De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 11 januari pagina 2

11 januari 1919 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 Jan. '19. No. 2168 A 't f THEODOOR ROOSEVELT naar het portret van Laszlo PRESIDENT THEODOOR ROOSEVELT voor De Amsterdammer" geschreven door GORDON STILES Bijzondere Correspondent van de Chicago Daily News" Op een ochtend ik meen in den zomer van 1903 was ik er op uit gegaan om forellen te vangen. Het was in de rivier, die stroomt door Farmington, de mooie stad niet ver van Hartford in Connecticut gelegen. Het was kort na zonsopgang en ik liep langs een stillen landweg, toen ik dwars door de weilanden een man op mij zag aan hollen. Ik was een beetje verbaasd, omdat het zoo'n ongewoon vroeg uur was om reeds op te zijn, en nog meer over 's mans wonderlijk uiterlijk. Hij had geen hoed op en geen jas aan en scheen geen ander doel te hebben dan hard te loopen in den be kenden tred van den cross-country" draver. Hij bereikte den weg juist op de plek waar ik liep, sprong lenig over den muur en stond voor mtj. .Mooie ochtend" zeide hg met een vrij hooge stem en steeds glimlachend. Ja, dat is het zeker", antwoordde ik, terwijl ik trachtte mij te herinneren waar en wanneer ik zijn gezicht al meer had gezien. Bijten ze?" vroeg hij, terwijl ik hem nog aanstaarde. Ik had er ook aan moeten denken mijn vischtuig mee te brengen, 't Is een pracht-ochtend er voor!" Hij zag er uit alsof iedere ochtend voor hem wel een pracht-ochtend" moest zijn. De zuiverste levensvreugde straalde uit zijn gebruind gezicht. Hij leek mij in het begin van de veertig en physiek in de allerbeste condities. Hij bekeek mijn vischsnoer en sprak er over alt een deskundige. Toen nam hij afscheid en vervolgde zijn weg. Dit was mijn eerste ontmoeting met Theodore Roosevelt, toen President van de Vereenigde Staten! Toen hij al weg was, realiseerde ik eerst met wlen ik had ge sproken, en ik herinnerde mij dat de Pre sident op bezoek was bij familie van Mevrouw Roosevelt, die voor haar huwelijk In Far mington had gewoond. Deze ontmoeting is de beste illustratie, die ik van President Roosevelt geven kan. Toen ik hem later, in zijn journalistieke loopbaan beter leerde kennen, werd mijn eerste indruk van hem, op die ochtend wandeling gekregen, steeds versterkt. Theodore Roosevelt was n en al energie en hij liet ieder, die hem kende, verbaasd staan over het enthousiasme, waarmee hij zijn energie wist aan te wenden. Of hij er AMSTERDAM EN DE STADSSCHOUWBURG EEN RONDVRAAG door A. B. KLEEREKOPER V (Slot) Zoowel het getal als de bijna volkomen eenstemmigheid der ingekomen adviezen deden ons de uitkomst van deze Rondvraag bevredigend noemen. Maar bovenal heeft zij aangetoond, dat het stellen van deskundig" oordeel" tegen over het in 't duister tasten van de door hun Raadslidmaatschap tot beslissen ge roepen leeken", voor ongeveer honderd procent humbug is. Wie immers de rste voordracht vór zich neemt, door B. en W. aan den Raad voorgelegd (Nov. 1916), waarin de verlenging der overeenkomst met het N. T. voor nog n jaar werd bepleit die zal daarin uiteen gezet vinden, waarom het verhuren per avond in het belang der goede kunst ongewenscht, waarom de vorming van 'n enkelvoudig ge zelschap, krachtig gesteund van overheids wege, met een streng cahier de charge voor de artistieke waarborgen, de richtige oplos sing geacht werd. Precies dezelfde gronden voor dat standpunt werden toen door de .leeken" ontvouwd, welke thans door de deskundigen" zijn ontwikkeld. Niets nieuws werd ons thans geopenbaard. Wij zeggen dat niet, om de raadgevers te smalen, maar allén uit spijt, dat met al dat soort beweringen het werk der overheid op kunstgebied wordt bemoeilijkt. Vooral de belanghebbenden laten zich daarbij niet onbetuigd. Vandaag het ne, morgen het tegenovergestelde advies. Soms grove trucs, om eene beslissing in hun belang, ten koste van anderen, te forceeren. En ten overvloede nog insinuaties In de pers, omtrent de ver meende partijdigheid van diegenen, die in de overheidslichamen zélf de bemoeiing met de kunst hebben verdedigd en d rgezet, zonder nig teeken van instemming juist van dezelfde menschen, die nu er wat van te halen valt, een mond opzetten, alsof de overwinning der demokratie, welke in de nieuwe mogelijkheden op het Leidscheplein is belichaamd, van hen is gekomen... Dit eens even uit te spreken, is nog wat anders dan er zich aan te storen. Ook hier, gelijk steeds, moet men zijn eigen weg maar gaan, met het goede doel voor oogen. Het goede doel dat kan alléa zijn, voor de gemeentelijke, overheid, de bevordering van het Tooneel als volkskunst in zijn eigen schouwburg. n dan volkskunst in den besten en ruimsten zin des woords. Het Rijk kan mér doen. De Staat kan, den stand van zaken op tooneelgebied in het geheele land in oogenschouw genomen, naar een algemeen plan de verheffing van deze kunst in het belang der volksontwik keling ter hand nemen. Onze vraag aan den eersten, Nederlandschen Minister van Kun sten en Wetenschappen, wat in het belang van het Tooneel van ZExc te wachten was, is door den heer De Visser (M. v. A. Hst. Va, pag. 39) aldus beantwoord: Ia verband met de vraag van som mige ieden, hoe de Regeering denkt voorstond een ruiteraanval te leiden, of op de Nationale Partij vergadering zijn inzicht uiteen te zetten, of dat hij een vlieger op zou laten om een kind pleizier te doen, hij deed het steeds met dezelfde intensiteit. In alles wat hij aanpakte, legde hij zQn heele wezen, zijn heele kunnen. Persmenschen hebben hem glimlachend genoemd: the Leading Exponent of the Stremtous Life", de Verpersoonlijking van het Ingespannen Leven". Als er n kring is, waarin Roosevelt boven-al betreurd zal worden, dan is dat zeker onder de menschen van de pers, die met hem in aanraking zijn geweest. Wij be schouwden hem als een goeden vriend. Hij was eerlijk en openhartig met ons, zonder bij-gedachten en zonder terughoudenheid. Al wat wij vroegen beantwoordde hij eerlijk. Maar de Hemel beware den man, die misbruik maakte van Roosevelt's ver trouwen en zonder zijn toestemming publi caties deed. Die man had afgedaan, in zoo verre hij van Roosevelt nog iets te wachten had. Een tocht met Roosevelt, wanneer hij met redevoeringen h^t land doorkruiste, was het meest begeerde baantje van die dagen. Zijn eigen wagon was dan altijd het dichtst bij die van de Pers", en het grootste gedeelte van zijn tijd bracht hij daarin door, al pra tende met de verslaggevers of bij een par tijtje bridge. Ik heb nooit iemand gekend, die zooveel behoefte had aan buitenlucht en zonneschijn; zijn gebruinde huid, zijn verweerde uiterlijk droeg de duidelijkste sporen van een leven in Qods vrije natuur. Hij was gezond in merg en been. Zijn glimlach die the Roosevelt Smile" werd genoemd en in Amerika zoo beroemd is geworden, werkte soms op de lachspieren. Wanneer men hem op een platform zag staan, de lippen gescheiden door twee rijen groote witte tanden en het licht dat scheen in z?n brilleglazen en dus de epgen verborg, had zijn aanblik iets zeer verbazingwekkends. Ik heb nog een man gekend die mfl aan Roosevelt deed denken. Dat is H. O. Wells, den Engelschen romanschrijver. Hij heeft hetzelfde verweerde uiterlijk, denzelfden kloeken bouw, dezelfde bosschigen knevel, en wat meer Is, hetzelfde stemgeluid, als AFSCHEID Aan Jacob Israël de Haan Zoo vaar dan wel, en zoek u ruimer weegen. Uw Leider sprak, 't is noodig dat gij gaat. Ga met mijn dankbaarheid en met God's zeegen, de dag is droef omdat ge mij verlaat. Gij ziet 'n mjsterieuse toekomst wenken. Ik blijf alleen met weemoedig herdenken. Wij hebben fel geworsteld met het leeven en veel geleeden onder zwaren druk en elk voor zich ons in Gods hand gegeeven dat Hij de zonde ons uit den boezem ruk' Wij onderkenden 't go«de van het kwade rouwvol in hoop op eind'lijke Genade. De zuivre liefde wil geen meedelijden. Wij hebbe' elkaar niet onzen nood geklaagd, het leed van de ander was het leed van beiden, deernis werd niet gebooden, noch gevraagd. Want jelk ervoer dat God hem 't meeste steunde die 't minst om aardsche smarten zich bekreunde. Wij hebben veel gesprooken, meer gezweegeH, in 't enkel bijzijn was voldoende vreugd, elk ging in volle vrijhtid eigen weegen en streefde in eigen hart naar eigen deugd. In twintig vriendschapsjaren geen seconde waarin je mij beleedigde of verwondde. Ga zonder vrees, wanneer ge u vast blijft klampen aan wat als waarheid innigst u ontroert dan zult gij zien hoe gij door alle rampen, met zachten wenk, verwinnend wordt gevoerd. Gij gaat niet om uzelven te gerieven, maar volgt gehoorzaam heilige motieven. Wij zijn niet v*n n volk, en uw gedachte omtrent het Eeuwig Licht is mijne niet. Voor mij is reeds verscheenen de Verwachte, Gij wacht Hem nog in glorie-vol verschiet. Toch spraken voor ons beiden de profeeten, en beider Heer moet Liefde en Waarheid heeten. En als ge dan op Hebron's hoogten zit en 't ritsel-fluistren hoort der ranke palmen en in de landstaal uwer vaadren bidt, en zingt, inheems, uw zoo geliefde psalmen, Zend dan uw ziel een wijl naar 't neevlig Noorden. Gedenk den verren vriend en deeze woorden. dat van den vroegeren President. Roosevelt stapt in de annalen der ge schiedenis over met een staat van dienst, die hem door ieder benijd worden! mag. Ofschoon impulsief en op het zenuwachtige af actief, heeft hij weinig ernstige fouten begaan. Dit is een onderwerp, da; ik aan meer deskundigen overlaat. Wat Ik het beste weet is, dat hij een groote schaar van waar achtige vrienden nalaat, en niet weinigen van deze vindt men in de rangen van de journalisten over de geheele wereld. llin'llUIIIIIIIIIMIlHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllMIUItllll DE MODERNE GEEST IN ONS LEGER l DE GEBOORTE VAN DEN MODERNEN GEEST De overzichtschrijver van een onzer groot ste dagbladen heeft in zijn overzicht van de vergaderingderTweede Kamer van Woensdag 6 November 1918gezegd.dat van dien datum af dagteekent het ontstaan van een nieuwen IIIMIMMII iiiiuiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii nu mui N.V. PAERELS Meubileering Mu. COMPLETE METJBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 N 4 Januari 1919 iiiiimiiiimiiiiHiiiii imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiHiiiiiiiiiiimiiiimiiiiimii geest in het Nederlandsche leger. Zeker is het, dat de denkbeelden door den Minister van Oorlog op dien dag uitgesproken be langrijk verschilden, van die welke tot nog toe in de Kamer door zijn voorgangers waren verkondigd en dat zij in het leger, in het land en bij de volksvertegenwoordiging de hoop deden opleven, dat het nu voor goed met de verouderde offlcierskaste" en de camarilla in de hoogste legerkringen" ge daan zou zijn. Toch komt de verdienste dezer nieuwe denkbeelden niet In de eerste plaats toe aan den bewindsman, die ze uitsprak, omdat hij toevallig op dat oogenblik met de portefeuille van oorlog was belast. Het was een lange reeks gebeurtenissen, het waren in het bijzonder enkele sensationeele feiten, die kort te voren in het land beroering had den gewekt, die op dat oogenblik den minister zódeden spreken. Er is echter geen bezwaar tegen, het ontstaan van den nieuwen geest van dat tijdstip te dagteekenen, omdat het merkwaardige school in het feit, dat deze denkbeelden van de regeerlngstafel werden verkondigd. Welke gebeurtenissen zijn het geweest, die den geest van Thomson, die in de Kamer nagenoeg alHjd alleen de oppositie had be zield, hebben doen varen in den vettegenwoordiger van het departement van oorlog? In de eerste plaats had de meer dan vier jaren volgehouden mobilisatie niet alleen de in het leger heerschende grienen steeds duidelijker aan den dag doen treden, maar bovendien was gedurende dien tijd ook in het geheele volk, zij het ook door pijnlijke en kostbare prikkels, een nooit gekende belangstelling voor de weermacht ontstaan, zoodat, wat er werd gekankerd" in het leger, in sterker mate dan ooit, weerklank j vond In volk en volksvertegenwoordiging. Bovendien was in de weken, die waren l voorafgegaan, aan de ne zijde bij de j burgerij e overtuiging steeds sterker ge worden: ieder gevaar voor Holland is ge weken; terwijl aan de andere zijde de re geering nog ingrijpende maatregelen trof om zoo noodig een laatste krachtig beroep op de weermacht te kunnen doen. Het was de voor de 3e maal gedurende den oorlog herhaalde intrekking der verloven, die den beker heeft doen overloopen. De Nederlandsche soldaat leeft gedurende de mobilisatie op zijn verlof. Reikhalzend uitziende naar de eerstvolgende gelegenheid om met verlof te gaan, doet hij zijn werk uit angst, dat hem zijn verlof benomen wordt. Zijn de verloven ingetrokken dan ontbreekt den superieuren het krachtigste middel om llllliilillliliiiiliillmiliiiiiiiiiiiiii IIIIIIIIIIIIII11IMIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIII over het eventueel geldelijk steunen van goede tooneelkunst, zij medegedeeld, dat ondergeteekende daartoe in beginsel niet ongeneigd zou zijn. Het komt hem echter voor, dat dit een onderwerp be treft, waarbij zich verschillende moei lijke vragen zullen voordoen. Ten einde zich hieromtrent een duidelijk beeld te vormen, overweegt bij de instelling eener commissie, die hem over deze zaak zal kunnen voorlichten." Dat is een friseh geluid, dat voor wie 's Ministers denkbeelden kent niet verraste, en daarop meet alle hoop gebouwd worden. Want zonder krachtige hulp van Staats wege wordt het Tooneel nooit iets, hier zoo min als elders. Het is nu eenmaal geen bedrijf, dat zichzelf op den duur helpen kan. En zeker niet, als het van vermakelijkheid" tot volksontwikkeling stQgt. Thans zijn tooneeldirecteuren door geldzorgen gefolterde wezens, die bg rflke Heden h«n werk-kapltaal moeten halen, met al de slechte gevolgen aan dat soort bestaansonzekerheid verbonden. En de exploitanten van grove vermaak-gelegemheden veroveren de gebouwen n de recettes en laten de daklooze tooneelkunst op straat staan. Voor de gemeente heeft die laatste bij komstigheid de oplossing der Stadsschouw burg-kwestie aanmerkelijk moeilijker ge maakt. Toch zal men er geen rekening mee kunnen houden. Eenvoudig omdat de schouw burgen-nood urgent is, en de gemeente eerst in Siptember 1920 de vrije beschikking heeft over den Stadsschouwburg. En tot zoolang zal toch wel niemand de daklooze tooneelkunst op straat willen laten! Neen, de gemeente moet al zulke bijkomstigheden bulten beschouwing laten. Zij moet de vraag zuiver houden: Gegeven het feit, dat zij het gebouw op het Leidschepleln nu eenmaal bezit, wat ermee te doen in het belang van de ontwikkeling der eigenaren, .i. de Amsterdatnsche burger y? Dat is, zuiver en allén, de vraag! En dan kan, dunkt ons, slechts n ant woord voldoen: Een bestaand gezelschap moet erin aan 't werk gezet worden. Een bestaand want men kan niet een man uitzenden om een ensemble bijeen te gaan zoeken, zooals men een kind uitstuurt om een veld-boeket te gaan bijeenzamelen. Een tooneelgezelschap zet men niet in elkaar. Het ontstaat geleidelijk, en het krijgt ook een eigen stempel naarmate zijn leider mér,beteekent en er langer mee vertrouwd is. Qaf men aan een voortreffelijk direkteur de handen vol geld, om uit alle gezel schappen de beste krachten weg te halen een misdadig stelsel, dat in het verleden reeds kwaad genoeg heeft gesticht dan zou men allén al die gezelschappen ge schaad, zoo niet vernietigd hebben. Maar van al die prima vogels van diverse pluimage, hoe goede fluiters ook elk voor zich, zou desondanks nog geen harmonieus koor te maken zijn! Men moet een man hebben, wiens verle den vertrouwen wekt, die een troep heeft, en die als hij zoeken gaat, precies weet, waar zijn elementen te vinden zijn. Men geve dien man den schouwburg in vrij gebruik, met een stevig subsidie op den koop toe, en late hem dan aan het werk gaan, om zijn idealen te doen leven op de planken. Elschen voor artistiek peil hoeven dan niet gesteld. Geef den man maar de middelen, en hij zal niet gaan knoeien voor zQn plezier. Dat doet geen kunstenaar. hun ondergeschikten tot werkzaamheid aan te zetten en ontzinkt den soldaten vrijwel alle ijver, omdat het onmiddellijk belang van een blanco strafregister is verdwenen. Zoo zijn het de langdurige mobilisatie em de relletjes in de Harskamp geweest, die op dien bewusten Woensdag in November den modernen geest officieel zijn intrede in het Neéerlandsche leger hebben doen maken. Honderden millioenen heeft de mobilisatie ons land gekost in de eerste jaren be droegen de kosten nagenoeg een half millioen gulden per dag, in het laatste jaar zijn zij tot een millioen per dag gestegen de relletjes in de Harskamp zouden een schade van een millioen gulden hebben opgeleverd; indien wij voor dit alles een gemoderniseerd leger ontvangen, het zal duur betaald zijn, maar wij zullen tenminste iets goeds voor ons geld gekregen hebben. Het is de bedoeling van de volgende be schouwingen, die geleidelijk doch regel matig In Cit weekblad zullen worden voort gezet, over de voornaamste vraagstukken, ie op het oogenhlik ten aanzien van ons leger brandend genoemd, kunnen worden, telken male te wijzen op de grieven, die worden gekoesterd en op de wijze, waarop de moderne geest verbetering brengen kan. Als zoodanig komen achtereenvolgens in aanmerking: de positie der beroepsofficieren, reserve-officieren en onderofficieren, de ver houding van officieren, onderofficieren en minderen, het strafstelsel, de ménage, de cantines, de huisvesting en de militaire groet. Het zal niet mogelijk zijn, telkenmale rekening te houdrn met de invloeden, die van de beraadslagingen op de vredescon gressen over den volkerenbond op de op vattingen over het Nederlandsche leger zullen worden uitgeoefend. Voorshands wil het mij voorkomen, dat die denkbeelden bezwaarlijk verder verwezenlijkt zullen worden dan in den vorm eener beperking van de legers der groote mogendheden. Dat deze beperking echter zoo aanzienlijk zal zijn, dat zij ook de kleine mogendheden zal veroorloven hun bewaping in sterke mate te verminderen, kan ik tot nu toe niet geloovsn. Derhalve blijft voorloopig de vraag, hoe de in het leger heerschende ontevreden heid kan worden verminderd, aan de orde. Indien het mogelijk zal blijken die onte vredenheid op te heffen door het geheele leger af te schaffen, zal dit ongetwijfeld de meest radicale oplossing dier moeiljkheden zijn. Op het oogenblik kan men daarop echter nog allerminst op rekenen. FLAVIUS iiimiiliiimi iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimii mum Laat hem stevige garanties bieden voor de arbeidsvoorwaarden van al zijn mede werkers n werknemers. k voor hunne medezeggingschao. Want hij moet niet werken met automaten, maar met kunstenaars. Laat hem stevige waarborgen teekenen, dat hij voor lage prijzen goede voorstellingen geven zal. Als gij hem stevig in zijn geld zet, zal hij daartoe van harte Medewerken. Want hij zoekt het warmste, het levendigste, het dankbaarste publiek. En 4e geest drift van het auditorium pleegt nu eenmaal in omgekeerde evenredigheid te staan tot de hoogte der toegangsprijzen. Dat kost geld, vél geld, zonder twijfel. k omdat men den anderen tooneelgezelschappen het subsidie niet onthouden mag, dat ook zij behoeven om te kunnen werken. Maar wie geen geld heeft te missen, laat die zich liever met zijn eigen zaken be moeien en niet dokteren aan de kunst, die geen drankjes maar stevig voedsel, vrije lucht n vrijheid van beweging noodig heeft om gezond te wordeu. Dat lijkt ons, in samenvatting, wat de oplossing der schouwburgkwestie naar de meening van bflna ledereen worden moet. Den man? Ook dat is gemakkelijk ge noeg. Men moet allén gelfk bij lke keuze den moed hebben zijner over tuiging. En daarna die gemoedsrust, waar mee men, als het geweten rustig is, alle klachten en verzuchtingen over zich heen kan latei gaan.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl