Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11 Jan. '19. - No. 2168
MEDUSA
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
De kop is afgehouwen, haar slangen leven nog.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllMlllinilllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
houden. Eigen belang, zoowel als vader
landsliefde en getond verstand vorderen
thans overleg niet enkel bij de leiders, maar
bij de individueele arbeiders, ten einde te
zorgen, dat de Vereenigde Staten hun ge
recht aandeel verkrijgen in den voorspoed,
dien de wederopbouw van de door oorlog
verwoeste landstreken kan opleveren. Geld
zal niet in nieuwe werken gestoken worden,
zootang de constructiekosten op
oorlogspeil gehandhaafd blijven, want de kapita
listen geven zich er rekenschap van, dat die
werken later slechts rendabel zullen zijn
op de lagere basis, die de vrede noodwen
dig moet brengen. De materieele welvaart
van het geheele land hangt grootendeelsaf van
eene prompte herziening der loonen."
Hetgeen in het bovenstaande ten aanzien
van Amerika gezegd wordt, is mutatis
mutandis ook op andere landen van toe
passing. En wil eenlg land in den komenden
wedstrijd, zijn plaats in de industrie hand
haven en zoo mogelijk verbeteren, dan
moet in de eerste plaats gezorgd worden,
dat te hoog opgedreven looneischen de
concurrentie niet onmogelijk maken tot
schade van het algemeen, nuar van de ar
beiders in het blzonder.
Een ander opmerkelijk verschijnsel is te
zien in het feit, dat in de Vereenigde Staten
iiiiiiiiiiiiiiiiimiiimMmtiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiitiiHiiiiiiiiiiMHUMMiiH
THE WORLDS PEACE EXHIBITION
(and Fair!!)
Een geschiedenis uit het hersteld Europa,
door HERMAN SALOMONSON
I
Langs de breede avenue, die, in dit
vroege morgenuur vrijwel verlaten lag
tusschen de blanke gevels der pret-paleizen
in het kermis-park der Londensche
Vredestentoonstelling van 1920, slenterde een ge
desillusioneerd journalist.
Hfj was een gedesillusioneerd journalist
met zorgvuldig geschoren wangen en eene
weinig opvallende kleeding, die zich in geen
enkel détail onderscheidde van die der meer
gegoede kantoorklerken
oud-loopgraafstrqders, wier geliefkoosd oord vanpleizier
dezelfde avenue meer bijzonderlijk in de
vroege avonduren was.
Hij herinnerde in niets aan den journalist
van vór en gedurende de oorlogsjaren,
wiens uiterlijk immers tot een drietal
sttndaard-typen te herleiden was, te weten:
den practischen reporter, den armzallgen
loonschrfjver, dan wel den vaak ietwat
omnevelden stylist, die den stoet zijner
lezers voorafging als een commissaris van
politie den optocht: in 't ernstigst zwart,
op gummibanden en met zijnen volgelingen
toegewend gelaat.
Het scheen wel, alsof deze jongeman in
zijn simpel uiterlijk demonstreerde, dat de
journalist teruggetreden was in de groote
massa, wier leidsman hij immers nimmer
kon zijn, doch, hoogstens, de eerste aan
wezige bij ieder onvoorzien voorval ook
wanneer hij er dan al, door anonieme en
tendentieuse voorbereiding, de verwekker
van was.
Zoo gevoelde hij zich den naamloos
politiseerenden zwarten monnik van nieuwe
middeleeuwen, die willig en bescheiden
arbeidde aan de wording van een nog on
geboren moraal, maar waarvan de heftige
roeringen vulcanen rijzen deden van anarchie
en revolutie voor de ongewende oogen van
de menschen en hem.
* « *.
Het jonge zonlicht kaatste verblindend
reeds onmiddellijk na het tot stand komen
van den wapenstilstand wordt aangestuurd
op eene belangrijke vermindering van den
belastingdruk. Zoolang de oorlog duurde,
is het Congres druk bezig geweest met het
voorstellen van allerlei nieuwe belastingen
om in de hooge oorlogsuitgaven te voorzien.
Na weken lange beraadslagingen is men het
vrijwel eens geworden «ver een samenstel
van belastingen, die ca. acht milliard dollar
zouden moeten opbrengen. De sedert afge
treden secretaris van de schatkist (minister
van financiën), Mc. Adoo, heeft zlcb reeds
in verbinding gesteld met de betrokken
comité's uit het Congres, om deze belasting
voorstellen zoodanig te herzien, dat zij
hoogstens het nog altijd respectabele
bedrag van zes milliard zullen opleveren en
voor 1920 op vier milliard kunnen terug
gebracht worden. In het algemeen schijnt
het denkbeeld wel instemming te vinden,
maar de uitvoering dreigt voorloopig schip
breuk te lijden op overwegingen van partij
belang. Door de verkiezingen vanNovemberjI.
is de meerderheid in het in Maart a.s. te
openen Congres republikeinsch geworden.
De republikeinen wenschen daarom de uit
werking aan het nieuwe Congres over te
laten, althans wat de reductie voor 1920
betreft, opdat de denkbeelden van hunne
partij daarin tat uitdrukking kunnen komen.
in de hooge gevels der tentoonstellingsge
bouwen en daarboven, tegen den blauwen
hemel, dreven de logge rompen van
bombardements-zeppelins, thans
pleiziervaartuigen en luchtrestaurants ten behoeve van
Amerlkaansche touristen en genotzieke
exmunitie-arbeiders.
Flauw klonk uit de verte de muziek over
van de Kur-Promenade" die men een
als persiflage bedoelde scherts op het
terrein in stand hield.
Daar drentelden zwaarlijvige
pseudo-germanen met operette-tyroliennes af en aan, ten
pleiziere van een publiek dat zich de goede
dagen van Zuid-Duitsche en Oostenrijksche
badplaatsen ongaarne herinnerde, en daar her
haalde zich driemaal per week het door een cir
cus-directeur ge-encieneerd Schutzenfest"
waarbij een als Fürst bedoelde vastenavonds
figuur door magere jonkvrouwen met valsch
gezang werd binnengehaald.
Maar in de breede avenue was het stil;
hier en daar was een oude heer die zijn
courant las in de schaduw van een boom,
of stonden eenige in khaki-gekleede en als
suppoost fungeerende oud-strijders bijeen,
en men hoorde het gesnerp van zwervende
vogels, die stoeiden in de nissen der
witgepleisterde gevels.
Bernard G. had hier feitelijk niets te
maken. Zijn werk was afgeloopen en morgen
zou hij naar zijn land terugkeeren; de meeste
buitenlandsche journalisten waren al weg,
vermoeid van de duizelingwekkende reeks
van feestelijkheden, gastmalen en congressen,
versuft van den arbeid aan
eindeloozejartikelen vol statistische en economische gege
vens omtrent dezen overwinningsjaarbeurs
met ftest-terrein, die de
Worlds-PeaceExhlbltlon feitelijk was.
Ook Bernard G. had getrouwelijk geseind
en geschreven. Hij had zijn lezers in het
kleine land op de hoogte gehouden van de
beslissingen over hun economisch leven zoo
als die bleken uit de geweldige statistieken,
die, uitgewerkt door eene onderafdeeling
van het Centraal Economisch Comité, ge
publiceerd werden aan de wanden van het
hooid-pavillioen. Hij had hen ingelicht over
de woorden en commentaren die hij ver
nomen had van de feestredenaars, vertegen
woordigers van overwinnende naties, aan
banketten, waar hij, on veranderlijk in gezel
schap van denzelfden Deenschen en
Zwitserschen journalist, aangezeten had, nabij
het benedeneind der uiterste tafels. In sobere
artikelen had hij verteld van de beschikkingen
omtrent de overwonnenen, zooals die hem
gebleken waren uit de verzamelingen in het
volkspavillioen: de statistische en
demonr l'-s B L R N c H E
ClCF\C?ETTES
En daarbij zal het in de voornaamste plaatsgaan
om de kwestie van verlaging van directe of
inindirecte belastingen. Volgens de plannen van
Mc. Adoo zouden de directe belastingen, met
name de inkomstenbelasting, gehandhaafd
blij ven en zelfs ten deele verhoogd worden,
terwijldeindirectebelastingen, meer in het bl
zonder de nieuwe belastingen op luxe-artike
len en verbruik, aanmerkelijk verminderd of
zelfs geheel ingetrokken zonden worden.
Zeer de aandacht wordt ook getrokken
door de kwestie of intrekking van tijdens
den oorlog uitgegeven oorlogsorders" zon
der meer en zonder verleening van schade
vergoeding mogen ingetrokken worden.
Het is te begrijpen, dat dit voor vele
leveranciers, die reeds belangrijke bedragen
besteed hebben aan de gedeeltelijke uit
voering dezer orders en verplichtingen op
zich genomen hebben tot het verkrijgen
van de daartoe bcrioodigde materialen, eene
levenskwestie is. Eigenlijk behoefde het
geene kwestie te zijn, daar een zich zelf
respecteerende contractant er niet aan denken
moest, zijne uit een contract voortvloeiende
verplichtingen niet na te komen, vooral niet
wanneer de tegenpartij daardoor niet enkel
winst derft, maar bovendien groote
directe schade lijdt. Het schijnt echter, dat
het AmeriKaansche Gouvernement er niet
altijd zoo over gedacht heeft en de bekende
financier, A. Barton Hepburn, president van
de Chase National Bank, deelt uit zijne
ervaring een geval mede uit den burger
oorlog van ongeveer 60 jaar geleden,
waaibij een aannemer door het intrekken
van e«n oorlogscontract zonder schadever
goeding totaal geruïneerd werd en arm
en krankzinnig stieif, terwijl vele jaren
nadat de man dood was, de banken, die
op die contracten voorschotten gegeven
hadden, na jarenlage procedures haar geld
terugkregen. De heer Hepburn dringt daarom
terecht aan, dat de regeering als zfj
oorlogscontractcn infrekt, voorzieningen moet
treffen om de daaruit voortvloeiende ver
plichtingen te regelen, maar dit ook
onmiddelijk moet doen, teneinde te voorkomen,
dat de contractant ter andere inmiddels flnan.
cleel geruïneerd en lichamelijk een wrak"
geworden is.
Een ander bekende financier, de Heer
Jacob H. Schiff, oudste firmant van de firma
Kuhn, Loeb en Co., heeft zich laten inter
viewen over de wenschelpheid om de
ooglogsschuld zoo spoedig mogelijk af te
lossen. Ofschoon voorop stellende, dat het
nog voorbarig is om ten dien aan
zien reeds nu tot eenige definitieve
conclusien te komen, zoolang het niet zeker is of
niet voor de behoeften van na den oorlog
nog belangrijke bedragen zullen moeten ge
leend worden, ontraadt hij eene te snelle
aflossing van de schuld, die gepaard zoude
moeten gaan met eene buiten gewoone
zware belasting van het tegenwoordige ge
slacht, ten nadeele van de ontwikkeling
van handel en nijverheid. Uitgaande van
het van verschillende zijden geopperde denk
beeld om die schuld door eene amorlisatie
6 pCt. per jaar te delven, zegt hij:
Een amortisatiefonds van 5 pCt. zoude
de schuld van ca. twintig milliard in twintig
jaar delgen, waarvoor een milliard per jaar
noodig zoude zijn. Bedenkt men nu echter,
dat vór den oorlog de totair Staats-uitgaven
ca. een milliard per jaar bedroegen en dat zij
na den oorlog waarschijnlijk geruimen tijd
nog veel hooger zullen zijn, dan zoude eene
poging om zoodanige hooge amortisatie te
handhaven, noodzakelijk tot zeer zware
belastingheffiing moeten leiden en daarin
schuilt een gevaar voor het zakenleven.
stratieve verbeeldingen als lange rijen gipsen
afbeeldingen van geschonden en te herstellen
gebouwen, van in miniatuur voorgestelde
hooveelheden uitgeleverd oorlogsmateriaal,
en alsnog te leveren producten, en de
wassenbeeldengroepen, voorstellende marquante
oorlogsfeiten, de wapentrofeeën en slagveld
panorama's. in 't kort al datgene, wat
het volk te dieper overtuigen moest van de
volkomenheid der overwinning, en, boven
dit alles, de hoog aan de muur prijkende
en met een z-varten streep afgesloten stam
boom der regeerende vorsten uit het huis
Hohenzollern.
Bernard G. had ook geschreven over de
World's Peace Fair, de groote kermis, die
noodzakelijkerwijze aan elke tentoonstelling
verbonden is.
Hij had verteld van het Elzasser-dorp,
dat in papiermachéwas uitgevoerd en het
middelpunt der Furi vormde; waar echte
Elsasserinnen rondliepen, en waar tot groot
vermaak der menigte een dikke
Polizeibeambte de bezoekers uitschold, maar een
Zabern- Luitenant en een Köpenick-kapitein
hunne grollen en streken vertoonden voor
enkele shillings, en waar men bier en
worst kon genieten in een reusachtige
Bierhalle die, persiflage op eene persiflage,
genaamd was:
3um (£-.t>,ftiris
Daarbinnen zat men rondom houten tafel
tjes, waarpp aschbakken stonden met het
opschrift:
^luBfjifaUcIjcn für Cu'ttndtöc 3iflitiTCtt
en tusschen groote borden met opschriften
als:
<£?<, iot ncrJolcu a»s :,n spiuficn
en
(Aoll sti'nlc nflfattö.
Hij had de arena bezocht, waar eiken
avond pantomimes werden opgevoerd, waar
chte koloniale troepen chte Duitschers
overwonnen en waar een Portugeesch gene
raal een spannende episode uit een
loopgravenstrijd leidde. En nog tientallen ver
maken had hij, zijnen lezers ten pleiziere,
bezocht en beschreven, alsmede de feeste
lijke bezoeken van bevriende staatshoofden
en groote diplomaten... totdat hij niets
meer te schrijven wist . . . niet omdat er
geen gebeurtenissen meer te over waren...
maar doordat Bernard G. moe was en zich een
gedesillusioneerd journalist gevoelde.
Een journalist die, temidden van de ver
tegenwoordigers van tien overwinnende en
twintig nieuw-geschapen Staten, zich de
officieuse afgevaardigde wist van een klein
land, waaromtrent beschikt werd, en dat
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
UIIHHI HUI llllllllllllllllllllllllllllllll
DE^MSTERD/^MSCHE
HEERENGR/3CHT t\H
LEVENS-OMGEWlLLEh-/MNSPf?/lKELL>KHEIC>5
ZIEKTEVERZEKERINGEN
Bovendien moet in aanmerking genomen
worden, dat boven de gewone
regeeringsuiteaven zal moeten voorzien worden in
$ 800 millioen per jaar voor rente op de
schuld en in de nog niet bij benadering
vast te stellen bedragen voor uitkeeringen
aan soldaten en hunne achtergebleven ge
zinnen.
Het aflossen der geheele oorlogsschuld
in 20 jaar zoude beteekenen, dat het grootste
deel van de last op de tegenwoordige
generatie zoude vallen. Ik geloof niet, dat
het noodig en verstandig is, het proces in
zulk een kort tijdsverloop te doen plaats
hebben. De nijverheid heeft behoefte aan
een tusschenpoos van matige belasting, ten
einde zich voor te bereiden op hare ont
wikkeling en op toekomstige onzekerheden.
Het volk moet tijd gegeven worden omiop
adem te komen en zQne zaken aan te passen
aan den nieuwen toestand.
Ik zoude meenen, at een amortisatie
fonds, liefst een zeer bescheiden amortisatie
fonds moet worden ingesteld, nadat het
leenen voor de behoeften van den oorlog
ititmiiMiiiiiiiiiiii
belemmerd werd in het uitzingen van hooge
verwachtingen en aspiraties door groote
geschilderde statistieken van een Centraal
Economisch Bureau, langs de hooge wan
den van het Hoofdgebouw van de Worlds
Peace Exhibitlon.
II
Bernard G., de bescheiden reporter van ge
weldige feiten, schreed dus langs de avenue;
links van hem was de hooge zweefmolen
waar men vanuit nagemaakte vliegtuigen,
papieren bommen kon gooien op een stad
van gips. Daar schuin tegenover was een
zuiver nagebootst loopgravensysteem en
daarachter zag men de traliehekken van
een Duitsch krijgsgevangenen kamp, A
Ptradise, comparcd wilh the famous camp
of RuMeben" zooals de feest-programma's"
vermeldden.
Hij had dit alles reeds lang bezocht,
en nam zich voor, een kop koffie te
gaan drinken in het U-boat-Restaurant
aan het eind der avenue. Maar onder
weg hield een dikke Alpenjager hem
tegen, met het aanbod van een reis naar den
top van de Pic-Wilson ... .avant la guerre
Ie Mont-Blanc, men prince... maar nu
veel interessanter... de geheele bestijging
in tien minuten... a rAméricainel" Het
was een klein gebouw, in den vorm van
een Zwitsersch alpenstationnetje, er stonden
groene boompjes voor en het lag daar z
bescheiden en stil tusschen de geweldige
witte paleizen met torentjes en kant- en
lofwerk, met bassins en Moorsche paviljoens
vol vlaggen en wimpels, dat Bernard G., in
eene opwelling van sentimenteele genegen
heid, wellicht ook beïnvloed door de her
innering van vroegere reisjes naar Chamonix
en Zermatt, naar binnen stapte en een
kaartje nam voor: De bestijging van de
PicWilson, (ci-devant Mont-Blanc) y compris
la vue sur la mer de Joffre (ci-devant mer
de Glaca) et les glaciers de l'Yser."
Aan de achterzijde van het gebouw gar
een smal perron, en daarlangs stond was
spoorwagen op rails die in het duister een
van een tunnel leidden.
Men wees hem een coupé, en toen hij
binnenstapte in het schommelend voertuig,
bemerkte hij twee «ude dames, die, in af
wachting van het vertrek naar 't gebied der
eeuwige sneeuw, een eenvoudig handwerk
verrichtten. Over vijf minuten vertrekken
we," riep de beambte, en sloeg het
bordpapiere»deurtje dicht, waardoor de binnen
wanden van de coupézeetj^s golfden.
Bernard G. leunde in zijn hoek achterover
en constateerde al deze feiten zonder be
langstelling ; hij keek uit het venster, en zag
envoordievan naden oorlog geëindigd is en
dat het althans gedurende de eerste jaren niet
te groot moet zfj n. Daarbij moet er dan op
gelet worden, dat de nijverheid niet wordt
aangedaan door belastingheffing boven de
mate, die zij dragen kan. Later zal het doen
lijk kunnen zijn den omvang van
hetamortisatiefords te vergrooten".
Incidenteel bespreekt hij ook het door
sommigen geopperde denkbeeld om de aan
de geallieerden voorgeschoten bedragen van
ca. zeven milliard vrij te schelden, Afge
scheiden van de vraag of de geallieerden
zulks zouden verlangen, meent hij, dat zij
over het algemeen best in staat zijn, nadat
zfj zich van de eerste gevolgen van den
oorlog hersteld hebben, in de rente op de
voorschotten en in eene geleidelijke aflossing
te voorzien. Alleen met die landen, die
zooals Rusland en wellicht ook België te
zwaar geleden hebben, zal men consideratie
moeten en ook willen hebben,
J. D. SANTILHANO.
uit het zwart gapend tunnelpad een schoon
maakster komen, en daarachter twee mannen
die met klaarblijkelijk gemak een rotsblok
van enorme afmeting droegen. Ook merkte
hij op dat de schoonmaakster een deur opende
in den rotswand tegenover hem, en daarachter
haar bezem plaatste.
Toen haalde hij een courant uit zijn zak,
zuchtte, en begon te lezen, in afwachting
van het vertrek.
In de andere hoek der coupéarbeidden
de beide oude dames zwijgende voort aan
heur haakwerk.
III
Een schril gefluit, dat de kartonnen rots
wanden trillen deed, stoorde hem in zijn
lectuur, en tegelijk begon een
electrischemotor te brommen onder het dunne
bodembeschot van den waggon.
En voiture pour Ie Pic du Préiideitt,'"
riep de stationschef, Take your seats
ladies and gentlemen."
Op dat oogenblik kwam een jong meisje
het perron opsnellen, en, met de haastigheid
van iemand, die door den trein te missen in
groote moeilijkheden zou kunnen geraken,
snelde zij naar de coupéwaarin Bernard
G. gezeten was, en trachtte het portier open
te rukken.
De wand schudde onder deze herhaalde
en krachtige pogingen en de beide oude
dames keken verschrikt van hun handwerk op.
Miar reeds had de stationschef het deurtje
opengemaakt, en even later keek Benard G.
over zijn courant naar een warm meisjes
gezichtje tegenover hem. Hij vouwde rustig
het dagblad op, en tegelijk zette de trein
zich langzaam in beweging, en gleed het
duister tunnelgat binnen.
Het was nu bijna donker; een klein lampje
wierp een flauw licht over de bleeke ern
stige gezichten der oude dames, en over
hunne smalle handen, die stil gevouwen
lagen in hun schoot.
En de motor stommelde door, en liet de
binnenwanden van het compartiment weer
zoetjes golven.'
Er was een warme luchtstroom en een;
geur van hout en versche verf.
Bernard G. keek het jonge meisje aan,
en ontmoette even haar blik; hfj raadde
haar gedachten: de illussie was niet vol
komen,
Maar weer klonk luid gefluit en langzaam
werd het lichter; witte rook werd zichtbaar
voor de vensters, en ook, flauw beschenen,.
nu en dan de vocht-glinsterer.de
tunnelwanden.
En plotseling was daar het berglandschap,
(Vervolg op pag. 12)