Historisch Archief 1877-1940
. 8166
, Zaterdag 28 December
A°1918
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Prof. Mr. j. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E.-S. OROB10 DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA 4 WARENDORP
[Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f2.25. Abonn. loopen per jaar | | Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam | [ Adrertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. tegel ]
INHOUD: Bladi 1: Demacratie, Woerden en Werke
lijkheid. De Komst van den voormaligen Keizer
in Nederland, door v. H Buitenl. Overzicht: rJoan and
Peter", II, doo.r dr. G W. C. Byvanck. 2: Scherven,
teekening d*or Jordaan. Aan mijn Vrienden in
Holland, door prof. Paul Frederic. De Geest in bet
Leger, door kapt. W. J. M.Linden.?Krekelzang: 1919,
door J. H. Speenhoff. S: Feuilleton: Sylvester, door
Willy Coreari. Spreektaal: Nederland en de Ex-Keizer,
mr. H. C. van Hanswijk Pennink. Het Vliegveld
der Gemeente Amsterdam, door Lt. Maller. 5: Voor
Vrouwen (red. Elis. M. Rogge) Aan het open Raam,
door dr. Ratu Langie Winkelen en Art. 15, door
Bhz. Wfl yrouwen, door C. A. Worp-Roland Holst.
Gezelligheid ia toch maar alles, teekening van Maggy
Krusman. Uit de Natuur: Zaaityd, door Jac. P.
Thijsse. De zelfportretten van St. Lucas Amsterdam
en de Stadsschouwburg, door A. B. Kleerekoper.
Med. Kroniek, door dr. Tulp. 8: Thérèse van
Duyl' Schwartie f, door A. C. T. d. Berg en J..Surie
Fransche Kunst, door K. R. Gallas Nieuwe Boeken,
door dr. J. Prinsen JLzn. 9: De N.U.M. Obligatiën,
door J. D. Santithano. 10: Ome Puizle. Een Vleugje
Haagsche Wind, door Ari. Leekenspiegel. Corres
pondentie met een Dame, door B. O. H. 11: Marcband
de Oorlogrochtige, teekening van Joh. Braakendiek.
Toorop Zestig, II, door Alb. Plaescbaert. 1Z:
Biljart?port, door B. Boeketje Soflsüek, door * '
Bijvoegsel: l Januari 1919, teekening van Joh.
Braaken.iek.
HiiiiiiiiinntiiHiniiitiiiiiiniiiiiiitiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiii
DEMOCRATIE
WOORDEN EN WERKELIJKHEID
De Commissie tot voorbereiding van
de Grondwetsherziening is gevormd.
Wij staan aan den vooravond van een
nieuwe teug democratie in ons staats
bestel.
Wat zal die te beteekenen hebben?
Zelfs het kind in de wieg spreekt in
deze dagen van democratieyen 't is of
daarmede een onfeilbaar blijde boodschap
onder de menschheid wordt gebracht. Er
zit zelfs iets akeligs in de wijze, waarop
de menschen, en de volkeren, en de lei
ders elkander telkens het woord
nabouwen; het aan de menigte toereikend als
een behagelijk parfum, waarmede zij zich
bedwelmen laat.
Wie het volk de waarheid zegt, zegt
dat democratie precies datgene waard
is, wat het volk er met toewijding en
plichtmatigen ernst van te maken weet.
* Er is onder den naam democratie heel
wat groots, maar ook heel wat
teleurstellends aan de menschen gebracht!
Wil men niet de oude leuze andermaal
bewaarheid zien: dat de massa altijd
bedrogen uitkomt,?zoo is het zaak, hier
voor de oogen open te houden.
Democratie draagt alleen dan goede
vruchten, wanneer zij wortelt 'm verant
woordelijkheid.
Zij brengt onheil en desillusie, wan
neer zij op begeerigheid en krachteloos
heid rust.
Om de tegenstelling goed te verstaan,
heeft men slechts om zich heen te zien
naar het Oosten en naar het Westen.
