De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 18 januari pagina 8

18 januari 1919 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR. NEDERLAND 18 Jan. '19. No. 2189 SCHILDERKUNST KRONIEK TOOROP'S TENTOONSTELLING, BIJ KLEYKAMP DEN HAAG. De Kruisweg", met zfjn veertien staties, is ontstaan in de jaren 1916, 1917, 1918 (hfj Is niet begonnen, zooals in den Catalogus vermeld staat, in 't jaar 1917). Hfj is ge maakt op triplexhout; de kleuren zfjn ge kleurde aarden, opgelost in een hars, en het werk werd gefixeerd met spiritus. De beste dezer staties lijken mij toe te zijn: de tweede (Jezus neemt het kruis op zfjn schouders, 1917); de elfde (Jezus wordt aan het kruis genageld, vermoedelijk 1918), de twaafde. Jezus sterft aan het kruis, (1918?), en de veertiende, Jezus wordt in het graf gelegd (1918). Dit zijn wat ge de plaatselijke constatee ringen van dezen, te waardeeren, arbeid köndet noemen. Maar er zijn algemeener dingen hier te behandelen. De eerste vraag is: waar is Toorop het beste in? Het Iflkt mq het geheel overziend, toe dat de bouw, dat de kracht de lijnen en kleuren te binden tot een rfjke eenheid niet de grootste ver dienste is van dit werk. Er zijn toch losheden hier, onvastheden daar. Niet altijd Is het eenélijnenspel opgeheven door een tegenwerkend, en zoo tot rust gebracht; niet altijd zijn de ruimten tusschen de figuren veel-beteekenend; niet altijd voelt ge de voorstelling als een onwankelbaar ietwat, waaraan noch te schudden is noch te tornen. Een tweede opmerking is ever het formaat. Natuurlijk was Toorop hier aan eischen gebonden, en ik vermoed, dat hij aan die eischen voldaan heeft maar het blfjft voor mfj te betreuren, dat een ander gebouw, dat grooter paneelen eischte, niet te sieren was met een kruisweg door Toorop. Ik heb het gevoel, een persoonlijk gevoel wellicht en niets anders (of is het iets beters?), dat deze schilder een grooter ruimte rijker en vaster had gevuld dan deze betrekkelijk kleine oppervlakken. Wat vindt ge nog meer in deze serleteekeningen, typisch, kleurig, sterk, met Toorop als deelnemer, waar Christus, in de zevende statie, voor de 2e maal valt? Ge vindt er de handteekening" van Toorop, de figuren met zeer groote koppen. Ge begrijpt dit. Toorop is geneigd tot scherpe analyses van het gezicht van menschen, en al teekenend dijt de kop onder de vtngers uit, en wordt groot, hoewel meestal niet te groot. Onder deze koppen zijn een aantal te vinden, die de bekoring van een statie uitmaken; een aantal por tretten zijn er onder, en Toorop is een te recht befaamd portettist. Hij is een psychischfealist in deze zooals de primitieven. Hfl is het best, waar hfj-niet te veel moet fdealiseeren. Daarom is de Christus, als kop, zelden zoo overtuigend als de anderen. Hij, Toorop, heeft hier willen en moeten? idealiseeren, hl] heeft hier in den trant der Renaissance gehandeld en hij is meer gothisch dan renaissancist. (Waar Christas aan het kruis wordt genageld is de inten siteit van den kop het grootst, en heeft deze het meest van een portret)... De lijn van Toorop is op zichzelf en in zichzelve geschikt voor het decoratieve. Zij omlijnt forsch, eenvoudig, en haar zware breuken toonen baar kracht. Zij is een der meest treffende elementen Van alle staties, daar waar zij steil is en daar waar zij mee gevend, toegevend is. De kleuren zijn evenzeer krachtig. Zij zijn, natuurlijk, diepe rooden, zware blauwen, klinkende groenen en paarsen; er is het wit van den Christus, en er zijn veel zuivere gelen... Hiermee is voor mQ de hoofdlndruk van het werk van de laatste drie jaren gecon stateerd. Ik zag het gaaine grooter, dan vaster; ik zie het vol psychisch-realisme meer dan vol renaissancistisch idealisme iiimiiiiiiiimiiliilinnii N. V. HET HOFSTAD-TOONEEL: Heerenmode, door Franz Molnar. Behoudens de titel, die ons Zola's Au bonheur des Dames" in lieflijke herinnering brengt, om voor het overige uit te munten in onwelluldende onbeduidendheid, is dit lichte Molnar-werk weer vol poëzie. Een verkapt sprookje, zóheimelijk uit de reali teit der dingen: echtbreuk, hartzeer, ban kroet, kaas, kousen en pyama's opgebloeid, dat menigeen het voor een ware geschie denis houdt, misschien wel voor een mora liteit onder de kernspreuk: Al te goed is buurman's gek", of meer naar het evange lische: heb uw naaste lief gelijk u-zelf." Men zou zich ook kunnen laten verleiden tot een vergelijking met E man t s' Domheidsmacht", aangezien ook hier een macht, de macht der goedheid, een oer-instinct, zege viert, maar ik geloof niet, dat het Molnar ooit om pleiten en bewijzen te doen is. H8 schrijft zoo-maar... uit zijn verteedering, en het is zijn wezen dat wij liefhebben in al dit vluchtig gecomponeerd, maar op een bazis van Innigheid ontstaan, fijn en frisch tooneelwerk. Oostenrfjk-Hongarije moge verdwijnen van de kaart, de ziel van Bah r, Bartsch, Schnitzier, Felix Salten, Molcar, zal uit het theater van Europa zoo min te verdrijven blijken als de geest van Jules Renard, de Courteline, Trlstan Bernatd, en wij zullen altijd weer erkennen, dat deze beminnelijke dramaturgen, even licht van toets als diep van gemoed, den modernen Nederlandschen tooneelschrijver goed voorgaan. Ook Heerenmode" is maar een droom", volstrekt onwaarschijnlijk en zoo weinig substantieel als een stuk in drie bedrijven iiiiimiiiiiimiiliiiiiimiii NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP Moto rd i e n st va nieten burg DAGELIJKSCHE MOTORDIENST UTRECHT LQDEI DEH HUW DELFT VluUmfcmi. guichttthmnZt. FniékibS. VICt. VERSA oonkamers fan den Kynstpottenbakker C. J. LANOOY Papestraat24 - 's-GRAVENHAGE Permanente Tentoonstelling iramiminmiiMiiiiiiuiiuiiiiiiiiiiiiiiiiHluiiililliliiiiiiiHiiiiliiiiiiilHii gothisch meer dan renaissance, en dat past hier; ik vind den Christus-kop het minst gevonden van de vele trotsche, teedere, deemoedige, en aanbiddende koppen, die ik er op zie de kieur is sterk, en de lijn. En ik sluit met een persoonlijke her innering. Ik zag Toorop bezig aan een der staties in Dom burg (V, 1917?) in een der meest banale pensionkamers, die ik ken. Hij overwon die omgeving door zijn con centratie, door zijn kracht van kunstenaarsinkeer, zonder eenig vertoon, op zijn eigen, doode gemak. En ik moet telkens bij den kruisweg daaraan denken, want meer paneelen zijn onder dergelijke omstandig heden ontstaan. En deze krachtige werken geven mij telkens den Domburgschen indruk terug, idie (deze is; diep en zwaar is de latende kracht van dezen Aziaat. DANKMEYER, IN DEN PROTECTOR TE ROT TERDAM. Deze tentoonstelling geeft Dankmeyer niet, zooals ik hem het meest en het liefst zie: hevig-uitbarstend, of krachtiggrfjs van toon. Vier schildergen; Bfj Woudrichem, Avondstond, Nabij Dekkersduin, en een Graanveld, beter dan de overigen, veranderen mijne meening niet. Ik vind Dankmeyer hier niet levend genoeg, niet wild genoeg; ik vind dezen impressionlstischen werker niet Impressioneerend genoeg. Dit is vermoedelf}k, en gelukkig, maar tijdelijk. Dankmeyer bleef totheden elastisch en hij is een colorist. PLASSCHAERT NAAR ZION Een merkwaardig Man naar een merkwaardig Land Een merkwaardig land is Palestina. ns, in het bezit van de Joden; was het een land vlietende van melk en honig". Zoo lezen wij in Ezechiël XXVII?17: Juda en het land Israëls, die waren uwe kooplieden, met tarwe van Minnith en Pannag en honig en olie en balsem, dreven zij ouderlingen handel met u." In Deutronomium VIII 7, 8, 9 lezen wij: Want de Heere uw God brengt u in een goed land, een land van waterbeken, fonteinen