Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
18 Jan. '19. No. 216S
WOODROW WILSON
Teekening voor de Amsterdammer" van Fellx Hess
Woodrow Wilson werd d«n 28en December 1856 te Stamnton in den Amerikaanschen staat Virginië ge
boren. Ofschoon dus daardoor Virginiër van geboorte, evenals Washington en Itonroe zijn twe* meest be
kende vqorgangers i»het Witte Huis, stamt hij in werkelijkheid van SchoUche familie, welke zich in het
begin van e negentiende eeuw in de Vereenigde Staten vestigde. Zijn «erste onderricht kreeg hij in zijn
geboorteland en studeerde ?vervolgens, te beginnen met het jaar 1815, aan de Universiteit te Princeton in
New-Jersey, en daarna aan die van Virginië; waar h J promoveerde in de rechten. Een oogenblik heeft hij
er aan gedacht in de rechtsgeleerde praktijk te gaan, en liet zich daartoe ook voor de balie inschreven. De
?tudie trok hem echter meer aan, zoodat hij die in de rechten hervatte en daarbij ook colleges ia de philo
sophie volgde. In 1895 ontving hij den graad van doctor in de philosophie na verdediging van een dissertatie
getiteld Congreisional govemment, a study in American politics, waarin hij verschillende conservatieve en
anti-democraÜBche ideeën verdedigde en vooral scherpe critiek uitoefend i op de toerrihalige ontwikkeling van
de V.S. Naderhand heeft hij bij verschillende gelegenheden dit eerste boek herroepen. Sedert 1885 onderwees
hij geschiedenis en ttaathvushoudkunde aan het Bryn Mawr College en werd in 1888 beroepen aan de Weeley
Universiteit, te Middleton (Connecticut) waar hij twee jaar bleef, om vervolgens aan de hoogeschool te Prin
ceton te gaan doceeren. Van deze hoogeschool was hij van 1102 tot 1910 president. In het laatste jaar werd
h(j gekoien tot gpuverneur van den staat New-Jersey, welk ambt hij bekleedde van 1011 tot 1913. Toen hij
candidaat gesteld was voor het gouvernementschap van New-Jersey zei hij: Het volk van den Staat zal
de baas zijn alleen het volk. Ik zal uw leider zijn, uw raadsman, uw spreekbuis, uw gerechtsdienaar, uw
zoeklicht. Zeg mij wat gij in den Staat wilt verbeterd hebben, en indien het niet gedaan wordt, zal er in
Trenton een drijvende kracht zijn, waarvan gij nader zult hooren."
Ma ion verkiezing heeft hij bewezen dat er te Treutan een drijvende kracht" was, en toen de wetgevende
«ittingdrie maanden oud was, had de gouverneur, de leider van het volk", de gerechtsdienaar", het zoek
licht" glansrijk overwonnen. Het stelsel, waartegen de bevolking in opstand kwam, was door de wet op de
omkoopbaarheid den kop ingedrukt, waardoor het voor elk wetgevend lichaam onmogelijk was gewerden om
op eenige wijze invloed te oefenen bij de verkiezing van eandidaten.
Landbouw, onvervalschte levensmiddelen, arbeid, verkiezingen, inrichting van den staat, burgerlijke dienst
plicht, onderwijs, belastingen, waren alle hervormd op een wijze welke het geluk en den voorspoed van de
bevotking van den staat bevorderden. Bij de benoemingen van rechters en andere overheidspersonen nam
hij een hoog standpunt in. Hij eischte bekwaamheid, kracht en karakter. Ras of geloof deaen aan de ge
schiktheid niet af; verdi >nste alleen was de toetfsteen.
Het is begrijpelijk dat zijn wijze van optreden in New-Jersey de aandacht door het geheele land had
getrokken en dat, toen de democraten zochten naar een gea-bikt man voor het presidentschap der U»ie,
gfcuverneur Wilson ernstig in aanmerking kwam. Met een zeer groote meerderheid werd hij boven zijn
beide tegencandidatén, Roosevelt en Taft, gekozen'.' Den 4en Maart 1913 volgde hij deien laatste op als
president en werd in 1916 opnieuw voor vfer jaren herkozen.
Ook als schrijTer en gelaerd geschiedkenner heeft bij naam gemaakt; zijn voornaamste werken zijn behalve
het reeds genoemde Congressional government, een studie over het Amerikaansche politieke stelsel; The
State, een handboek vór de politieke, historische en practische wetenschap; A history of the American
p'eople in vijf deelen; George Washington; When a man comes to himself; On being human; The new
liberty, verkiezingsrede voor het presidentschap in 1913; The neiv freedom en The president of the United
States. Dit laatste verscheen in 1916.
BIJ HET PORTRET VAN WOODROW WILSON
door JOHN W. GARRETT,
Gezant der Vereenigde Staten in Nederland
Nu de President der Vereenigde Staten in Europa vertoeft, als vertegenwoordiger
van het Amerikaansche volk, waarvan de idealen door hem op zoo nobele wijze
zijn vertolkt,?vermag ik geen passender woorden neer te schrijven, dan die welke
hij zelf uitsprak:
Wij zijn overtuigd dat onze persoonlijke wensch naar een nieuwe internationale
wereldorde, waarbij verstand, recht en het algemeen belang van de menschheid de
overhand zullen hebben, tevens de wensch is van alle ontwikkelden van onzen
tijd. Zonder deze nieuwe orde zal de wereld steeds zonder vrede zijn, en de
menschheid zal de voldoende voorwaarden missen om te komen tot een tijdperk van
ontwikkeling en bloei. Wij hebben de hand aan de ploeg g?slagen, om deze taak te
volbrengen en zullen haar niet opgeven, voordat deze woorden toenemende geest
drift hebben weten te wekken bij de vrije burgers van alle landen, die trouw blijven
aan de overleveringen van hun eigen ras, maar tevens vasthouden aan de ruimere
inzichten, die alle weldenkende menschen met elkaar gemeen hebben, welke niet
het bestaan kunnen dulden van een tijdperk van intern»tiona-)l dreigement in welken
vorm ook. De geest, die in onzen grooten Willem van Oranje leefde, is te beschouwen
als een vroegere openbaring van dezelfde krachten, welke heden ten dage aan de
menschheid een nieuwe vrijheid beloven."
HllltlllllllllllllHIIIIIIIIIIMIHtlllllll Illlllllllllllllllllllllll Illllll
LIMBURG
door W. H. VLIEGEN
II
In de tweede helft der negentiger jaren
begonnen in Limburg de teekenen van
ekonomische herleving, die zich reeds
vroeger schuchter vertoonden, sterker en
konstanter te worden. Vooral in den
ZuidOasthoek begon de nieuwe tijd zijn
licht te laten schijnen. De
Oranje-Nassaumfln I te Heerlen werd geopend, te
Speckholzerheide was de mijn Sophie in werking
gesteld, en al beteekende de produktie nog
niet heel veel, het begon toch ernstig te
worden. Daarbij breidde de Domaniale
mijn te Kerkrade hare produktie snel en
krachtig uit. De spoorlijn Sittard
Herzogenrath, in 1898 geopend, bracht de eerste
personentrein naar Heerlen en Kerkrade.
Wel bestond reeds voordien een lijntje van
Simpelveld naar de Domaniale mijn te
Kerkrade, maar dat diende alleen voor
kolen- en goederenvervoer.
Ook op arder gebied en in andere deelen
der provincie teekende een zekere herleving
zich af. De bevolkingstoename ging sneller.
Terwijl de absolute toename der bevol
king van de provincie in het decennium
van 1880 tot 1890 slechts 16,268 zielen
had bedragen, bedroeg ze van 1890 tot 1900
27,213 zielen. Maar eigenlijke goede gang
kwam er pas in de 20e eeuw in.
In 1901 wist Minister Lely de wet op de
Staatsmijnexploitatie tot stand te brengen.
De produktie van 'steenkool steeg geleide
lijk, doch steeds sneller.
Ziehier de cijfers, der produktie:
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1.476.570 3)
l 725.394
1.873d79
1.928.540
2.260.148
2.659 320 4)
3 007.925
bestond het personeel der mijnen in 1917
uit 15.028 personen, waarvan 10.922 eigen
lijke mijnwerkers. De verkoopwaarde der
uitgedolven kolen bedroeg ? 43.769.308.
Schat men lederen mijnwerker op een
gemiddeld gezin van 5 personen, dan heetf
zich daardoor alleen hier een bevolking
van 75.000 zielen neergezet.
Maar het spreekt van zelf dat om die
mijnen en voor die mijnen en hun personeel
duizenden anderen werken. Bouwvakarbei
ders uit alle hoeken des lands, metaalbe
werkers, vaklieden van alle soort, hande
laren eveneens van alle soort, zijn hier neer
gestreken.
Hoe de Limburgsche bevolking onder
den invloed van deze ekonomische stuwint
aangroeide, blijkt uit deze cijfers. De bevol
king der provincie bedroeg, zooals wij in
mijn eerste artikel zagen:
In 1900 . 281,934
Ze bedroeg
1905
1910
1915
1916
1917
315,177
340.421
392,543
409022
430,489
Deze stijging vertoont zich niet uitsluitend
in het mijngebied. «Heel de provincie door
werkt ze. Wie van Verfloo naar Sittard spoort,
ziet bij schier ieder der vele stations de
hooge schoorsteenen van allerhande industrie,
vooral van de fabrieken van steenen, pannen,
buizen en verdere artikelen van gebakken
aarde.
Verschillende plaatsen ook buiten het mijn
gebied groeiden sterk aan: zoo telde
in 1900: in 1917:
Echt . . 5648 inw. 8423
Heer . . 2572 5126
Horst. . 4644 6425
Meerssen 5062 7412
Maasbree 7042 11040
Tegelen. 5135 8757
Venloo . 14708 21739
Venraij . 6153 9308
Weert . 8804 12133
We hebben hier te doen met de
industrieele ontwikkeling langs de Maas, maar
ook met de gevolgen van de exploitatie
der aan turf zoo rijke Peel, vroeger zoe'n
trieste woestenij, terwijl Meerssen en Heer
profiteeren van den groei van Maastricht.
Maar in vergelijking met den
sprongsgewQzen groei der bevolking in de mijnstreek,
beteekcnt deze niets. In of dicht bij de
mijnstreek stegen in zielental:
van 1900: tot 1917:
Brunssum
Eygelshoven
Heerlen
Hoensbroek
Kerkrade
Nieuwenhagen
Nuth
Schaesberg
Sittard
Voerendaal
1206
633
6646
1262
9619
1410
1291
1382
6031
1914
5116
2628
25227
6305
26574
3741
2303
7127
9973
3844
In 1891 .... 100.357 ton
1892 .... 96.144
1893 .... 100.776
1891 . . . . 109.278
, 1895 .... 126515
1896 .... 147.786
1897 .... 150.145 ,
, 1898 .... 150398
1899 .... 212.972 1)
1900 . . . . 320.225
1901 .... 310.887
1902 .... 390778
1903 .... 457674
1904 .... 442.798
1905 .... 468377
1906 . . . . 532.780
1907 . . . . 72J.8242)
1908 .... 908.201
1909 .... 1.120.852
Volgens het verslag van den
hoofd-inganieur der mijnen was de verkoopwaa'de
der in 1909 uitgfdolven kolen / 7.354.000.
Het tota'e personeel der mijnen bedroeg in
dat jaar 5812 man, waarvan 4262 eigenlijke
mijnwerkers.
Had men nadat de eerste nieuwe mijn
was beginnen te produceren, 10 jaar er
over gedaan om het eerste miliioen ton
te bereiken, van nu af ging het sneller.
De produktie bedroeg:
In 1910 . . 1.292.289 ton
De bevolking van deze 10 plaatsen, kort
geleden op een enkele na onbeteekenende
dorpjes, is in deze 17 jaar lijds van 31304
op 90535 zielen gestegen, dat is een ver
meerdering met bijna 200 pCt. En hoe snel
het gaat bewijst dat bv. Heerlen in de laatste
twee jaren van 18832 op 25227 steeg. Bruns
sum steeg in n ja'ar met 03 pC*. Hoens
broek met 33.
Toch is de ontwikkeling der provincie nog
maar in haar begin. Terwijl toch nergens
ter wereld een ietwat vergevorderd
mijnexploitatiegebied bestaat wat niet tevens
een Industrieel gebied is geworden, is hier
daarvan nog geen sprake. In dat opzicht
moet hier nog alles gebeuren. Ongetwijfeld
heeft de oorlog, die de snellere exploitatie
van de bestaande mfjnen prikkelde, doch de
aanleg van nieuwe mijnen verhinderde, een
sterk stagneerenden invloed gehad op de
overige industrieele ontwikkeling.
Doch ook in ander opzicht ontbreekt in
deze streek nog veel. Heerlen is op gang om
een flinke stad ie worden. De nieuwe wijken
die om het oude dorp heen worden gebouwd,
dragen een friscti, modern, Hollandsen
karakter. De ligging werkt heerlijk mede.
Toch voelen de niet-inheemschen er zich
nog niet thuis.
Het is en blijft een uithoek, mopperen ze,
en ze hebDen geen ongelijk.
Wat hier allereerst gebeuren moet, dat is
een groote verbetering der verkeerswegen.
De aanleg van het lijntje Schin-op-Qeul
Heerlen, r'at de direkte verbinding van
Maastricht met de mijnstreek bracht, was
een groote verbetering. Maar het is onvol
doende. Er moeten trams komen die de
mijndorpeti onderling verbinden. En de
andere wegen zijn er eveneens hoogst
gebrekkig.
De hoofdingenieur der mijnen schrijft hier
over in zijn verslag over 1916 o.a.:
Nog steeds mag ae Limburgsche mijn
streek zich geenszins verheugen in het
bezit van gotde verkeersmiddelen. Met
het vervoer van werklieden is het werke
lijk zeer treurig gesteld".
Hij geeft o.a. de voUende staaltjes:
Heerlen, de hoofdplaats van de mijn
streek, is op twee wijzen van uit Nederland
te bereiken, via Sittard of via Valkenburg,
maar alleen met treinen die overal stoppen l
Keikrade, een plaats van spoedig 30.000
inwoners, is alleen via Heerlen te bereiken
en dan nog slechts tot aan het station
Kerkrade, waarvan de plaats zelf nog een
uur gaans verwijderd is. Terwinselen, waar
een groote mijn ligt, is zelfs heelemaal niet
per spoor te bereiken.'
Zelfs fietswegen ontbreken bij slecht weer,
voor vele plaatsen.
Bijna in nog erger mate ontbreekt
vervoergelegenheid voor goederen. De kanalisatie
van de Maas moest met groote kracht ter
hand genomen woidan.
In zijn verslag over 1917 herhaalt de
hoofd-ingenieur zijn klacht en geeft nieuwe
voorbeelden van gebrekkig verKeerswezen.
En andere dingen ontbreken. De onderwijs
inrichtingen zijn onvoldoende, er zijn slechts
een paar kleine ziekenhuizen in de buurt,
de handel vindt niet wat hij behoeft. De
woningnood heeft woningtoestanden
vereorzaakt die alles overtreffen wat op dat
N.V. PAERELS
Meubileering Mu.
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokln 128 Telef. 4541 N
gebied elders in ons land te zien is. De
hoofdingenieur voornoemd schrijft in zijn
verslag «ver 1917 over dit onderwerp eenige
pakkende bladzijden, waarin hij o.a. zegt:
De huren werden opgedreven en hoe
wel de Huurcommissiewet inmiddels tot
stand kwam, kon zij toch de dikwijls
groote willekeur der verhuurders slechts
ten deele tegengaan. Woningen werden
betrokken door veel meer personen dan
wel gewenscht was, onderdak werd overal
gezocht, de vreemdste plaatsen, zooals
spoorwagens, deden als zoodanig dienst,
terwijl houten keetjes opgang maakten.
Een der ernstigste gevolgen hiervan zou
kunnen zijn, dat arbeiders of ambtenaren,
die niet gewaarborgd zouden zij n een b
shoorlijk onderdak te krijgen, liever niet in
deze streken komen werken en er dus een
werkelijk ernstig gevaar zou kunnen drei
gen dat de noodige aanvulling van werk
krachten met onoverkomelijke bezwaren
gepaard gaan. Daarbij komt dat door den
woningnood en het opdrijven der huren
of ook zeer dikwijls het tegen elkaar
opbieden der huurders, gevoegd bij de duurte
der levensmiddelen en kleeren, het leven
in de mijnstreek zóduur wordt, dat de
salarissen vooral der minder bezoldigde
ambtenaren, in geen enkel opzicht toerei
kend zijn om die verhooging der prijzen
te kunnen lijden."
De mijnstreek ligt in en is omringd
door een heel gebied van den
vruchtbaarsten grond die denkbaar is, de levens
middelen zijn er schrikbarend duur. Dorpen
die op een paar uur afstand liggen, doch
buiten het eigenlijke mijngebied, en die
prachtig bloeien konden als ze zich er op
toelegden om groenten en verdere levens
behoeften te kweeken, doen daar niet aan.
Een der hervormingen die de streek be
hoeft, is samenvoeging van de vele kleine tot
enkele, groote, sterke gemeenten, die de
financleele kracht bezitten om modern
denkende bestuurders te hebben ten einde
te organiseeren wat geheel aan het domme
toeval is overgelaten.
Zuid-Limburg is een uithoek. Het zou van
België nog een ergere uithoek zijn. Maar
het is een prachtige, een veelbelovende
uithoek. Als het doorgaat zooals nu, dan
wonen er binnen een tiental jaren bezuiden
Sittard een half mülioen menschen, die
Nederland geheel onafhankelijk maken van
de buitenlandsche kolen.
Dat is wat waard en Nederland moet dat
beseffen. Moge de aandacht die thans, dank
aan de annexionistbche uitingen in België,
op Limburg is gevestigd, in dit opzicht tot
iets goeds leiden.
1) De Oranje-Nassau mijn I begint te
produceeren.
2) De Staatsmijn Wilhelmina begint te
pjoduceeren.
3) De Staatsmijn Emma begint te pro
duceeren).
4) De Staatsmijr. Hendrik begint te pro
duceeren).
HET AMSTERDAMSCHE
PAL6IS
RAADtiUIS
Dit vraagstuk wordt weer onderwerp van
publieke bespreking. Aanhangers van de
gedachte, om zoo mogelijk het oude Raad
huis aan den Dam weder Raadhuis te doen
zijn, hopen wij op liet punt eerlang terug
te komen.
Voorloopig wordt nu nogmaals de
domineerende vraa^ onderzocht, het gebouw
voor den Ainsterdanischen gemeentedienst
bru ktwiar zou zijn, clan wel is te maken.
Dit moet even afgewacht.
Maar juist daarom zij gewaarschuwd
tegen voorloopige en oppervlakkige be
richten, die door sommige bladen met al te
groote zekerheid worden opgenomen. De
voorstanders van een nieuw te bouwen
Raadhuis schijnen daarin zekere tendens te
leggen, en de legende te willen doen door
dringen, dat het gebouw toch in geen geval
voor gemeentehuis geschikt is'
Dat kan pas blijken, als de resultaten van
het nauwkeurige onderzoek zullen zijn vast
gesteld, en dat is niet van vandaag op morgen.
Voorloopig heeft het echter zijn nut, nog
eens te herhalen wat de in 1910 ingestelde
Raadhuis Damcom missie over dezen kant van
het vraagstuk heeft gezegd.
In haar rapporten wordt dit verklaard:
Ons onderzoek geschiedde om na te gaan
of de localiteit, zooals die op de teekeningen
is aangegeven, geschikt was voor het onder
brengen der verschillende takken van Ge
meentedienst en welke veranderingen in den
bestaanden toestand gemaakt zouden moeten
worden.
De als resultaat van dit onderzoek legt
de Commissie hierbij over de plattegronden
der vyf verdieperingen van het Paleis, /uister
gezegd van het Stadhuh, waarop met kleuren
zijn aangegeven de takken van Gemeente
dienst, die in het gebouw kunnen worden
ondergebracht en waarin tevens zijn aange
duid de wijzigingen, die in den bestaanden
toestand noodig zijn zoowel ten behoeve van
den dienst als om het fraaie der historische
!IIIIimillllimilllEIIIIIIIIIIIII!IIIIIIHIHIIIIH>Hmttttll11M4mMmiHltHMl
Volgens den hoofdingenieur der mijnen
OELOF filTROEPI
Kalverstraat 1
- Opgericht 1850
TELEFOON 658 N
Paarlen, Brillanten
Goud, Zilver en Horloges
Uitsluitend eerst»kwaliteit
HET KAPITAAL
Met zijn vingers in de haren
En zijn mond van woede blauw,
Sakkerdondert Willem Royaards
Eenzaam in de Pieter Pauw*.
Al zijn werken en verlangen
Heel zijn levens-ideaal,
Zal dus nu vernietigd worden
Door het kille kapitaal.
Wijken moet hij voor den geldmacht
Voor den harden speculant,
Afgedaan met zijn Tooneelkunst
In zijn rijke Vaderland.
Hoort hem razen en verwenschen
Hoort hem met de vuisten slaan,
Op een stapel nieuwe stukken
Die nu niet meer kunnen gaan.
Ziet zijn echte tranen glijden
Langs zijn wangen, bleek en hol,
Op zijn kasboek en zijn schmienkdoos
En zijn liefste Shakespeare-rol.
En daar ginder, Janpotdome
Glimlacht op het Fredriksplein,
Iemand die zijn zaakie-huurde"
En door mazzel' baas kan zijn.
Kaas en vloek maar, groote Willem
Maak een donderend schandaal,
Nimmer stuit ge de bevelen
Van het heerschend kapitaal.
Houd maar op met al uw streven
Maak een uitbuit-maatschappij,
Kunst is: cente-le-verdiene"
En geen Vondel-nikserij.
En wanneer ge op blijft spelen
Wordt ge als een idioot,
Door de schouwburg-ondernemers
Heelemaal op straat gepoot.
Met zijn vingers in zijn haren
En zijn mond van woede blauw,
Sakkerdondert Willem Royaards
Eenzaam in de Pieter Pauw.
Plotseling een gil van woede
Als een barstende granaat,
Willem stormt van zijn kantoor af
En hij bliksumt langs de straat.
Hij bereikt het krantenhuisje
Achteraan het Fredriksplein,
En hij koopt de krant van Wijnkoop
En van dokter Ravesteijn.
Rillend leest hij de Tribune
Krijschend brult hij: G. V. Dl"
En hij zweert de zuurste eeden
Vlak voor het Paleis-café.
Hoort mij, harde Amsterdammers"
Wijnkoop-man, dat wil ik zijn,'
Weg, die vuige centen-rommel'"
Royaards is Republikein /"
J. H. SPEENHOFF
* Pieter Pauwstraat, waar zijn kantoor is.
11 iniiii mini HUI i nut IIIIMI iiiiiii IIHIII i iiiiiniiii i iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
FABRIKANTE
.V. DIEVENBACH's
Kou. Sigarenfabriek UTRECHT
IIIMIIIIIMIIIMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IHII1II
binnen-architecluur weder geheel tot zijn
recht te doen komen.
Het blijkt duidelijk, dat de zetel
van het s>adsbesiuur met de daaraan orga
nisch verbonden geheete secretarie in het ge
bouw kan worden ondergebracht, waarbij
nog voldoende ruimte overblijft.
Hoe meer het onderzoek der
Commissie vorderde, hoe meer
zij bewonderde de doelmatige
w ijz e, waarop door VanCampen
het gebouw voor stadhuis is
ontworpen, waardoor het ook
nu nog aan zij n e oor sprank
elijke bestemming kan beantwoor
den en welke o ntz aglijke ruimte
aan lacalen, gangen entrappen
het gebonw op de vijf verschil
lende verdiepingen omvat. Het
viel de Commissie dan ook niet moeilijk, de
lokaliteiten, die voor de verschillende takken
van dienst noodig zijn, met de hierboven
vermelde uitzondering, op volgens hare
meening doelmatige wyze daarin aan te wijzen".
En in hare latere nota zeide de Com
missie nog:
De geschiktheid varfhet tegenwoordige
Paleis voor den modernen stadhuisdienst
meenen wy door ons zeer zorgvuldig onder
zoek te hebben bewezen. Dat resultaat was
voor ons des te verrassender, omdat bij
den aanvang van het onderzoek geen dar
leden op dit punt een beslist optimistische
opvatting had en wy eerst tijdens de her
haalde bezichtiging van het gebouw tot ons
advies zijn gekomen. Wy hebben datrby
de overtuiging gewonnen, dat niemand aan
de geschiktheid van het oude Stadhuis ook
voor den modernen dienst zou getwijfeld
hebben, indien het niet sedert meer dan
honderd jaren aan zijn duidelijke bestem
ming was onttrokken".
In die Commissie zaten als bouwkundigen
de heeren Dr. Cuypers, Dr. Berlage en
C. Muysken, alsmede de Directeur van
Publieke Werken, de heer A. W. Bos, toch
waarlijk geen kinderen om de in richting van
een gebouw te beoordeelen!
Men moet zich dus op het oogenblik voor
het oppervlakkig vormen van legenden in
de publieke opinie hoeden, en afwachten,
wat een nieuw degelijk rapport zeggen zal.
v. H.