Historisch Archief 1877-1940
10
DE" AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
18 jan. '19. No. 2169
TTT"1""!"1 TT IH" l ' "T^~T". A T>arfT<|lT"TP "T uu l i
vJ _L J. -tri "i -L -t^^ i i f\ l J^r-»!^^. i--^ i-f. j M J_
IIIMIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIMIIUIIII1IIIIIIIIIIIIII
IIMIIIMIIIIIIHIII
Op den Economischen Uitkijk
Symen, betaal!"
II (slot)
Wij zijn allen verbruikers n voortbren
gers. Dat is zoo, maar beduidt dit, dat Wij
vergoeding voor hetgeen wij in dure tijden
aan verbruiksartlkelen meer te betalen
krijgen, vinden in hetgeen wij als voort
brengers van dergelijke artikelen op onze
beurt door anderea laten betalen? Het
antwoord op de vraag is iedereen juist in
den oorlogstijd wel heel duidelijk geworden:
wie, die niet ondervonden heeft dat er een
grens is aan het afwentelen" van hoogere
prijzen? Ztker, verbruikers en voortbren
gers (in den ruimsten zin) zijn wij allen,
maar het een n het ander niet in gelijke
mate; ook zien wij als voortbrengers waar
lijk niet allen kans van onze verbruikers
een prijsverhooging af te dwingen. *) En
waar dat nog wel mogelijk is, ziet men
gebeuren dat de te onzen gunste verkregen
prijsverhooging bij lange na niet opweegt
tegen de vele prijsverhoogingen, die van
ons als verbruikers wordsn gevergd. Zoo
ervaren wij dat er scherpe grenzen gesteld
*) Nadat ik bovenstaande had geschre
ven, ontving ik een brief (naar aanleiding
mijner beschouwing in het No. van 4 dezer)
van een gepensionneerd referendaris aan
een onzer ministeries, wiens pensioen ligt
boven de inkomst-grens, waaronder de Staat
over 1918 een duurtetoeslag aan
gepensionneerden heeft gegeven. De briefschrijver
wijst op de allerwegen stijgende uitgaven,
die hem tot steeds meer bezuinigen opzijn
reeeds bescheiden.budget nopen. Bekrim
pen en nog eens bekrimpen is het
dagelijksch werk", zegt bij. Zeker moet worden
erkend, dat de positie van lieden als deze
hachelijk is; voor hen is geenerlei vergoe
ding voor de hoogere verbruikers-lasten in
hoogere producenten-inkomsten te vinden.
De vraag is gewettigd of de
duurte-toeslaggrens voor 's Rijks-gepensionneerden niet
zij het langs een zekere schaal ver
noegd dient te worden. Immers zijn ook
boven die grens de salarissen verhoogd!
H. S.
iiiiiimiiiimiiiiiiiiimmiiiiiuiimi
KRIJGSKUNDIGE INVENTIES
Deze oorlog heeft het uiterste geëischt van
menschelijk vernuft en scherpzinnigheid
als even zoo vele troeven heeft men elkander
de nieuwe, nieuwere en allergemeenste
strijdmiddelen uitgespeeld totdat de partij
die de meeste vernuftigheden (troeven) uit
z'n mouw wist te tooveren groot schlem
wist te maken.
Men zou zich zeer vergissen indien men
meende, dat het Nederlandsche leger niet
diergelijke scherpzinnige elementen in zijn
boezem verborg... J»! daar zijn er velen die
nog onbekend en slechts in bepaalden kring
genoemd langs de straten gaan... maar n
maal komt de dag dat ook zij tot hun recht
en in de krijgskundige annalen zullen komen.
Waarom zoude ik u niet een sluier van
die heerlijke toekomst oplichten... de
huidige strategische situatie waarborgt im
mer»een taekomat waarin niets dan docu
menten ons toegeslingerd zullen worden en
daartegen is een geheel ander soort vernuft
vereischt dan dat,waarvan ik u spreken wilde.
Het onderwerp is rik en onuitputtelijk...
daar is ach, hoe brandt zijn naam mij
aan de pen, de uitvinder van den
Nederlandschen-patent bril tot het houden van
avondvelddiensten bij daglicht het
kostelfk Instrument waarvan k u de beschrij
ving helaas vooraUnog slechts in grove
trekken uit mag duiden ... Met welk een
onverholen fierheid fluisterde de
patentnemer mij zijne ontdekking toe: een licht
blauwe bril voor recruten en
eerstbeglnnenden, een donkerder glas voor officieren
en afgeëxerceerde manschappen en een die
als hoofdofficier-model gepatenteerd is en
waarvan de glazen met dik geolied roet
ondoorzichtbaar gemaakt zijn. Welk eene
SS B L R N C H E
CICFM7ETTES
iiuiiiiiimiimiiimmiiimi
lllllllllHIMIMim
zijn aan de mogelijkheid van afwentelen.
Ook hebben wij in de achter ons liggende
oorlogsjaren er-aren, hoe sterk de zucht
van den verbruiker is om, wanneer hij meer
dm voorheen moet betalen, te bezuinigen,
hetzij dan doordat hij minder neemt van
het duurder geworden goed, hetzij dan
doordat hfl als hij met geringer gebruik
van het duurdere niet toe kan zijn ver
bruik van andere goederen te beperken.
De oorlogstijd met zijn verbijsterende
ge.olgen van nooit gekende schaarschten
en prijsverhoogingen heeft ons allen eenige
practische lessen in de economie geleerd,
ia 't bijzonder omtrent de gedragingen van
S y m e n, die volstrekt niet bereid is voort
durend maar te betalen wat van hem wordt
gevraagd. Die S y m e n is een meneer, die
zich weert: het is hem volstrekt niet
overschlllig welken prijs hij besteedt; integen
deel, hij ziet heel scherp daarop toe; hij
pingelt" en dingt; hij weet dat hij zijn
goede geld" maar aan n ding tegelijk
kan besteden. Hij berekent hoe hij zijn
budget zal verdeelen over de onmisbare
levensbehoeften en hoeveel er daarna zal
overblijven voor riet-onmisbare of
weeldezaken. Bij prijsstijgingen tracht hij aan alle
kanten en op alle manieren daaraan te ont
komen: door geringer verbruik of door het
nemen van ersatz"-middelen cf door het
gebruik na te laten cf door bepeikt ver
bruik van andere dingen of door de keus
van mindere qualiteiten Hoe dan ook,
hij weert en verdedigt zich; hij reageert"
onmiddellijk en scherp op eiken hem ge
stelden eisch tot meer betalen. Zoo is S y me n
nu een maal l
Er is een bijzondere en tamelijk actueele
aanleiding om aan deze houding van Symen
te herinneren, gelegen in de verschijning
(eenige maanden geleden reeds) van een
studie, door mr. J. A. Veraart gewijd
aan vraagstukken der economische bedrijfs
organisatie," Vergis ik mij niet, dan is van
dit boek inmiddels reeds een tweede druk
verschenen; het trekt (en verdient) zeker
de aandacht, omdat het een allerbelangrijkst
verschijnsel bespreekt. Kort weergegeven,
komt de zaak hierop neer. Wanneer arbei
ders hooger loon van hun patroon verlan
gen, zal deze allicht antwoorden dat hij bij
de daardoor noodig geworden prijs ver hoo
ging van zijn product zijn af iet zal zien
verminderen, doordat zijn concurrenten niet
dat hoogere loon betalen, dus goedkooper
dan hij produceeren en verkoopen kunnen,
Hoe zal men hieraan ontkomen ? De zaak
zou opgelost zijn, wanneer alle patroons
het hooger loon op hun fabrieken invoer
den; dan zouden zij gezamenlijk ook een
mtnimum-prijstarief voor hun product in
overeenstemming met dat loon kunnen vast
stellen. Maar hoe zal het mogelijk zijn alle
patroons daartoe te brengen? Men zal reeds
tevreden moeten zijn, wanneer men zeer
vele patroons daartoe overhaalt (zoodat een
krachtig aaneengesloten meerderheid tegen
over een ongeorganiseerde minderheid staat).
Doch ook die zeer vele patroons zal men
niet tot zoodanige organis tie bQeendrijven,
wanneer zij niet daartoe worden gedrongen.
De drang daartoe moet komen van de zijde
der arbeiders, wier belang immers mee
brengt dat het minimum-prijstarief kan
worden gehandhaafd, omdat daarvan feite
lijk afhangt de waarborging van het
loontarief. Dus moeten de arbeiders, die, dit
inziende, in die richting willen werkzaam
zijn, daarvoor zich verbinden met de pa
troons, die bereid zijn deze richting te
volgen. De grondslag van hun gezamenlijke
actie zal dan zijn een collectieve arbeids
overeenkomst, maar men zal niet daarbij
blijven staan doch op den grondslag verder
bouwen: zal de organisatie van het bedrijf
haar doel kunnen bereiken, dan moet zij
streng zijn: toetreden zal slechts die patroon
kunnen, die de voor loonen en prijzen
vastgestelde bepalingen aanvaardt en die
arbeider, die zich verbindt niet tegen lager
iiiiiiiiiiimmi
UtrecSitschB Schietschuftenveer
AMSTERDAM, SINGEL 273
TEL. INTERC. 5181 H.
DagelijkschG Motordienst
Amsterdam - Utrecht - Zeist - De Bilt - Huis ter Heide
Bosch en Duin - Rijsenburg - Driebergen - Doorn enz.
iiiiiiiHiiiiitiittiMiiHuniiiiiiiMiiMiiiiiiiftniiiiiiinMiriiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiuiiittiiiiiriHiiuiiniiiiiiuriiiHiiiiHiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiirii
ABMABM.ABMABMABMABM.ABMABMABMABMABM.ABM
l A
llllllllmlIIIIIIlmlIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIlmlIMIIIIlllllllmlIllllmiMllllmlIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIflIIII
perspectieven zulk een bril opent behoef ik
u wel niet te zeggen... de dag verkeert op
n bevel in schemer-nacht en ondoor
grondelijk duister.
En daar is de soepwagen! het aan den
tank herinnerend instrument maar lang
vór dien uitgevonden door f en Neder
landsen kwartiermeester dat, gesleept aan
ijzeren kabels, voorzien van drijf vermegen
en zwaar gepantserd, toelaat de soep onder
het hevigst vuur in eerste linie te brengen...
en dan de tirailleurs wielen... die
a'lergeniaalste, eenvoudige gedachte, die het
kruipen der tirailleurs tot een aange< ame
bezigheid maakt en de mannen, rollend
over beemd en wei, zonder merkbare in
spanning en in horizontale houding doet
voortrollen op twee simpele wielkens, be
vestigd aan de schouders...
Voorzeker zal eenmaal de dag komen,
waarop al deze zaken tot hun toekomend
onthaal zullen genieten, al zijn dan ook de
proefnemingen mislukt, al i's de
velddienstbril ook belachelijk genoemd, de soep wagen
bij eene proefneming in de modder ver
dwenen en d? tirailleurwielen uitvinder door
een behoudend generaal bestraft met
14dagen kamerarrest zonder succes.
Neen, dan zijn er indere landen die hunne
mannen in hooger eere houden.
Volgt mïj in gedaciten van het
ParcMondau, naar dat cc qu>-t hóel, waar juist
een met twee vurige hengsten bespannen
Victoria voorrijdt, welnu, daar woont de
bercemde generaal b. d. de la Sat»l»m:ère,
een Commandant van de Algerijnsche se1
erpschutters, en tha~s rustend, bedekt met de
versierselen der Instruction Putvique.
Deze man had n jaar vroeger zijn schit
terende uitvinding moeten doen, en de
oorlog ware reeds in 1917 tot eene b Klis
sing gekomen, doch helaas, de geniale ge
dachten k«men niet op bevel, en zelfs niet
op militair bevel.
De broek de-la Sablonière, gepatenteerd bij
het Fransche département van O >rlog werd
n jaar te laat ontdekt, en is, bij de eerste
proefneming door een noodlottig toeval...
maar dit verhaal ik u straks.
Want let op, juist verlaat de ex-generaal
zijne woning... en mét mij staart ge ont
roerd op het intelligent, maar van
smartplooien doorgroefd gelaat van dezen te
laat geeerden krijgsman en uitvinder. Hij
stapt In zijn Victoria en rijdt weg... in een
dwarreling van stof... wellicht naar zijn
club...
Kom, zet u met mij onder gindschen
accacia van het stille parkje en luister, maar
blijf discreet. Dit is een zeer precaire ge
schiedenis ... een uiteraard delicaat verhaal,
dat ik u toevertrouwen ga, mijn gefluister
vermengend met dat der bladeren van de
accacia boven ons... in het stille Pare
Monceau...
* * *
Het is nu ruim een jaar geleden, dat de
t«e malige Commandant der Algerijnsche
scherpschutters, de Kolonel de la Sablenière
per P. L. M. naar Parijs toog, en op het
departement van oorlog het model depo
neerde van de door hem uitgevonden
soldatenbroek:
Men schreef deze in als
de-broek-de-taSaUonlére zooals men het
geweer-Mannlicher, de Mitrailleur-Schwarzlose, en de
Mauser-pistolen heeft.
Een commissie werd benoemd, en deze
las op hare vergadering:
dat het den uitvinder op zijne herhaalde
expeditlën, ook aan den lijve, gebleken
was, hoezrer zekere animale nood
zakelijkheden in den troep een behoorlijk
verloop van het gevecht belemmeren,
dat hiervan het gevolg is dat tallooze
achterblijvers een behoorlijk avanceeren
van linies en afdeelingen verhinderen,
dat een oractisch en goed-geconstrueerd
onderiilfsbekleedsel in dezen een drin
gende bfhoefte bleek te zijn,
redenen, waarom ondergeteekende
gemeend hefft zijn
broek-de-la-Sabiomière te moeten vervaardigen, van
welke hij bij deze den commissie een
model ter bestudeeriner aanbood.
w.g. Algiers, 3 Januari 1917.
de kolonel
de la Sablonière
Ik zeide u, dat het een zeer delicaat ver
haal is, lezer, en ik verzoek u, zoo moreele
bezwaren u deze krijgskundige f tudie o- ge
nietbaar maken, de lectuur hierbij te staken.
Want 't wordt erger:
De commissie, de broek-de-la-Sablonière
B
A
g
MEEREN-ARTIKELEN.
UITRUSTINGEN.
IIHMHimtMHIMIHUtMWIIIUmmtlMIIHMMUHIHtMmimHtmMHIimmHtmmIJIIMIIIII
ii n IN u iini;iiHi iiinMiiiiMiiiiiiii
dan het bepaalde loon diensten te verrichten ;
er zal dan geen gemeenschap mogen bestaan
tusschen de aldus aaneengesloten patroons
en de buiten de organisatie staande
atbeiders, evenmin tusschen de georganiseerde
arbeiders en de niet georganiseerde werk
gevers ; de buitenstaanden worden gebycot.
Inwendig moet strenge tucht in de organi
satie gehandhaafd worden door zeer te
duchten straffen, desnoods door royement
van den onwillige, waardoor deze wordt
uitgestooten bulten den kring...
Ziedaar in grove trekken de hoofdlijnen
der economische bedrijfsorganisatie1', gelijk
die zich voltrokken heeft o.a. in het grafisch
en boekbedrijf- Onnoodig te zeggen, dat
de vrucht van dit stelsel is: duurdere voort
brenging, dus hoogere verkoopprijzen. En
hier komt nu onze vriend S y m e n in het
geding! Wij kennen nu zijn eigenaardig
heden, zijne wijze van reageeren op prijs
stijging. Zal hij dan niet daardoor de wer
king der organisatie te niet doen? Hij zal
immers weigeren het duurdere produkt te
koopen, zal willen bezuinigen, zijn gebruik
beperken, enz. enz.?
De leidslieden der economische bedrijfs
organisatie zijn op dit gevaar bedacht,
hebben hun afweermiddelen tegen dr tegen
werking van den consument. Wil Symen
voor zeker product niet meer den prijs
geven, dien de organisatie daarvoor heeft
bepaald, welnu, dan zal men die productie
er aan' geven en zich beperken tot voort
brengirg van die koopwaren, welke de
afnemer nog wel voor den vastgestelden
prijs wil betrekken. Men zal overgaan tot
productie-beperking dus, zoo noodig tot
concentratie van het bedrijf, tot het niet
meer toelaten van nieuwe ondernemingen,
tot het opheffen van reeds bestaande. In
minimum iiiiiiiiuiniiiH M mm
gezien hebbende, bevond deze, volgens het
in het dep. van oorlog opgelegd voorloepig
rappord:
een kleedingstuk, 't welk naar vorm en
aard afwijkend was van de ten huldigen
dage gebezigde pantalons, bevattende
het aan de Z.-zijde (hebberde de drager
het ge'aat naar 't N. gewend) een lus,
welke bij krachtige behandeling (te
regelen bij supplement voorschrift, tot
den Inwendigen Dienst) een practische...
enz. enz. enz.
Het rapport was zeer lijvig en is van
ondergeschikt belang in dit verhaal.
Voldoende zij dat op 16 Februari 1917
een bijeenkomst plaats had, 16 K. M. ten Z.
van Parijs, en bij sterken Noordenwind,
waarbij de practische qualiteiten van den
b. d. 1. Sablonière beproefd zouden worden.
Op hH vastgestelde uur waren een 60 tal
hoofdofficieren «ntstegen aan hunne auto
mobielen en stonden in een groep bijeen
rondom den uitvinder, die een kort overzicht
gaf van 'tgecn gedemonstreerd zou worden.
Maar telkens wierp hij bezorgde blikken
in de richting van een naburig boschage,
van waaruit jammerklachten duidelijk hoor
baar waren, tgeen de aanwezige
commiisieleden, die reeds gedurende eenigen tijd
opmerkzaam en ietwat ongerust in die richting
hadden gestaard, deed vragen naar den
oorzaak dier kreten.
Dei heer de la Sablonière bloosde, voor
zoover zijne door den Afrikaanschen zon
gebruinde walgen dit toelieten en verklaarde
fluisterend dat in het bedoelde boschje een
jong seMaat gereed werd gehouden in ver
band met de te geven demonstraties.
Hij fluisterde iets van vier weken lang
erwtensoep, waarop de commissie-leden
eenstemmiglijk verklaarden hunne verdere
informaties te zullen opschorten tot r,a de
proefneming.
Hierop wrrd, na een fluitsignaal, een jonge
Algerijn voorgeleid; zijn oogen rolden wild
in hunne kassen op en neer en zijn geheele
houdirg was ietwat n-krijgstuchtelijk, zoo
niet zijn keurig gepoetste knoopen, mits
gaders een fonkelnieuwe
bmek-de-la-Sablonière van rooden stof, een flink soldatenhart
deden vermoeden achter zfjn klaarblijkelijk
opgewonden uiterlijk, rollende oogen en
een verder verschiet ligt de toepassing van
trust- of kartel-vorming, wellicht te volgen
door een monopolie. Hoe dan ook, met de
handhaving van den prijs, dien de organi
satie als minimum aangeeft, zal zoo streng
en scherp mogelijk worden doorgegaan,
zóscherp en zóstreng als maar even
kan in den strijd tegen het verzet van den
verbruiker...
Over Symen handelend, wilde ik de
economische bedrijfsorganisatie, waarbij hij
zoo nauw is betrokken, niet onvermeld
laten. Natuurlijk kan ik er biet aan denken
hier in te gaan op de vraagstukken, die
hiermee samenhangen. In de
Maart-aflevering van Onze Eeuw hoop ik een tamelijk
uitvoerige beschouwing te wijden aan het
boek van Mr. Veraart; belangstellenden
moge ik daar naar verwijzen. Hier slechts
n enkele opmerking: het zal buitengewoon
belangwekkend zijn, na te gaan hoe op den
duur Symen zich gedraagt tegenover de
economische bedrijfsorganisatie. Zij bedoelt,
hem te knechten, hem zijn hebbelijkheden
af te leeren, zich vrij te maken van zijn
dwingelandij, die naar het goedkoopste
vraagt en daarbij niet vraagt of dat goed
koopste onder behoorlijke voorwaarden
(voor patroon n voor arbeider) is voortge
bracht, Die dwingelandij heeft tot onbe
hoorlijke arbeidsvoorwaarden geleid en de
economische bedrijfsorganisatie is zeker
een logisch opgebouwd stelsel om de voort
brenging vrij te maken van des verbruikers
heerschappij. Maar wat zal Symen nu doen,
wanneer straks deze organisatie zich uit
breidt? Welke taktiek zal hij daartegenover
stellen ? Want met economische bedrijfs
organisatie" is het laatste woord niet ge
zegd. Wij moeten op S y m e n blijven letten!
SMISSAERT
pijnlijk opeengesloten lippen, die
smartkreten met heldenmoed schenen te weer
houden. De uitvinder regelde zelf de
stopmatches, gaf nog enkele aanwijzingen; de
commissie-leden maakten notities.., en
stelden zich op in een halven cirkel naar het
Noorden, waarvan de Algarijn het zuidelijk
middelpunt was. Het was doodstil...
Op het uur A. daalde een witte seinvlag...
de Algerijn uitte een allerminst
krrjgstuchtelijk gehuil, rukte ondanks dat op de voor
geschreven wijze aan de
lus-de-la-Sablonière... en...
Er geschiedde iets afgrijzeiqks...
De kolonel de la Sablonière werd doods
bleek ... zijn carrière was vernietigd...
Want er geschiedde... niets...
Weliswaar was, in de werkelijk pijnlijke
stilte een gerommel verneembaar als van
een in de verte passeerenden sneltrein.
Weliswaar grijnsde de Algerijn op een
wijze die vermoeden deed dat hij meende
zich ten genoegen van zijn chef van zijn
zaak gf kweten te hebben...
Maar ontegenzeggelijk was dit moment
er een van de grootste gruwelijkheid...
want door een klein verzuim was het ontegen
zeggelijk geniaal idee van een
plichtsbetrachtend man vernietigd... en daarmee
zijn loopbaan.
Dit verzuim was ?..
Ach, lezer, ik herinner u aan het gelaat
van den smartelijk gebogen grijsaard die u
zooeven passeeren zaagt...
Het is een zódelicate geschiedenis...
Maar, nietwaar, ge zult er geen ruchtbaar
heid aan geven ... en alleen de accacia boven
ons bljft de getuige van 'tgeen ik u toe
fluister.
Men had...
Men had vergeten dien Algerijn ... ook...
een ... nderbroek-de-la-Sablonlère aan te
doen...
Ach! ... MELIS STOKE