De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 11 januari pagina 7

11 januari 1919 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

H Jan. '19. No. 2168 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR 'NEDERLAND tK Het Comité"en eenige medewerkers] s B O VE.R JE EN^SCHOOLTENTOONSTELLING Een blijvende Verzameling van op Nederland betrekking hebbende Oorlogsmerkwaardigheden ? De heer De Boer roert in dit artikel de wenschelijkheid aan van 't inrichten eener blijvende Verzameling van op Nederland be trekking hebbende Oorlogsmerkwaardigheden. Inderdaad verdient dit denkbeeld warme aanbeveling! Er is veel, dat van blijvende beteekenis is, om van de lotgevallen van cnze natie gedurende de oorlogfjaren te getalgen,en waarvan de kennisneming nog voor ons zelve o/ voor hen, die na ons komen, van wezenlijke waarde zal zijn. Maar dan is het ook zaak, het bewaren en verzamelen terstond te beginnen, anders gaat 't verloren! Plannen zijn reeds in bespreking. Teneinde het initiatief te bevorderen, is 't echter gewenscht, dat belangstellenden elkander zooveel mogelijk vinden. De Redactie richt derhalve tot allen, die vonr deze pionnen gevoelen, of tot de uitvoering willen medewerken, het verzoek zich. zoo spoedig mogelijk bij haar kenbaar te maken. H. Br. v. H. Laat mij het een en ander mee deelen over de tentoonstelling van oorlogscuriosa, die van 3 tot 5 Januari gehouden is |in het gymnastieklokaal der tweede H. B. S. met 5-jarigen cursus in de Roelof Hartstraat te-Amsterdam. Zij ging uit van de letterkundige" schoolclub N. E. A. (Naar Ellts Aanleg), die het vorige jaar haar 25-jarig bestaan mocht berdenken. Een schoolclub^ die op een (foto Hugenholtz) Fig. 1. De oproep van den Ex Kroonprins bestaan van een kwart eeuw terug ziet, is zeker geen alledaagsch verschijnsel, en ik stel me voor, dat de geschiedschrijver, die eenmaal de historie van het Amsterdam van de twintigste eeuw zal schrijven, in de vrij volledig bewaaid gebleven bescheiden van N. E A. een hoogst merkwaardige bron zal vinden, niet alleen voor de studie van het onderwijs, van den kant der leerlingen be zien, en van het schoolclubleven, maar ook voor biografische gegevens aangaande menig man van beteekenis, die in deze vereeniging, onder felle critiek van de N. E. A.-leden, want fel zijn zij vaak boven alle beschrijving, hun eerste proeven hebben afgelegd op het gebied van voordracht of critiek of wel hun eerste bewijzen gegeven van slagvaardigheid in het debat. Door het organiseeren van deze oorlogs tentoonstelling heeft N. E. A. een voor haar geheel nieuw terrein betreden en ik wil daarom met een enkel woord beschrijven, hoe het denkbeeld langzamerhand is gerijpt. Dat al de jaren van den wereldoorlog het onderwijs in de historie stond in het tetken daarvan, ligt voor de hand; hoe tallooze malen trachten niet de leerlingen hun leeraar In de geschiedenis weg te lokken uit het grijze verleden, met het onschuldigste gezicht van de wereld natuurlijk, en hem te brengen midden in de vragen van den dag, en hoe vaak ging hij niet, zonder dupe l te zijn van hun al te doorzichtigen opzet, daarop in, zoodat zich een levendig debat. ontspon over allerlei kwesties, die absoluut lagen buiten het terrein der les. Hoe vaak botsten niet centrale en geallieerde sympa thieën op elkaar; hoe vaak werd meer ver band gelegd tusschen het heden en het verleden en omgekeerd. Heel wat uurtjes zijn op deze wijze onttrokken aan het ge wone onderwijs; dat deze uren de minst vruchtbare geweest zijn, geloof ik niet. Op den morgen nu, dat de mogelijkheid van een wapenstilstand zich begon af te teekenen, kwamen enkele leerlingen mij vragen, of ik mijn medewerking wilde geven voor een tentoonstelling hunner oorlogs curiosa. De zaak was heel eenvoudig op gezet: een tentoonstelling van leerlingen voor leerlingen, in een leslokaal. Weldra begonnen d e plannen grooter omvang aan te nemen: De directeur der school verleende gaarne medewerking; tal van leerlingen bleken in het bezit der meest curieuse dingen: Ook belangstellenden buiten de school verleenden hun steun : een kostbare collectie penningen werd aangeboden en niet zonder huivering voor de verantwoordelijkheid, aanvaard, een verzameiinguitrustingssiukken volgde: daarop stelde de heer J. M. Meulenhoff zijn uiterst merkwaardige collectie van affiches en proclamaties beschikbaar; ver schillende groote stoomvaartmaatschappijen beloofden hun medewerking aan het symphathieke plan der jongens en steunden de zaak door inzending van allerbelangrijkste herinneringsstukken aan dit tijdperk en ver strekten het noodige versieringsmateriaal. Zoo ontstond langzamerhand een collectie, die ook voor belangstellenden buiten de school ter bezichtiging verdiende te worden gesteld, een collecli?, die ternauwernood inde ruime gymnastiekzaal kon worden geborgen. Nu werd een gidsje samengesteld, door de .jongens natuurlijk, uit welks opbrengst de kosten gedekt moesten worden; de mede werking der groote pers werd ingeroepen, en in ruime mate verkFegen, om aan de zaak de noodige bekendheid te geven. En toen tenslotte de rui me, geheel met duizenden curiosa gevuldejzaal, versierd door de jongens met een aantal afgedankte kerstboomen en met de seinvlaggen onzer stoombooten, die in de laatste jaren zoo vaak onder minder opwekkende omstandigheden, wanneer er een duikboot hen beval bij te legger, ont plooid waren, toen de ruime zaal aldus in een feestzaal was herschapen, toen voelden de jongens, dat het plan gelukken moest. Maar dat het zoo gelukken zou, dat zelfs op den gedenkwaardtgen Zondagmiddag de toegang met een der klimtouwen der gym nastiek moest worden afgesloten, omdat de verbazingwekkende totloop een nauw lettende bewaking onmogelijk dreigde te maken ; dat niet alleen d ? kosten gedekt, maar zelfs een vrij aanzienlijk bedrag aan het Natioaal Zeemansfonds kon worden af gedragen, dat hadden zelfs de grootste op timisten onder onze jongens, niet gedacht. Trouwens: zij zelve moeten tenslotte ver baasd hebben gestaan over het vele merk waardige, wat zij hadden bijeengebracht. Het was een verbazingwekkende verzame ling van voorwerpen,, brOJÜireB en biljetten, vaak van humoristlschen,Ibms ookvantragischen aard: een stukje wittebrood, zorg vuldig onder een stolp geplaatst evenals een briket met het beruchte: Qott strafe England", een bordje betrekking hebbend op het slachtverbod met een koe en een varken, juichend hoera, wJj leven nóg" (Fig. 5); een uitnoodiglng aan Duitsche skatspelers om toch vooral niet het f remdlandische" whist te spelen, (Fig. 2 en 3), een oproep van den gewezen kroonprins om Rum und Arak (Fig. 1) für unsre brave Truppen", waaraan onze jeugd, ook hier sa»s pitié," een paar spelkaarten betref fend den balling van Wieringen had gehecht, een groote collectie spotprenten, soms met echten galgenhumor". Daarnaast (Fig. 5) voorwerpen van droevigen ernst: een brok van een projectiel van dikke Bertha, waar van de echtheid wiskundig was bewezen door uit de ronding der scherf den straal te berekenen, een vliegerpijl, waardoor een Duitsch soldaat gedood moet zijn, herinne ringen aan een luchtraid pp Londen, een heusche voetangel, aangrijpende brieven van een Belgischen krijgsgevangene, stuk ken betreffende den gedwongen arbeid in België, met een arbeidsdag van volle twaalf uur. Een groote voldoening was het voor onze jongens, dat niemand minder dan een autoriteit als de op dit gebied bekende heer Hartkamp zijn groote ingenomenheid met het tentoongestelde te kennen gaf en de gelegenheid benutte om zijn jeugdige na volgers een denkbeeld te geven van de groote voldoening welke het verzamelen uit bescheiden hulpmiddelen meebrengt. Hier op te sommen, wat er zoo al te zien was, is ondoenlijk, en daar de collectie in middels weer verstrooid is, pok onnoodig: belangstellenden vinden verschillende in lichtingen in het door de leerlingen samen gestelde gidsje, waarvan tat smart der onder nemers een groot aantal exemplaren on verkocht zijn gebleven; mogelijk worden zQ eerlang, als oorlogscurlosum van den tweeden graad, van waarde *). Is er dus in dit opzicht alle reden tot voldoening er is nog een andere kant aan de kwestie: voor alle leerlingen, die tot het welslagen van het plan hebben bijge dragen, en dat zijn er vrij velen, acht ik de zaak van groote opvoedkundige waarde. Zij hebben, met succes, een zaak aangevat, waaraan groote financieele, maar ook moreele verantwoordelijkheid was verbonden; er moest een groote financieele risico worden getoond en een uitvoerige boekhouding worden ingericht en dit door jongens der middeaklassen. Van tallooze stukken, van vrij groote waarde moesten onbeschadigd teruggaven verzekerd worden : gelukkig is van de meer dan 2000 stukken er tot dusver geen enkele zoek geraakt, zij moesten nauwlettend be waakt worden; een geheele administratie moest daarom worden opgezet. Bovendien moest allerlei, niet altijd even aangenaam werk verricht worden; honderden keeren moest dezelfde uitlegging worden gegeven; het publiek moest worden voortgeholpen, soms ook tegengehouden; een opvoedend werk van groote waarde voor onze jongens. De zaak rnoesi gelukken, en ter eere van de school, schitterend gelukken; de geheele vacantie hebben velen hunner aan het werk gegeven en verschillenden verzekerden mij nog nooit zulk een prettige kerstvacantie mlic uctieN Belden *ii«^, , -n&v'ï*' -f s* * * w anjere Brilden un5 tend (djüftetf Hn meljreren Stenen ift Derfudjt rooröen, i»id)tige Kiinjtboaicn 4er . t fijunbflhnett tercfy Bombenroürf e oom Silge mis ju jeïpren.-'Xnf' een oom Sugperfona! befaiw! 311 gebcnben Streden foHeit 5:e 6er Dogen gejdjloffcn, Hborte nidji betuig, un6 tëange ni$t betreten mcröen. Rdjenfce Ijelft, Mi &i« fftr W Kriegsbereitféaft roidjtigcn&raroerfe gegen Serjtörin liiena GURMXRÜT ouüjboof ii&et en 'Ojeon. fommcn ld. ?0 TOfiff»pot] ei- Süt'ii ttim&r ^, !: b-ftmuMild'ni sir.-mi.ti Dirfjk]f. a Wtw ttnhwft am ot»r la^t cerjSgm li.ud,,. Fig. 2 en ;i Drukwerken, prentbriefkaarten enz. van de Tentoonstelling Teekening voor ,de Amsterdammer" van George van Raemdonck W i l s o n: Te veel eer!" viiimiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimi iiini luiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'iililllltillliiiHiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiillllliliiiilflllll te hebben gehad! Mij dunkt, ieder die in een school nog iets anders ziet dan een in richting, waar lessen opgezegd en cijfers in ruil daarvoor worden gegeven, zal der gelijk werk allerminst waardeloos achten. Tot slot een opmerking. Tallooze keeren werd door bezoekers de opmerking gemaakt, dat het zoo jammer was, dat de zoo bezienswaardige collectie weer verspreid moest worden. Dit was natuurlijk onvermijdelijk, maar herhaaldelijk werd er de vraag aan verbonden, of niet een poging moet worden gedaan om een verzameling bijeen te bren gen, die het nageslacht zal duidelijk maken, hoe w? deze merkwaardige jaren hebben doorleefd en voor welke moeilijkheden, zoo wel de regeering als het volk hebben ge staan. Voer het aanleggen van een dergelijke collectie, die van ons toekomstig Historisch Museum eenallerhelangwekkendsteafdeeling zou uitmaken is de tijd nu als aangewezen. Het bleek mij toch herhaaldelijk uit aanbiedingen waren, voor Amsterdam gered had kunnen worden, l) Wie de wording van een provin ciaal museum als het Groningsche, dat omstreeks 1890 nog bestond uit wat terp vondsten en wat curiosa als een stuk van den vrijheidsboom, en nu onder de musea een goede plaats inneemt, heeft gevolgd, weet, hoe opwekkend een dergelijke col lectie werkt. Hier ontbreekt, helaas, alle organisatie op dit gebied. Het oud-archief bezit een prachtigen, op voortreffelijke wijze bijeengehouden en aangevulden atlas, maar het groote publiek neemt er veel te weinig notie van. Daar naast allerlei afzonderlijke verzamelingen; het Vondelmuseum, een Bilderdijk-collectie, veel. merkwaardigs verscholen in het Neder landsen Museum, een prachtcollectie van historieprenten in het Prentenkabinet, een allermerkwaardigste verzameling veem penningen in particulier bezit. Het zou meer dan tijd zijn, in overleg te treden en te Fig. 5. Verschillende Oorlogscuriosa tot bijplaatsing van voorwerpen, dat er nog een massa curiosa berusten bij personen, die niet-collectioneur zijn. Deze zullen, of lang zamerhand zoek raken, of in handen komen van verzamelaars van professie of van han delaars, en daardoor later niet dan onder zeer bezwarende voorwaarden, voor een doel als het bovenbeschrevene, beschikbaar komen. Kiest men dit oogenblik voor het bijetnbrengen eener collectie, dan zullen waar schijnlijk velen, of nu, of later, als het be waren bezwaren blijkt mee te brengen, hunne curiosa voor een blijvende collectie beschikbaar willen steller. Jammer is het zeker, dat wij hier niet hebben een historisch museum, zooals al onze provinciale hoofdsteden en zelfs plaat sen als Goes wel bezitten, die dus als van zelf aangewezen zijn voor dergelijk doel. Het ontbreken van dergelijke instelling wreekt zich wel zeer. Waar zijn de schatten ge bleven van de allermerkwaardigste tentoon stelling van 1876, van de Entos; alleen de catalogus doet ons beseffen, wat hier bijef n was en wellicht, als door een centraal or gaan deze schatten in het oog gehouden trachten iets te bereiken, waarin Amsterdam's, wellicht Nederland's verladen, zich op waardige wijze kan afspiegelen, op de wijze b.v. als dit te Zürich is gedaan. Maar dit is, helaas, toekomstmuziek. Wat evenwel nu gemakkelijk bereikt zou kunnen worden, is het vormen eener collectie, die aan het nageslacht laat zien, hoe Amsterdam, hoe Nederland dezen hangen tijd heeft door gemaakt. Mocht dit bereikt worden, dan zou dit voor de leerlingen, die in hun ten toonstelling zulk aardig werk geleverd hebben, een reden te meer zijn om met voldoening op hun zoo wel besteedde Kerst vacantie terug te zien. Dr. M. G. DE BOER *) Exemplaren zijn te verkrijgen bij den penningmeester Wim van Inge% Frans van Mierisstraat 40, tegen Inzending van een bedrag van 25 cents; daar alle kosten gedekt zijn, komt de opbrengst geheel ten bate van het Nationaal Zeemansfonds. 1) Men denke aan de voorwerpen, onlangs bij het graven van het Amstel-Schinkelkanaal opgegraven. Waar zyn ze gebleven 7 Fig. 6. Afdeeling Vliegkunst foto HugenholtzJ

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl