De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 18 januari pagina 2

18 januari 1919 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 18 Jan. '19. No. 216S WOODROW WILSON Teekening voor de Amsterdammer" van Fellx Hess Woodrow Wilson werd d«n 28en December 1856 te Stamnton in den Amerikaanschen staat Virginië ge boren. Ofschoon dus daardoor Virginiër van geboorte, evenals Washington en Itonroe zijn twe* meest be kende vqorgangers i»het Witte Huis, stamt hij in werkelijkheid van SchoUche familie, welke zich in het begin van e negentiende eeuw in de Vereenigde Staten vestigde. Zijn «erste onderricht kreeg hij in zijn geboorteland en studeerde ?vervolgens, te beginnen met het jaar 1815, aan de Universiteit te Princeton in New-Jersey, en daarna aan die van Virginië; waar h J promoveerde in de rechten. Een oogenblik heeft hij er aan gedacht in de rechtsgeleerde praktijk te gaan, en liet zich daartoe ook voor de balie inschreven. De ?tudie trok hem echter meer aan, zoodat hij die in de rechten hervatte en daarbij ook colleges ia de philo sophie volgde. In 1895 ontving hij den graad van doctor in de philosophie na verdediging van een dissertatie getiteld Congreisional govemment, a study in American politics, waarin hij verschillende conservatieve en anti-democraÜBche ideeën verdedigde en vooral scherpe critiek uitoefend i op de toerrihalige ontwikkeling van de V.S. Naderhand heeft hij bij verschillende gelegenheden dit eerste boek herroepen. Sedert 1885 onderwees hij geschiedenis en ttaathvushoudkunde aan het Bryn Mawr College en werd in 1888 beroepen aan de Weeley Universiteit, te Middleton (Connecticut) waar hij twee jaar bleef, om vervolgens aan de hoogeschool te Prin ceton te gaan doceeren. Van deze hoogeschool was hij van 1102 tot 1910 president. In het laatste jaar werd h(j gekoien tot gpuverneur van den staat New-Jersey, welk ambt hij bekleedde van 1011 tot 1913. Toen hij candidaat gesteld was voor het gouvernementschap van New-Jersey zei hij: Het volk van den Staat zal de baas zijn alleen het volk. Ik zal uw leider zijn, uw raadsman, uw spreekbuis, uw gerechtsdienaar, uw zoeklicht. Zeg mij wat gij in den Staat wilt verbeterd hebben, en indien het niet gedaan wordt, zal er in Trenton een drijvende kracht zijn, waarvan gij nader zult hooren." Ma ion verkiezing heeft hij bewezen dat er te Treutan een drijvende kracht" was, en toen de wetgevende «ittingdrie maanden oud was, had de gouverneur, de leider van het volk", de gerechtsdienaar", het zoek licht" glansrijk overwonnen. Het stelsel, waartegen de bevolking in opstand kwam, was door de wet op de omkoopbaarheid den kop ingedrukt, waardoor het voor elk wetgevend lichaam onmogelijk was gewerden om op eenige wijze invloed te oefenen bij de verkiezing van eandidaten. Landbouw, onvervalschte levensmiddelen, arbeid, verkiezingen, inrichting van den staat, burgerlijke dienst plicht, onderwijs, belastingen, waren alle hervormd op een wijze welke het geluk en den voorspoed van de bevotking van den staat bevorderden. Bij de benoemingen van rechters en andere overheidspersonen nam hij een hoog standpunt in. Hij eischte bekwaamheid, kracht en karakter. Ras of geloof deaen aan de ge schiktheid niet af; verdi >nste alleen was de toetfsteen. Het is begrijpelijk dat zijn wijze van optreden in New-Jersey de aandacht door het geheele land had getrokken en dat, toen de democraten zochten naar een gea-bikt man voor het presidentschap der U»ie, gfcuverneur Wilson ernstig in aanmerking kwam. Met een zeer groote meerderheid werd hij boven zijn beide tegencandidatén, Roosevelt en Taft, gekozen'.' Den 4en Maart 1913 volgde hij deien laatste op als president en werd in 1916 opnieuw voor vfer jaren herkozen. Ook als schrijTer en gelaerd geschiedkenner heeft bij naam gemaakt; zijn voornaamste werken zijn behalve het reeds genoemde Congressional government, een studie over het Amerikaansche politieke stelsel; The State, een handboek vór de politieke, historische en practische wetenschap; A history of the American p'eople in vijf deelen; George Washington; When a man comes to himself; On being human; The new liberty, verkiezingsrede voor het presidentschap in 1913; The neiv freedom en The president of the United States. Dit laatste verscheen in 1916. BIJ HET PORTRET VAN WOODROW WILSON door JOHN W. GARRETT, Gezant der Vereenigde Staten in Nederland Nu de President der Vereenigde Staten in Europa vertoeft, als vertegenwoordiger van het Amerikaansche volk, waarvan de idealen door hem op zoo nobele wijze zijn vertolkt,?vermag ik geen passender woorden neer te schrijven, dan die welke hij zelf uitsprak: Wij zijn overtuigd dat onze persoonlijke wensch naar een nieuwe internationale wereldorde, waarbij verstand, recht en het algemeen belang van de menschheid de overhand zullen hebben, tevens de wensch is van alle ontwikkelden van onzen tijd. Zonder deze nieuwe orde zal de wereld steeds zonder vrede zijn, en de menschheid zal de voldoende voorwaarden missen om te komen tot een tijdperk van ontwikkeling en bloei. Wij hebben de hand aan de ploeg g?slagen, om deze taak te volbrengen en zullen haar niet opgeven, voordat deze woorden toenemende geest drift hebben weten te wekken bij de vrije burgers van alle landen, die trouw blijven aan de overleveringen van hun eigen ras, maar tevens vasthouden aan de ruimere inzichten, die alle weldenkende menschen met elkaar gemeen hebben, welke niet het bestaan kunnen dulden van een tijdperk van intern»tiona-)l dreigement in welken vorm ook. De geest, die in onzen grooten Willem van Oranje leefde, is te beschouwen als een vroegere openbaring van dezelfde krachten, welke heden ten dage aan de menschheid een nieuwe vrijheid beloven." HllltlllllllllllllHIIIIIIIIIIMIHtlllllll Illlllllllllllllllllllllll Illllll LIMBURG door W. H. VLIEGEN II In de tweede helft der negentiger jaren begonnen in Limburg de teekenen van ekonomische herleving, die zich reeds vroeger schuchter vertoonden, sterker en konstanter te worden. Vooral in den ZuidOasthoek begon de nieuwe tijd zijn licht te laten schijnen. De Oranje-Nassaumfln I te Heerlen werd geopend, te Speckholzerheide was de mijn Sophie in werking gesteld, en al beteekende de produktie nog niet heel veel, het begon toch ernstig te worden. Daarbij breidde de Domaniale mijn te Kerkrade hare produktie snel en krachtig uit. De spoorlijn Sittard Herzogenrath, in 1898 geopend, bracht de eerste personentrein naar Heerlen en Kerkrade. Wel bestond reeds voordien een lijntje van Simpelveld naar de Domaniale mijn te Kerkrade, maar dat diende alleen voor kolen- en goederenvervoer. Ook op arder gebied en in andere deelen der provincie teekende een zekere herleving zich af. De bevolkingstoename ging sneller. Terwijl de absolute toename der bevol king van de provincie in het decennium van 1880 tot 1890 slechts 16,268 zielen had bedragen, bedroeg ze van 1890 tot 1900 27,213 zielen. Maar eigenlijke goede gang kwam er pas in de 20e eeuw in. In 1901 wist Minister Lely de wet op de Staatsmijnexploitatie tot stand te brengen. De produktie van 'steenkool steeg geleide lijk, doch steeds sneller. Ziehier de cijfers, der produktie: 1911 1912 1913 1914 1915 1916 1917 1.476.570 3) l 725.394 1.873d79 1.928.540 2.260.148 2.659 320 4) 3 007.925 bestond het personeel der mijnen in 1917 uit 15.028 personen, waarvan 10.922 eigen lijke mijnwerkers. De verkoopwaarde der uitgedolven kolen bedroeg ? 43.769.308. Schat men lederen mijnwerker op een gemiddeld gezin van 5 personen, dan heetf zich daardoor alleen hier een bevolking van 75.000 zielen neergezet. Maar het spreekt van zelf dat om die mijnen en voor die mijnen en hun personeel duizenden anderen werken. Bouwvakarbei ders uit alle hoeken des lands, metaalbe werkers, vaklieden van alle soort, hande laren eveneens van alle soort, zijn hier neer gestreken. Hoe de Limburgsche bevolking onder den invloed van deze ekonomische stuwint aangroeide, blijkt uit deze cijfers. De bevol king der provincie bedroeg, zooals wij in mijn eerste artikel zagen: In 1900 . 281,934 Ze bedroeg 1905 1910 1915 1916 1917 315,177 340.421 392,543 409022 430,489 Deze stijging vertoont zich niet uitsluitend in het mijngebied. «Heel de provincie door werkt ze. Wie van Verfloo naar Sittard spoort, ziet bij schier ieder der vele stations de hooge schoorsteenen van allerhande industrie, vooral van de fabrieken van steenen, pannen, buizen en verdere artikelen van gebakken aarde. Verschillende plaatsen ook buiten het mijn gebied groeiden sterk aan: zoo telde in 1900: in 1917: Echt . . 5648 inw. 8423 Heer . . 2572 5126 Horst. . 4644 6425 Meerssen 5062 7412 Maasbree 7042 11040 Tegelen. 5135 8757 Venloo . 14708 21739 Venraij . 6153 9308 Weert . 8804 12133 We hebben hier te doen met de industrieele ontwikkeling langs de Maas, maar ook met de gevolgen van de exploitatie der aan turf zoo rijke Peel, vroeger zoe'n trieste woestenij, terwijl Meerssen en Heer profiteeren van den groei van Maastricht. Maar in vergelijking met den sprongsgewQzen groei der bevolking in de mijnstreek, beteekcnt deze niets. In of dicht bij de mijnstreek stegen in zielental: van 1900: tot 1917: Brunssum Eygelshoven Heerlen Hoensbroek Kerkrade Nieuwenhagen Nuth Schaesberg Sittard Voerendaal 1206 633 6646 1262 9619 1410 1291 1382 6031 1914 5116 2628 25227 6305 26574 3741 2303 7127 9973 3844 In 1891 .... 100.357 ton 1892 .... 96.144 1893 .... 100.776 1891 . . . . 109.278 , 1895 .... 126515 1896 .... 147.786 1897 .... 150.145 , , 1898 .... 150398 1899 .... 212.972 1) 1900 . . . . 320.225 1901 .... 310.887 1902 .... 390778 1903 .... 457674 1904 .... 442.798 1905 .... 468377 1906 . . . . 532.780 1907 . . . . 72J.8242) 1908 .... 908.201 1909 .... 1.120.852 Volgens het verslag van den hoofd-inganieur der mijnen was de verkoopwaa'de der in 1909 uitgfdolven kolen / 7.354.000. Het tota'e personeel der mijnen bedroeg in dat jaar 5812 man, waarvan 4262 eigenlijke mijnwerkers. Had men nadat de eerste nieuwe mijn was beginnen te produceren, 10 jaar er over gedaan om het eerste miliioen ton te bereiken, van nu af ging het sneller. De produktie bedroeg: In 1910 . . 1.292.289 ton De bevolking van deze 10 plaatsen, kort geleden op een enkele na onbeteekenende dorpjes, is in deze 17 jaar lijds van 31304 op 90535 zielen gestegen, dat is een ver meerdering met bijna 200 pCt. En hoe snel het gaat bewijst dat bv. Heerlen in de laatste twee jaren van 18832 op 25227 steeg. Bruns sum steeg in n ja'ar met 03 pC*. Hoens broek met 33. Toch is de ontwikkeling der provincie nog maar in haar begin. Terwijl toch nergens ter wereld een ietwat vergevorderd mijnexploitatiegebied bestaat wat niet tevens een Industrieel gebied is geworden, is hier daarvan nog geen sprake. In dat opzicht moet hier nog alles gebeuren. Ongetwijfeld heeft de oorlog, die de snellere exploitatie van de bestaande mfjnen prikkelde, doch de aanleg van nieuwe mijnen verhinderde, een sterk stagneerenden invloed gehad op de overige industrieele ontwikkeling. Doch ook in ander opzicht ontbreekt in deze streek nog veel. Heerlen is op gang om een flinke stad ie worden. De nieuwe wijken die om het oude dorp heen worden gebouwd, dragen een friscti, modern, Hollandsen karakter. De ligging werkt heerlijk mede. Toch voelen de niet-inheemschen er zich nog niet thuis. Het is en blijft een uithoek, mopperen ze, en ze hebDen geen ongelijk. Wat hier allereerst gebeuren moet, dat is een groote verbetering der verkeerswegen. De aanleg van het lijntje Schin-op-Qeul Heerlen, r'at de direkte verbinding van Maastricht met de mijnstreek bracht, was een groote verbetering. Maar het is onvol doende. Er moeten trams komen die de mijndorpeti onderling verbinden. En de andere wegen zijn er eveneens hoogst gebrekkig. De hoofdingenieur der mijnen schrijft hier over in zijn verslag over 1916 o.a.: Nog steeds mag ae Limburgsche mijn streek zich geenszins verheugen in het bezit van gotde verkeersmiddelen. Met het vervoer van werklieden is het werke lijk zeer treurig gesteld". Hij geeft o.a. de voUende staaltjes: Heerlen, de hoofdplaats van de mijn streek, is op twee wijzen van uit Nederland te bereiken, via Sittard of via Valkenburg, maar alleen met treinen die overal stoppen l Keikrade, een plaats van spoedig 30.000 inwoners, is alleen via Heerlen te bereiken en dan nog slechts tot aan het station Kerkrade, waarvan de plaats zelf nog een uur gaans verwijderd is. Terwinselen, waar een groote mijn ligt, is zelfs heelemaal niet per spoor te bereiken.' Zelfs fietswegen ontbreken bij slecht weer, voor vele plaatsen. Bijna in nog erger mate ontbreekt vervoergelegenheid voor goederen. De kanalisatie van de Maas moest met groote kracht ter hand genomen woidan. In zijn verslag over 1917 herhaalt de hoofd-ingenieur zijn klacht en geeft nieuwe voorbeelden van gebrekkig verKeerswezen. En andere dingen ontbreken. De onderwijs inrichtingen zijn onvoldoende, er zijn slechts een paar kleine ziekenhuizen in de buurt, de handel vindt niet wat hij behoeft. De woningnood heeft woningtoestanden vereorzaakt die alles overtreffen wat op dat N.V. PAERELS Meubileering Mu. COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokln 128 Telef. 4541 N gebied elders in ons land te zien is. De hoofdingenieur voornoemd schrijft in zijn verslag «ver 1917 over dit onderwerp eenige pakkende bladzijden, waarin hij o.a. zegt: De huren werden opgedreven en hoe wel de Huurcommissiewet inmiddels tot stand kwam, kon zij toch de dikwijls groote willekeur der verhuurders slechts ten deele tegengaan. Woningen werden betrokken door veel meer personen dan wel gewenscht was, onderdak werd overal gezocht, de vreemdste plaatsen, zooals spoorwagens, deden als zoodanig dienst, terwijl houten keetjes opgang maakten. Een der ernstigste gevolgen hiervan zou kunnen zijn, dat arbeiders of ambtenaren, die niet gewaarborgd zouden zij n een b shoorlijk onderdak te krijgen, liever niet in deze streken komen werken en er dus een werkelijk ernstig gevaar zou kunnen drei gen dat de noodige aanvulling van werk krachten met onoverkomelijke bezwaren gepaard gaan. Daarbij komt dat door den woningnood en het opdrijven der huren of ook zeer dikwijls het tegen elkaar opbieden der huurders, gevoegd bij de duurte der levensmiddelen en kleeren, het leven in de mijnstreek zóduur wordt, dat de salarissen vooral der minder bezoldigde ambtenaren, in geen enkel opzicht toerei kend zijn om die verhooging der prijzen te kunnen lijden." De mijnstreek ligt in en is omringd door een heel gebied van den vruchtbaarsten grond die denkbaar is, de levens middelen zijn er schrikbarend duur. Dorpen die op een paar uur afstand liggen, doch buiten het eigenlijke mijngebied, en die prachtig bloeien konden als ze zich er op toelegden om groenten en verdere levens behoeften te kweeken, doen daar niet aan. Een der hervormingen die de streek be hoeft, is samenvoeging van de vele kleine tot enkele, groote, sterke gemeenten, die de financleele kracht bezitten om modern denkende bestuurders te hebben ten einde te organiseeren wat geheel aan het domme toeval is overgelaten. Zuid-Limburg is een uithoek. Het zou van België nog een ergere uithoek zijn. Maar het is een prachtige, een veelbelovende uithoek. Als het doorgaat zooals nu, dan wonen er binnen een tiental jaren bezuiden Sittard een half mülioen menschen, die Nederland geheel onafhankelijk maken van de buitenlandsche kolen. Dat is wat waard en Nederland moet dat beseffen. Moge de aandacht die thans, dank aan de annexionistbche uitingen in België, op Limburg is gevestigd, in dit opzicht tot iets goeds leiden. 1) De Oranje-Nassau mijn I begint te produceeren. 2) De Staatsmijn Wilhelmina begint te pjoduceeren. 3) De Staatsmijn Emma begint te pro duceeren). 4) De Staatsmijr. Hendrik begint te pro duceeren). HET AMSTERDAMSCHE PAL6IS RAADtiUIS Dit vraagstuk wordt weer onderwerp van publieke bespreking. Aanhangers van de gedachte, om zoo mogelijk het oude Raad huis aan den Dam weder Raadhuis te doen zijn, hopen wij op liet punt eerlang terug te komen. Voorloopig wordt nu nogmaals de domineerende vraa^ onderzocht, het gebouw voor den Ainsterdanischen gemeentedienst bru ktwiar zou zijn, clan wel is te maken. Dit moet even afgewacht. Maar juist daarom zij gewaarschuwd tegen voorloopige en oppervlakkige be richten, die door sommige bladen met al te groote zekerheid worden opgenomen. De voorstanders van een nieuw te bouwen Raadhuis schijnen daarin zekere tendens te leggen, en de legende te willen doen door dringen, dat het gebouw toch in geen geval voor gemeentehuis geschikt is' Dat kan pas blijken, als de resultaten van het nauwkeurige onderzoek zullen zijn vast gesteld, en dat is niet van vandaag op morgen. Voorloopig heeft het echter zijn nut, nog eens te herhalen wat de in 1910 ingestelde Raadhuis Damcom missie over dezen kant van het vraagstuk heeft gezegd. In haar rapporten wordt dit verklaard: Ons onderzoek geschiedde om na te gaan of de localiteit, zooals die op de teekeningen is aangegeven, geschikt was voor het onder brengen der verschillende takken van Ge meentedienst en welke veranderingen in den bestaanden toestand gemaakt zouden moeten worden. De als resultaat van dit onderzoek legt de Commissie hierbij over de plattegronden der vyf verdieperingen van het Paleis, /uister gezegd van het Stadhuh, waarop met kleuren zijn aangegeven de takken van Gemeente dienst, die in het gebouw kunnen worden ondergebracht en waarin tevens zijn aange duid de wijzigingen, die in den bestaanden toestand noodig zijn zoowel ten behoeve van den dienst als om het fraaie der historische !IIIIimillllimilllEIIIIIIIIIIIII!IIIIIIHIHIIIIH>Hmttttll11M4mMmiHltHMl Volgens den hoofdingenieur der mijnen OELOF filTROEPI Kalverstraat 1 - Opgericht 1850 TELEFOON 658 N Paarlen, Brillanten Goud, Zilver en Horloges Uitsluitend eerst»kwaliteit HET KAPITAAL Met zijn vingers in de haren En zijn mond van woede blauw, Sakkerdondert Willem Royaards Eenzaam in de Pieter Pauw*. Al zijn werken en verlangen Heel zijn levens-ideaal, Zal dus nu vernietigd worden Door het kille kapitaal. Wijken moet hij voor den geldmacht Voor den harden speculant, Afgedaan met zijn Tooneelkunst In zijn rijke Vaderland. Hoort hem razen en verwenschen Hoort hem met de vuisten slaan, Op een stapel nieuwe stukken Die nu niet meer kunnen gaan. Ziet zijn echte tranen glijden Langs zijn wangen, bleek en hol, Op zijn kasboek en zijn schmienkdoos En zijn liefste Shakespeare-rol. En daar ginder, Janpotdome Glimlacht op het Fredriksplein, Iemand die zijn zaakie-huurde" En door mazzel' baas kan zijn. Kaas en vloek maar, groote Willem Maak een donderend schandaal, Nimmer stuit ge de bevelen Van het heerschend kapitaal. Houd maar op met al uw streven Maak een uitbuit-maatschappij, Kunst is: cente-le-verdiene" En geen Vondel-nikserij. En wanneer ge op blijft spelen Wordt ge als een idioot, Door de schouwburg-ondernemers Heelemaal op straat gepoot. Met zijn vingers in zijn haren En zijn mond van woede blauw, Sakkerdondert Willem Royaards Eenzaam in de Pieter Pauw. Plotseling een gil van woede Als een barstende granaat, Willem stormt van zijn kantoor af En hij bliksumt langs de straat. Hij bereikt het krantenhuisje Achteraan het Fredriksplein, En hij koopt de krant van Wijnkoop En van dokter Ravesteijn. Rillend leest hij de Tribune Krijschend brult hij: G. V. Dl" En hij zweert de zuurste eeden Vlak voor het Paleis-café. Hoort mij, harde Amsterdammers" Wijnkoop-man, dat wil ik zijn,' Weg, die vuige centen-rommel'" Royaards is Republikein /" J. H. SPEENHOFF * Pieter Pauwstraat, waar zijn kantoor is. 11 iniiii mini HUI i nut IIIIMI iiiiiii IIHIII i iiiiiniiii i iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii FABRIKANTE .V. DIEVENBACH's Kou. Sigarenfabriek UTRECHT IIIMIIIIIMIIIMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IHII1II binnen-architecluur weder geheel tot zijn recht te doen komen. Het blijkt duidelijk, dat de zetel van het s>adsbesiuur met de daaraan orga nisch verbonden geheete secretarie in het ge bouw kan worden ondergebracht, waarbij nog voldoende ruimte overblijft. Hoe meer het onderzoek der Commissie vorderde, hoe meer zij bewonderde de doelmatige w ijz e, waarop door VanCampen het gebouw voor stadhuis is ontworpen, waardoor het ook nu nog aan zij n e oor sprank elijke bestemming kan beantwoor den en welke o ntz aglijke ruimte aan lacalen, gangen entrappen het gebonw op de vijf verschil lende verdiepingen omvat. Het viel de Commissie dan ook niet moeilijk, de lokaliteiten, die voor de verschillende takken van dienst noodig zijn, met de hierboven vermelde uitzondering, op volgens hare meening doelmatige wyze daarin aan te wijzen". En in hare latere nota zeide de Com missie nog: De geschiktheid varfhet tegenwoordige Paleis voor den modernen stadhuisdienst meenen wy door ons zeer zorgvuldig onder zoek te hebben bewezen. Dat resultaat was voor ons des te verrassender, omdat bij den aanvang van het onderzoek geen dar leden op dit punt een beslist optimistische opvatting had en wy eerst tijdens de her haalde bezichtiging van het gebouw tot ons advies zijn gekomen. Wy hebben datrby de overtuiging gewonnen, dat niemand aan de geschiktheid van het oude Stadhuis ook voor den modernen dienst zou getwijfeld hebben, indien het niet sedert meer dan honderd jaren aan zijn duidelijke bestem ming was onttrokken". In die Commissie zaten als bouwkundigen de heeren Dr. Cuypers, Dr. Berlage en C. Muysken, alsmede de Directeur van Publieke Werken, de heer A. W. Bos, toch waarlijk geen kinderen om de in richting van een gebouw te beoordeelen! Men moet zich dus op het oogenblik voor het oppervlakkig vormen van legenden in de publieke opinie hoeden, en afwachten, wat een nieuw degelijk rapport zeggen zal. v. H.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl