Historisch Archief 1877-1940
DE
, WEtffcBLAD VOOR IfEDERLAND
IW'll'l' "'l ) ? 'l"
i dat de gelde» voor
_ _. Jtijlt weder M de
htefBÏirtaeien* nadden. moeden
ie» aft h(* slagen «w
geJun
i had kWnen en moeten
ge
at* Wt "Iks dtet net
...
_?., geiB**BbM»aeter met
maanden tooptfld, ffet gevaar
op bet meest ongelegen
i- daardoor wel oiet geheel
. «aan doof oordeelkundige
der vemateftnlnen aanmerkelijk
t rijs. Va» veel grooterbeteekenis
^daFioodoende het puböelc in net
ea.de gemeentenaren in het
eea middel te handen krifgen, om
der gemeente te
rraMüngen komen
l twu* het
mag de b
-de
l W«kt te zfln.Met
eerder der
gemeente;(én naar het
_ .._ _^._ gemeenteraad en
eomtttaaie voor financiën)
VM.d« werkelflke.kmsposltle
iterwrjl de Minister van
Jimn?*? te
t mi daaiom voordat in de eerste
rofce* wwden met het stelsel
'de Mhoeften van de stadskas te
bet opnemen van geld o/i ca«
het voor'tijdeHjke later weder
:?> terttgvloei«nde uitgaven
wenschet zfla geld op korten niet al te
' Jermfjn op te nemen dit te doen
uitgifte van promessen of
in de tweede plaats zal het
dat op gezette tfden liefst
een staat gepubliceerd wordt van
xoodaaige! promessen en of biljetten
" bedrag en andere op korten termijn
. bn* .obiigo's (meer speciaal het
-der inlagen M} de stedelijke girobank),
t ? het publiek en tg, die geroepen sijn
abHek voor te lichten, het oog kunnen
i* «p. Hen tand onzer financiën en zoo
; al te energieke Wethouders in tljds
l nkr toe en niet verder toe te roepen.
mag den beschouwing niet eindigen,
ff te verklaren dat bovenstaande
opfcugen jjtet uitsluitend gericht zijn tegen
, tegenwoordigen functionaris. Het door
gewraakte systeem moge misschien
X|B beheer uitgebreid zQn, het bestond
reeds onder zijn voorganger en hij
jitechts voortgebouwd op het stelsel,
t nfl gevonden beeft.
J. D. SAN TIL H A N o
Hiliiiiiiiiiiüimiiitinmiiiiininiiiiiiiiiiiiiaii niiiniiiii
GEVALLEN EN ZONDER
LINGE BRIEVEN
II
n eenten Meidag van het jaar 1916
in gezelschap van Troelstra en
de groote saai van het
ConcertAmsterdam «p, voor de
p&rtQ, (eenjgen tfid daarna weid ik, om
eden voor Z. K. H., Prins Hendrik
door bet jongmensch
Kleehet
HolKrabbet*!
Troelstra had
,?^HoenPoaür
schreven briefje Het
_ werd
befen t m| verboden werd m| in
van -forten of
verdedigingsop te houden. Ik zong die dagen,
<H weken laag voor de
gemobillea was van pwn de dagen, volgende
Meidag naar den Helder te gaan.
!*» stelde voor, het briefje in de
voor te lezen en opheldering te
vra. maar ik verzoent Pleter Jelles dit niet
doen en stapte naar den Minister van
De zaak werd onderzocht en aan
ministerie bleek er niets van bekend
ja. Ik kreeg een prachtigen brief
de inhoud voor openbaarmaking
niet .Vatbaar is n toen ik eenige
in den Helder kwam, vernam
zaak in elkaar zat.
, '''De spionnage was maar bijzaak; die
beschuldiging was alleen maar uitgebracht
door eenige calvinistische vaderlanders om
me buiten het leger te houden. Meer kan
ik niet mededeelen.
, Ik was toen zeer pijnlijk getroffen, maar
nu lach ik er daarom als ik dien groeten
ernstigen brief weer eens door lees.
Welke, voorstellingen zouden die nijvere
christenen wel van Onzen Jezus hebben ?
Om nog eens op 't jongmensch
Kleerekooper Jr. terug te komen.
Op een doorreis van den Bosch naar
Groningen gingen we wat eten in het hotel
Ofanje-Nassau te Arnhem. In een lief hoekje
van de eetzaal zat den, toen nog mijn hand
drukkende jongeling, een zeer verzorgde en
geheel en ai niet S. D. P. A.-achtige lunch"
te savoereeren". Hij glom en bloosde van
het smullen en het vette lekkere.
TJIT
3T'.
iiiiiniiiiiiii nu iiiiiiiiiiiiiiiii immm i iiiiiiiiini IIIIIIIM in i nu iiiiiiiinniii
In mijn gezelschap had ik eenige
tooneelmakkers, die, toen de jonge proletarl
rsleider opstond en een praatje met mij kwam
maken, zich aan hem lieten voorstellen. Toen
gebeurde't vreeselijke. In plaats van te zeg
gen: ,Mag ik u even voorstellen aan den Heer
Kfeerekooper Jr. ?" vergiste ik me es
zeide Kleereborstel Jr." Ik deed
dit zonder opzet. Ik dacht er niet aan het
bekende kamerlidje te bespotten en meende
werkelijk dat hij .borstel" in plaats van
kooper" was.
Daarna zong ik voor onzen Prins en toen
kwam het gekrabbel" in het volk.
Na dien ben ik nog dikwijls voer Z. K. H.
opgetreden en ais nijver huisvader heb ik
de honoraria, die lang niet gering waren,
naar de spaarbank gebracht.
Tot nog toe las ik voor het raadslidje,
dat zich in Amsterdam als tooneel-lemand
opdringt, onder zijne mak gekrabbel" nog
geen narigheid over Bouwmeester als hij
voor H. M. onze geëerbiedigde Koningin
was opgetreden.
Aangenaam zou 't me zijn als het bestuur
van de S. D. A. P. den Heer A. B.
Kleerekooper Jr. uit de Kamer en de Raad
.trapte" omdat hij bij gala-veorstellingen
in den Stadsschouwburg te Amsterdam
in de bestuursloge zit, liefst vlak naast de
loge van H. M. de Koningin. '
Op een zomermiddag zou Ik in Rotterdam
mijn- bezoek aan den kapper gaan brengen
toen ik al wandelende een vriendschaker
en postzegelverzamelaar tegen kwam die
me voorstelde op de Batavier V (R-dam
Londen) een Engelsch vochtigheidje te gaan
proeven in den vorm van een Old Scotch
met een split.
De zon scheen, de kapper had den tijd en
rhet leven leek vroolijk. Al keuvelende voer
'de boot de Maas af en tegen zessen zaten
we aan een eerlijken, duidelfjken maaltijd. In
plaats van dien avond naar de bioskoop te
gaan, voer ik op de blauwe zee.-Ik zond een
iuchtbericht naar de mijnen en ontving er
een terug: Bon veyage, argent sult! Ik
had namelijk maar eenige guldens op zak.
De nacht was prachtig.
Den volgenden morgen kwamen we al vroeg
in Tilburry voor de wal. We stapten van
boord naar de belastingloods, voor ons uit
liepen twee jonge mannen met een jonge
vrouw bepakt en beladen als Sint Nicolaas
vierders. ;
Den avond te voren hadden we met hen al
eens een praatje gemaakt. Ze spraken vele
talen met een Duitsch toontje. Het waren twee
broers en een zuster die naar Argentiniëop
de terugreis waren.
Het jonge vrouwtje was belemmerend
mooi. Raadsel-oogen en onbegrijpelijke glim
lachjes. Volmaakt gekleed en zeer welriekend.
Ze voedde zich met groote rozijnen en aman
delen, 't Was een van die stille, zwierige
vrouwtjes die van niemand lijken te zijn en
zoo maar een poosje door het leventje dren
telen om argeloos aanschouwd te worden.
Hare lage, platte bakjes waren geestig.
Als ledereen links ging, ging ze mee en
als ledereen stil stond deed ze 't ook. Ze
had het buitengewoon eenvoudige van het
buitengewoon mooie.
Een vrouwtje waar we allen hetzelfde
van zeggen, dat men maar eens ziet en dat
men zich na jaren plotseling weer herinnert.
Te mooi om te trouwen, te lief om van te
houden.
De twee broers plaatsten hunne tasschen
en reisgoed op de douane-bank. Zij deed
hetzelfde met hare spulletjes.
De postzegel-vriend en ik stonden juist
achter haar. Hij had zijn koffer met zegels
en ik had niets dan mijn ledige handen.
't Was zeer druk. De douanen waren
zenuwachtig.
Un moment, monsieur" zei het
vrouw}je op eens tegen me en gaf me haar
tollet-tasch in de hand. Ik nam die aan en
wachtte. De tasch bleef onopgemerkt.
Het onderzoek was geëindigd, we suk
kelde» naar den «reedstaanden trein voor
Londen. In de mepigte verloor ik haar uit
't oog ftn hield de tasch gemoedelijk bij me.
We kwamen in Londen aan. Ik wachtte
op het perron met haar eigendom. Ik zag
ze uitstappen. Ze keek me aan of we samen
een moord hadden begaan. Ik wilde naar
haar toegaan om haar de tasch te overhan
digen maar voor ik haar bereikt had was
ze met hare broers omgeven door een vijf
tal als politiemannen uitziende heeren. Ze
werden gedrieën ingerekend en per auto
naar Scotland Yard gebracht. De reizigers
verwonderden zich even en verder gebeurde
er niets.
De postzegelhandelaar en ik reden
naar een bar om er een harde Hollandsche
borrel te drinken. Daarna gingen we naar
het Vlctoria-hotei Northumberland avenue,
om kamers te bestellen en plaatsten ons
hebben en houden, plus de gesloten tasch,
bij den portier.
We gingen naar de postzegelveiling al
keuvelende over onze zonderlinge ont
moeting.
Tegen etenstijd kwamen we in ons hotel
terug, aten de Engelsche pot en aangezien
ik geen avondpak had bezochten we een
paar variété's.
De tasch was nog op mijn kamer en van
de lieftallige eigenares was niets te bespeu
ren. We hadden vanzelf sprekend met een
handlangster van oplichters te maken, voor
zichtigheid was dus geraden, om niet als
medeplichtigen ingerekend te wo.den, om
alle ellende in een vreemd land zonder
papieren te vermijden besloten we nog
een paar dagen te wachten. De manier
waarop ze mij had aangekeken deed me
vermoeden dat ik haar van dienst moest
zQn'. Misschien was ze onschuldig. Was
HEEREHGR/^CHT
ZIEKTE VERZEKERINGEN
Illllllllllllllllllllllllllllll
miiiiiiiiiiiimiiiimiiiim"»»»»"
ze een geschaakte jonge juffer. Misschien
zaten er in de tasch een nachtpon,
misschien wat zakdoekjes en mutsjes.
Den volgenden dag ging mij n vriend weer
veilen en ik bezocht het atelier van Alma
Tadema met een introductie.
Ik ontving het vergeten reisgeld uit Rot
terdam, maar toen ik 't wilde gaan af halen
kon ik me niet legltlmeeren. Mijn vriend,
een oberkellner uit de eetzaal (Hollander,
vroeger kellner in Suisse A'dam) en Ko
Doncker, die ik ergens in Londen op een
behangselpapierfabriek had gevonden, moes
ten er aan te pas komen voor déuitbetaling.
Als Engelsch onderdaan bracht ik nog een
ingenieur van de Edison-fonograaf mede en
ik kreeg de dierbare dnitjes waarvan- we
een,deel onmiddellijk gingen veranderen in
eenige bottels Pommery (kurkdroog).
Druk bespraken we het lot onzer lieve
reisgenoote.
Ko en ik maakten een uitstapje naar
Boscombe en Epsom.
Den vijfden dag na het verdwijnen van
de jonge schoone kwam de oplossing. Ko,
de zegelman en ik zaten te lezen in het
hotel toen een der jongens me kwam mede
deelen dat er een dame in de hall zat die
gevraagd had naar een Hollander met een
baardje, een hooggesloten vest aan en een
slappe, groote hoed op.
Nu kwam 't.
Ze zat daar als een pastelletje, als een
buitengewoon kleinood, als een kostbaar
geschenk. Haar glimlach begon in hare
nonnenoogen, trilde langs hare koontjes en
eindigde bij hare mondhoekjes in twee van
die zedige kuiltjes die te mooi zijn om aan
te raken.
Ze bleef zitten en was schoener dan de
herinnering aan haar.
Dat kon geen dievegge zijn.
Toen hoorde ik iets, ze zei iets, misschien
met haar mondje.
Ko was meegekomen en stond naast me,
hij was verlamd van haar schoonheid, ver
bijsterd en zieltogend verlegen.
Ze vroeg in 't Fransen naar de tasch, of
ik die nog had, of ze ongeopend was en
of ik haar die wilde teruggeven. Ik stapte
In de lift en liet Ko hulpeloos met haar in
de hall, ik haalde haar eigendommetje en
overhandigde 't haar. Ze bekeek 't en dankte
me. Even, met een hoofdknikje ging ze naar
haar taxi en verdween.
We staken onze sigaren weer aan.
Een halt uur daarna kwamen een paar
inspecteurs ons verzoeken maar even mee
te gaan naar het bureau. Nu begon de
narigheid van het avontuur.
Ik werd in tegenwoordigheid van het
meisje gebracht en er werd me kortaf ge
vraagd of ik haar kende.
Er kwam een heel verhoor. Mgn Engelsch
schoot te kort. Een tolk moest me helpen.
In 't kort hoorde ik dit:
De tasch bevatte een fortuin aan
edelgesteenten, gestolen in een hotel in Berlijn.
De gewone geschiedenis, Het drietal was
gearresteerd maar zonder bewijs van schuld
op vrije voeten gesteld. Vijf dagen waren
ze door de politie gevolgd. Toen kwam de
onvoorzichtigheid en alles kwam uit.
Het onaangenaamste was echter dat zij,
de onweerstaanbare, lieve en mooie de
eenige schuldige was. Zij had de slag ge
slagen en de twee heeren waren gewone
boeven-geleiders.
Na veel getob en moeite ben ik over
Dover naar Calais getrokken om in Parijs
op dreef te komen, maar overal zag ik die
nevellieve zondares.
Het was de dag van den Uden Juli, de
nationale feestdag, dat ik er aankwam en
mij naar de Impasse Gérardin 81 spoedde,
waar Kees van Dongen met Guus en de
kleine boy woonden op hun onvergetelijk
atelier.
Mijne wederwaardigheden bij den
stotterenden, grooten Kees moet ik afzonderlijk
vertellen.
Lezers en lezeressen, wat ik beleefde in
die maand Juli 1913 is zoo buitengewoon, dat
men het bijna niet gelooven kan. Ik zeker
niet en nu niet.
Toen ik bij Kees op de vijfde verdieping
kwam zat mijn vrouw er stokbrood, met
boter in de koffie, te snoepen, alsof er geen
vuiltje aan de lucht was en de Claes de
Vrleselaan te Rotterdam (waar we woonden)
maar even een ParQsche straat was.
Het schrijven van deze Rare gevallen"
wordt zoo veel-omvattend, dat ik u misschien
nog dikwijls om uw aandacht zal moeten
vragen.
Hemel, als Ik Charles Morlce, Melchers,
Paul Plan, Plet de Moor, Van Dongen,
Brondgeest, Heyermans, Schild, Van der
Hem, Royaards, Jac. v. Gils, Waldemar,
baron von Filitz, Xavier Privas, Cor van
der Lugt, Elsa Mauhs, Willem van Zuylen,
Jan Linse J r. en Henri Dekking herdenk,
heeft mijn weekblad geen plaats genoeg.
J. H. SPEENHOFF
Miiiiiiiiiiiiiiiiiiniuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiimiiiiiiimiiimi
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiii
IIIHIIIIIIIIIIIII
VOOK, croisro-Eisrs EIST IMHEISJTES
DE ZUINIGE VADER EN DE LAATSTE LUCIFER
(Punch)
1. Dit kleine stukje bout zal een'
Maucbtige rol speten in de ge
schiedenis der menschheid
2. Daar gaat ie
3. Eerst mün
kerseblaren,
Dan de jouwe
Nu eea vuurtje, onder
onze gehamsterde aard
appeltjes
6. Ik zal mijn vi'ouw
een ketel warm water
bezorgen
7. Au!
8. .. .En of u gauw wilt komen,
anders worden we bekeurd voor
het branden van licht midden op
den dag
Waarlijk, de tweede viager
Jides lijders brandt al» een
tt straatlantaarn in vredestijd
10, Zucht u eens
Naar onze meenins; is de
wat inhoud betreft, niet
Voelt u pij»?
13. Leve de regeeringsspiritus!
14. De operateurs
Gelukki.fr nog gean
waterdiütvibutie
Na regen komt zonneschijn
12. ...Zoudt n niet te lang
willen talmen, anders smelt
zijn trouwring
Inzender: H. BRUCH (15 jaar) Maasoord, Poortugaal (Z-H.)
hierboven gegeven inzending van H. Bruch de geestigste van de meer dan honderd inzendingen op ocze piflsvraag. Vele inzendingen waren op rijm gesteld, waaronder zeer goede, die echter
in aanmerking kwamen; terwijl weer andere inzenders de bedoeling niet goed begrepen hadden. Den winnaar is, op zfjn verzo«k, het boek van Jan Feith Uit Plet's Vlegeljaren toegezonden,
terwijl de overige bt eken onder de mededingers weiden verloot.