Historisch Archief 1877-1940
14
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21 D*c. '18. No. 2165
TJTT HGET IKZLJLIDSGBCKXFT "V-A-lsT
r,
K,
imUMtmilltimilllllllllllllllllllMlllllllllllIIMimillllllllllllllllllllimilll
DM Parnassus Glibberige Paden
of
Het Kerstgedlcht van den Heer
PeUersson
door S i C u R D,
Utt het Zweedschdoor L. G. R.
Neen, liet zooder reden zong de dichter:
Er leidt niet een, er leiden duizend wegen
.Naar. des Parnassus veelbestegen top"...
maar dat nu juist mijnheer Petterson op een
dezer wegen zijn verderf tegemoet zou gaan,
was vooral zoo ondenkbaar omdat er geen
mensch ter wereld zoo weinig poëtisch aan
gelegd was als hij, die M. U. L. O. school
en Gymnasium doorloopen had zonder een
eniwten dichtregel op te dragen aan .Haar",
die gemeentesecretaris geweest was, zonder
ook maar het geringste ingezonden te hebben
aan het plaatselijke orgaan, die ceremonie
meester op bruiloften geweest was en gasten
wist te ontvangen, die zich in allen ernst
verloofd had, trouwde en vader werd van
twee jongens, en dat alles zonder ook maar
een oogenblik af te wijken van den onge
bonden stijl.
Doch nu terzake. Zooals men weet, wil
een ieder gaarne den zijnen op het heilig
Kerstfeest eene verrassing bereiden...
Mijnheer Pettersson was een liefhebbend
echtgenoot. Hf] gaf gedurende drie maanden
nauwkeurig acht op de woorden en blikken
zijner levensgezellin, bleef 's nachts wakker
liggen luisteren of ze misschien in haar
slaap zou spreken, en sloeg haar nauwlettend
gade, wanneer er een nieuw nummer van
het modejournaal verscheen, om te zien of
de hem zoo dierbare oogen bijzonder lang
gevestigd bleven op een bepaald patroon;
dit alles, om uit te vinden wat ze met
Kerstmis zou willen hebben.
En zoo besloot hQ tot een blauw fluweelen
kleed.
Want mevrouw Pettersson had deneenen
keer gezegd, dat ze verliefd" was op blauw,
den anderen keer dat ze fluweel zoo'n
degelijke dracht" vond, en den derden keer
dat fluweel in zulke prachtige plooien viel
van eene lange statige figuur." En mevrouw
Pettersson was lang en! statig, zoo lang en
statig, alsof ze, geboren in den kersentijd, uit
sluitend voor den kersenoogst geschapen was.
En m|nheer Pettersson schreef naar Stock
holm om 37 el blauw fluweel van 52 c.M.
breedte.
Schuin over de straat, twee hqizen meer
naar links dan de Petterson?, woonde de
voornaamste naaister van het stadje, juffrouw
Hildur Rlps. Mooi figuurtje, blauwe oogen,
vriendelijk, onbesproken verleden.
;.- Den zelfden avond nog dat het fluweel
arriveerde, kon men
den heer Pettersson
met een groot pak
onder den arm naar
juffrouw Rips zien
sluipen. Hg trok zQn
hoofd zoo ver moge
lijk terug in zijn
jaskraag, dien hfl zoo
hoog mogelijk op
zette en keek schich
tig eerst naar rechts
en dan naar links.
Agent Fikln rende
buiten adem het poli
tieposthuls binnen en
riep:
Mijnheer
delnspecteur, een dit f in de
Grorte Straat. Zullen we hem arresteeren ?"
De iMoeeteur krabde zich achter het oor,
In MM bltdityte «it het Wetboek en besloot:
Och neen, laat den kerel gaan; hier in
de stad arresteeren wij dieven alleen op
speciaal verzoek."
tatnsscben was de heer Pettersson binnen
gelaten in het zijkamertje van juffrouw Rip»,
dat naar het atelier leidde.
Goeden avond, mijn waarde juffrouw l"
zei hij, zorgvuldig om zich heenziende, als
iemand die zijn eigen vader vermoord heeft
iiiiiiiimiiiiiiiiiuiiimiiiiiiiiiiMiim
iitiiiiifiiiiimii
.keek schichtig mar
rechts en links
en niet weet, waar den ouden man te bergen.
.Kunnen wfj hier ongestoord praten ?"
.Lieve deugd," riep de juffrouw uit, terwQl
ze verschrikt de hand op het hart legde.
.Waarde juffrouw, ik heb u een groot
geheim toe te vertrouwen..."
.U behoeft met mij niet te beginnen,
mijnheer Pettersson, ik ben een fatsoenlijk
.ik ben een fatsoenlijk meisje"
meisje en de dochter van een jachtopziener
op Oost-Gottland," murmelde de juffrouw,
terwijl zij de oogen nedersloeg.
Bewaar-me, waar denkt u aan!" haastte
zich mijnheer Pettersson, terwijl hij kleurde
tot onder zijn haar, .ik wilde alleen maar
eene japon voor mijne vrouw laten maken
zonder dat zij daarvoor maat behoeft te
laten nemen of moet komen passen, want
het moet eene Kerstverrassing wezen."
Wel, ik heb nog een oude maat van
van mevrouw," sprak de juffrouw.
Ja, en buitendien geloof Ik dat de dames
ongeveer hetzelfde mooie figuur hebben,
zoodat u de japon wel bij uzelf kunt
afpassen," meende de heer Pettersson, ter
wijl hij boog ten afscheid.
De daaropvolgende week liep mijnheer
Pettersson drie keeren bij juffrouw Rips aan
om te zien of het werk vorderde en hoe
de japon stond als de juffrouw haar aan had.
En de moeder zijner kinderen bespiedde
door haar spionnetje zijn gang naar den
overkant. En ze schreide heette tranen en
begen baar vader, den kruidenier, in haar
vertrouwen te laten deelen.
Mijnheer Pettersson van zijn kant sliep
's nachts onrustig, transpireerde, draaide
zich om en om, proestte, snoof en zuchtte,
wierp zijn beenen van tijd tot tijd over den
rand van zijn bed en dronk het eene glas
water na het andere.
Gewetenswroegingl' constateerde me
vrouw Pettersson, terwijl ze zenuwachtig
aan de kanten van haar nachtjak plukte.
Hij overlaadt bepaald zijn maag", dacht
mevrouw Jönason, o ie de benedenverdieping
bewoonde en den geheelen nacht, door het
bed boven zich hoorde kraken.
Maar het was toevallig noch zijn geweten
kon 's nachts den slaap niet vatten"
iiiiiiiiiiimiMiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiimiiiiiiiiiiuiii
noch zijn maag diéden heer Pettersson
plaagde, doch de gedachte dat zoo'n fraai
kerstgeschenk als het zijne toch minstens
vergezeld moest gaan van het een of andere
vers.
Overdag verwaarloosde hij alle overige
werkzaamheden en zat aan zijne schrijftafel
woedend op zijn penhouder te bijten, terwijl
hfj te vergeefs naar woorden zocht die op
fluweel" rijmden en niet bij machte was
een beter rijmwoord op .kleed" te vinden
dan weet".
Na vier dagen inspannende arbeid had hij
toch het volgende bij elkaar gerijmd:
Aan de Konlging mijns h a r t e n l
Hee zacht en soepel is een fluweelen kleed,
Maar mijn harte nog veel teerder weet,
Een lieven arm, rond en roze, fluweelig zacht
Veel fijner dan de,schoonst fluweelen pracht!
Blauw is de hemel, blauw de glans van het
kleed,
Maar mijne verrukte ziele nog veel blauwer
weet,
Twee vriendiijke oogen, blauwer dan de
blauwste nacht,
Schitterender dan de schoonst fluweelen
pracht!
Ik zou eene onwaarheid vertellen, indien
ik beweerde dat mijnheer Pettersson dit
gedicht een meesterwerk van poëzie vond.
Hij was er zich niet onbewust van dat het
rythme wel wat zonderling, de spelling van
het woord vriendlijk wel wat vrij en een
superlatif van bet woord blauw op z'n
zachtst gezegd wel wat gewaagd was. Maar
als hfj aan den anderen kant dacht aan alle
moeite en de vele slapelooze nachten, die
deze paar regels hem gekost hadden, dan
kon hij niet ontkennen dat ze hem dierbaar
geworden waren, et! met een zucht van
verlichting, borg hij het concept in den zak
van zQn kamerjapon en verliet zijne woning
met het tevreden gevoel van een huisvader
die zijn brutalen bengel een rechtvaardige
afstraffing heeft gegeven, of zijn huisbaas
eens duchtig de waarheid heeft gezegd of
een pijnlijken tand heeft laten trekken of op
welke andere manier dan ook een goed
man ten uitvoer heeft gebracht.
Maar hij was nauwelijks den hoek om
of zijner kinderen vleescrilijke moeder trad
de kamer binnen, wierp wantrouwende
blikken naar alle kanten, schudde aan den
courantenhanger, keerde den kalender om
en stak ten slotte haar handje in den zak
van Petterson's kamerjapon.
En toen ze het gedichtje gelezen had,
verviel ze in een krampachtiger huilbui,
drukte de handen tegen haar arm verscheurd
hart, sloeg den blik op naar de zoldering
en liep opnieuw naar haar vader, den
kruidenier.
-TfliS . V^
nam haar vader in vertrouwen"
Den dag daarop was het Kerstavond.
Dien middag zat Edvin Pettersson, voor
zien van een lange pQp en een
allerbeminIfjkst humeur kleine presentjes in te pakken
voor zijn beide lievelingen. Van uit de
slaapkamer werd een gefluister van stemmen,
een geloop van vele voeten en een ge frum
mel van papier vernomen.
Och, God zeegne die lieve Eva, nu loopt
?Blllllllllllllllltllllllllllllimilllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllll
ze daar rond en legt de pakjes klaar voor
mij en de kinderen, dacht mijnheer Petter
son en een warm gevoel van stil
familiegeluk doorstroomde hem als zelden te voren.
Doch daar ging de deur open en binnen
trad Eva's vader, de kruidenier Kryddelin,
die den heer Pettersson woedend toesiste:
Ellendeling!" $
Neen maar, schoonpapa, dat is toch
werkelijk eene verrassing!"
Ja, een verrassing heb ik voor je, en
daar zal je van lusten.
Een k aas je, zeker?
Ik meen dat verder commentaar geheel
overbodig is." sprak de kruidenier, uit de
hoogte. Genoeg, Ev en de kinderen gaan
nu met mij mee.
Goed! dan kom ik over een poosje. Dat
is aardig, schoonmama's kerstkrans te mogen
komen proeven".
Je brutaliteit gaat paal en perk te buiten;
je waagt het niet ooit meer een voet in ons
huis te zetten
Maa. ma .. maar, wat mankeert u opeens,
schoonpapa! Bent u stapel gek geworden.
Ellendige hond! brulde de kruidenier.
Foei, schaam u" zei mijnheer Pettersson.
Nu ging opnieuw de slaapkamerdeur
open en binnen rende mevrouw Eva
Petteisson gekleed in mantel en hoed, precies
als Ibsen's Nora in het laatste bedrijf; ze
huilde tranen met tuiten, gilde moord en
brand en klemde zich aan Petterssons hals
vast, kuste hem tol stikkens toe, hijgde naar
adem en zoog haar lippen vast op zijn
gezicht, als ware het eene borstkaramel.
En achter haar aan kwamen de twee jongens
in splinternieuwe jasjes en blauwe slob
kousen. En in de keukendeur stonden de
beide dienstmeisjfs te schreien. En op de
trap stond de postbode en vroeg zich af
wat daar te doen was. En in de gang stond
de knecht van den wijnhaadelaar met twaalf
flesschen Marsala en zes flesschen Muscaat
Lunel en wist niet of hij ze binnen zou
brengen of niet. En
eene verdieping daar
onder was mevrouw
Jönason op een stoel
geklom men en drukte
haar oud verschrom
peld oor tegen het
plafond om beter te
kunnen hooren.
En onder heftig
snikken, zei mevrouw
Pettersson:
Ik kan... niet...
van je scheiden, Ed
vin, zonder je n...
nog eenmaal te o...
o... omhelzen en te
kus... s... sen, O,
Edvin, hoe kon je zoo
s... slecht voor je
kleine Eva zijn! Vaar
wel, Ed... Edvin,
vaarwel...
Zijn jullie nu alle
maal gek geworden l
Wat, om 's hemels
wil, mankeert jullie?
Wat staan de jongens
daar zoo te gapen?
Vooruit, marsch met
jullie! riep mijnheer
Pettersson, terwijl het
hem aan te zien was,
dat hij zich duizend
mijlen ver wenschte.
O.. o... onmensch! Mogen ze dan niet
eens afscheid van hun vader nemen! O,
Edvin, sluit je hart nu niet heelemaal voor
ons," smeekte het vrouwtje.
Het spflt mij te moeten zeggen, dat mijn
heer Pettersson op dat oogenblik de moeder
zijner kinderen bij den arm greep en haar
geducht heen en weer schudde, terwijl hij
haar vroeg of ze wel wakker en bij haar
verstand was.
Nu liet ze zijn hals los, wierp zich ach
terover in zijn schrijfsloel en begon nog
heviger te schreien, terwijl ze uitriep:
.Ontrouwe ellendeling! kun je soms je
onverantwoordelQken omgang met juffrouw
Rips ontkennen^? Kun je ontkennen de maker
klom op een stoel"
oonkaimrs van 'den fnnstptttflnbakker
C. L LANOOY
Papestraat24 - 's GRAVENHAGE
KERSTDAGEN
geopend van 10?12 en 2?5 uur
iHMiiiMiiiitiiiifHiiRMiiimiimiitiiiiiiiiiimtimiiimiiiMifiHuiiuiMimi
Ste/a/z
Ik hoorde Stefan Paétos, en besefte: dit
is weer een van die gevallen, waarin je
opeens niet meer critisch staat tegenover
de dingen. Als hij het concert van Viotti
inzet, blijkt hij zijn viool br u taai-scherp ge
stemd te hebben, je merkt het op, om
het dadelijk weer te vergeten... Wat je
in-eens pakt, dat is zijn toon, die zoo
ontroerend-immateriêel is, in 't vurig opjnichen
en in de sombere dreuning, maar vooral
in de geheimzinnige vervloekingen, waarin
de klanken worden tot loome geuren. Je
voelt onmiddellQk 4e hartepijn en de zalig
heden van vele menschenlevens in die ne
jongensziel'geconcentreerd, Dit is het won
der, niet wat hij ken, met den strijkstok
opde vier snaren. Die prachtige rust ook! Het
is de rust van een, die zich met een zen
ding belast weet. Doch zonder van dat
weten uit ooit maar een oogenblik dóór te
denken.
Men zegt: kf was aa'de pauze, in Lalo's
Symphonie Espagnole," nog beter." Het
zal wel zoo zjj». Wie gekomen was, om
aanhoudend scherp op te -letten en met alle
zorg vergeldingen te naken, zag zijn taak
verzwaard door de ongelijkheid in de om
standigheden der beide vertolkingen. Onder
het Viotti-conce't sprong een snaar, en op
Zimmermann's viool, waarop deze zelf ons
telkens nieuwe wonderen doet beleven, kon
Partos niet best terecht.
Ik heb alles meer als n geheel gehoord
Wordt vervolgd op pog. 15
ss BLRNCHE
C l G FV WETTE S
IIIIIIIIIIIlllMHlllllllllllllllllllllHHII IIIMIIIIMIIIIIH
te zijn van de gloeiende verzen .aan de
koningin van je hart?" Kun je ontkennen
dat je haar lederen avond gaat opzoeken?
Ja, ontken het eens, als je durft, canaille!
raasde de kruidenier, die het zich als vader
en gevolmachtigde tot een plicht rekende, er
thans een woordje aan toe te voegen.
Toen wierp mijnheer Petterson zich ach
terover op zijn paardenharen divan met
koperen knopspijkers en lachte dat de ruiten
er van rinkinkten.
Och, God, nu wordt de arme stumper
gek, zuchtte mevrouw Jönason van de be
nedenverdieping, en hare hooge standplaats
verlatend, vouwde ze de handen, haarde haar
psalmboek te voorschijn en begon het gebed
voor de zeevarenden te lezen.
Ja, dat is nu een mooie boel," zei de
keukenmeid, mevrouw gaat er van door en
mijnheer wordt idioot; nu komt er niks van
het heele Kerstfeest"
Met gekrenktea trots verhief mevrouw
Pettersson zich van haren zetel, en zeide:
.Het staat je fraai, me nu nog te hoonea
ook, Edvin. Maarthet doet er ook niets tee,
ga gerust je gang l Mijn koffers
staan;reedsgepakt; je wilt misschien we! zoo goed zijn,
ze bij mtjn vader aan huis te willen laten
bezorgen? Kern jongens, zeg je vader goe
dendag. ..
Een brief," kondigde de keukenmeid aan
en stak haar hand om de deur.
Er is in een vrouwenhart altijd een ge
voel dat alle andere, zelfs dat van liefde en
geluk verdringt, namdijk nieuwsgierigheid.
Mevrouw Eva Pettersson bekeek den brief
en las boven het adres van haar man het
firma-hoofd: Hildur Rips, Atelier en
ModemagazQn Brackstad.
.Van je geliefde," zei ze met een bitteren
trek om den mond.
Hoor eens, mfln kleine Eva, zou je de .lief
desbrief" niet even willen lezen? Het is
wel wat vroeg om nu reeds met de cadeaux
te beginnen, maar nood breekt wet," meende
Pe<terson.
En mevrouw Eva las:
Geachte mijnheer Pettersson,
.Mevrouw haar japoa is gereet. 't Is
.de mooiste, die ik van mijn leven
gemaakt heb. Wil UEd. zoo goed zijn
mij te zeggen, hoe we doen zullen, dat
mevrouw er niks van merkt voor
vanavent. Zal ik het vanavent mischien
maar «ffe zenden?
Hoogachtend
Hildur Rips"
.O, Edvin, lieve, lieve man, kun je het mfj
vergeven? riep mevrouw Pettersson tuit en
kusjes, traantjes, klapjes en lachjes wisselden
elkander af.
.Hm, hm! ja... nu moet ik je werkelijk
mijne verontschuldiging aanbieden," zeide
mijnheer Krijddelin, .maar hoe zit dat dan
in leder geval met dat vers?
Dat was natuurlijk aan Eva gericht."
Mama, dus gaan we nu niet van paatje
wep," vroeg de oudste der twee jongens.
.De postbode wacht op antwoord," zei
de keukenmeid.
.De aanval schijnt voor het oogenblik
voorbij te zijn. Ik zal bij het raam gaan
zitten, dan kan ik zien wanneer ze hem
naar het gasthuis brengen," zei mevrouw
Jönason van de benedenverdieping.
Wat zijn dat voor dwaasheden, Eva, om
mij uit den winkel te halen op den laatsten
middag voor de Kerstdagen, wanneer kaas
en metworst juist het meest gevraagd wor
den l Enfin. God zeegne jullie in allen
gevalle, kinderen! zeide mijnheer Krijddelin
in het heengaan.
Maar mevrouw Eva leunde fraïr
donkergelokt hoofdje tegen mijnheer Pettersson's
breede borst, sloeg hare oogen, nog nat
van tranen tot hem op, drukte hem vaster
tegen zich aan en fluisterde:
.Lievelinp, is het Ifjf met kralen opge
maakt, zeg?"