De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1918 21 december pagina 2

21 december 1918 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 21 Dec. '18. .- No. 2165 S C H IJ N EN VII WEE Z |;N "\ * * t f; P*v 5 Nu .gaat een nieuwe lente-dag verrijzen en. alle vreugde, die de mensch behoeft Zal ik met mijn blij-klinkend woord bewijzen. Den sombien toon gedoog ik langer niet. * Een groote troost en heerlijke paleizen Zal ik ontstaan doen door dit laatste lied. Mijn weeten zal ik oppermachtig maken, .- Zoodat het angstig volk de, glorie ziet waartoe het menschdom eenmaal zal genaken door vast geloof aan het oneindig Goed ik heb de kennis, en nu wil ik staken de klacht, die week maakt en vertwijfelen doet. De schoonheid is, en ook de grootste ellende bedreigt haar weezen niet. Ik dwing tot moed het angstig lijf, hoe ook mijn lot zich wende, en wacht geen troost van uiterlijk geluk, maar zoek in 't eigen, innerlijk moment de * .fontein der vreugde, die uit zwaren druk téhooger op spuit met week-zilv'ren welling, en breekt de sombre, stugge rots aan stulc Wij zullen ons ontworstlen aan de kwelling ' van vrees en twijfel. In het oogenblik schuilt de genade, en onzer ziel herstelling. Zoo spreek thans in dit woord alleen het Ik dat nooit het pand der vreugd zich laat ontwringen en dat zich door geen ziels-angst en geen schrik uit zijn verbeeven zelf-bestand laat dringen. Het kent zichzelven God, maar teevens weet het hoe geleid'lijk de veranderingen in onzen kosmos gaan, hoe schijnbaar wreed de Almacht zichzelve drijft tot steiler stijgen, den prikkel zoekend die ellende heet. Het eeuwig Weezen kwelt zich, tot verkrijgen van nieuw geluk, en zondert zich nu af in menschen-waan, met lang en angstig zwijgen, berouwvol onder zelf-bedachte straf, grimmig versmachtend door verbrooken Eenheid, vrijheid misbruikend die 't zich zelve gaf, Ilimilllllll IHIUIIIinilllll HMIIIIIIIIIIIIIIMIUIUIUMMIIUIIinillll! MIHIWIIIIMIlHmilHIMIMtMulUllim IIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIII dalend tot zonde, lafheid en gemeenheid, om weer te stijgen in ontzachlljk spel tot waar het de eigen kluisters plots van n rijt, en losbreekt uit de zelf-geschapen hel, om juichend de eigen oorsprong weer te vinden als 't Kind den Vader vindt, en het herstel der Harmonieën, die het Al verbinden tot n volkootnen zuiver Licht-concerL Rijk mij uw hand, verdoolden en verblinden, die door der waarheid glans verbijsterd werd. Laat mij u voor een oogwenk opwaarts voeren tot waar geen vrees den vrijen blik verspert, tot waar gij voelt 't ontzachelijk ontroeren van 't Weezen Gods dat in uzelf ontwaakt, en ziet vervloeyen de vaste contoeren van uwen horizon, die scheiding maakt tusschen uzelf en de'Oergrond aller dingen. Een oogwenk zij genoeg. Geen mensch geraakt tot duurzaam toeven in die hoogste kringen, zoolang hij kampt in tweestrijd met de stof, die hem tot dieper zelfbesef moet dwingen. Hij werd verdreeven uit den stillen hof van Eden, om zijn stout bestaan der Zonde, en de eeuwig Goede Vader deed alsof die stoutheid Hem bedroefde en diep verwonde. Maar Vaar en kind zijn n. 