Naar de orgie van onvruchtbare ver
warring, die zich in Midden-Europa en
in Rusland aan 't afspelen is, tegenover
de gestaalde democratiën van de nieuwe
wereld, van de Vereenigde Staten,
Canada, Australiëenz. De tegenstelling
is hemelsbreed, en beide hebben niets
anders dan den naam gemeen; omdat
het eene slechts op woorden, het andere
op daadwerkelijkheid berust.
Het is goed ook ten onzent de zaak
onder de oogen te zien, omdat ook wij
,JOAN AND PETER"
U
De gezichten van Joan en Peter, de beide
pupillen van Oswald, gaan nu uit de voor
gaande jaren opdagen in het licht van het
tegenwoordige, maar ik heb noch met hun
gezichten, noch met hun geschiedenis te
doen. Wat Wells, de auteur, ons zegt over
déstrooming van gevoelens en gedachten
te midden waarvan de beiden zich bewegen
en over de wereldemotie-golving die tegen
hen aanslaat, dat is het wat ik wil weer
geven om het voor mQzelf te beter te kunnen
formuleeren en te overdansen.
1914 en volgende zijn de kritieke jaren.
Dan komt de geweldige drift van ervaringen
opzetten die zij moeten ondergaan en tegen
over welke zij pest moeten vatten. Zq zijn
verplicht antwoord te geve» met hun ge
weten.
Maar 1914, breekt dat los onvoorbereid?
Er is een 191S dat voorafgaat.
Daar ontbinden zich allerlei banden, daar
rflzen verlangens op die hun uitweg nog
niet kennen, daar doorkruisen koortsige rillin
gen der Engelsche samenleving; een wil
ontwaakt, een ontevredenheid verheft zich,
een omwenteling wordt geeischt.
. De vrouwen zijn in opstand. Zij roepen
om het stemrecht, zij laten zich niet onder
drukken, zij slaan aan het vernielen. Het is
alsof er een kracht in de maatschappij is
vrijgekomen die niet langer op de geregelde
banen der samenleving zich kan verdeelen.
een volk zijn, dat zich zeer gaarne aan
redenceringen en theoriën overgeeft, maar
de feiten veronachtzaamt Hoevelen
dwepen nu niet al weer in blinde ver
wachting met, zooals het dan heet, wat
er in Duitschland geschiedt." n zij
weigeren de holle, landbedervende ver
warring te erkennen, waaraan op 't
oogenblik de Germaansche landouwen
ten prooi zijn.
Athene is te gronde gegaan aan zijne
democratie, omdat ten slotte alle burgers
hun dagen sleten in 't oreeren over de
publieke zaak; en alle levensernst en
dagelijksche arbeid daarvoor plaats
moesten maken.
Zoo hebben meer democratiën
zichzelve ontzield.
Landen als Zwitserland, als Noorwegen
daarentegen, en ook de gemeenebesten
van de nieuwe wereld, hebben in hunne
democratie een gezonde kracht bereikt,
omdat zij er een levensbeginsel voor
het normale bestaan van hebben gemaakt,
een school van gemeenschapsgevoel en
burgerzin. «
Want dit is ten slotte het groote ver
schil: grijpt een volk naar democratische
instellingen om wat te profiteeren ? dan
wel: om wat te zijn? In het eerste geval
loopt het op niet anders uit, dan op een
tijdelijke gulzigheid die de grootste
teleurstellingen na zich sleept. Wanneer
in democratische overheids-instellingen
alleen 't middel gezien wordt om dadelijke
en stoffelijke voordeden te behalen: betere
bezoldigingen, arbeidsbeperkingen, gel
delijke en maatschappelijke voordeelen,
een goede plaats bij het laadje, en voor
een aantal eerzuchtigen de eer van grooter
of kleiner leiderschap, dan kan men
na eenige jaren den terugval voorspellen.
Die democratie gaat in onderlinge na
ijver en afgunst, in te kort n gebreken,
in holle klanken te niet.
Een vruchtbare kracht voor het volks
leven vormen de democratische staats
instellingen, wanneer zij
gemeenschapsplicht en individueele verantwoor
delijkheid van eiken burger voorop stellen.
Algeheele voldoening van de
menschelijke behoeften zullen ook zij ten slotte
nooit kunnen brengen. Daarvoor is de
wereld te klein en zijn de verlangens der
.menschen te .groot. Maar het
voornaamste wat zij toch'kunnen geven is:
de voldoening van medewerker te zijn
aan een gemeenschappelijk doel.
Niet wat helpt het mij aanbrengen",
maar wat kan ik helpen aanbrengen"
is de vooropstaande vraag.
In deze vraag zijn de moderne
westersche democratiën groot geworden;
en ieder die in haar midden heeft
vertoefd, heeft den indruk behouden van
't verheffende feit, dat elk een kans en
een recht heeft om mee vooraan te staan
in den kring der gemeenschap.
*
* *
Het is dubbel goed, dit alles nog eens
te bedenken, nu ook wij weer staan aan
den vooravond van eene democratische
herziening" onzer staatsinstellingen.
De Staatscommissie is benoemd. De
nieuwe schets wordt welhaast gemaakt.
In wat voor geest zal zij worden op
gezet, ónze nieuwe democratie ?
Wij zijn geen volk met een levendig
gevoel van gemeenschapsplicht. Wij zijn
evenmin een volk van sterken burgerzin.
De publieke zaak is voor verreweg de
meesten meer een ding om tegen te
sputteren, dan om zich aan te wijden.
Het Nederlandsche volk heeft een
ledere vrouw gaat zich vrij gevoelen in
haar handelingen, en zij heeft geen reken
schap meer te geven van haar gangen; die
Engelsche wereld die een vrouwenwereld
is, geraakt in oproerige, onsamenhangende
beweging.
Zoo is het ook met de arbeiders. De tijd
is voorbij dat hun werkliedenvereenlgin gen
alle krachten inspanden om een vermeer
dering van loon te verkrijgen;; wat thans
wordt gevorderd is een verbetering van het
leven en een aandeel in de verdienste. De
orde, zooals zij tot nu toe bestaan heeft,
daaraan gelooft men niet meer. En allen die
sociaal gevoel hebben vervult een onbe
stemde behoefte om ieder lid der gemeen
schap te zien medewerken voor een ge
zamenlijk doel.
Tegen die aandringende krachten ver
zetten zich andere krachten. Belangen, ge
woonten en leuzen houden de menschen in
hun netten gevangen. Ierland heeft zijn
beteekenis. IndiëIaat de Engelschen niet los.
Indiëwerd beschouwd als een broed
plaats voor de regeerende klasse van het
Britsche Rijk: Ulster in Ierland, met ztjn
strijd tegen Home-rulet was misschien een
nog gewichtiger bewaarplaats voor een
engen kring van standenbeschaving.
Het .loyale Ulster" en het ophouden van
de echt Anglicaansche principes", zoo
waren de strijdwoorden, tegenover lersche
nationalisten en Engelsche. liberalen in
gebruik, om de macht voor een bepaalde
groep van personen te behouden. Daarvoor
waren in 't geheim wapenen naar Ierland
gezonden, daarvoor had Carson er een
afzonderlijke militie georganiseerd en het
land op den rand gebracht van den burger
oorlog. Ja, Ulster was maar een
onaanzienIflke streek en het waren niet zoo heel veel
duizenden levens die met den burgertwist
waren gemoeid, toch in zijn wezen was het
sterke neiging om achter leiders, heeren
of quasi-heeren, aan te loopen; en alleen
af en toe in arren moede den boel eens
aan scherven te gooien. Opbouwenden
publieken geest, waaraan bijvoorbeeld het
Britsche volk zijn grootheid heeft ont
leend, en die ook in de Derde Fransche
Republiek zich ter. slotte heeft geopen
baard, hebben wij te kort.
Zwak van politiek gestel" heeft
Thorbecke reeds gezucht.
Liever dan in staatkundige verant
woordelijkheid, verliest de natie zich
nog in ouderlingen partijstrijd en mach
teloos gepraat. Hebben de jongste ver
kiezingen, waarbij toch de maat der
democratie een heel stuk verder was
toegemeten, dit niet bewezen? Hebben
die inderdaad een betere, krachtiger,
knapper volksregeering gebracht, dan
in vroeger jaren wel had bestaan?
Het gaat dus ook niet aan, zonder
meer op de toezegging: nóg meer demo
cratie, wonderwat te bouwen!
Indien het Nederlandsche volk niet
doelbewust aanpakt, zal bet met al zijn
nieuwe eisenen, met zijn vrouwenkies
recht, zijn afschaffing van de Eerste
Kamer enz. niet anders bereiken, dan
dat de verzwakking en de verdunning van
den heilzamen volksgeest nog worden
voortgezet. * * *
Het is te htpen, dat de nieuwe grond
wetscommissie zal begrijpen, dat haar
arbeid in de eerste plaats hiertegenover
nieuwe bezieling brengen moet. Van de
hervorming der staatsinstellingen wordt
d i t vooral verwacht! Niet volksmacht,
maar volkszin en
\o\ksverantwoordelijkheid moeten het einddoel zijn.
In beginsel kunnen deze ongetwijfeld
in de toekenning van het vrouwenkies
recht opgesloten zijn. Ook het referendum
roept Inderdaad de burgers tot directe
beoordeeling der staatsaangelegenheden
op; hei gemeentelijke referendum is daarbij
misschien nog va.n de grootste beteekenis.
De bepaling, dat bij uitsterven van onsvor
stenhuis eene volksstemming zal voorzien
in de troonopvolging en in de monarchie
roept zeker den burgerzin op. De
klakkelooze afschaffing van de Eerste Kamer
zal zeker voor den democratischen ernst
niet bevorderlijk zijn! Deeisch van me
dezeggenschap der VolkJ$y
l|egenwoordiging voor dfc oon_ogj!tv^^ftring~^xH
geen ander nut, dan aan" een leuze van
het buitenland te voldoen. Binnenlands
stelt zij integendeel de bestaande macht der
kamers lager voor, dan die eigenlijk is.
Maar indien men overigens meent, dat
met dit alles ook alles zal zijn gedaan,
is dit oppervlakkig gedacht.
** *
Waarachtige, heilzame democratie
moet aan ons volk nog door andere
instellingen en hervormingen worden
gebracht. Wij hebben daarop reeds
vroeger gehamerd; wenschen het thans
nog eens te doen.
Die moet komen door verdere belang
rijke uitbreiding van de deelneming der
burgerij, in groote geledingen, aan de be
stuurszaken, gemeentelijk, gewestelijk of
landelijk ; bijvoorbeeld in verschillende
commissie's voor speciale onderwerpen
van dienst. Die moet komen door ver
kiezingvan sommige ambtenaren en door
decentralisatie ook| in de groote ge
meenten, in den vorm van wijkbestuur.
Daarnaast ook door meer openbare ver
antwoordelijkheid van verschillende leden
der bureaucratie.
Zij moet liggen in de erkenning van
drijven en streven van den heerschenden
stand in Engeland niet verschillend van die
beweging die stil en onweerstaanbaar in
diezelfde dagen bezig was Europa mee te
sleepen tot een onmetelijk bloedbad; alleen
de Keizer en zijn krijgsstaf rekenden met
millioenen, terwijl de Britsche Tories zich
tot een veel geringer getal bepaalden. Het
slechte hier echter, stond gelijk met het
slechte daar.
Het was een bekrompen en versleten
systeem", zegt Wells, bang voor het ge
woon gezond verstand der menschheid,
opgevuld met trots, eigenbaat en begeerte
om anderen te vernederen, een groot
stelsel van eenmaal opgevatte ideeën en
verkeerde inzichten, dat behoefte had zich
zelf verzekerdheld te geven, en dat een ver
nieuwing zocht in een brutale luide manier
om met zijn aanspraken voor den dag te
komen. Een verjongingskuur rekende het,
het drinken van bloed."
Het was Juli 1914. Goddank"! zeide
Oswald, het is oorlog". Als een onweer
barstte het uit. Plotseling trad het leven
van de jeugd in een tragische periode.
Al die jonge menschen waren opgegroeid
met geen vast doel of met geen bepaalde
verplichtingen, nu stonden zij op eenmaal
zonder eenige voorafgaande kennisgeving,
zonder eenige voorbereiding tegenover een
wereldcrisis, die tegelijkertijd voor ieder
van hen was een crisis van leven of dood
en van eer of oneer. Zij hadden gedacht,
zonder bovenmatig respect voor de over
hen gestelden, het leven gemoedelijk door
te kunnen gaan. Daar stortte het plotseling
geheel in.
Hun vrijheid, hun vrqe tijd, hun veilig
heid moesten worden opgeofferd, Het werd
van hen gevergd, heroïsch te zijn.
Zij zagen de ouderen van dagen met
bedrijfsvertegenwoordiging en
vakvereenigingen. In deelneming van burgers
aan de rechtspraak. In veel scherper
doorgevoerde publieke controle op ver
schillende takken van dienst.
Zij moet onvermijdelijk worden aan
gevuld door nadrukkelijke aankweeking
van den gemeenschappelijken burgerzin
in de scholen, lagere, middelbare en
hoogere, als ook anderzins: o.m. in
intenswerkende volkshoogescholen (zie
Denemarken). Door afschaffing van
menig examen, dat op
standsbevoorrechting uitloopt. Door de pers en den
algemeenen omgang.
Zij moet leven door een geest van
grooteren eenvoud en minder hiërar
chische deftigheid in 't regeeringswezen,
bij het leger, enz.
Want een van de dingen, die ten slotte
juist in ons land de wezenlijke democratie
tegenhouden, is de belachelijke en vrij
wel nergens geëvenaarde afscheiding
tusschen hoogeren en lageren, gezetenen
en minderen, grootheden en gewone
menschen. Hoeveel ontstemming en
hoeveel kortzichtigheid worden daardoor
geboren. Zoover de staatsinstellingen
hiertegen iets kunnen doen, mag 't niet
worden verzuimd. Regeerders en volk
moeten nader bij elkaar gebracht worden.
Het is daarom ook onze overtuiging,
dat ten slotte waarachtige vernieuwing
van den staatsgeest ten onzent nimmer
zal worden bereikt, tenzij men den
stouten greep durft te doen en de regee
ring, de bureau's, het parlement, het
geheele officieele leven, durft te onttrekken
aan: de geestesgesteldheid van Den Haag/
Het lijkt wat vreemd, zooveel invloed
toe te kennen aan een enkele plaats l
Maar men kan er inderdaad zeker van
zijn, dat 't geheele nederlandsche staats
wezen altijd buiten en boven en vreemd
van het waarachtige volk zal blijven
staan, zoolang het niet Ban de bekrompen
makende Haagsche sfeer wordt ontrukt.
Alles, wat daarin opgenomen wordt,
wordt bijna noodwendig van het werke
lijke nationale leven los gemaakt en met
een engen, exclusieven,
on-democratischen geest doortrokken. Willen wij
eenmaal de democratie organiseeren, dan
moeten wij toch zorgen, het tenminste
in werkelijkheid Je doen...\ l
En heeft dit nu nog iets met de aan
staande grondwetsherziening te maken?
Zeer zeker. Zal eene grondwetsher
ziening iets anders zijn dan een juridisch
werkstuk, wil ze zijn een uitdrukke
lijk moment in de ontwikkeling van een
volksleven, dan moeten daarbij, of
daarnaast, ook de beslissingen wor
den uitgedrukt, die voor het staatsbestel
van dat volk van levenden, opwekkenden
invloed zijn. v. H.
^ O <^
DE KOMST VAN DEN VOOR
MALIGEN KEIZER, IN
NEDFRLAND
Een punt, dat nog opgehelderd worden moet!
In ons no. van 14 December schreven wij:
het is dringend gewenscht, dat van Neder
landsche zijde nadere inlichting wordt ge
geven omtrent het door de geheele
buitenlandsche pers overgenomen interview van
den sergeant onzer grenswacht, bij wien
de keizer zich bij zijn komst te Eijsden
heeft aangemeld, en aan wien de ex-majesteit
zou verzekerd hebben, dat de Nederlandsche
iiilfilMuiiiiiiiiHiiiiiilimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiimiiiiiimiiiiiii
moeite hun tegenwoordigheid van geest
bewaren en fout op fout stapelen; de jeugd
middeierwrjl werd van een millioen ver
schillende bedrijven en belangen die zij
voor haar eigenlijk levensdoel had leeren
aanzien, naar de militaire machines gevoerd,
die er voor waren ingericht om snel en
zonder genade al het versche jonge leven
tot bloed en rottend vleesch te vermalen...
Niet dat men dadelijk het gevoel had
voor zulk een vernietiging van leven. Het
geweld alleen wilde men niet zien, ook de
opwinding wilde men genieten. Jeugd heeft
vertrouwen.
Er bestond opgewektheid tot handelen.
Peter ging in dienst, Joan werd chauffeur.
Bevrediging werd gevonden in het nieuwe
werk. De uniform gaf kleur en pose aan
het leven.
Het Britsche karakter is een eiland-karakter.
De zaken van het vastland beschouwt men
van Engeland uit, alsof men er door een
breede golf van is gescheiden. Zij bewegen
zich op een tooneel. Zoo zag men den oorlog
als een machtige handeling; hij trof op ge
voelige plaatsen ; maar hij raakte niet in het
intiemste. Hij werd in een worstelperk ge
voerd. Een groot enthousiasme beving de
menschen om mee te doen, maar het was
nog niet de echte geestdrift van den strijd
op leven en dood.
Bij het eerste opvlammen der veront
waardiging over het gedrag van Duitschland
was men licht geneigd over de moeilijk
heden heen te zien. M* n rekende op de
wijsheid der leiders, men dacht dat de kracht
van Engeland zou worden bewaarheid. Het
was een tijd van Idealisme. De loyauteit
van Ierland en van Indiëtoonde de aan
wezigheid van een nieuwen geest. Een ver
heffing ging door het geheele rijk, Jonge
helden als Rupert Brooke en Richard Qrenfell
gaven een luisterrijk voorbeeld. Zij stierven
regeerln? van zijn kom$t verwittigd was."
Wq drongen hierop aan, omdat ons ge
bleken is, dat n in Frankrijk, n in Enge
land dit interview algemeen bekend is, veel
belangstelling heeft gewekt en aanvaard
wordt als do voorstelling van 'skeizefg
aankomst ten onzent. Het sluit dus in zich,
dat de Nederlandsche regeering daartoe wél
op de een of andere wijze zou hebben
medegewerkt. En dit is juist een der ergste
punten, die men ons dan aanrekent.
Wenscht de regeering omtrent dit verwijt
afdoende tegenspraak te geven,
dan moet zr] alsnog ook omtrent die ver
klaringen nadere opheldering verstrekken.
Dit des te meer, omdat de in het inter
view gegeven voorstelling inderdaad
jUlst l» \
Een onzer lezers, wiens familie te EQsden
woonachtig is, heeft naar aanleiding van 't
geenwfj boven schreven de zaak, met ons,
gewichtig genoeg geacht om na te gaan
wat de sergeant precies kan verklaren. Ziet
hier wat deze daarop heeft geantwoord
en nog heden volledig vol
houdt:
,toen op den morgen van 10 November
de acht of negen automobielen aan de
grens tot stilstand waren gekomen, steeg
uit een der eerste een kapitein of overste,
( die op mfln weigering om den keizer met
zijn gezelschap door te laten, mij zeide: Qlj
kunt het gerust doen. Uwe re
geering Is geheel op de hoogte".
Toen ik (sergeant) toch bezwaar bleef
maken, kwamen er nog eenige andere
Dultsche officieren uit de auto's bfj, waaronder
een zeer lange en magere, de eenige die
een breede zilveren band om de pet droeg.
Ook deze zeide mfj: de
Hodorlandsche regeering weet van alle»
af", althans woorden van die strekking.
De Keizer zelf is daar meen ik niet bij
geweest.
Of zQ hetzelfde tegen den inmiddels op
geroepen officier uit Maastricht hebben ver
klaard weet ik niet".
Aldus luidt de verklaring van den sergeant
Pinkaers te Eysden.
Wl) kunnen niet beter doen, dan deze
bijzonderheden hier te publiceeren.
Gezien het gewicht, dat 't buitenland aan
de aanwezigheid van Wilhelm II ten onzent
toekent, en de achterdocht welke daarbij op
de houding van onze regeering is geladen,
is het harerzijds het beste, elk misverstand
in het publiek te verwijderen. Nevens de
uitvoerige tegenspraak omtrent den Generaal
van Heutsz is het zeer gewenscht, nauw
keurig te doen uitkomen, dat genoemde
Duitsche officieren tegenover den sergeant
Pinkaers de onwaarheid gesproken
hebben; en ook: hoe zij er toe ge
komen zijn, die onwaarheid' te
spreken f
Waarschijnlijk zal het licht daartoe van uit
Amerongen kunnen worden gegeven!
Hebben, wat men zou moeten aannemen,
de keizerlijke geleiders er niet tegen opgezien,
in hun haast om te vluchten Nederlandsche
militairen te beliegen en de Nederlandsche
regeering te compromiteeren. dan is dit wel
een duidelijk aanbod van verontschuldiging
waard!
Hebben zij door listige voorwendsels met
hun vorstelijke last over onze grens weten
toegelaten te worden, dan is 't geval nóg
erger, en zou 's Keizers heele aanwezigheid
hier te lande door bedrog zijn geforceerd.
v. H.
met een zang op de lippen in het geloof
aan de ongerepte eer van Engeland. Hun
dood was een opneming in een hooger sfeer.
Maar de tegenslag was spoedig genoeg
gekomen.
De overtuiging breekt zich langzamerhand
baan: wanneer Engeland dezen oorlog wil
blijven doorvechten als de gentleman lief
hebber, dan is hij zeker hem te verliezen.
En een verandering grijpt plaats in de ge
zindheid. Zq heeft ingezet met de inrichting
van het ministerie voor ammunutie door
Lloyd George op een nieuwe basis van
inofficiëele administratie; en daarop volgde
daarna met zekere stappen de aanneming
der conscriptie. Hlermc is de eerste periode
van chaotische vrijheid en onzinnige krachts
verspilling ten einde.
Een zware les is doorgemaakt. Voor wie
de ontwikkeling van een volk wil nagaan
zal het steeds een belangrijke studie blijven
door al welke middelen: haastige, slecht
georganiseerde opleiding, redevoeringen,
cinema's, vertooningen, optochten, het is
gelukt om aan het Engeische publiek een
opvoeding te geven, de opvoeding te geven
tot een eenheid van wil.
Zulk een groot streven dat Engeland uit
zijn loomheid van twee eeuwen ophief, was
n, misschien linksche, maar al voortgaande
beweging.
Joan en Peter kenden haar niet als een
geregelde opvolging, maar zij zagen haar
verspreid in verschillende gebeurtenissen.
Alleen gevoelden zij hoezeer de Joan en
Peter van 1917 onderscheiden waien van
de Joan en Peter van 1914. Onder hun
geestdrift was de zwarte lijn getrokken van
een schaduw.
Nog een jaar moeten wij hen verder
volgen om onze conclusie te trekken en onze
beschouwingen tot een eenheid te maken.
W. G. C. B Y v A N c K