Historisch Archief 1877-1940
18 Jan. 'ia,:?No. 2169
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
DE JAVAANSCHE
RUNSTAVOND VAN
OOST EN WEST
door Dr. R A T u LANOJE
DE VEREENIGING
Gathöt Kotjo, na de verzoening
bij een Javaan aankomt met de woorden:
leen mij honderd pop, je krijgt het misschien
niet terug, dan reageert hij net eender als
ten Westerling, en toch dat misschien nog
niet eens.
Maar op diepere psychische effecten rea
geert een Javaan heel anders".
Zoo", was het met meer belangstelling
gegeven wederwoord.
.Neem het voorbeeld van de voordracht",
voer mijn metgezel voort, onder ander droeg
hij voor het Oorlogslied van Tagore.
Voorzoover ik het kon beoordeelen was de in
houd van dten aard, dat een enthousiaste
Hollander legioenen in wilde Begeisterung"
naar de wapenen zou doen grijpen. Ik ver
wachtte In elk geval een uitbundig applaus:
Niets van dat al; wel tien minuten na het
laatste woord bleven wij stil; een kat kwam
de zaal binnensluipen en maakte die bewe
gingen en sprongen die ze gemeenlijk maken
waar geen menschen zijn. Dit feit heeft
langen tijd mijn gedachten vastgehouden.
Neem onzen landgenoot dr. L. In zijn reacties
op de buitenwereld is hij een vulkaan. Maar
zoodra hij een gitaar tusschen de vingers
voelt zingt hij van: .eeuwige liefde, mane
schijn en bloemengeur, van oneindige ver
langens naar schoonheid etc. etc. Ik denk
ook aan de beschrijving van Augusta de
Witt in Orpheus en de dessa" van een
Soendaneeschen fluitspeler, die ratten en
slangetjes uit hun holen floot.
Tusschen haakjes: zij heeft het
aangeTeekeningen voor
Het is geen Javaan, lezer die n« zijn
impressies neerschrijft over den Javaanschen
kunstavond, welke de vorige week in de oude
Amstel veste zoovelen van alle rang en stand
naar de schouwburg trok. Factlsch sta ik
«r net even vreemd tegenover als gij, maar
dit heb ik vór, dat bfj m| uitwendige in
drukken opgevaagen worden door den per
ceptiebodem, die het geheele oosten eigen
is: de oneindige melancholie en weemted,
die zich uit in de plastische kunst, in den
zang, in den dans.
Ik wil een kleine voorgeschiedenis ver
halen.
Het was avond en het was op een
der Singels van een Hollandsche universi
teitsstad. Naast mij liep een landgenoot, een
psychiater. De maan wierp een ziekelijk
bleek licht op het stille water der grachten
en deed de zwijgende boomen als zwarte
massieve voorwerpen tegen den hemel af
steken.
.Amice," begon de metgezel, .weet ge
waarmee ik deze stemming associeer"
.Hoe zou ik in het. donker je gemoeds
beweging kunnen raden."
.Nu, ik heb eens een voordracht bijge
woond van een Javaan, en ik heb me ver
wonderd over de essentieel verschillende
wijze van zijn reactie op psychische effecten
ais die van een Europeaan."
.Zoo," klonk het eenigszins spottende ant
woord.
.Nou ja, ik bedoel er 'niet mee op opper
vlakkige effecten. Daarop reageeren w|
precies eender; als jij vandaag of morgen
Gathot Kotjo, in afwachtimg
,de Amsterdammer" van Anna Spier
voeld, dat mystieke contact tusschen Natuur
en Mensen in het Oosten".
Hij kwam op een punt, waar ik het vol
komen met hem eens ben: de anderen (met
weinig uitzonderingen) die willen doen
voorkomen in min of meer in gebrekkig
Hollandsen geschreven opstellen, dat ze ndië
begrepen hebben, die schare van ambtenaren
en Indlë-kenners", die de tijdschriften en
couranten onveilig maken met hun voor
lichting, kan men gerust naar de tweedeen
derde rangen verwijzen.
Mijn vriend vergeve mij dat ik het boven
staande heb weergegeven; bfj de lezers
bepleit ik clementie voor deze préface.
Maar ik heb er dadelijk aan gedacht bij
het begin van de voorstelling, en ik denk
er nu nog aan, nu ik mijn indrukken orden
voor dit tpstel.
In welken vorm zal ik deze Indrukken
weergeven? In dit weekblad heeft Borel
reeds goede opstellen geschreven over een
nagenoeg zelfde voorstelling in andere deelen
des lands. Ik zou in gevaar komen met dezen
kunstenaar bfl wien ik waarschijnlijk in
feitenkennis op dit gebied achtersta, in tegen
spraak te komen.
.We have the right to interprete Wilsons
fourteen princeples accordlng to oor own
conception," was het oolijke woord van een
vooraanstaanden Engelschen politicus. Voor
mij eisch ik het analoge recht: ik heb het
recht impressies op te doen naar mijn be
lieven, de vraag onbeslist latende .--of in
drukken met den bewusten wil iets te
maken hebben.
Nadat publiek en spelers met belang
stelling hadden aangehoord de symphatieke
toespraak van Burgemeester Tellrgen, voerde
het eerste tooneel (ik wil niet strijde»over
de terminiologie), in onze voorstelling een
Regentswoning in de binnenlanden van Java
en wel dat deel dat pendoppo genoemd wordt,
waar de hooge ambtenaar bezoeken ont
vangt en recipiëert.
Het decor werd in de toespraken opge
hemeld; ik geloof echter dat het beter k»n:
er kon meer eenvoud in lijn gebracht worden,
meer rust in het geheel. Verschillende voor
werpen, waarvan wij met wiskundige zeker
heid den occldentalischen oorsprong kunnen
vaststellen storen. Zij zouden meer bijge
dragen hebben tot de harmonie van het ge
heel door hun afwezigheid, dan door de
brutale impermentie, waarmede z( de aan
dacht vragen. Het maanlicht, dat ondersteld
wordt, het tooneel te verlichten, had zeer
veelslachtige eigenschappen.
Alles werd echter goedgemaakt door de
spelers.
,De avond is een succes", zegt, men.
Welnu ik aarzel niet mijn Javaansche vrienden
en de Javaansche dames in gedachte de
lauwerkrans der verdienste om te hangen.
Kieschheid verbiedt mij namen te noemen
van deze jonge Javaansche studenten wie
de diepgevoelde liefde tot hun kunst tot een
zoodanige prestatie heeft gevoerd.
Hoe heb ik niet weer gr dacht aan de kat,
die sprongetjes maakt, alsof er geen menschcn
waren, aan de ratten en slangetjes die
nieuwsgierig hun holen verlaten toen ik
het .Vreugdelled" aanhoorde, dat aange
vangen werd toen .de gasten, die gekomen
ning behoudt zfjn eigen karakteristieken,
maar wordt toch omgeven met een gloed
van weemoed en melancholie.
Nog wil ik wijzen op den eenvoud der
expressie-methoden; als de gamalan In de
Kalang Klnantang en in andere nummers
overgaat in de Srebeggen, wat volgens de
toelichting moet beteekenen: woeling van
denstrifd, dan zijn er eigenlijk maartwee tonen
die dOMineeren en elkander rythmisch af
wisselen. Maar, welk een kracht van uit
drukking ging er niet hiervan uit; hoe vulden
ze niet de ruimte met dreiging en spanning,
een spanning die voorafgaat aan een los
barsting der krackten. Maar tot deze ont
spanning komt het niet; hier komt weder
een ander element in het spel d. i. de
beheersching. ^
Vooral in den dans kwam dit uit.
De eerste dans, de kiprah, is aangekon
digd als de dans der uitbundigheid." Mijns
inziens is dit onjuist. Geen enkele Javaan
sche dans is uitbundig; als wij
defbeweTijdens de toespraak van den Burgemeester
gingen analyseeren zullen wf tot de slot
som komen dat ze alle beheerscht zijn;
nergens laat men zich gaan. Ik z«u duide
lijker moeten zijn, en dan zou ik willen
zeggen: als men op een gegeven moment
van den danser verlangt in de houding van
dat moment te blijven staan, dan is hij ook
hiertoe in staat.
Dit kunnen wij niet zeggen van de kunst
dansers van het Westen die b.v. dikwijls
met een duizelingwekkende omtreksrelheid
der uitgestrekte armen op de punt van n
schoen ronddraaien. Dit voorbeeld lijkt futiel,
maar uit zulke kleinigheden is ten slotte de
heele dans opgebouwd.
Het Oosten kenmerkt zich door zijn
innerIfjken rythmus, heb ik ergens gelezen. Zij,
die de voorstelling hebben b^gewoond,
zuilen mij moeten toegeven, dat hier veel
van waar is; bij den Javaan is dit zeker het
geval. Hoe zou het anders mogelijk wezen
dat de*e jopge studenten, die volstrekt in
kunstaspiraties niet boven de massa in het
geboorteland zullen uitsteken, met zulk een
volmaaktheid de sublieme kunst van hun
volk kunnen weergeven, een kunst die zoo
als Augusta de Wit zegt, is zonder een
zweem van willekeur en hartstocht," maar
ook zonder een zekere methode, een spon
tane kunst.
Hoe kreeg men niet bij den kiprah-dans,
waar de danser In een etherisch fijne aan
eenschakeling van schoone posen de waan
zinnige ijdeiheld van Praboeklono vertolkte,
het gevoel, alsof de kuristeiiaar door onzicht
bare middelen door de rythme der muziek
werd voortgedre
ven.
Ik sprak hierboven
van een kunst
zonin het stabiele evenwicht HE
'kan terifgkeeren, het door
loopend in het gezichtsveld
houden van den tegenstander,
dat alles is ontleend aan de
waarneming der natuur. Het
Oosten is een goede
natuurobservator; niet door micros
copen, telescopen, en in
reageerbuisjes waar wonderbare
reacties chemici in verrukking
brengen, het Oosten observeert
de levende natuur zooals zij
voor onze zintuigelijke waar
neming zonder hulpmidde
len 'toegankelijk is. De we
tenschappelijke methode" van
de uitdaging tot den strijd
is ontleend aan de wijze
waarop twee hanen om elkan
der heen draaien, elkanders
kracht schattend, en den
andere tot den uitval uit
lokkend, allén, de heele actie
is weder omgezet in een com
positie van lijn en rythme, van
beweging en klank.
Het zou mij zwaar vallen
nummer voor nummer de
stukken te bespreken; boven
dien ken ik nog al lang van
stof, zoodat het vervelend
aal worden.
Van de Wayang wil ik
alleen dit opmerken, dat het
publiek er te vreemd tegen
over ;staat om het te kunnen
apprecieere». Hierbij komt
dat er Javaansch gesproken
werd. Misschien zou het aan
beveling verdienen indien
de Javaansche dichter
NotoSoeroto de samenspraken in
het Hollandsen vertaalde.
Als laatste nummer werd
opgevoerd de Perang
Kembang. Nergens ter wereld is
de symboliek zoo ontwikkeld
als in Azië. Iedere kunstuiting
bedient zich daar van
symboIrn, soms duidelijk voor ieder
een te vatten,soms zoo verbor
gen dat enkel een doordringen
in de metaphysische ideeën
wereld van net Oosten (ze
voor on* begrijpelijk maken.
Hier echter is de beteekenis
niet zoozeer verscholen:
Ardjoeno, de held, die bewust
leven wil, die vór den beslis
serden slag, zooals in de
Bhagavad Gita bezongen
wordt, zich nog de vragen voorlegt, naar
het waarom en waartoe en waarheen, ont
moet op een zijner omzwervingen Boeto
Mino Tjoewiri, een demon, een personificatie
van slechte emanaties. Nu ontwikkelt zich
de strijd; Ardjoeno eerst af wachter d, terwijl
Boeto Mino Tjewoeri in overvloed van
beweging" hem tart. Ook deze gang van
zaken is psychologisch goed gezien. Geen
fatsoenlijk'1 mensch heeft nooit in tweestrijd
gestaan in zijn leven.
Dan besluit Ardjoeno tot een gevecht; ik
zou degene die de voorstelling nog eens
bij whlen wonen, willen verzoeken acht te
slaan op het verschil der beweging van de
T NIEUWE EUROPA
Teekentng vtor de Amsterdammer" van
Oeorge van Raemdonck
Geen Toekomstbeeld meer
ImilHIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIItllllllllllllllllllllllllllllllllllllMllllll
... Toen de gasten zich voor de instrumenten
hadden neergezet...
Wajang
(achter het scherm)
waren om de Javaansche kunst te beoefenen"
zich voor de instrumenten hadden neergezet.
De simpele tonen van den gender huppel
den over de zwaardere der gambang en
bonang.
Vreugdelied heet het, maar eerlijk gevraagd :
heeft het bij U, Westerlingen, vreugdege
voelens gewekt? Ik zie u het hoofd schudden;
ik zie aan uw oogen dat ge weemoed ge
voeld hebt als ge tenminste het hart niet
hebt gesloten, en aan de theoriën van uwe
harmonie-leer niet elke klankcombinatorische
impressie toetst. Het is echter niet volkomen
weemoed; er zitten toch elementen van
vreugde in; het is het gevoel dat men heeft
als men terugdenkt aan een gelukkige jeugd
f beter nog, aan de liefde uit een tijd,
toen bloemengeur en maneschijn ons een
conditio sine qua non voor teedere aan
doeningen waren. Ik zou dat gevoel
weemoedsvreugde kunnen noemen. Uw zoon
of dochter, die psychologie studeert zal
u zeggen dat het niet mogelijk Is, om
dat deze aandoening niet voorkomt in de
handboeken van Wundt, Schleiermacher,
Heymans en hoe die voormannen der moderne
psychologie ook heeten mogen. Natuurlijk,
maar deze psychologie die het speculatieve
gekied verlaten hceff, heeft zijn empirie
ook van het Westen.
Dwaal ik af, lezers, met u deze beschou
wingen voor te leggen ? Neen, de kunst is
een der fijnste uitingen van den mensch
als bewust en onbewust levend wezen. In
de kunst komen elementen aan de opper
vlakte die het intellect dikwijls onder haudt.
In gebieden waar het intellect domineert
hebben Oosten en Westen reeds een gemeen
schappelijk fond: de logiek.
Waar evenwel de diepere gevoelens of
eenvoudig de gevoelselementen in vorw van
lijn en kleur, in rij van klank en fluistering
zich voor objectieve waarneming manifes
teeren, daar uit zich de in den grond ver
schillende reactlewflze van Oosten en Westen
op zielsaffecten. De melancholie en de wee
moed zijn als Bengaalsch licht voor de
kunstuiting van het Oosten. Elke
aandoeder methode. Dit is natuurlijk strikt genomen
niet waar; leder kunst heeft zijn
algemeene vormen en regels, die wij juist
methede noemen. Maar bij den Javaan is
het zoo met het innerlijke wezen vergroeid,
dat er geen sprake meer is van een zekeren
uitwendigen dwang waarmede toch altijd
het begrip methode verbenden is. Dit ter
inleiding van hetgeen ik wil opmerken over
de tweede dans: de kalang kinantarg, de
uitdaging tot den strijd op de kampplaats.
Als de twee broeders om elkander heen
dansen op de maat van den gamelau, dan
wordf het met het oog op de situatie (de
te voorziene strijd) wetenschappelijk" ge
daan. Het schijnbaar zich blootgeven om
den vijand tot een uitval uit te lokken terwfll
men feitelijk in een ondeelbaar oogenblik
Boeto Mino Tjoewiri, Ardjoeno uitdagend
tot een gevecht
twee dansers.
Briden doen het subliem, maar Ardjoeno
maakt gén beweging die voor 't gevecht
niet wet er schappelijk noodig is; de beweging
is sober. Boeto Mino Tjoewiri daarentegen
spreidt een rijkdom van posen ten toon
welke onwetenschappelijk" is.
De aeslhetisch hoogste beweging, is de
meest rconomischen, zegt professor Nitobé.
In het Westen zegt men: de esthetische lijn,
is de wiskundige lijn.
Welnu, A'djoeno volgt de wiskiind'ge lijn
om de soberheid van beweging weer te
geven, we'ke kenmerkt de bezonnen, ervaren
kampvechter. Boeto Mino Tjoewiri volgt
ook de wiskundige lijn, maar om precies
het tegengestelde weer te geven, de brutale,
aanmatigende zichzelf overschattende vech
tersbaas. Beiden hebben het op een wijze
gedaan, welke getuigt van een meesterschap
over de stof.
Nu nog eenige korte opmerkingen over
den avond in het algemeen. De vele toe
spraken ra de voorstelling waarvan Het
einde te ver van het begin lag, konden
best achterwege zijn gebleven. Men zou
dan de opmerking hebben voorkomen, die
ik in een der loge's opving van een
Nederlander, de politit k heeft gefaald, het
onderwijs is aan hrt falen, nu prabeert men
het met de kunst voor de associatie poütiek.
Bovendien werken toespraken bij zoo'n
gelegenheid precies averechts. Men vergeet
dat m-n met idëen over onafhankelijk
I die" Hollanders kwetst, maar k, dat de
,,Groot Nederland" aspiratie zoo zoetjes
aan een roode vlag is geworden voor
iederen Indiër die the Right of self
Jeter
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIMIIIIIIII1IIIIIIIII1MII
H. BERSSENBRUGGE,
PORTRETFOTOGRAAF
ZEESTRAAT 65, nsss! PUMM
DEN HAAG. Tel. 1538.
Praboe Klono,
in den dans der ijdelheid
mination" van Wilson gehoord en verstaan
heeft.
Daarom, laten wij den avond nemen voor
wat zij is, een kunstavond Laten wij ons
verheugen over het feit, dat Indonesische
intellectueelen de Javaansche kunst tot de
Hollanders willen brengen, en dat de Hollan
ders hiervoor ontvankelijk willen zijn.
\-<^
Ardjoeno