't Ondeugend Kind doet anders niet dan volgen ondoorgronde harts-neigingen, die 't in zichzelven vind maar die toch ook voortkoomen uit dien Eénen die het laat dooien en toch trouw bemint. Bedenkt dit! mpe-gekwelden, en verdweenen is uw bezorgheid. Heerlijk straalt uw ziel en zal aan God vernieuwde kracht ontleenen schoon zij in duisterste gebieden viel. Kerstmis wis. Kerstgedachten De schrijver van dit artikel Bij gelegenheid van deze Kerstdagen 1918 heeft De Amsterdammer" eenige landgenooten verzocht, hanne ge dachten alt te werken, die met den bare.nstijd van den Vrede verband houden. Wij betuigen onzen a ank voor de welwil lendheid, waarmede hieraan ts voldaan. HET NIEUWE LEVEN... door W. H. VLIEGEN Einde 1916 was voor Duitschland de oorlog feitelijk reeds een verloren partij. 12 Decem ber van dat jaar deed de Keizer het bekeide rredeaaanbod, 't welk begon met de woorden: .Steu nend op de over winning en onzer legers"... Woor den die het zijn tegenstanders on mogelijk maakten op het aanbod in te gaan, wfll het woorden waren van' iemand die overwinnaarsvoorwaarden en geen andere, gaat aanbieden. Daarom kwam geen antwoord, de gealli eerden waren besloten door te vechten. Zij hadden het gevoel dat) hun overwinning niet meer verre was. De middenrflken be vonden zich in een wanhopigen toestand. Dat bracht hen tot de groote wanhoopsdaad: de {onbeperkte duikboot-oorlog, die vanaf l Febr. 1917 de wereld ging berooven van mUltoenen tonnen noodzakelijke scheepsruimte, die de geallieerden, en vooral En geland, in de positie bracht van dengeen die IHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII .............. iiilillllliiii ......... l .......... in ..... imiiill x NEOERLAND'S HOUDING door prof. dr. D. VAN EMBDEN In de stormen van het wereld gebeuren staat ons volk nog immer verbijsterden ver blind. Ongeoefend In materie van buitenlandse staatkunde stape len wij fout, op fout; verspelen wij gunstige kansen, verbeuren wij ons aanzien in toene mende mate. In dien daaruit niet werkelik grote v»n dit Artikel gevaren oos be dreigen, het zal alleen zijn, om dat wij ten sbtte beschermd rullen worden door datzelfde staatkundig in zicht der Ententevolken, dat de leiders onzer openbare meening plegen te wantrouwen, door datzelfde idealisme, waar wij, verlichte wereldwijzen, dageliks zo smaakvol de draak mee steken. 'Met hoeveel tekortkomingen waren wij op bet ogenblik van de wapenstilstand reeds ?iet beladen l Over afzonderleke daden en onhandigheden worde nu maar gezwegen om alteen bij grote trekken te verwijlen, Daar was allereerst, voorgezegd door de regering-Cort van der Linden en jaar in, jaar alt beoefend door de grote pers: de zedelike kleurloosheid tegenover Duitsland's vertrappen der hoogste rechtswaarden.NimD» vecht om zijn leven, die bovendien het ?fonfllkt met de Vereenigde Staten deed ontstaan. Maar nog vóór dat het tpt oorlog met de groote Amerikaansche republiek kwam, brak in Rusland de Revolutie uit die in Duitsch land de hoop weer verlevendigde, en den oorlog verlengde. De Duitschers hadden altijd een rotsvast geloof Intfe superloriteiten van de autolevatie. Toen in Rusland het Czarisme viel, rekenden ze op een goede vangst in het daar ontstane troebele water. En ze aanvaarden den oorlog met Amerika, vertrouwend op den beteren toestand waarin ze zouden komen dóór den vrede, die ze gingen afdwingen van het in wanorde en onarchie Ineengestorte Rusland. Middelerwfll gingen !zej met fhun ver schrikkelijke vernielingen door misschien denkend daarom hun vijand uit te putten of althans te beangstigen, misschien ook niets anders denkend dan als wij toch ten gronde moeten gaan, dan de anderen ook. Nog eenmaal flikkerde hun hoop op: de geslaagde offensieven in Frankrijk in de eerste helft van 1918 waren er de oorzaak van. Maar toen was het ineens uit. In weinige .maanden veegde Foch al de overwinningen van Hindenburg en de andere beroemde generaals der midderijken van de lei, Bulgarije zakte ineen, Turkije gaf het op, Oostenrijk bezweek en eindelijk moest ook Duitschland volgen. Alles was vergeefs geweest, de ge weldige kampvechter die zoolang onover winlijk le.ek, lag machteloos ter neer. Verschrikkelijk is de vernieling die hQ teweeg bracht, verschrikkelijk is zijn neder laag, verschrikkelijk de rekening die thans wordt opgemaakt door de overwinnaars. De revolutie dreef de heerschers die kort geleden zoa rotsvast leken te zitten, als schadelijk wild den vreemde ia, de eene vorstenkroon na de andere rolde de straat op, het land verkeert in een chaottscnen toestand. Het valt in stukken en brokken uit elkaar, nog een stap verder en de overwinnaars vinden niemand meer die het recht en de macht geeft in naam van den overwonnene te spreken, vinden niemand wien ze de rekening kunnen presenteeren. Politiek gebarsten, chonorisch geruïneerd, moreel gebroken, is het kort geleden zoo mer veroordelen; of zo al, dan onder vergoelikend opzoeken van enige onvergelijk bare tekortkoming ter andere zijde. Of op zijn best: incidenteel veroordelen met enige boze woorden voor n dag, maar zonder politiek esprit de suite, zonder enige gevolg trekking omtrent onze plaats in de Statenwereld. En dit zedelik falen anderzijds vierkant verergerd tot morele steun aan Jonkers, aan keizers, aan Ludendorffs; ver ergerd tot goedpraten van de duikboot oorlog, tot een uitnodiging zelfs aan Duits land om ook ons land te schenden, te ver treden. Tot zulke diepte zijn ten onzent b.v. antirevolutionaire bladen gezonken nog in Mei dezes jaars. Nu zijn dit alles, al is hun fatale uitwer king in binnen- en buitenland nog geenzins voorbij, niettemin verleden feiten. Natuurlijk, hun oorzaken zijn ook ver vallen ; uit is 't met de Duitse intimidatie en dus met de tot diep in regeringskringen ingevreten angst voor de Oostbuur; de karakterloze aanbidding van het sukses ik denk ook aan de individuen, welke zich aan gindse .Vlaamse Hoogeschool" lieten benoemen en die ten onzent niet eens alge meen veracht werden deze aanbidding dan hield op, toen omgekeerd bleek, in welk een afgrond van ellende het Duitse volk door zijn regeerders, partijen, leiders, pro fessoren, publicisten, gestort was. Maar allerminst voorbij is het eigen zedelik tekort, dat de serviliteit bij zovelen eerst mogelik maakte, noch het opvallend gebrek aan politiek doorzicht. Dit laatste nu uit zich in al zijn schadelikheid ook tans nog, na de wapenstilstand. Ik doel op 't volgende. Wanneer de ve . llllllllllllllltlllllllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIlllllflIlllltlHIIIIIJIIflJIHIl machtige Dultschland thans als machtsfaktor in Europa uitgeschakeld. De overwinnaars staren op een ruïne en begrijpen maar al te goed. dat van het betalen der rekening die ze thans gaan opmaken, niets komt. Heel het nationaal vermogen van de mlddenrijken zal op geen stukken na toereikend zijn om alle te betalen. Maak van lederen Duitscher een bedelaar en een slaaf en de schuld zal nog niet voldaan zijn. Hier is geen taak meer voor den naar ongeldig dorstenden krijgsman waar elke tegenstand is opgegeven, daar vindt het wapen geen OtlwK meer. In de eerste dagen van de bezetting van het .veroverde gebied, kan men pogen den «verwonnene nog eens te laten voelen wat hij misdeed, maar dan komt ongetwijfeld de Fransche ridderlijkheid in het Engelscne fair play b«ven en de be zetting zal noodwendigerwijs een gemoede lijker karakter aannemen, naarmate de be zettende troepen inzicht krijgen in hetgeen de bevolking van het bezette gebied leed en lijdt, en van wat haar te wachten staat, als de bezettingstroepen eenmaal huiswaarts zijn gekeerd. De geassocieerde regeeringen kunnen nu den vrede in elkaar zetten zooals zij dien wenschen. In die mate als zij dat hebben heeft nooit een heerscher of een groep van heerschers het lot van de wereld in handen gehad. Schooner gelegenheid om een betere toekomst op te bouwen, heeft nooit bestaan. En zie ik de menschen aan die de beslissende woorden hebben te spreken dan heb ik het gevoel, het geloof in de hoop, dat de verwezenlQking der goddelijke belofte opgeslo ten in het hemelsche: vrede op aarde, nooit zóó nabij is geweest. Dat deze heerlijke utopie thans op het punt staat heerlijke werkelijkheid te worden l Het overwonnen volk, dat tevens het schul dige is, zal moeten boeten, maar niet met den dood. De wet der vergelding zal harde woorden moeten bevatten, maar niet het woord: ondergang. Ik zie in gedachten degenen die de wapenen smeedden welke de overwinning bevochten, de grondslagen leggen voor de nieuwe wereld die komen gaat. Zij waren onverbiddelijk in den strQd, maar zij zijn demokraten, menschen die weigerden te onderhandelen IIIIIIIIIIHIllllllUIIMIIIIIIMIIIIIIllllllHlllllllmlIlllinillmlIIIIIIIHIIIIIIIIl dedigers of vergoelikers der Duitse politiek en ook die brave breed"-denkende vader landers, welke In dit tltaniese geding van vrijheid contra autokratie, van recht tegen misdaad, geen voorkeur" kenden, omdat zij o onnozele, inhoudsloze wijsheid slechts .pro-nederlands" wensten te zijn, wanneer dezulken zich beijverden om uit de Franse of Engelse geschiedenis min of meer antieke daden van geweld en ver overing naar voren te brengen. Wanneer zQ wisten te wijzen op chauvinistiese, op Jingoïstiese groepen, die wijl geen enkel volk n homogeen willende en handelende massa is bij wijlen de aktie der Entente volken beheerst hebben. Wanneer zij de bedoelingen der Weststaten wisten neer te halen door hun. idealisme te interpreteren als baatzucht. Wanneer zij schamperden o D de .beschermers der kleine naties" en vit ten op Wilson, die de oorlog maar ver lengde" dan begingen deze verlichte pro Nederlanders" onophoudelik deze cardinale fout,': te verwarren nevenzaak met hoofdlijn en vooral van bedoeling met feitelik gevolg. Wat was, niet in een onreëel geworden verleden, maar In de laatste halve eeuw de A«o/dlnvloed geweest van de Weststaten ener-, de Centralen anderzijds op de staat kundige ontwikkeling ? Hier toont zich, ondanks n^tuurlik ont sporingen en afwijkingen, voor ieder zelfs maar oppervlakkig kenner der historie de duidelike tegenstelling van het bevorderen tegenover het tegenwerken van demokratie en pacifisme. En wat is de feitelike uitwer king van Engeland's ingrijpen in '14 en Frankrgk's schitterende zelfverdediging, al met de autocratische heerachers omdat ze alleen geloofden in vrije volkeren. . ZQ mogen geen nieuwe knechtschap brengen, maar demokratie en vrijheid. Straks zal de verarmde maar gelouterde wereld het gereedschap opzoeken en den bloedgedrenkten grond doorploegen En indien dan in alle landen het besef kon zegevieren dat winst niet het hoogste is en en dat de taak der demokratie is de aardsche schatten door denken en werken bevrucht, aan te wenden tot het bereiken van het hoogste peil van vrijheid en be schaving voor allen die op aarde wonen, dan, inderdaad, zal 't duidelijk kunnen zijn: in den menschen een welbehegen .... Dan zou het dichterwoord bewaardheid kunnen worden: Ein neues Leben blüht aus den Ruïnen l Dan zouden wij eindelijk staan aan de wieg van 't menschelrjk geluk! Portret van den schrijver iiiiiiitimniiHiiiMHUMHiHii WAT NU? door mr. P. A. DIEPENHORST In een tijd van overgang leven wQ, een tijd van zoeken en tasten. De krijg woedt niet meeren toch wil het geen vrede worden. Voor herstel van het voortbrenglngsleven wordt alles paraat gemaakt en toch blijven schaarschte en duurte pijnlijk druk ken. Het spannende van abnormale cri sistijd sleet uit en toch kwam het oude niet terug. * Het .wachter, wat is er van den nacht?" blijft het bezorgde hatt beklemmen en het antwoord op de vraag wat nu?" kan ook voor Nederland slechts worden benaderd. Geen oorlogscrisis is te vergelijken met den ommekeer, dien deze wereldkrijg bracht. De Napoleontische oorlogen geven geen houvast, doordien destijds, alle vastelandsstaten overwegend landbouwsiaien waren en de internationale betrekkingen toen in de allereerste ontwikkeling verkeerden. Toch onthouden deze niet alle leering. Zij prediken onweerstandelQk de les: klampt u niet halsstarrig vast aan het oude, zweert niet angstvallig bij hetgeen vóór den oorlog was. Bitter heeft zich gewroken het Hollandsche optimisme in het begin der vorige eeuw, dat, zijn vertolking vindend in van Hogendorps 's jubel: de zee is open, de koophandel herleeft", droomde van een weerkeer der gouden dagen, indien slechts tot de vóór-Napoleontische periode werd teruggegaan. Met het .eene nieuwe lente, een nieuw geluid" hebben wij ons aan den groei der dingen aan te passen. Welke klank moet in dat nieuwe geluid de overheerschende zijn? Niet die leuze, welke met zoo groot gedrulsch wordt voorgedragen, niet de strijd kreet: de Staat moet het doen! Al zal met betrekking tot sommige onderdeelen aan de staatswerkzaamheid breeder invloedssfeer dan voorheen zijn toe te kennen, toch zou handhaving van de overheidsbemoeiing in vorm en richting, gelijk de oorlog die bracht, een ramp wezen en gehoopt mag worden op vroed beleid tot af wending van dit groote gevaar. Veel meer recht op sympathie en kans op (verwezenlijking heeft dat andere desideratum: de organisaties en de individuen moeten het doen l De organisaties moeten het doen l Voor de sociale vereenigingsactie opent zich een rijk, veelzeggend perspectief. Reeds vóór de crisis vertoonde de voortschrijdende macht van vaste organisatie, welke de han delende partijen in de economische worste ling steeds meer vereend deed optreden eene wondere levenwekkende kracht, welke ons telkens plaatste voor verrassend nieuwe verschijnselen. Door den oorlog is de vereenigingsdrang sterker geworden; nu minder dan ooit gaan wij naar de dagen van Individualistische versnippering terug. Het is niet een toe vallig verschijnsel dat de bloei van de onder nemersbonden, van trusts en kartels, in de Duitsche landen dagteekent van de periode, volgend op den Fransch-Dultschen oorlog. In den druk bad men elkander ontmoet; eensgezind hadden de producenten de ministerieele bureaux bezocht; gemeenschap pelijke petities werden opgesteld; in aan eengesloten rijen was de strijd in pers en vergadering gevoerd. Banden waren gelegd, die niet weer aanstonds verbroken konden iiiiiiiiiimiiiiiiimiiii ware dan eens niets dan egoisme hun drijf veer geweest? De feitelike uitwerking is, dat door hun geestkracht en hun onzegbare o ffersook onze vrijheid.onzedemokratie gered werden dat alleen door hun overwinning, hun onvoor waardelike over winning zonder de wanmoraal van von Bethtnann'se vuistpanden", mogelik werden het herstel van het volken recht en het bereiken, nog steeds, van een duurzame vrede. Wat maalt ten slotte de reëele politiek om mogelike motieven van eigenbelang.indien de[feiten maar allereerst to nen belangengemeenschap ? Nederland n de demokratie, n de vredeszaak zouden ver loren zijn geweest, indien de Entente niet had bezeten dat vrijzinnig eigenbelang" hetwelk mensheidswaarde heeft. En tans, nu de vreselike worsteling be slist is, nu andere offers ook ons gered hebben, en hun lijden ook ons zo onmetelike dienst heeft bewezen; nu bovendien het wild 'opgerezen Duitse volk de mis dadige schuld zijner vroegere leiders en het besef van zijn eigen medeplichtigheid voor het oer .der wereld heeft uitgeschreeuwd; nu dus aan onze Nederlandse goedpraters en anderen een daverend dementi is toe gediend dat hun beschamen en genezen kon tans wordt de kortzichtige houding in pers en regeringsaktie(resp.regeringsinertle regelmatig volgehouden.Nieuwe grove onhan digheden en taktloosheid stapelen zich op, nieuw wanbegrip en wantrouwen worden ten beste gegeven. Het is alsof wij naijverigzijii op wat voor mij het vreselikste is in Duitsland'slot:zijnzedelik isolement .Het is alsof wij wen sen te beproeven, daar altans wat in mede te delen. Wij beseffen blQkbaar in't minst niet, dat het, de hemel zQ dank, Amerika worden, maar inniger samenwerking als blijvende vrucht moesten nalaten., In dezen oorlogstijd is de saambinding van allerlei gegadigden nog sterker geweest en de nawerking daarvan zal zich in duur zame regelingen openbaren. Reactie wil hier niemand; een tegengaan van den organisatiedwang, die op menig stuk van het maat schappelijk leven wordt uitgeoefend, bij het collectief arbeidscontract, bij de ondernemersbonden is onmogelijk en ongeoorloofd. Veeleer moet een deel van den organisatiedwang, door de vereenlgingen uitgeoefend, uit de sfeer van het ongeordende worden overgebracht in het rijk van wet en recht matigheid. De roep om .nieuwe organen" is krachtiger geworden en een zegen zou bet wezen, indien aldus aan de doodende staatsoverheerscbing paal en perk werd gesteld, indien zoo kwam een waar wetboek van den arbeid, geboren uit de behoeften van het bedrijf, door onderling overeenkomst tot stand gebracht. Die zegen zal dan alleen worden verwor ven indien ook de waarheid worde betracht van dat andere; .De individuen moeten het doen l" Krachtige persoonlijkheden moeten er zijn, opdat niet de vastheid van organi satie leide tot verzwakking van het indivi dueel verantwoordelijkheidsbesef. Krachtige persoonlijkheden moeten er zijn bij de voort brenging en bij het verbruik. Bij de voort brenging, waar energieke arbeid tot uitzet ting van de productieve kracht drijft. Bij het verbruik, waar beperking der behoeften vooral de meer bemiddelden tot soberheid dwingen moet en het wordt verstaan dat in den economischen strijd de eerepmlm zal worden weggedragen door het volk met het grootste zedeiflk uithoudingsvermogen. Zoo past op de vraag .wat nu 7" geen beter bescheid dan het woord van Virgilius: .Nunc. aninis opus, Aenea, rune pectore firmo." Nu hebben w$ behoefte aan durf, nu hebben wij noodig kloeke harten." DE GEEST DER VRIJHEID door F. DOMELA NIEUWENHUIS Zelden, zelfs misschien nooit, doorleefde de menschheid een tijdperk in de ge schiedenis zóó be langwekkend en zóó vol beroering als dit. Hoogstens gelijkt het op het begin onzer jaar telling. Nu als toen een oude wereld aan het af brokke len en een nieuwe in wording, die op een wederge boorte gelijkt, dus het woord van De schrijver v*n dit artikel. in overeenstemming met Goethe: Das Alte stüzt, es andert sich die Zert Und neues Leben blüht aus den Ruïnen. En al zal niet alles beantwoorden aan onze verwachtingen en bedoelingen, de tijd om de winst- en verliesrekening op te maken is nog niet gekomen, maar dit is zeker, dat er vele veranderingen zullen plaats vinden, die ons doen leven in een nieuwe wereld. Zoo hebben wfl afgerekend met het monar chaal beginsel, want sinds men ongeveer 280 vorsten en vorstinnen aan den dijk heeft gezet, Is de menschheid verlost van een stel onderdrukkers en kunnen wjj gerust hun nazingen: en ze komen nooit weerom! De rest, die nog op den troon zit, zal wel spoedig het voorbeeld volgen van hun kol lega's. Het maatschappelijk raderwerk zal heel wat veranderingen ondergaan, daar tal van hervormingen, waarop men reeds huig wachtende was,plaats zullen vinden.De demokratiseeiing zal niet alleen op politiek maar ook op ekonomisch gebied doorgevoerd worden. WQ maken de tijdsomstandigheden niet, maar moeten trachten een juiste diag nose te stellen, omdat wij dan alleen in staat zijn voor de kwalen, waaraan de maatschappij lijdende is, de noodige genees middelen tot heling der ziekte toe te passen. Hoogstens kunnen wij beginnen met ver-' zachting aan te brengen. Als de tijd vervuld is, d. w. z. rijp is, dan brengen de omstan digheden datgene, wat beschikbaar is. Ik voor mij ben overtuigd dat wij een tijdperk van staatssocialisme zullen moeten doormaken, gelijk ik dit reeds jaren geleden in mijn Geschiedenis van het Socialisme, heb aangetoond. Als dit in de lucht zit, dan moet het eruit, of wij het aangenaam vinden en de Entente zQn die voor afzienbare tijd het staatkundig lot der mensheid beheersen zullen, ouk het lot van dien statenbond die wij, would *e-afstammers van Grotius, zo geestdriftig bezingen en met onze daden zo stoethaspelig tegenwerken. En zo men al jegens de Entente dan niet voelt een plicht van dankbaarheid, van pijnlike en oneindige dankbaarheid; zo men zich dan nog steeds niet bewust is van geestverwantschap met hen in beschaving en staatsbestel, dan drtjve ditmaal ons eigen belang tot toenadering en vertrouwen en tot een waardering, die breed gehouden kritiek niet uitsluit. Eén bezwaar tegen dit kleurbekennen en ten dele positief koers wenden zou ik kunnen respekteren. Het zou nl. de indruk kunnen wekken, al ware 't maar in eigen gevoel, van andermaal neer te komen op: suksesaanbidding. Maar dit be zwaar treft dan toch niet hen, die van 't begin van de oorlog af begrepen hebben, dat het volgen, van wat toen een antiDuitse" koers heette, was een keuze voor recht, voor menselikheid, voor Nederlandse vrijheid, en die in woord en geschrift van dit inzicht onafgebroken hebben big k gegeven. Op hen vooral rust de plicht ons volk voort te gaan in een betere, wijzere staat kundige oriëntering, dan waartoe het tot dusver bekwaam Is gebleken, de oriëntering Westwaarts, die reeds veel te lang is uit gesteld.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl