liteit. Het is, wat Degouvémaakt, voor de meeste der tegenwoordige schilders een ge vaar IQ k pogen; der meesten eenvoud is in derdaad niet subtiel genoeg. En zonder dit verfijnde in de houding van het gemoed vervalt zulk werk in iets, dat buitengewoon veel lijkt op het onhandige, en op het on handige alleen. Dit overkomt Degouvézóó weinig, dat het zijn kracht bewijst. Het werk mist ten eenenmale het duitsehe-vicieuze, wat anderer quasi-natveteiten typeert. Degouvéis, op wat uitzonderingen na, zeker. Hfj is daardoor een der zeer weinigen, die het geheim discours kunnen schilderen, het stille onderhond van devote, toch vertrou welijke engelen met Maria (zooals Rilke het in verzen dichten kan). Ik heb daar bij een Amsterdamsche tentoonstelling met nadruk op gewezen: Degouvéis een der weinig wer kelijke Primitieven van onzen tijd. Zoo vindt ge hem fn Utrecht, in de Landschappen van Holland. Het was te begrijpen, dat een derge lijk schilder, met vriendschappelijke!! dwang genoopt Belgiëte verlaten, en zwerfsch en doolsch in ons ander Holland moeiten zou hebben, vóór zijn innigheid zich hervond in het nieuwe gegeven. Zulke synthetiseerende HOLLANDERS EN FRANSCHEN Het is een niet te loochenen feit, dat de taaiheid, het volhardlngsvermogen en de opofferingsgezindheid van het Fransche volk in dezen oorlog voor de overgroote meerder heid van ons volk een openbaringzijn geweest. Enkele onzer landgenooten, die in Frankrijk woonden,, hebben van den beginne af ver trouwen gehad, maar zij waren luttel in aantal en vormden zoo ooit de uitzondering, die den regel bevestigt. Er was dus misverstand. We dienen het te erkennen. WIJ Hollanders kennen Frankrijk slecht, Wij zijn vrij wel algemeen overtuigd, dat de Franschen niet degelijk zijn. En zonder degelijkheid kan er voor een Hollander weinig goeds bestaan. Op dit oogenbllk, nu het zoogenaamd uitgeputte Frankrijk, een zoo schitterend bewijs van kracht en vitaliteit geeft, is het goed na te gaan, waarop onze vergissing berust, en hoe het' kon zijn, dat wij zoo verkeerd hebben gezien. In de eerste plaats denken we aan den oorlog van 187U en alles wat die aan het licht heeft gebracht aan lichtvaardigheid, zorgeloosheid en gebrek aan organisatie. Dat was, het dient erkend, alles behalve degelijk. Een dergelijke Indruk is blijvend, en er dient weer een nieuwe oorlog te komen, vóór hfj overwonnen is. Het is dan ook zeker, dat onze kinderen anders over Frankrijk zullen denken dan wij en onze vaderen. Een Fransch spreekwoord zegt: ,1e succes suit Ie canan". Hierin is veel waars. Men ziet op tegen het volk, dat een grooteover-^ winning heeft behaald, en dat te meer als men zelf een klein volk is. En als dan de overwinnaar tot een economische ontwik keling weet te komen, zooals Dultschland in de ruim veertig jaren, die achter ons liggen, dan heeft men niet veel oog meer voor den overwonnene. Integendeel, men ziet in ieder uiterlijk ;teeken van verval, het afdoende bewijs van eigen meening. En aan die uiterlijke teekenen, we denken aan het Boulangisme, de Panama-affaire, de zaak-Dreyfus en eenige andere min verkwikkelrjke histories, heeft de derde Republiek het helaas niet laten ontbreken. Dan, het steeds dalende geboortecijfer, Frankrijk, dat economisch meer en meer scheen overvleugeld te worden, het op alle gebied oveiheerschende door dringen van Duitschland, Frankrijks tegen stander, neen het was niet anders mogelijk. Frankrfjk ging ten gronde. En de Fransche politiek t De Kamer, die met ministeries scheen te kegelen, Trouwens de Franschen zelf, zagen het in. Waar hoorde men scherper en vernie tigender crltiek dan in Fransche kringen, waar werd heftiger pennestrijd gevoerd dan in Fransche bladen, en wat hadden schrijvers van gezag en talent, als een Anatole France niet op hun land af te dingen! Wij leefden vlak naast Duitschland, door het contact met onze oostelijke naburen werd onze energie geprikkeld. Rotterdam met Westphalen en de Rfjnprovincie als interland ontwikkelde zich tot den tweeden ven van het Europeesche vasteland, wij jchten meer en meer Dultsche goederen kunst moet den tijd der saamvatting hebben; innigheid, durend, is menigmaal traag. Maar Degouve's innige traagheid heeft het land schap van Holland aan zich onderworpen. De schilder ziet het anders-dan onze schil ders, dan onze impressionisten en anderen. Hfj zoekt, anders zijnd, andere deelen, andere samenstellingen, om zijn geest en gevoe.1 te uiten. H ij schildert anders: teedergebroken. Hfj heeft geen openbaren zwier; hij heeft stille, eigenzinnige, gemeenzaam heid. Maar deze gemeenzaamheid is niet zonder fleurigheid. Zie zfjn .lente" te Blaricum (waar de schilder in hulst). Wilt ge weten hoe subtiel zijn eenvoud wezen kan, dan is deze te ondervinden in zijn Vogels in de sneeuw te Bussum". Er is hier iets van Th. v. Htylema in, maar zonder diens felle snaakschheid; het werk is af weziger van den maker zoudt ge willen schrijven. Tot de werkelijk goede dingen behaoren van de serie tusschen Rotterdam en Dor drecht" de N0s. 30, 31, 32,34. Deze hebben alle het kenmerk van een zedige bekentenis aan zich, maar ze zfjn niet zonder bloemig wezen en dat is het roerende.... N. EEKMAN, TE UTRECHT. Deze schilder, van Hollandsche afkomst, is met den oorlog naar hier gekomen, uit België. Het is van menig werk aan te toonen, dat de Belgische kunst hem niet voorbij ging zonder invloed, maar dat is bij zfjn koppige jeugd van de tweede orde. Dt vraag is of deze romantische symbolist (In Holland ver want te denken met Toorop) kracht genoeg laat zien, om op zekers en op beters te hopen en meer persoonlijks te verwachten. Zulke vragen in zichzelf te stellen is het onophoudelijk werk van den krltikus; ze te beantwoorden een aangenaam doen voor het kritisch inzicht. Er moet bij de beant woording gelet worden op enkele dingen, dan is er naast zekerheid. Een dier enkele dingen is dit: bestaat er continuïteit in de kracht; een ander: is de kleur aan alle kanten met spanning, al voelt ge dat ze niet overal met persoonlijkheid sterk is.; zijn de lijnenbewegingen met drang neer geschreven, of hangen ze als slappe dingen langs de vormen neer? Wanneer er continuïteit is, spanning, geen slapte maar stelligheid, dan blijkt zoo goed als altijd, de verwachting op een komende schilder, nog verborgen onder den invloed van anderen, een toe te laten verwachting. Ik heb deze verwachting bij Eekman, en ik vind de redenen ervoor in Het Doode Kind", 't Stille Huis, de Moeder, Appelbloesem, Baadster, in de teekening van Paarden, van een kop Wil", in Credo (Too ropl), in den Scheper (1918) in een wer* onze intellectueelen richtten zich meer en meer tot Duitschland, schaarscher werden de Fransche wetenschappelijke werken in onze boekenkasten, losser werden met Frank rfjk de geestelijke en stoffelijke banden, die in het internationale verkeer de volkeren binden. Dit z|n alle feiten, en wij hebben er rekening mede te houden. De oorlog brak uit, de overrompeling van Belgiëdeed allen vol verwachting den blik naar Frankrijk wenden. Men begreep instinc tief, zonder een vrij en onafhankelijk Belgi zou ons volksbestaan maar van korten duur zijn. De redding moest van Frankrijk komen; toen volgde de sla^ van Charleroi. Duitschlands overwinning scheen binnen enkele weken verzekerd. De slag aan de Marne bracht de bevrfldlng.DezegevierendeDuitsche legers moesten terug en de loopgravenoorlog begon. Wat de eerste slag aan de Marne voor ons volksbestaan beteekende is zelfs nu nog moeilijk vast te stellen. Maar op dat oogenblik gaf slechts een zeer kleine minderheid zich rekenschap, dat de overwinning aan de Marne alleen behaald is kunnen worden omdat het Fransche leger goed was aangevoerd, goed geoefend en goed bewapend en omdat de t-ransche soldaat een moed, taaiheid en zelfstandigheid heeft betoond zooals men in Holland niet van hem had verwacht. Die moed en standvastigheid heeft hij gedurende vier jaar nimmer verloochend, lederen dag bracht daarvan nieuwe bewijzen. Gedurende deze vier jaren oorlog hetft de Fransche Industrie ongeloofelQken arbeid verricht. Hoewel de meest vooruitstrevende industriegebieden in handen van den vijand waren gevallen heeft zich als bij tooverslag een geweldige oorlogindustrie ontwikkeld, die aan de behoeften van het leger heeft weten te voldoen. En dat niet alleen. Het Is bekend, dat de nieuwe Amerikaansche troepen door de Fransche fabrieken van geschut werden voorzien. Duizenden vliegtuigen, duizenden tanks hebben de industriëelen geleverd, millioenen projectielen, duizenden legerautos enz. Vrouwen en kinderen, ouden van dagen en helaas ook gemutileerden bebouwden de velden met het resultaat, dat we dit jaar een graanoogst hebben, die gelijkstaat met een goed gemiddelde in vredestijd. Het leven is duur, maar we hebben al het noodige, ook gewone gebruiksartikelen. De winter van 1916?'17 was moeilijk wat de steenkool betreft, en tabak Is nu schaarsch. Maar het dient erkend, gebrek wordt in Frankrijk niet geleden. Te Parijs heeft zich in het XlVe arrondissement het merkwaardige ver schijnsel voorgedaan, dat een gaarkeuken wegens gebrek aan clientèle gesloten is. De oorlog heeft de politieke stelsels der verschillende landen op een zwaren proef gesteld. Men denke slechts aan de ingrij pende veranderingen in Engeland, aan de revolutie in Rusland, aan de sterke politieke gisting in Duitschland. Het politiek regime van de Derde Republiek, dat nog kort voor den oorlog op zoo losse schroeven scheen te staan, is tegen den stroom bestand ge bleken. De meester-regeerder Clemenceau heeft het bij het openen der kamerzitting als Boerderij; 't Meisjeskopje met rood haar in dépenteekenlng Vrouwenhof, en in enkele der etsen. En het is me altijd een genoegen zulke verwachtingen in het openbaar te vermelden; verwachten is zoeter dan af wijzen ; ontvangen guller dan heenzenden... UTRECHT: MARTINEZ, CHARLEY TOOROP, PIET WIEGMAN (NOTITIES). Wanneer het beste schilderij was aan te wijzen van M a r t i n e z, dan ware te wijzen naar den schilder. Het overige is mij in zfjn moderniteit (niet om zijne moderniteit) eenigszins onzeker, eenigszins onecht, gefor ceerd, quasi, en ietwat Duitsch... Het gamma van Piet Wiegman is het sobere, donkere; soms is de werkelijkheid van het werk cubistisch van wezen en is er naar stemming gezocht (Winter). De stillevens staan onder den Spaanschen In vloed, een moedwillig-argelooze schikking, er-in, is duidelijk. Er is nog een andere Invloed in de decoratief-juiste teekeningen: Vincent van Gogh (Wegje aan de Schinkel, Jaagpad bij Amsterdam) Wiegman is een schilder met kracht, een teekenaar van talent tot heden. Charley Toorop is een karakter, een mensch ten eerste. Dit constateert haar tekortkomingen; dit doet deze verdragen; dit constateert, waardoor zjj treft in al haar zoeken, in al haar ongewisheid, in haar nog te groot zelfvertrouwen, in haar poging, en niet gelukken; in haar uitdrukking, en de forschheid, waarmee ze al wat ze wil aangrijpt. Door dit alles is zij het meest overtuigend in de schildering en teekening van menschen, hoe bizar deze naar den vorm, nu en dan, zijn. Zfj heeft deze gave van niemand vreemd; haar vader, Jan Toorop, bewijst, voortreffelijker veel, voort durend dezelfde gave. Naast deze dingen heeft Charley Toorop als hij, Toorop, het gevoel van een vulling, decoratief, met lijnen. Ge vindt dit gevoel in de penteekeningen; wat ik het eerst in haar bepaalde vindt ge in de Vrouw in een kamer, in het kleine Kind, Lezende vrouw in de lente, in den Mansfiguur, in de Arbeidersvrouw met kinderen. Wat Charley Toorop nog mist, is de harmonische bezinning. BIJ WALRECHT, DEN HAAG. J. D o n a, de schilder, die in dezen kunst handel werk laat zien, was indertijd een der propagandisten van Bremmer, een lui tenant van dezen Kapitein, hij bezocht de kleinere plaatsen. Een tijd lang, daarna, ben ik onbekend geweest met zijn doen en laten, misschien was hij die periode buitenslands, maar dat weet ik niet met zeker heid. Hij is in allen gevalle terug in Hol land, zoo hfj er ooit uitwas. Zijn schilder werk blijft binnen den hem gekenden kring; hfj ondergaat invloeden van den Technieken van Zandieven en van P. Meiners. Het beste is Dona, waar hij op Meiners gelijkt, in het stilleven met de tabakszak en met de pijp. Zijn bloemen zijn ontstaan onder Zandleven's invloed. Ik noem ervan de rose bloemen in de grijze pot, en een werk in witten en geel, kan en flesch. KUNSTHANDEL SINT JAN, ZANDVOORT Een 80-tal werken van dezen kunsthandel vindt ge bij de Bom, in Amsterdam. Hier van zijn enkele niet te vergeten. Ten eerste de Stillevens van Anna Abrahams met de haar eigen qualiteiten, kleur en zwier; van IIIIIIIIIMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIJfHIIIIII llltllllllllllllllMIIIIII getuigd. Hfj is geen man van leege woorden, hij is een man van de daad. De Kamer kent de bekende uitgebreide commissies van oorlog, van buitenlandsche zaken enz. Deze handelen in nauw overleg met de regeering. Clemenceau overlegt bijna uitslui tend met de commissies. Het land bevindt er zich wel bij. En nu we over het Parlement spreken. Hoeveel ministeries heeft de Derde Repu bliek versleten? Tientallen en tientallen l Een merkwaardig verschijnsel is het conse quent volgehouden buitenlandsch beleid van Frankrijk in de laatste ruim 40 jaren. Wfj denken hierbij aan het koloniale rijk dat de dappere zonen van dat land wisten te ver overen. jWe gaan terug naar 1882 toen het Clemenceau, krachtig van optreden, weet tijdens den oorlog het Fransche volk moed in te spreken. Drievoudig Verbond van Buitschland.Oostenrfjk-Hongarfje en Italië, alle verzet van de tegenstanders der centrale rijken onmogelijk scheen te maken. Het jaar 1914 zag Frankrijk gesteund door vrienden, sterk genoeg om het hoofd te bieden aan het machtigste leger dat ooit ten strijde is getrokken. Het geheim van deze bijna onoplosbare tegen strijdigheid is, dat aan Buitenlandsche Zaken eenige ongemeen intelligente leidende;ambtenaren zijn, bij wie elke nieuwe minister veilig in de leer kon gaan, als Berthelot, Marquéry, Paléologue. De Derde Republiek heeft staatslieden van beteekenls gekend en kent ze nog. We denken aan mannen als Gambetta. Jules Ferry, Freycinet, Briand, Clemenceau, Delcasséen zooveel anderen. Onze gedachten gaan in bewondering naar den grooten, stillen arbeid verricht in de laatste halve eeuw op onderwijsgebied, op sociale her vorming enz. De welvaart van dit in 1871 ST. NICOLAAS 1918 Teekening voor de Amsterdammer" van Qeorge van Raemdonct De goede bisschop gaat zijn gaven uitdeelen. imiiiiiiMiiniiiiiiiMiiiiiiiiimiMiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiilliillnii Hllflllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Spoor vermeld ik een portretteekenlng van een oude Dame. Lucie van Dam van Isselt zond bloemen; Arntzenlus (P.) een blnnenplaatsje uit Veere, en zijn stilleven met Sierpompoenen; Mension Monniksgleren. Gouwe is me te ruw, te weinig verwerkt; Van der Poll daarentegen over verwerkt; de kleur is stug en zwaar bij hem. Hoeuff's Oude Waal, 't Y en zijn Rupterkade leken mij de beste, Molée's Achterbuurtje te Haarlem, Visser's Garnalenschullje. Bron had er het bekende Zieke Zusje in bed; Westermann en Weyns waren vertegen woordigd. VAN DER NAT, VOOR DE KUNST, UTRECHT Van der Nat, een impressionist, een scha penschilder, is geen schilder van groote persoonlijkheid. HQ is noch in zijn kleur van de eerste orde, noch in zijn teekenkunst. Hij modelleert niet steil en stout; hfj droomt niet innig. Hij is echter in Voor de Kunst" te Utrecht beter dan dat hij daar eens met waterverf werk was bij Caramelli en Tessaro. HIJ viel mij daar tegen, bij Caramelli, meer dan tegen. Zijn kleur" was niet; zijn vormen waren niet. In Voor de Kunst" i s hij meer en begrijp ik tenminste eenigs zins, waarom sommigen hem handhaven. Invloeden in hem zijn de Zwart, Kever, Verster, Millet. Met Mauve is hij weinig verwant. Om deze reden. Mauve schilderde zijn schapen gaarne als groep, als massa, overwonnen volk, is gestegen, het land is rijk, het koloniaal bezit heef t zich uitgebreid en is in deze oorlogsjaren door de bijna volledige pacificatie van Marokko afgerond. Dit volk heeft in den oorlog een ongedachte moreele kracht getoond, die zich in de pijn lijkste momenten schitterend gehandhaafd heeft. Hoe dit verschijnsel te verklaren ? In de eerste plaats uit het Fransche gezin. De Fransche vrouw is een bekwame huisvrouw, zij kent, en dat is karakteristiek voor dit spaarzame volk, de waarde van het geld. Zij is een goede, naar onze opvattingen, misschien te zorgzame moeder, en verder leeft zfj zeer sterk mee met haar man. In den winkelstand werkt de vrouw naast den man en is hem tot grooten steun. De ouders bemoeien zich veel met hun kinderen ook als deze volwassen zijn. Het familiebesef is zeer sterk ontwikkeld. Men leeft in alles met elkaar mee en de ouders getroosten zich groote opofferingen voor hun kinderen. De beperking van het kinderaantal is m. i. hoofdzakelijk hieruit te verklaren. Een ge woonte, waartegen verzet begint te komen, is dat de meisjes een bruidschat mede ten huwelijk brengen. Om die bruidschat zoo groot mogelijk te maken en vooral om de kinderen in beter positie na te laten dan zij zelf waren, beperken de Fransche ouders hun gezinnen en werken hard om kapitaal te vormen. In het algemeen leeft de Franschman veel zuiniger dan wij. Vóór den oorlog was het leven in de provincie zeer goed koop. De Franschman is met weinig com fort tevreden, maar zijn keuken is van meer afwisseling en beter dan in Holland. Een tweede factor van de moreele kracht is het idealisme. Het volk is in zijn breede lagen overtuigd een strijd te voeren voor vrijheid en voor recht. Dat wil zeggen, dat Elzas-Lotharlngenmoet'worden'teruggegeven en Belgiëen Noord-Frankrijk in hun vroe ge ren staat moeten worden teruggebracht. Plannen gedurende den oorlog tot verove ring van den linker Rijnoever zijn steeds impopulair geweest. Men belijdt de nobele principes van de groote Revolutie en men wil die verwezenlijkt zien. In de derde plaats is het Fransche volk een nijver en intelligent volk. Zijn organi satievermogen was tot vóór den oorlog door zijn sterk indlvidualistlschen aard Inferieur aan dat van het Duitsche. Dat Frankrijk zich economisch heeft kunnen handhaven en rijk is kunnen worden, is te verklaren uit individueele prestaties. Wie met Fransche employees succes wil hebben moet hen zooveel mogelijk hun eigen gang laten gaan. Blinde discipline is hier een ongekend iets. En ten slotte het Fransehe volk heeft een groot verleden. De zeer vaderlandslievende Franschman is sterk doordrongen van het Noblesse oblige". Hij wil dat zijn land een goed figuur slaat in de wereld. Hij is overtuigd, dat dit in dezen oorlog het geval is. Daarom draagt hfj met een ^bnge venaard stoicisme de groote offers, die van hem worden gevergd. Toch heeft dit volk, als alle volkeren, zijn gebreken. Een van die gebreken is, dat het sterk op zichzelf afgeeft. In Frankrijk ge niet als eenlingen. Van der Nat ziet ze graag als individuen, ofschoon, nu en dan, ze voorkwamen als groepeeringen, als in een stal, die hij innig heeft weergegeven, verlicht door een lantaarn. Naast deze schapen zijn te zien een Brug, werken met geiten, kippen, de schilder, de twee stallen, het stilleven met appelen (l4). PULCHRI STUDIO, DEN HAAG. TEEKENINGEN VAN LEDEN Verfijnd, zwierig is Anna Abrahams; tragisch-zoet Suze Robertson's Jongens kop Bron het best in In het Duin". De Haven van Grondhout is zijn beste ets; Bertha van Hasselt is zwakker dan de vorige keer; kleur, het meest, voor Jurres in Don Quichotte. Mension is eigenst in de Capucijnera apjes, Rouville vol invloeden in een Impressie (naar Verhaeren). De Zwart iets te blikkerig in de witten. PLASSCHAERT iiliiiiiiuimiiiiiimi Tuinkamers van den Kunstpottebakker C. J. LANOOY Papestraat 24. 's GRAVENHAGE. Kunst- en Sebruiksaardewerk. iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii beurt dit meer dan elders. Een gegronde opinie over Frankrijk te vormen is niet gemakkelijk, veel is geheel anders als het schijnt. Komen wij, degelijke en ietwat stijve Hollanders, in het rumoerige Parijs, dan krijgen we een indruk van wanorde lijkheid en anarchie. Die indruk is verkeerd. Een Engelschman, die land en lieden goed kent, verkondigde in een gezelschap de stelling dat in Frankrijk de wanorde slechts schijn is, maar dat in den grond de Fransche maatschappij zeer ordelijk is. Hij verklaarde dit verschijnsel uit het individualistische en conservatieve karakter van het Fransche volk. Frankrijk," zeide hij verder, heeft meer dan eenig ander land in Europa in stoffelijk en geestelijk opzicht aan zichzelf genoeg. Gij hebt op alle gebied steeds vol doende leidende mannen gehad, die niet alleen aan u, maar dikwijls ook aan anderen den weg hebben gewezen. Gij hebt nooit nopdig gevonden u naar anderen te richten. Gij zfjt steeds uzelf geweest, met al uw deugden en gebreken. Gij waart en zijt in veel opzichten de eersten. Gij kunt niet verdragen niet in alle opzichten de eersten te zijn. Gij hebt een dieper liefde voor uw land in zijn heden en verleden dan gij zelf vermoedt. Gij zoudt ongetwijfeld goed doen een weinig meer naar anderen te zien. Maar anderen zullen steeds genoodzaakt zijn zich min of meer naar u te richten,". Zoo sprak deze Engelschman, die lange jaren in Frank rijk woonde vóór den oeiiog. Geen land, behalve misschien Servië, heeft zoozeer van den Duitschen aanval te lijden gehad als Frankrijk, zelfs Belgiëniet. Geen land heeft zulke zware ofiers aan menschenlevens moeten brengen. Geen land heeft zooveel gedaan om paal en perk te stellen aan de dreigende Duitsche overheerschlng. Welnu, het wordt tijd, dat de Hollanders Frankrijk niet meer alleen bewonderen maar ook zullen begrijpen. Zij moeten daarvoor in het land zelf komen, met het besef dat zij er hebben te leeren. Zullen in de toekomst de banden tusschen Holland en Frankrijk nau wer aangehaald worden, dan moeten de Hollanders hun vooroordeelen op zijde weten te zetten. Zjj zullen dan moeten begrijpen dat de Franschen niet ondegelijk zijn, om dat zij bijv. gesteld zijn op een geestig jeu de mots" en snel klaar zijn met hun oordeel. Zij moeten zich afvragen of dit volk in den oorlog zijn degelijkheid niet heeft getoond. Het zal hem blijken, dat hij meer met den Franschman gemeen heeft dan hij dacht. Wanneer wij de zaken op die wijze be zien, dan is het goede resultaat verzekerd en beide partijen zullen er profijt bij vinden. Parijs P. ROOSENBURQ iiiimmiiiiiiii iiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiii H. BERSSENBRUGGE, PORTRETFOTOGRAAF ZEESTRAAT 65, naast Panorama Mesdag, OEN HAAG. - Tel. 1538.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl