Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
21 Dec. '18. .- No. 2165
S C H IJ N EN
VII
WEE Z |;N
"\ *
*
t
f;
P*v
5
Nu .gaat een nieuwe lente-dag verrijzen
en. alle vreugde, die de mensch behoeft
Zal ik met mijn blij-klinkend woord bewijzen.
Den sombien toon gedoog ik langer niet.
* Een groote troost en heerlijke paleizen
Zal ik ontstaan doen door dit laatste lied.
Mijn weeten zal ik oppermachtig maken,
.- Zoodat het angstig volk de, glorie ziet
waartoe het menschdom eenmaal zal genaken
door vast geloof aan het oneindig Goed
ik heb de kennis, en nu wil ik staken
de klacht, die week maakt en vertwijfelen doet.
De schoonheid is, en ook de grootste ellende
bedreigt haar weezen niet. Ik dwing tot moed
het angstig lijf, hoe ook mijn lot zich wende,
en wacht geen troost van uiterlijk geluk,
maar zoek in 't eigen, innerlijk moment de
* .fontein der vreugde, die uit zwaren druk
téhooger op spuit met week-zilv'ren welling,
en breekt de sombre, stugge rots aan stulc
Wij zullen ons ontworstlen aan de kwelling
' van vrees en twijfel. In het oogenblik
schuilt de genade, en onzer ziel herstelling.
Zoo spreek thans in dit woord alleen het Ik
dat nooit het pand der vreugd zich laat ontwringen
en dat zich door geen ziels-angst en geen schrik
uit zijn verbeeven zelf-bestand laat dringen.
Het kent zichzelven God, maar teevens weet
het hoe geleid'lijk de veranderingen
in onzen kosmos gaan, hoe schijnbaar wreed
de Almacht zichzelve drijft tot steiler stijgen,
den prikkel zoekend die ellende heet.
Het eeuwig Weezen kwelt zich, tot verkrijgen
van nieuw geluk, en zondert zich nu af
in menschen-waan, met lang en angstig zwijgen,
berouwvol onder zelf-bedachte straf,
grimmig versmachtend door verbrooken Eenheid,
vrijheid misbruikend die 't zich zelve gaf,
Ilimilllllll IHIUIIIinilllll HMIIIIIIIIIIIIIIMIUIUIUMMIIUIIinillll! MIHIWIIIIMIlHmilHIMIMtMulUllim IIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIII
dalend tot zonde, lafheid en gemeenheid,
om weer te stijgen in ontzachlljk spel
tot waar het de eigen kluisters plots van n rijt,
en losbreekt uit de zelf-geschapen hel,
om juichend de eigen oorsprong weer te vinden
als 't Kind den Vader vindt, en het herstel
der Harmonieën, die het Al verbinden
tot n volkootnen zuiver Licht-concerL
Rijk mij uw hand, verdoolden en verblinden,
die door der waarheid glans verbijsterd werd.
Laat mij u voor een oogwenk opwaarts voeren
tot waar geen vrees den vrijen blik verspert,
tot waar gij voelt 't ontzachelijk ontroeren
van 't Weezen Gods dat in uzelf ontwaakt,
en ziet vervloeyen de vaste contoeren
van uwen horizon, die scheiding maakt
tusschen uzelf en de'Oergrond aller dingen.
Een oogwenk zij genoeg. Geen mensch geraakt
tot duurzaam toeven in die hoogste kringen,
zoolang hij kampt in tweestrijd met de stof,
die hem tot dieper zelfbesef moet dwingen.
Hij werd verdreeven uit den stillen hof
van Eden, om zijn stout bestaan der Zonde,
en de eeuwig Goede Vader deed alsof
die stoutheid Hem bedroefde en diep verwonde.
Maar Vaar en kind zijn n. 't Ondeugend Kind
doet anders niet dan volgen ondoorgronde
harts-neigingen, die 't in zichzelven vind
maar die toch ook voortkoomen uit dien Eénen
die het laat dooien en toch trouw bemint.
Bedenkt dit! mpe-gekwelden, en verdweenen
is uw bezorgheid. Heerlijk straalt uw ziel
en zal aan God vernieuwde kracht ontleenen
schoon zij in duisterste gebieden viel.
Kerstmis wis.
Kerstgedachten
De schrijver van dit artikel
Bij gelegenheid van deze
Kerstdagen 1918 heeft De
Amsterdammer" eenige
landgenooten verzocht, hanne ge
dachten alt te werken, die met
den bare.nstijd van den Vrede
verband houden. Wij betuigen
onzen a ank voor de welwil
lendheid, waarmede hieraan
ts voldaan.
HET NIEUWE LEVEN...
door W. H. VLIEGEN
Einde 1916 was
voor Duitschland
de oorlog feitelijk
reeds een verloren
partij. 12 Decem
ber van dat jaar
deed de Keizer het
bekeide
rredeaaanbod, 't welk
begon met de
woorden: .Steu
nend op de over
winning en onzer
legers"... Woor
den die het zijn
tegenstanders on
mogelijk maakten
op het aanbod in
te gaan, wfll het
woorden waren
van' iemand die overwinnaarsvoorwaarden
en geen andere, gaat aanbieden.
Daarom kwam geen antwoord, de gealli
eerden waren besloten door te vechten. Zij
hadden het gevoel dat) hun overwinning
niet meer verre was. De middenrflken be
vonden zich in een wanhopigen toestand.
Dat bracht hen tot de groote wanhoopsdaad:
de {onbeperkte duikboot-oorlog, die vanaf
l Febr. 1917 de wereld ging berooven van
mUltoenen tonnen noodzakelijke
scheepsruimte, die de geallieerden, en vooral En
geland, in de positie bracht van dengeen die
IHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII .............. iiilillllliiii ......... l .......... in ..... imiiill
x NEOERLAND'S HOUDING
door prof. dr. D. VAN EMBDEN
In de stormen
van het wereld
gebeuren staat ons
volk nog immer
verbijsterden ver
blind. Ongeoefend
In materie van
buitenlandse
staatkunde stape
len wij fout, op
fout; verspelen wij
gunstige kansen,
verbeuren wij ons
aanzien in toene
mende mate. In
dien daaruit niet
werkelik grote
v»n dit Artikel gevaren oos be
dreigen, het zal
alleen zijn, om dat wij ten sbtte beschermd
rullen worden door datzelfde staatkundig in
zicht der Ententevolken, dat de leiders onzer
openbare meening plegen te wantrouwen,
door datzelfde idealisme, waar wij, verlichte
wereldwijzen, dageliks zo smaakvol de draak
mee steken.
'Met hoeveel tekortkomingen waren wij
op bet ogenblik van de wapenstilstand reeds
?iet beladen l Over afzonderleke daden en
onhandigheden worde nu maar gezwegen
om alteen bij grote trekken te verwijlen,
Daar was allereerst, voorgezegd door de
regering-Cort van der Linden en jaar in,
jaar alt beoefend door de grote pers: de
zedelike kleurloosheid tegenover Duitsland's
vertrappen der hoogste
rechtswaarden.NimD»
vecht om zijn leven, die bovendien het
?fonfllkt met de Vereenigde Staten deed
ontstaan.
Maar nog vóór dat het tpt oorlog met de
groote Amerikaansche republiek kwam, brak
in Rusland de Revolutie uit die in Duitsch
land de hoop weer verlevendigde, en den
oorlog verlengde.
De Duitschers hadden altijd een rotsvast
geloof Intfe superloriteiten van de autolevatie.
Toen in Rusland het Czarisme viel, rekenden
ze op een goede vangst in het daar ontstane
troebele water. En ze aanvaarden den oorlog
met Amerika, vertrouwend op den beteren
toestand waarin ze zouden komen dóór den
vrede, die ze gingen afdwingen van het in
wanorde en onarchie Ineengestorte Rusland.
Middelerwfll gingen !zej met fhun ver
schrikkelijke vernielingen door misschien
denkend daarom hun vijand uit te putten
of althans te beangstigen, misschien ook
niets anders denkend dan als wij toch ten
gronde moeten gaan, dan de anderen ook.
Nog eenmaal flikkerde hun hoop op: de
geslaagde offensieven in Frankrijk in de eerste
helft van 1918 waren er de oorzaak van.
Maar toen was het ineens uit. In weinige
.maanden veegde Foch al de overwinningen
van Hindenburg en de andere beroemde
generaals der midderijken van de lei, Bulgarije
zakte ineen, Turkije gaf het op, Oostenrijk
bezweek en eindelijk moest ook Duitschland
volgen. Alles was vergeefs geweest, de ge
weldige kampvechter die zoolang onover
winlijk le.ek, lag machteloos ter neer.
Verschrikkelijk is de vernieling die hQ
teweeg bracht, verschrikkelijk is zijn neder
laag, verschrikkelijk de rekening die thans
wordt opgemaakt door de overwinnaars.
De revolutie dreef de heerschers die kort
geleden zoa rotsvast leken te zitten, als
schadelijk wild den vreemde ia, de eene
vorstenkroon na de andere rolde de straat op,
het land verkeert in een chaottscnen toestand.
Het valt in stukken en brokken uit elkaar,
nog een stap verder en de overwinnaars
vinden niemand meer die het recht en de
macht geeft in naam van den overwonnene
te spreken, vinden niemand wien ze de
rekening kunnen presenteeren.
Politiek gebarsten, chonorisch geruïneerd,
moreel gebroken, is het kort geleden zoo
mer veroordelen; of zo al, dan onder
vergoelikend opzoeken van enige onvergelijk
bare tekortkoming ter andere zijde. Of op
zijn best: incidenteel veroordelen met enige
boze woorden voor n dag, maar zonder
politiek esprit de suite, zonder enige gevolg
trekking omtrent onze plaats in de
Statenwereld. En dit zedelik falen anderzijds
vierkant verergerd tot morele steun aan
Jonkers, aan keizers, aan Ludendorffs; ver
ergerd tot goedpraten van de duikboot
oorlog, tot een uitnodiging zelfs aan Duits
land om ook ons land te schenden, te ver
treden. Tot zulke diepte zijn ten onzent
b.v. antirevolutionaire bladen gezonken nog
in Mei dezes jaars.
Nu zijn dit alles, al is hun fatale uitwer
king in binnen- en buitenland nog geenzins
voorbij, niettemin verleden feiten.
Natuurlijk, hun oorzaken zijn ook ver
vallen ; uit is 't met de Duitse intimidatie
en dus met de tot diep in regeringskringen
ingevreten angst voor de Oostbuur; de
karakterloze aanbidding van het sukses
ik denk ook aan de individuen, welke zich
aan gindse .Vlaamse Hoogeschool" lieten
benoemen en die ten onzent niet eens alge
meen veracht werden deze aanbidding
dan hield op, toen omgekeerd bleek, in welk
een afgrond van ellende het Duitse volk
door zijn regeerders, partijen, leiders, pro
fessoren, publicisten, gestort was. Maar
allerminst voorbij is het eigen zedelik tekort,
dat de serviliteit bij zovelen eerst mogelik
maakte, noch het opvallend gebrek aan
politiek doorzicht. Dit laatste nu uit zich
in al zijn schadelikheid ook tans nog, na
de wapenstilstand.
Ik doel op 't volgende. Wanneer de ve .
llllllllllllllltlllllllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIlllllflIlllltlHIIIIIJIIflJIHIl
machtige Dultschland thans als machtsfaktor
in Europa uitgeschakeld. De overwinnaars
staren op een ruïne en begrijpen maar al
te goed. dat van het betalen der rekening
die ze thans gaan opmaken, niets komt. Heel
het nationaal vermogen van de mlddenrijken
zal op geen stukken na toereikend zijn om
alle te betalen. Maak van lederen Duitscher
een bedelaar en een slaaf en de schuld zal
nog niet voldaan zijn.
Hier is geen taak meer voor den naar
ongeldig dorstenden krijgsman waar elke
tegenstand is opgegeven, daar vindt het
wapen geen OtlwK meer. In de eerste dagen
van de bezetting van het .veroverde gebied,
kan men pogen den «verwonnene nog eens
te laten voelen wat hij misdeed, maar dan
komt ongetwijfeld de Fransche ridderlijkheid
in het Engelscne fair play b«ven en de be
zetting zal noodwendigerwijs een gemoede
lijker karakter aannemen, naarmate de be
zettende troepen inzicht krijgen in hetgeen
de bevolking van het bezette gebied leed
en lijdt, en van wat haar te wachten staat,
als de bezettingstroepen eenmaal huiswaarts
zijn gekeerd.
De geassocieerde regeeringen kunnen nu
den vrede in elkaar zetten zooals zij dien
wenschen. In die mate als zij dat hebben
heeft nooit een heerscher of een groep van
heerschers het lot van de wereld in handen
gehad. Schooner gelegenheid om een betere
toekomst op te bouwen, heeft nooit bestaan.
En zie ik de menschen aan die de beslissende
woorden hebben te spreken dan heb ik het
gevoel, het geloof in de hoop, dat de
verwezenlQking der goddelijke belofte opgeslo
ten in het hemelsche: vrede op aarde, nooit
zóó nabij is geweest. Dat deze heerlijke
utopie thans op het punt staat heerlijke
werkelijkheid te worden l
Het overwonnen volk, dat tevens het schul
dige is, zal moeten boeten, maar niet met
den dood. De wet der vergelding zal harde
woorden moeten bevatten, maar niet het
woord: ondergang.
Ik zie in gedachten degenen die de wapenen
smeedden welke de overwinning bevochten,
de grondslagen leggen voor de nieuwe wereld
die komen gaat. Zij waren onverbiddelijk
in den strQd, maar zij zijn demokraten,
menschen die weigerden te onderhandelen
IIIIIIIIIIHIllllllUIIMIIIIIIMIIIIIIllllllHlllllllmlIlllinillmlIIIIIIIHIIIIIIIIl
dedigers of vergoelikers der Duitse politiek
en ook die brave breed"-denkende vader
landers, welke In dit tltaniese geding van
vrijheid contra autokratie, van recht tegen
misdaad, geen voorkeur" kenden, omdat zij
o onnozele, inhoudsloze wijsheid
slechts .pro-nederlands" wensten te zijn,
wanneer dezulken zich beijverden om
uit de Franse of Engelse geschiedenis min
of meer antieke daden van geweld en ver
overing naar voren te brengen. Wanneer zQ
wisten te wijzen op chauvinistiese, op
Jingoïstiese groepen, die wijl geen enkel
volk n homogeen willende en handelende
massa is bij wijlen de aktie der Entente
volken beheerst hebben. Wanneer zij de
bedoelingen der Weststaten wisten neer te
halen door hun. idealisme te interpreteren
als baatzucht. Wanneer zij schamperden o D
de .beschermers der kleine naties" en vit
ten op Wilson, die de oorlog maar ver
lengde" dan begingen deze verlichte
pro Nederlanders" onophoudelik deze
cardinale fout,': te verwarren nevenzaak met
hoofdlijn en vooral van bedoeling met
feitelik gevolg.
Wat was, niet in een onreëel geworden
verleden, maar In de laatste halve eeuw de
A«o/dlnvloed geweest van de Weststaten
ener-, de Centralen anderzijds op de staat
kundige ontwikkeling ?
Hier toont zich, ondanks n^tuurlik ont
sporingen en afwijkingen, voor ieder zelfs
maar oppervlakkig kenner der historie de
duidelike tegenstelling van het bevorderen
tegenover het tegenwerken van demokratie
en pacifisme. En wat is de feitelike uitwer
king van Engeland's ingrijpen in '14 en
Frankrgk's schitterende zelfverdediging, al
met de autocratische heerachers omdat ze
alleen geloofden in vrije volkeren.
. ZQ mogen geen nieuwe knechtschap
brengen, maar demokratie en vrijheid.
Straks zal de verarmde maar gelouterde
wereld het gereedschap opzoeken en den
bloedgedrenkten grond doorploegen
En indien dan in alle landen het besef
kon zegevieren dat winst niet het hoogste
is en en dat de taak der demokratie is de
aardsche schatten door denken en werken
bevrucht, aan te wenden tot het bereiken
van het hoogste peil van vrijheid en be
schaving voor allen die op aarde wonen,
dan, inderdaad, zal 't duidelijk kunnen zijn:
in den menschen een welbehegen ....
Dan zou het dichterwoord bewaardheid
kunnen worden: Ein neues Leben blüht aus
den Ruïnen l Dan zouden wij eindelijk staan
aan de wieg van 't menschelrjk geluk!
Portret van den schrijver
iiiiiiitimniiHiiiMHUMHiHii
WAT NU?
door mr. P. A. DIEPENHORST
In een tijd van
overgang leven wQ,
een tijd van zoeken
en tasten. De krijg
woedt niet meeren
toch wil het geen
vrede worden. Voor
herstel van het
voortbrenglngsleven wordt alles
paraat gemaakt en
toch blijven
schaarschte en
duurte pijnlijk druk
ken. Het spannende
van abnormale cri
sistijd sleet uit en toch kwam het oude
niet terug. *
Het .wachter, wat is er van den nacht?"
blijft het bezorgde hatt beklemmen en het
antwoord op de vraag wat nu?" kan ook
voor Nederland slechts worden benaderd.
Geen oorlogscrisis is te vergelijken met
den ommekeer, dien deze wereldkrijg bracht.
De Napoleontische oorlogen geven geen
houvast, doordien destijds, alle
vastelandsstaten overwegend landbouwsiaien waren
en de internationale betrekkingen toen in de
allereerste ontwikkeling verkeerden.
Toch onthouden deze niet alle leering.
Zij prediken onweerstandelQk de les: klampt
u niet halsstarrig vast aan het oude, zweert
niet angstvallig bij hetgeen vóór den oorlog
was. Bitter heeft zich gewroken het
Hollandsche optimisme in het begin der vorige
eeuw, dat, zijn vertolking vindend in van
Hogendorps 's jubel: de zee is open, de
koophandel herleeft", droomde van een
weerkeer der gouden dagen, indien slechts
tot de vóór-Napoleontische periode werd
teruggegaan.
Met het .eene nieuwe lente, een nieuw
geluid" hebben wij ons aan den groei der
dingen aan te passen. Welke klank moet in
dat nieuwe geluid de overheerschende zijn?
Niet die leuze, welke met zoo groot
gedrulsch wordt voorgedragen, niet de strijd
kreet: de Staat moet het doen! Al zal met
betrekking tot sommige onderdeelen aan
de staatswerkzaamheid breeder invloedssfeer
dan voorheen zijn toe te kennen, toch zou
handhaving van de overheidsbemoeiing in
vorm en richting, gelijk de oorlog die bracht,
een ramp wezen en gehoopt mag worden
op vroed beleid tot af wending van dit groote
gevaar.
Veel meer recht op sympathie en kans
op (verwezenlijking heeft dat andere
desideratum: de organisaties en de individuen
moeten het doen l
De organisaties moeten het doen l Voor
de sociale vereenigingsactie opent zich een
rijk, veelzeggend perspectief. Reeds vóór
de crisis vertoonde de voortschrijdende
macht van vaste organisatie, welke de han
delende partijen in de economische worste
ling steeds meer vereend deed optreden
eene wondere levenwekkende kracht, welke
ons telkens plaatste voor verrassend nieuwe
verschijnselen.
Door den oorlog is de vereenigingsdrang
sterker geworden; nu minder dan ooit gaan
wij naar de dagen van Individualistische
versnippering terug. Het is niet een toe
vallig verschijnsel dat de bloei van de onder
nemersbonden, van trusts en kartels, in de
Duitsche landen dagteekent van de periode,
volgend op den Fransch-Dultschen oorlog.
In den druk bad men elkander ontmoet;
eensgezind hadden de producenten de
ministerieele bureaux bezocht; gemeenschap
pelijke petities werden opgesteld; in aan
eengesloten rijen was de strijd in pers en
vergadering gevoerd. Banden waren gelegd,
die niet weer aanstonds verbroken konden
iiiiiiiiiimiiiiiiimiiii
ware dan eens niets dan egoisme hun drijf
veer geweest? De feitelike uitwerking is,
dat door hun geestkracht en hun onzegbare
o ffersook onze vrijheid.onzedemokratie gered
werden dat alleen door hun overwinning, hun
onvoor waardelike over winning zonder de
wanmoraal van von Bethtnann'se vuistpanden",
mogelik werden het herstel van het volken
recht en het bereiken, nog steeds, van een
duurzame vrede. Wat maalt ten slotte de
reëele politiek om mogelike motieven van
eigenbelang.indien de[feiten maar allereerst to
nen belangengemeenschap ? Nederland n de
demokratie, n de vredeszaak zouden ver
loren zijn geweest, indien de Entente niet
had bezeten dat vrijzinnig eigenbelang"
hetwelk mensheidswaarde heeft.
En tans, nu de vreselike worsteling be
slist is, nu andere offers ook ons gered
hebben, en hun lijden ook ons zo
onmetelike dienst heeft bewezen; nu bovendien
het wild 'opgerezen Duitse volk de mis
dadige schuld zijner vroegere leiders en
het besef van zijn eigen medeplichtigheid
voor het oer .der wereld heeft uitgeschreeuwd;
nu dus aan onze Nederlandse goedpraters
en anderen een daverend dementi is toe
gediend dat hun beschamen en genezen
kon tans wordt de kortzichtige houding
in pers en regeringsaktie(resp.regeringsinertle
regelmatig volgehouden.Nieuwe grove onhan
digheden en taktloosheid stapelen zich op,
nieuw wanbegrip en wantrouwen worden
ten beste gegeven. Het is alsof wij
naijverigzijii op wat voor mij het vreselikste is in
Duitsland'slot:zijnzedelik isolement .Het is
alsof wij wen sen te beproeven, daar altans wat
in mede te delen. Wij beseffen blQkbaar in't
minst niet, dat het, de hemel zQ dank, Amerika
worden, maar inniger samenwerking als
blijvende vrucht moesten nalaten.,
In dezen oorlogstijd is de saambinding
van allerlei gegadigden nog sterker geweest
en de nawerking daarvan zal zich in duur
zame regelingen openbaren. Reactie wil hier
niemand; een tegengaan van den
organisatiedwang, die op menig stuk van het maat
schappelijk leven wordt uitgeoefend, bij het
collectief arbeidscontract, bij de
ondernemersbonden is onmogelijk en ongeoorloofd.
Veeleer moet een deel van den
organisatiedwang, door de vereenlgingen uitgeoefend,
uit de sfeer van het ongeordende worden
overgebracht in het rijk van wet en recht
matigheid. De roep om .nieuwe organen" is
krachtiger geworden en een zegen zou bet
wezen, indien aldus aan de doodende
staatsoverheerscbing paal en perk werd gesteld,
indien zoo kwam een waar wetboek van
den arbeid, geboren uit de behoeften van
het bedrijf, door onderling overeenkomst tot
stand gebracht.
Die zegen zal dan alleen worden verwor
ven indien ook de waarheid worde betracht
van dat andere; .De individuen moeten het
doen l" Krachtige persoonlijkheden moeten
er zijn, opdat niet de vastheid van organi
satie leide tot verzwakking van het indivi
dueel verantwoordelijkheidsbesef. Krachtige
persoonlijkheden moeten er zijn bij de voort
brenging en bij het verbruik. Bij de voort
brenging, waar energieke arbeid tot uitzet
ting van de productieve kracht drijft. Bij
het verbruik, waar beperking der behoeften
vooral de meer bemiddelden tot soberheid
dwingen moet en het wordt verstaan dat
in den economischen strijd de eerepmlm zal
worden weggedragen door het volk met het
grootste zedeiflk uithoudingsvermogen.
Zoo past op de vraag .wat nu 7" geen
beter bescheid dan het woord van Virgilius:
.Nunc. aninis opus, Aenea, rune pectore
firmo." Nu hebben w$ behoefte aan durf,
nu hebben wij noodig kloeke harten."
DE GEEST DER VRIJHEID
door F. DOMELA NIEUWENHUIS
Zelden, zelfs
misschien nooit,
doorleefde de
menschheid een
tijdperk in de ge
schiedenis zóó be
langwekkend en
zóó vol beroering
als dit. Hoogstens
gelijkt het op het
begin onzer jaar
telling. Nu als toen
een oude wereld
aan het af brokke
len en een nieuwe
in wording, die
op een wederge
boorte gelijkt, dus
het woord van
De schrijver v*n dit artikel.
in overeenstemming met
Goethe:
Das Alte stüzt, es andert sich die Zert
Und neues Leben blüht aus den Ruïnen.
En al zal niet alles beantwoorden aan
onze verwachtingen en bedoelingen, de tijd
om de winst- en verliesrekening op te maken
is nog niet gekomen, maar dit is zeker, dat
er vele veranderingen zullen plaats vinden,
die ons doen leven in een nieuwe wereld.
Zoo hebben wfl afgerekend met het monar
chaal beginsel, want sinds men ongeveer
280 vorsten en vorstinnen aan den dijk
heeft gezet, Is de menschheid verlost van
een stel onderdrukkers en kunnen wjj gerust
hun nazingen: en ze komen nooit weerom!
De rest, die nog op den troon zit, zal wel
spoedig het voorbeeld volgen van hun kol
lega's. Het maatschappelijk raderwerk zal
heel wat veranderingen ondergaan, daar tal
van hervormingen, waarop men reeds huig
wachtende was,plaats zullen vinden.De
demokratiseeiing zal niet alleen op politiek maar
ook op ekonomisch gebied doorgevoerd
worden. WQ maken de tijdsomstandigheden
niet, maar moeten trachten een juiste diag
nose te stellen, omdat wij dan alleen in
staat zijn voor de kwalen, waaraan de
maatschappij lijdende is, de noodige genees
middelen tot heling der ziekte toe te passen.
Hoogstens kunnen wij beginnen met ver-'
zachting aan te brengen. Als de tijd vervuld
is, d. w. z. rijp is, dan brengen de omstan
digheden datgene, wat beschikbaar is.
Ik voor mij ben overtuigd dat wij een
tijdperk van staatssocialisme zullen moeten
doormaken, gelijk ik dit reeds jaren geleden
in mijn Geschiedenis van het Socialisme,
heb aangetoond. Als dit in de lucht zit, dan
moet het eruit, of wij het aangenaam vinden
en de Entente zQn die voor afzienbare tijd
het staatkundig lot der mensheid beheersen
zullen, ouk het lot van dien statenbond die
wij, would *e-afstammers van Grotius, zo
geestdriftig bezingen en met onze daden zo
stoethaspelig tegenwerken.
En zo men al jegens de Entente dan niet
voelt een plicht van dankbaarheid, van
pijnlike en oneindige dankbaarheid; zo men
zich dan nog steeds niet bewust is van
geestverwantschap met hen in beschaving
en staatsbestel, dan drtjve ditmaal ons eigen
belang tot toenadering en vertrouwen en tot
een waardering, die breed gehouden kritiek
niet uitsluit.
Eén bezwaar tegen dit kleurbekennen
en ten dele positief koers wenden zou ik
kunnen respekteren. Het zou nl. de
indruk kunnen wekken, al ware 't maar
in eigen gevoel, van andermaal neer te
komen op: suksesaanbidding. Maar dit be
zwaar treft dan toch niet hen, die van 't
begin van de oorlog af begrepen hebben,
dat het volgen, van wat toen een
antiDuitse" koers heette, was een keuze voor
recht, voor menselikheid, voor Nederlandse
vrijheid, en die in woord en geschrift van dit
inzicht onafgebroken hebben big k gegeven.
Op hen vooral rust de plicht ons volk
voort te gaan in een betere, wijzere staat
kundige oriëntering, dan waartoe het tot
dusver bekwaam Is gebleken, de oriëntering
Westwaarts, die reeds veel te lang is uit
gesteld.