en diepten, die in dalen en in bergen uit vlieten; een land van tarwe en gerst en wijnstokken en vijgeboomen en granaatappelen, een land van olierijke oifjfboomen en van honig; een land waarin gij brood zonder schaarschheid eten zult, waarin u niets ontbreken zal, een land welks steenen ijzer zijn, en uit welks bergen gij koper uitbouwen zult". Daarom was het niet alleen in den ouden tijd, maar ook later, een twistappel tusschen de volken. Behalve de Joden, heeft het vele meesters gehad, maar geen enkele heeft het goed gediend. Zooals het Joodsche volk was het hard nekkig". Het hield zfjn overvloed terug; het ontsluierde zijn schoonheid; het hield op een land van melk en honig te zijn. In Jericho vindt men geen palm meer, in Gilead geen balsem en op den olijf berg geen olie meer. Den vreemden meester gaven de druiven geen goeden wijn, de olijven geen goede olie, de vijgen geen goeden honig. De Doode Zee, die alleen reeds door het niveau van haar waterspiegel en der merk waardigste plaatsen op aarde is, houdt haar rijkdom verborgen. Zooals nu gebleken is, zijn aan beide zfjden van Jordaan en Doode Zee zout en asphalt in overvloed; ook zijn iiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiitiiiiiiiiiiu maar zijn durft, bepaald anti-ernstig en nergens verantwoord. En nochtans verlaten wij den schouwburg met een glimlach van verstandhouding, als hadden we het beste in ons bevestigd gevoeld. Peter Inhasz, chef van een zaak in mode-artikelen, is een coeur simple, een natuurmensch, trots de attributen der be schaving (parfum pour troubler etc.), die hem in zijn winkel omringen. Gelijk deze waard is, vertrouwt hij zijn gasten, en zijn hart bleef ontvankelijk. In den verte familie van IJsbrand", heeft deze Peter den naaste nog liever dan zichzelf, doch dit niet omdat hij op de cathechisatie is geweest, maar uit natuur drift; omdat hij, al wilde hij, niet anders zou kunnen. Hij reageert niet op het leven in zijn verwrongenheid, hij wacht af tot het leven, vereenvoudigd tot de norm, reageert op hem. Onbewust is hfj de meer dere van den Oosterling, die leeraarde: Tot de goeden ben ik goed omdat zfj goed zijn, en tot de niet-goeden ben ik ook goed om hen goed te maken," want hij onderscheidt deze beide categorlën zelfs niet; en dat zijn goedheid school maakt (de graaf, Paula) geschiedt buiten zijn bedoeling en werpt geen smet van wereldhervermer op zijn bescheiden middenstandsziel. Neen, niet uit deugd is Peter Inhasz die hfj is, en evenmin uit argeloosheid in den zin, dien wij, in onze onwetendheid, aan dit woord hechten, hij is goed, omdat een mensch nu eenmaal van oorsprong goed -is, en hfj, bij uitzondering, daarvan niet afdwaalde. Het is het standpunt, waarop Goethe zfjn geheele leven gestaan heeft, en het doet ons terstond de hoogere beteekenis van Mplnar's Duivel" beseffen, wan neer wij ons rekenschap geven dat ook hij dezen ayerechtschen geest plaatste buiten den mensch. Ook in Peter Inhasz is voor den duivel geen plaats, in geenerlei gedaante, in hem leeft de liefde een onafhankelijk bestaan, hij gelooft en haast niet. Hfj kan zfjn vrouw verliezen, en haar nochtans be houden, de 51000 kronen die hem beloofd zfjn, héft hfj, het onwaarschijnlijk getal ten spijt. Als pleidooi tegen het zakelijk inzicht, kwam hfj in den handel". En z zuiver op de graat is Peter, dat wat wfj onlogisch noemen, ons een nieuwe logica blijkt. Peter Inhasz, failliet gegaan, en deor een rijken graaf in dienst genomen, verliest liever opnieuw zfjn broodwinning dan een der duiven, die hfj dagelijks voedert, te slachten voor zijn patroon. Het redelijk oordeel van den graaf meent dezen afkeer te moeten ontzenuwen met de tegen werping: er groote hoeveelheden petroleum en, wat belangrfjker is dan alles, phosphaten. .Het land tréfrfTÏiet kwfjnt, de Libanon schaamt zich> hfj verwelkt; Saron is ge worden als een woestijn, zoo Bascbon als Karmel zijn geschud", zegt Jesaja, Hoofd stuk XXXIII vers 9. Opmerkelijk is het, dat sinds de jongste Joodsche kolonisatie het land zich heeft veranderd. De Joodsehe koloniën bloeien en gedijen, de Karmel" en Rischon l'Zlon" wijn is wereldberoemd, de sinaasappels overtreffen deSpaansche. Ook verschillende andere producten zijn veel beter van de Joodsche koloniën, dan van die der Turken of andere volken. Toen de Engelschen Palestina bezet hadden, prezen zQ de Joodsche kolonisatie en misschien is dat een van de oorzaken, die Engeland aanleiding hebben gegeven tot de bereidverklaring Palestina aan de Joden af te staan. En als de Engelsche toezegging verwerkelijkt wordt, dan mag men hopen, dat Palestina als van ouds zal worden, het land vlietend van melk en honing. Merkwaardig is ook, dat er een zoo groote aantrekkingskracht en bekoring van Zion" uitgaat, Dit woord heef t het Joodsche volk twee duizend jaren lang in het leven gehouden en heeft het ook thans tot nieuw leven gewekt. Het land zonder kinderen" Mr. j. I. de Haan trekt ook nu de kinderen zonder land" tot zich. Het land heeft op zijn kinderen gewacht en de kinderen op hun land Hoe groot de magische kracht van Zion is, heeft men nu weder kunnen zien bij Mr. Jacob Israël de Haan. Daarom baart zfjn vertrek naar Palestina groot opzien. Merkwaardig is Mr. J. 1. de Haan. Wie zijn persoon en zijn levensloop kent, wie zijn Joodsche liederen leest, is er onmid dellijk van overtuigd, dat hfj een buitenge woon man is. Hoewel jong aan jaren is hij helaas rfjk aan bittere ondervinding, bedrogen illusies, ontevredenheid en knagend berouw. Ondanks de waardeering, die hfj vond, als slgnificus en taal-philosoof, als rechtsge leerde en dichter, voelde hij zich toch ongelukkig. Zijn werkzame geest is ruste loos, hij tracht grootsche dingen te vol brengen ten bate van anderen en tot zijn eigen bevrediging. Mr. de Haan heeft dit in verschillende bewegingen gezocht, doch niet gevonden, tot hij zich bij de Zionis tische beweging aansloot. Daar vond hfj troost, daar voelde hij zich wél. Het lijden en de vervolgingen, de haat en nm'uiuiiiiiifii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiii maar de koeien worden toch ook voor jou geslacht? Ja", bekent Peter grif, maar die koeien ken ik zoo niet." Dit verschil, dat immers het essentieëele verschil is, kenmerkt Molnar. Het gaat altijd om de gevoels-onderscheiding. De wereld leert ons deze schakeeringen weg te redeneeren om toch maar de scheidslijn tusschen goed en kwaad langs de liniaal te mogen trekken. Iemand in wien de goedheid minder diep geworteld is dan in Peter Inhasz, zou zicti hier hebben laten overtuigen: een dier is een dier, of het koe heet of duif. Maar Peter laat zich met de drogredenen van het bekrompen verstand niet in. Zijn onge letterd gevoel zegt hem onomstootelfjk, dat deze duif iets anders is dan gindsche koe. De duivel laat af, en de lijn tusschen goed en kwaad buigt af in teederheid Het is deze Ifjn, deze tcere, bevende zigzaglfjn, die Heerenmode" tot een sprookje maakt. De feiten en de conclusie, dat Peter, zoodra hij haar dreigt te ontvallen van waarde blijkt voor Paula, zijn voormalige winkeljuffrouw, die hij met zijn zuiver hart beschermde, d«en daarbij weinig ter zake. Gegïven de pittige bekoring dezer Paula en de verdorvenheid der hedendaagsche vrouw, betwijfelen wij ef mannelijke goedheid in het algemeen en in dit geval in het bijzonder, doorslaande factor voor den man-als-minnaar kan zijn..." Doch als geval raakt het ons nu eenmaal niet. Het half dozijn sokken, dat Peter ten slotte present geeft aan den verlaopen verleider van zijn eerste vrouw, omdat... nu ja, omdat een mensch, alles daargelaten, toch iets aan zfjn voeten nttet hebben, voert ons nader tot de kern van dit werkje, dan de liefde van juffrouw Paula. En welbe schouwd zfjn alle bij-figuren, Paula incluis slechts in zoover van waarde, als zij allen, trots beschaving en afdwaling" ontvankelijk blijken voor Peters 's zuivere gevoelsrede, zoodat tok zij, als het er op aankomt, niet anders dan hulpvaardig, har telijk en zacht jegens hem vermogen te zfjn. Het leven, dat reageert op wie sterk is in liefde, en geduldig. Tot dusver heeft de N. V. Het HofstadTooneel een weinig belangwekkend reper toire gebracht; door frisch en wei-verzorgd samenspel zijn we in haar evoluties geboeid gebleven, doch geen stuk op zichzelf liet iets in-ons-na. Dit werk van Molnar beteekent een stijging, in de richting waar dit gezelschap het betere vinden kan. De vertooning zou fijner en flitsender kunnen zfjn, licht en schaduw angstvalllger verdeeld, doch dat doet aan onze waardeering voor DE OUDE SCHUIT Teekenlng voor de Amsterdammer" van Jordaan KNIERTJE?HOLLAND : OP HOOP VAN ZEGEN l" lllllllllllllllllllllllllllllMIMIIIIIIIIIIIIIIIMMIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlmlIllllllllllllllllllllllllllmlIIIIIIMIIIII de wrok, de hoon en de spot, de verachting en de vernedering, die zfjn Israël in de ballingschap ondergaat, hebben het hart van den fijngevoeligen dichter en rechtvaardigen jurist diep getroffen, gekrenkt en verbitterd. Zoodra hij inzag, dat er een radicaal middel is, om zfjn volk te helpen, heeft hij zich met lichaam en ziel gegeven, om zfjn krank en gekrenkt volk te genezen. Dit middel is het Zionisme. Mr. de Haan werd een toegewijd Zionist, met de pen en metterdaad. Hij werd geheel en al Jood, traditioneel en nationaal. Met liefde oefent hfj alle voorschriften der Thora uit, vlijtig leert hij de Hebreeuwsche taal. Hem schrikken de aanvankelijke moeilijk heden der taal niet af, de vele puntjes en Hofleverancier - Amsterdam IAIVERSÏRAAT 21G -:- WILLEMSPARXWEG 9 TEL. NOS. 2040-1881 TEL. No. 1793 Zuid BISSCHOPWIJN PUNCH llttllllllllUimillflIllllllltlllllllUtllllllllllllutlllllllllllllUllllllltllllllHii de intelligente ontleding, die wij als eerste kennismaking kregen, niet af. Annie van hes (Paula) trof den geheelen avond voor treffelijk den toon en wist deze rol ook tot het einde te dragen. Van der Lugt, iets te mat in II, deed ons met de eenvoudigste middelen de innerlijke bewogenheid van het werk gevoelen. Ook van kerckhoven, al stel ik me dien Hongaarschen graaf ten opzichte van het vrouwelijk geslacht aan nemelijker partij voor, was gevoelig en hield stijl. Een gevaar voor de vertooning werd Dirk Verbeek in de lastige rol van den ontrouwen winkelbediende. Het begrip fijne charge" ging verloren en het scheelde niet veel of hij was, ondanks den goeden opzet van de figuur, in de volstrekte caricatuur terecht gekomen. Met vreugde zagen wfj Henri Poolman eens weer, in een kleine rol, waarvan hij iets zeer gaafs maakte. Onder de oudere tooneelspelers is hij het bleek meerma len o.a. in Schnitzler-werk een modern kunstenaar. ? * * * Het huwelijk van een Oranje.Princes. door Maurits Wagen voor t. .. .?Kroondraagster van Brittanjel Daar, zeït ze, lett de Prins en glorie van Oranje!" Dezen Prins, Vondel's Geboortklok-kind, hebben we gezien. Het was Jan van Ees en hfj zat sierlijk in het pak. Maar met de glorie van Oranje bleek het intusschen treurig gesteld. Want de ze", die deze teedere en fiere woorden sprak, Frederik's bedgenoote, de vrouw, die 't harte van dien held kon kneden met haar taal", werd ons door den heer Wagenvoort niet slechts voor gesteld als een eerzuchtige en wilskrachtige natuur, maar als een Amalia van ontstellend ordinairen aanleg. Heeft ze het historisch gedaan, de parti culiere correspondentie van den prins de Talmon aan haar dochter Louise uit het chineesch kastje" gegapt, door middel van een kamenier, en gedekt door een zwak zinnig nichtje ? Laat ons den mantel van Oranje daar dan liever over uitspreiden. Als kern voor een historisch spel in 4 be drijven zfjn dergelijke gedragingen in geen geval aanbevelenswaardig. Te minder wan neer dat spel weinig meer biedt dan deze. De psychologie der bruid, die om staat kundige of andere redenen, zich laat trouwen met den verkeerde, er was, gezwegen van de moederlijke streek, wat moois van te maken geweest. Le malheur d' Henriëtte Girard", het leed van Eugénie Grandet, de moed van Annie de Boogh, de wanhoop van Jettchen Gebert.... Vanjhet monarchale stelsel bleek immei dit een schaduwzijde, en menig streepjes, die tot klanken dienen, verblin den hem de oogen niet. Vastbesloten, wilskrachtig en met ijzer geduld leerde hij zijn nationale taal, geen verhindering, zelfs ziekte hield hem daarvan terug en: Israël volbracht een daad". Zoodra hfj inzag, dat hfj in Palestina behulpzaam kon zfjn bij den opbouw van het land, besloot hfj alles wat hem hier lief was te verlaten, om daarheen te trekken. Hfj bekommert zich niet om de schitterende toekomst, die hfj hier te lande tegemoet zou gaan, het wel van zfjn volk gaat hem boven alles. Voorwaar, een merkwaardig man is hfj, een vreemde Oosterling," zooals een Hol landsen dichter hem eens noemde. Daarom heeft het bericht dat Mr. J. I. de Haan Holland verlaat, om zich in Palestina te vestigen, een zoo grooten indruk gemaakt, in de Hollandsche wetenschappelijke wereld in het algemeen en in de Joodsche wereld in het bijzonder. Die indruk vindt daarin zfjn oorzaak, dat een merkwaardig man naar een merkwaardig land gaat. Het ware te wenschen, dat die diepe indruk zou worden gemaakt, niet door n Israël maar door den wederkeer van het gansche volk Israël. L. STRASCHUM princesje zal bij het wapperen der roode vlag een tersluiksche zucht van verlichting hebben geslaakt. Er bestaat wellicht geen langer en nijpender verdriet dat dit, dat i milioenen met een glimlach dragen. En als dramatisch onderwerp kent het, trots de emancipatie en de daarmede verband hou dende daling van het ouderlijk gezag, zfjn weerga niet. Maar dan moet men toch voller meeleven met dit leed, dieper peilen dan Maurits Wagenvoort deed, en niet uitgaan van het hermelijn vór aan de maagdelijke ziel, het vleesch en het bloed rechtis geschied. Dit deden, bovenvermeld, Duranty, de Balzac, Herman Robbers, Georg Hermann, en nog vele auteurs vór en na dezen. Doch in de galerij der door hen geschapen ongelukkige-liefde-vrouwen kunnen wij met den besten wil het portret van dit banaal bakviscbje van Oranje niet hangen, en ook de vertolking, door Else Mauhs, glad en zoet routine-werk, maakt geen aanspraak op eenige onderscheiding. In het bijzonder dank zij van Gasteren, die de afstandsche figuur van Frederik Hendrik voornaam hield en er de poëzie van het vergankelijke omheen wist te weven, werden wfj door de groep, waarvan hfj in zijn zetel het middelpunt uitmaakte, een oogenblik geboeid. Maar voor het overige heb ik in dit, rijk en met smaak uitgedoscht, tooneel werk, dat op ontroering zinspeelt, doeh slechts vaderlandsche geschiedenislessen, in het licht der sentimentaliteit, uitdeelt, niet meer kunnen zien dan een quivalent van den beruchten schooljongensbrief aan zfjn jarigen oom: Lieve oom, nu zal ik u eens vertellen hoe Herman de Ruyter het slot Loevestfjn heeft ingenomen". TOP NAEFF mniiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiimni iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiim OOSTERBEEK MEUB1LEEKINGEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl