De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 4 januari pagina 2

4 januari 1919 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 4 Jan. '19. Ho. 216? DE DUITSCHE REVOLUTIEVLAG Teekenlng voor de Amsterdammer" van Jordaan t'1 Frau Spartacus: Rood maar nog niet rood genoegt" Mllllllllllllltllllllllltlllllltlllllllllllll en het rooien van aardappelen. Voor den oogst van rogge, tarwe, gerst en haver heeft het grootbedrijf wederom in de machine (zeifbinders en graanmaaiers) een middel om te oogsten als zich te weinig arbeiders aanbieden. Voor den aardappeloogst missen wij echter nog steeds een goede machine. Op het gemengde bedrijf is de behoefte aan seizoenarbeiders minder groot, maar ook daar zal de oogsttijd langer arbeidsdagen elschen. Ook al heeft men de beschikking over goede werktuigen, dan nog blijft de oogst in ons wisselvallig klimaat groote dschen stellen aan arbeid gedurende enkele dagen. De natuur zal dut in het landbouw bedrijf steeds uitzonderingen op een wette lijke regeling blijven vragen, en zal het overweging verdienen een gemiddelden werk dag voor te schrijven die 's zomers en in den herfst te rekken is naar omstandigheden en zich 's winters tot het daglicht beperkt (+ zeven uur per dag). 2. DE ONQESCHOOLDHF.ID EN GERINGE ONTWIKKELING DER ARBEIDERS. De gemiddelde werkdag van 8 uur zal in den landbouw daarom ook zeer moeilgk zijn in te voeren omdat de landarbeider veelal niet het werk presteeren kan dat een arbeider in de industrie verrichten kan. In veel streken is hQ achterlijk in ontwikkeling en moeilijk te zetten aan werk met machi nes of in nieuwere arbeidsregelingen. Zelfs zijn eigen vak verstaat hij dikwijls slecht. Het komt voor, dat hij zijn gewonen arbeid iiiiimiiiitiiiiiiiiuiilmiiitiiiiiiiDiMiMimiiMiimmiiiiitiiMMMiiiiiiiiMilii geheel verkeerd uitvoert en men zou ambachtscholen wenschen om deze arbeiders degelijk te onderwijzen in de practQk. Dat hij zijn werk dikwijls met veel te groote inspanning verricht, komt ook door dat dit zoo vaak van aard verschilt. De eigenaardige, plaatselijke gewoonten wer ken ook uitermate hinderlijk. 3. DE SLECHTE CONTROLE OP DEN ARBEID EN DE MOEILUKHEID DE GOEDE ARBEIDSVERDEELING EN REGELING IN TE VOEREN. Het boerenbedrijf is door zijn groote op pervlakte, zijn dagelijks verschillend werk en zijn afhankelijkheid van het weer, nim mer zóte controleeren en te regelen als een industrieel bedrijf, dat een voortgezetten min of meer eentoniger! productiegang heeft. De boer bepaalt dagelijks het werk dat het meest noodzakelijk moet geschieden. Een werkplan is daarom steeds vaag en een arbeidsregeling naar bepaalde lijnen is onN.V. PAERELS Meubileering Mu. COMPLETE MEÜBILEEBlNGr -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 N iiiiiiiiiiiiiinii iiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiinimiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii mogelijk. Indien alle omstandigheden tegen werken is de werktijd korter dan wanneer het weer medewerkt enz. De arbeider is ten slotte in zijn werk moeilflk te contiöleeren en het is bijna nooit mogelijk door een bepaalde arbeidsregeling verzuim door lui heid te voorkomen. De arbeiders werken bijna nooit in een bepaalde ploeg die hen onderling aandrijft, maar zij staan indivi dueel voor een afgeronde taak die uit veel aparte handbewegingen bestaat. 4, DE SLECHTE KRACHTVOORZIENING EN BENUTTING IN DE LANDBOUW. Doordat het bedrijf gecompliceerd en uit gestrekt is en tegelijk op zeer uiteengelegen plaatsen arbeid verricht moet worden is het niet goed mogelijk, zooals in de industriëele werkplaats, een centrale kracht bron te plaatsen, die de beweegkracht aan alle machines mededeelt. Men maakt nu wel gebruik van verplaatsbare motoren, maar dit heeft bij verschillend ruw werk, zooals b.v. het ploegen hier te lande op kleine akkers, groote bezwaren. Bovendien is zoo'n kracht bron slechts korten tijd noodig en drukt de afschrijving aldus zwaar openkele werkdagen. Het komt voor, dat locom»bielen en motoren slechts twee of drie maanden per jaar werk leveren! Hun groote slijtage bij bewegend werk.zooals het ploegen.is eveneens bezwaar lijk ! Een en ander heeft tot gevolg dat nog veel spierkracht op domme, roekeloeze wijze verspild wordt. De algemeene electrificatie van het platteland zal in deze richting enorm veel goed doen, daar dit de ideale krachtbron van dit uitgestrekte bedrijf is. Dat de verwerking der producten (zuivel, dorschen enz. enz.) reeds meer en meer als industrieel bedrijf opgevat is, heeft reeds goed gedaan, maar verdere industrialiseering van den landbouw is noodzakelijk om de arbeidsvoorwaarden te kunnen verbeteren. 5. DE OMSTANDIGHEID DAT DE LAND ARBEIDER DEN VERDEREN DAG TOCH BIJNA UITSLUITEND WEER BESTEEDT AAN DERGE LIJK WERK. De drang naar een eigen klein-bedrijf en zelfstandig werk maakt van den land arbeider die de beschikking heeft over eigen land of gepacht land wederom een werker met langen arbeidsdag. Door een korteren werkdag voor zijn patroon verlengt zich eenvoudig het zwaar dere werk cp eigen klein-bedrijf en de economische omstandigheden dringen aldus meer en meer in de richting van kleine bedrijven, waar de ondernemer met zijn gezin zér lange werkdagen moet maken om zijn hoofd boven water te houden. 6. DE PATRIARCHALE VERHOUDING TUSSCHEN BOER EN ARBEIDER EN DE MOEILIJK HEID DEN LANDARBEIDER TE ONDERSCHEIDEN VAN DEN KLEINEN BOER.J De boer die van zich zelf en zijn gezin lange werktijden moet eischen om zijn bedrijf op gang te houden zal hetzelfde moeten vergen van zijn inwonende knechts of melden. Waar de achturige werkdag MmiiliMmittMHmHmimmmmtmnmiiuiMMHiMiMHtiiiimii OELOF Kalverstraat 1 - Opgericht 1850 TELEFOON 658 N b Paarlen, Brillanten Goud, Zilver en Horloges Uitsluitend eerste kwaliteit iiiniiiiittitiiiiiiiiiiiMiiutiiiiii Hoe is de Ervaring met de Evenredige Vertegenwoordiging? VERSLAG uitgebracht door Prof Mr. P. A DIEPENHORST, Prof Mr. E M MEYERS en W. H VLIEGEN. Aard van het Onderzoek. Tot in standkomen van de Commissie Naar aanleiding van den afloop van de eerste verkiezingen hier te lande onder het stelsel van Evenredige Vertegenwoordiging, zooals dat in de bij de'Addltioneele artikelen van de Grondwet gewijzigde Kieswet is neergelegd, heeft de Redactie van de Am sterdammer bij verschillende daarvoor in aanmerking komende personen (leden van de Staten-Generaal, Kamer-candidaten, leden van stembureaux, enz.) een onderzoek inge- i steld naar hun oordeel over het nieuwe stelsel. Formulieren met een vijftal vragen werden aan hen toegezonden. Deze vragen luidden als volgt: VRAGEN: 1. IS NAAR UW OORDEEL ONS l STELSEL VAN EVENREDIGE VERTE GENWOORDIGING IN HET ALGE MEEN DEUGDELIJK GEBLEKEN ? 2. MEENT GIJ, DAT HET ZICH BE VORDERLIJK HEEFT BETOOND VOOR DE GEZONDE, DEMOCRATISCHE POLITIEKE ONTWIKKELING? 3. WELKE BEZWAREN HEEFT DE ERVARING U GELEERD ? 4. ZOUDT GIJ VERANDERINGEN IN DE TEGENWOORDIGE WETTELIJKE REGELING WENSCHEN TE ZIEN AAN GEBRACHT, EN ZOO JA,,WELKE: <?<. VAN GFRINGEN TECHMSCHCX AARD ? l. VAN INGRIJPENDEN EN FUNDAMENTEELEN AARD? 5. ZOUDT GIJ DE EVENREDIGE VERTEGENWOORDIGING DOOR EEN ANDER KIESSTELSEL WENSCHEN VERVANGEN TE ZIEN, EN HOE DAN? De redactie heeft vervolgens ondergeteekenden verzocht van de commissie, belast met het onderzoek der ingekomen antwoor den, deel uit te maken. Als secretarissen fungeerden Mr G. van den Bergh en Mr. A. C. Josephus Jitta. Aan onze commissie zijn de ingekomen antwoorden, 98 in getal, overgelegd. Grenzen van de Taak van de Commissie De commissie heeft, mede in overleg met de redactie gemeend haar taak niet tot de engst mogelijke grenzen te moeten beperken. Zij zou dan hebben kunnen volstaan met een samenvatting zonder meer van de in gekomen antwoorden. De commissie heeft gemeend haar taak ietwat ruimer te moeten opvatten en op verschillende punten ook haar eigen meening te moeten formuleeren. Ze hoopt, dat het verslag daardeor in waarde zal winnen. Ze meent zich hierbij echter tweeërlei beperking te moeten opleggen: allereerst acht zij het ongewenschtten aanzien van de problemen, samenhangend met de tweede vraag een eigen oordeel neer te schrijven en wel, omdat beantwoording van dezetweede vraag haarkwalijk mogelijk schijnt zonder de meest principiëale problemen van staatkundig beleid aan te raken. En 'i. n tweede Ueeft zi, slecK»Jan sinter:" een eig;er. rr.rinii;? ?»'notie:1 '.of- «:?'ni minimin i miimmini Minimum wanneer ten aanzien van het betrokken punt bij haar eenstemmigheid heerschte. 1) Aard der Antwoorden Een vijftal antwoorden mqest terstond terzijde worden gelegd. Enkele hiervan beperkten zich zonder meer tot de mededeeling, dat de tijd om iets over de E. V. te zeggen nog niet gekomen was, n liet zich uitsluitend in ongunstigen zin uit over het Algemeen Kiesrecht en n bevatte alleen een overigens interessant betoog over de werking van den stemplicht. Slechts 93 bevatten dus een min of meer uitvoerige, min of meer belangrijke beschouwing over de verschillende vraagstukken, die de E. V. raken. Samenvatting van de Antwoorden op de vragen l, 2, 3 en 5 E?n zeer groote meerderheid der Inzenders heeft vraag l bevestigend beantwoord en dus te kennen gegeven het stelsel in het algemeen deugdelijk te achten. Slechts weinigen bleken van andere meeningte zijn. Tot hen behooren een tweetal inzenders, die, Inewel de technische deug delijkheid van het stelsel erkennende, niet temin aan een personenstelsel 2) de voor keur zouden geven en wier voornaamste grief tegen hel stelsel dus bestaat in de te weinige vrijheid, die het naar hun oordeel aan den kiezer laat. Ook anderen, die het systeem ondeugdelijk noemen achten het de hoofdfout van het stelsel, dat het den partijbesturen een te groote jmacht geeft. Nog weer anderen zfjn van oordeel dat het stelsel een dusdanige versnippering heeft gebracht, dat alleen daaidoor zijn ondeugdelijkheid reeds is bewezen. Vraag twee werd eveneens door een groote meerderheid bevestigend beantwoord. Over het algemeen werd het stelsel dus bevorderlijk geoordeeld aan pen gezonde demokratische ontwikkeling. Zij, die anders oordeelden of zich slechts aarzelend uit lieten, wezen op de bezwaren, die reeds boven zijn vermeld. Een aantal inzenders meende deze vraag onbeantwoord te moeten laten, omdat hun antwoord afhankelijk was van rt; vi'a'* w.-it i r.n oati.T een gezonde ocmjki-utisc 'ie J'!w,;U-t'i[ i'; v :-.?:, onbestaanbaar is voor den kleinen boer zal ook zijn knecht zich daarnaar moeten voegen. Daarbij komt dan het feit dat een zeer groot gedeelte van het seizoenwerk b5 de grootere boeren verricht wordt door landarbeiders die een eigen klein bedrijf hebben en wien het er om te doen i»om juist in zulke tijden met lange werkdagen veel extra geld te verdienen. Door sterke verhooging van het stukloon is die extra verdienste natuurlijk ook te bereiken bij een korten werkdag maar daardoor wordt de oogst zeer vertraagd tenzij er een groot overschot van zulke arbeiders is. Over het onderwerp is nog veel te zeggen. Men zal echter tot de conclusie moeten komen dat verbetering van den toestand der landarbeiders mogelijk en noodzakelijk is en dat de machtigste middelen daartoe zijn: 1. Algemeene electrificatie van het platte land. 2, Beter onderwijs, «ok ambachtsonderwijs aan den landarbeider. 3. Een landbou wpolitiek, die er naar streeft het kleinere gemengde bedrijf mér de plaats te doen innemen der eenzijdige en groote bedrijven. Ik bedoel dan het kleinere bedrijf naar de oppervlakte, maar meer geïntensiveerd en van moderne hulpmiddelen voorzien. 4. Wettelijke bescherming door verzeke ring en pensioen en het tegengaan van plaatselijke excessen bQ seizoenwerk of anderszins. P. H. BURGERS Nederland en Wilson Wij kunnen ons voorstellen, dat zich reeds thans een zwaar drukkende wedloop in vlootaanbouw laat vermoeden; dat in het Oosten de politieke toestand door Italië wordt vergiftigd, en de haat en woede in de gemoederen van twee bondgenooten neerzagen; dat in het Westen twee kleine mogendheden, die op vriendschappelijke samenwerking zijn aangewezen, reeds met de mogelijkheid van een oorlog ik denk aan de verklaring van Mr. Marchant rekening houden. Men behoeft niet over veel phantasie te beschikken om zich als resul tante van al deze oneenigheden de vorming van machtige bondgenootschappen te den ken en' een veel bloediger herhaling van alle oorlogsellende. Van deze drie onheilspellende voorteekenen opent dat van een wedijver tusschen Amerika en Engeland (welks Labour-partij met hart en ziel op Wilson's hand staat, maar dat in Japan een toegewijd bondge noot zou vinden) het meeste perspectief; het uitbreken van nieuwe otrlogen in het Oosten schijnt wel het dichtst zijn vervul ling genaderd en heeft'reeds bloed doen vloeien, terwijl de derde bedreiging, waar over hier gesproken is, ons land het meest interesseert. Al deze bedreigingen komen voort uit overtredingen van het zelf bestem mingsbeginsel en uit het streven, den werkelijken volkerenbond door een pseudovolkerenbonci te vervangen. En dit alles heeft plaats binnen eenige maanden na de overwinning. Welke vooruitzichten biedt zulks voor de toekomst! Het is goed, dat reeds nu tot uiting is gekomen, wat de wereld te wachten staat, wanneer zij zich niet aan Wilson's begin selen onderwerpt; want wanneer ons zelfs deze dreigende voorteekenen niet voor goed de oegen geopend hebben en wanneer de feiten en de werkelijkheid zelvi ons niet leeren, dat alleen in Wilson's volkerenbond een toestand van duurzame vrede is gewaar borgd, dan schijnt het alleen de ruïne en de ondergang van Europa in hongersnood en revolutie te zijn, waardoor wij wijzer wor den. Dat wil Wilson voorkomen en hij kwam daarvoor naar Europa. Het verlies van Zeeuwsch akkerland en IIIIMIIIIIII11IIIIIIII1IIIIIII1IIIII t'; Bij de beantwoording van vraag drie kwamen dezelfde bezwaren bij een aantal inzenders nogmaals naar voren. Ook hier werd dus gewezen: lo. Op den te grooten invloed der partij besturen. 2o. Op de versnippering en het opkomen van belangenpartijen. Nagenoeg aile inzenders hebben vraag 5 ontkennend beantwoord en dus als hun oordeel uitgesproken, dat in ieder geval de een of andere vorm van E. V. behouden moet blijven. Slechts een drietal vormde hier een uitzondering, terwijl geen hunner meedeelde, welk stelsel h. i. behoorde te worden aanvaard. Het oude stelsel werd do»r niemand aanbevolen. De commissie is van oordeel, dat het stelsel in het algemeen zeer stellig deugdelijk is gebleken. Aan het /ys/enstelsel moet onvoorwaardelijk worden vastgehouden. Het personenstelsel moet nog afgezien van zijn bijna-onuitvoerbaaiheid in de prak tijk in een lijstenstelsel omslaan. Het lystenstelsel past zich aan de werkelijkheid aan. in hoeverre naar het oordeel der com missie in de onderdeden van het vigeerende lijstenstelsel verandering zal moeten worden gebracht, zal hieronder blijken. Samenvatting van de Antwoorden op de Vragen 4a en 4b A. Voorkoming van versnippering Het bezwaar, dat bij het grootste aantal inzenders op den voorgrond is getreden is de versnippering, die het stelsel in het Nederlandsche partijwezen heeftveroorzaakt. Nagenoeg allen hebben echter ingezien, dat dit niet te ontkennen verschijnsel allerminst aan het denkbeeld van E. V. zelf, maar uit sluitend aan het gekozen stelsel is te wijten. De buitengewone tijdsomstandigheden heb ben deze versnippeiende werking van het stelsel nog zeer sterk bevorderd. Vele inzenders bevelen wijziging van het stelsel aan ten einde deze versnippering te voorkomen. Een tiental acht terugkeer tot het stelsel d'Hondt 3) daartoe den besten weg. j H?ï:s rilH onaardig op te M>>:rken, dat een j de- inzenden MHbaar <y';eel te goeder de vervanging van kolen ut Heerlen en Hoensbroek door die uit Wezel beteekent weinig bij de bezetting van ten heel kust gebied (Istrië, Dalmatlë) en Ie ondergang van een heele mijnbouweide bevolking (Gorizla), waarmede de Zud-Slaven be dreigd worden, terwijl dit hatste slechts nietig is in beteekenis vergleken bij de grootsche vraagstukken, die in Versailles zullen worden geregeld. Daaruit schijnt men niet de consequentie'! te trekken. Waarlijk niet op het 'eéactiebureau van den .Limburger Koerier", maar enkel en alleen in Versailles zal over alle hangende gesaillen beslist worden. Dat zich bekendi pro-Duitsche elementen aan het hoofd de natioanle be weging in Limburg hebbengesteld zal in Versailles een averechtsche iltwerking heb ben ; want daar zal een gest van onver biddelijk wantrouwen tegenver alles wat Duitsch is heersenen. Den heelen oorlog heeft het genoemde bid Engeland, Frankrijk en Amerika van huichelarij be ticht en de Entente verz«ked, dat zij geen haar beter is dan haar tegnstanders. Nu er werkelijk in de Entente ilementen zijn, die van deze beweringen iota nemen en het blad in het gel9k wllet stellen, komt het in beroering en doet hel een beroep op beginselen, die het jaar ei d,g in de Entente ontkend heeft. Het is hoos; loodig, dat het optreden van den pro-Dutschen L i mr burger Koerie r", dit reeds van Bel gische zijde met veel sucos vordt uitgebuit, geneutraliseerd wordt do»«en oproep van pro-geallleerde lichamen (Boid van Neutrale Landen, Vaderlandsche Clib) tot de geal lieerden, om hun neutralt Tienden niet te schande te maken t ego D ver hun anders denkende medeburgers d te bewijzen, dat zij zich in hun sympathljën niet bedrogen hebben. Wij hebben reden geOeg ons bezig te houden met de Belgischeeischen, die zelfs in Frankrijk reeds veel intemming hebben gevonden. Het Belgisch raagstuk behoort echter tot een heele reekivan vraagstukken die allen naar dezelfde bginseten opgelost zullen worden; wij zuten Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen baden, wanneer dit de beginselen zijn van elfbes:emmlng en ontwapening; wij zoudn geraar loopen dat gebied te verliezen, wanneer men in Versailles met militaire c andere noodza kelijkheden zou werken. Voor ons hangt dus alles hitrvan af: Wi zal ii Versailles moreel het sterkst staan, Vllson of Sonnino? tegenover Amerika en Vilson heeft ons land, zooals het door ht meerendeel van zijn pers werd vertegenwordlgc is geweest, veel goed te maken. Naat de beschimpinhen over de z.g. schepenoof, welke althans door kortzichtigheid en tekrompenheid zijn te verontschuldigen d en te mm slechts aan de honende verdachtmaknget, die hier on gestraft gepubliceerd korden worden. Het is thans ons eigen bang, dat ons raadtamendehonorabletegnoverWilson te maken, dit zouden wij den, door ons of lick el met zijn beginselen ; vereenigen en met de door hem gewile toepassing daarvan. Men heeft Den Haag, d stad der aderverkalking «enoern; maar (hars zijn het niet allen professiona, die aan de regeeringstafel zitten. Ons Iele volk zou achter hen staan, wanneer zij ilde brachten en sympathie betuigden aaiden Amerikaanschen discipel van onzen ugo de Groot. Hu B. ; u ij PERS IMIIIIIMIUIIIIIIIIIIIIIUHIIIIIHHIIil>HMIIIIIIMIIIIIIIIItmlllllHMIIIHIII DEVO Geurige FABRIKANT N.V. DIEVENEACH's Holl. Sigarenfabriek -UTRECHT iiiiiiiiiiiiiiimiiiliiiiiiiiiiiiiiiMMiiiiiiiiiiMiniiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiti treuw het stelsel d'Hondt pnieuw heeft ontdekt. Een twintigtal wil hetzelfcdoel bereiken door met behoud van het steil der grootste resten, de in de kieswet opnomen fatale grens te verhoogen. Zooals m weet is thans in de kieswet bepaald, dat n partij, wier totaal stemmental niet meebedraagt dan 50 pCt. van den kiesdeeler, (pxtisch gespro ken) nimmer voor een zeteb aanmerking komt. De hier bedoelde inzders willen dit percentage verhoogen en wttot 75, tot 80 of zelfs tot 100 pCt., dus tcden geheelen kiesdeeler. Dit laatste wordt or de meesten van hen verlangd. Een zestal inzenders v/il cversnippering tegengaan door (al of nieta vereeniging met een der bovengenoemdmiiddelen) het voor de kandidaatstelling raischte aantal handteekeningen te verhoom. Vier van hen wenschen t aantal op 500 bepaald te zien, een wil h tot niet minder dan 1COO verhoogen. Enkelnzenders willen alleen kandidaatstelling or op eenigerlei wijze officieel erkende paien. De commissie wil ia deerste plaats de aandacht erop vestigen, c geen enkele der inzenders ter voorkominvan de versnip pering heeft aanbevolemet land in een aantal groote districten te rdeelen, die zelf standig hun eigen afgevafligden aanwijzen. Toch ware dit het mee radikale en vol strekt onfeilbare middel'ooals men weet heeft in alle andere lann, waar de E. V. is ingevoerd, de versnipring zich nimmer vertoond, wat geheel teanken is aan het feit, dat een aantal roote zelfstandige districten daar is behoun. Dat niemand deze oDssing heeft aan bevolen, heeft waarschfijk tweeërlei oor zaak. In de eerste plaats de bekoring van het denkbeeld van het iverdeelde kiesgebied terecht zeer groot i ziet men in, dat alleen aldus een zuivereven redigheid is te verkrijgen. Wat dit laat betreft, is in her bijzonder de mogelijkW, die ons stelsel aan een partij biedt jhaar stemmen uit het geheele land bijeen: zamelen een niet genoeg te waardetren toedeel. En in de tweede plai is men blijkbaar, (evenzeer terecht) vanardeel, dat de ver snippering ook met beud van het onver deelde klesgebied te vrkomen zal zijn.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl