Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
25 Jan. '19. - No. 2170
werp is te Parijs aan de orde gesteld.
Wellicht zal de directe deelneming,
aan de conferentie's, welke op politiek
gebied nog moeilijk: wordt gegund, in 't
sociaal-economischegebiedgemakkelijker
zijn te verkrijgen. Ook in dit onderdeel
is het wenschelijk, nu reeds de stappen
te doen, om er, evenals bij
hetcommercieel-econotnische gedeelte, zoodra
het kan, bij te zijn l
De internationale regelingen, die over
deze onderwepen worden tot stand ge
bracht, zullen van den grootsten invloed
op de ontwikkeling van onze bedrijven,
en op de welvaart van onze arbeiders
bevolking zijn.
Is van het oude Duitsche eenheidsrijk
weinig meer te verwachten zoo kan de
Oostkant natuurlijk niet geheel als uitge
schakeld gelden, tenminste niet, wanneer
zich daar weer eenige productiekracht,
verkeerskracht en koopkracht ontwik
kelen kan. Doch deze liggen dan waar
schijnlijk meer in de zich geleidelijk
losmakende gebieden, als
RIJNLAND, WESTFALEN EN
OOST-FRIESLAND,
die dan ook, vooral aan den Rijn, hunne
nieuwe ontwikkeling waarschijnlijk al
weder in een nieuwe conjunctie, met
Frankrijk en België, nemen zullen. Ons
naastgelegen Duitsch achterland zal zijn
beteekenis vooral dan houden, als het
zich richt in het kader der Entente!
Voor Nederland ligt daarin zelfs een
nieuwe levensfiguur weggelegd, waarin
ons land en ons volk belangrijker naar
voren kunnen komen, dan laatstelijk onze
positie is geweest.
Kan immers, door de veranderingen in
het politieke stelsel, tusschen een auto
noom Beneden-Rijnland en België en
Noord-Nederland een zekere samenhang,
een entente tot stand komen, misschien
met Westfalen en Oost-Friesland even
eens een blo k van zelfstandige
siaatsgebieden in 't West-Europeesche
rivierbekken, dan ware een droombeeld
verwezenlijkt, dat door de eeuwen heen
telkens als een geluk voor de betrokken
volken, en tevens voor Europa is be
schouwd! Dit alles ligt aog te zeer in
de windselen, om uit te maken of het
dien weg op kan, en opgaat. Ook voor
Nederland is het nog slechts in den toe
stand der schemerige overweging. Maar
daarom niet minder een mogelijke phase
van ontwikkeling. Dat het voor onze
natie groote gevolgen hebben zou, ook
op geestelijk gebied, ware buiten kijf.
Het blijft ten slotte een feit, dat wij
eeniger mate gedrukt zijn en zullen blij
ven door een gevoel van kleinheid, be
krompenheid en afsluiting te midden
van de groote statenfamilie. Ontplooit
zich voor het Nederlandsche volk 't be
sef van nauwere, vreedzame samen
werking op een grootere schaal, wij
meenen dat ook de Nederlandsche geest
kracht er door winnen zou!
GEESTELIJKE ONTPLOOIING!
Dit moet ten slotte ook het resultaat
van de buitenlandsche staatkunde voor
onze natie zijn.
Men waarschuwe er wel ter dege
tegen, alles samen te gaan vatten in:
economische vertegenwoordiging, econo
mische voorlichting, economische dien
sten. Het gevaar daarvoor, de tendens
is groot, hetgeen ook reeds blijkt in de
practijk. 't Is of het materieele alles
beheerscht!
De plaats van Nederland in de nieuwe
wereld moet echter bovenal gevonden
worden door de geestelijke aanrakingen
aan te wakkeren; banden van beschaving,
van wetenschap en kunst, van
intellectueele gedachtenwisseling met het buiten
land te verlevendigen. Ook in dit opzicht
moeten wij hopen, minder geïsoleerd te
worden dan vór en tijdens den oorlog
het geval is geweest. Ware het niet
IllllllllllllllllIllillltlllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlIIllllllllllIIlllI
SLACHTOFFERS VAN DE LEUGEN
Bij de beoordeeling van de feiten der
laatste dagen het gewelddadig ombrengen
van de leiders der uiterste socialistische
partij door de verwoede volks-meenigte
moet men goed blijven bedenken dat die
slachtoffers wel deegelijk schoone en eedele
denkbeelden hebben voorgestaan gedurende
hun gansche loopbaan. Zij wilden het heil
van 't volk en een broederlijk gezinde
menschheid.
Zij zijn vermoord omdat zij aan de groote
massa een heilstaat trachtten op te dringen,
en van dat koomende heil niets konden
toonen als terrorisme en bloedstorting,
wanorde en hongersnood. Ze zijn gevallen
omdat ze trouw wilden blijven aan een so
cialistische leer, die bedacht is door ver
standelijke, wetenschappelijke bereekening
en niet onmiddellijk is ontsprooten uit het
hart, uit zuivere ontroering. Het groote,
doodelijke dogma van proletariaat en bour
geoisie, een eeven misleidend als onheilvol
bedenksel, moest worden gehandhaafd, de
proletarische dictatuur worden gevestigd.
En toch heet op dit oogenbllk de meerder
heid in Duitschland sociaal-democratisch, en
erkent dat gevaarlijke marxistische dogma.
Maar eenigszins op dezelfde wijze als de
zich Christelijk noemende meenigte het
Christendom en de leer der zachtmoedig
heid erkent. In de praktijk moeten ze er
niets van hebben. En als de proletarische
dictatuur zal beginnen worden ze kwaad
en verzetten zich met alle geweld. Want
dat door Marx aangepreezen heil-middel
heeft tot nog toe maar bitter slechte resul
taten opgeleeverd.
Het dogma van den klassenstrijd is een
leugen. Er zijn niet twee klassen in de
maatschappij waarvan er een in de toekomst
zal zeegevieren. Er zijn alleen min of meer
verstandige en liefdevolle menschen, en de
goed daartoe speciaal de aandacht te
wijden aan
TOENADERING TOT DE KLEINE
LANDEN?
In de eerste plaats door hierop inge
richte vertegenwoordiging aldaar! juist
deze is tot dusverre van te weinig belang
geacht en stiefmoederlijk behandeld.
Nauwer en geregeld contact met
Denemarken, Noorwegen, Zwitserland,
Zweden, ja, ook weer met België, dient
juist op dit gebied gezocht.
De kleine landen hebben elkander
vór den oorlog te weinig gekend, te
weinig verstaan! Over en weer zal er
thans behoefte bestaan om de banden
van aanraking nauwer aan te halen. Wat
er van den algemeenen volkerenbond
komen moge, steeds zal onderlinge
moreele steun en versterking voor de
kleinen begeerlijk zijn. Betere en
actueele kennis van elkanders toestanden,
instellingen en aspiratie's; persoonlijk
verkeer; wetenschappelijk ruilwezen en
politieke harmonie vormen hier een nog
te ontginnen terrein voor ons buiten
landsche beleid!
Daarom gaat het immers bij alles, op
het geheele gewichtige terrein van 't
nieuwe buitenlandsche beleid: Nederland
vaster te planten, voller te doen gedijen
en ruimer zich te doen vertakken, dan
't geval is met een klein land, dat zich niet
om zich heen weet te roeren en geen
verdere gezichtseinders ziet. Van onze
koloniale politiek en 't beleid in het
verre oosten spreken wij nu ditmaal niet
eens.
Er zijn voor de positie van Nederland
in Europa allerlei sporen te zien, die doel
bewust kunnen worden gebaand en
een vruchtbaar verschiet openen!
v. H.
i iiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiii
EEN MELKCENTRALE VOOR
AMSTERDAM
door dr. I. H. J. Vos,
Arts te Amsterdam
~~~"~~~ De z. g.
melkoorlog in onze stad
heeft een vraag
stuk op den voor
grond gebracht,
dat van eminente
beteekenis voor de
m e Ik voorziening
mag worden ge
acht, t. w. de vraag
op welke wijze een
stad als de onze
van gehaltvolle en
hygiënisch be
trouwbare melk
kan worden voor
zien. De bedoeling
toch, die bij den
Minister voorzat
toen hij zijn voor
schriften inzake den gecentraliseerden aan
voer der melk gaf, was het vervalsenen
van het product en de ontduiking der maxi
mumprijzen door de boeren tegen te gaan.
En het Gemeentebestuur van de hoofdstad
greep de gelegenheid aan om de gevaren
die de aanvoer der gebruiksmelk van uit de
buitengemeenten met zich brengt te
neutraliseeren door de pasteurisatie over de ge
heele linie in te voeren.
De moeilijkheden, die daarbij ondervonden
zijn, bewijzen stellig niet zonder meer dat
er fouten bij den opzet gemaakt zijn, doch
ze mogen wel deze wiarschu wende betee
kenis hebben, dat een deugdelijke centrali
satie niet zonder behoorlijke voorbereiding
en grondigen weterschappeüjken en
practischen opzet zal slagen. En deze voorberei
ding is des te moeilijker waar er geen voor
beeld van zulk eer. instelling in ae geheele
wertli beslaat. Ik ben overtuigd, dat menig
een zich bij deze mededeeiing de oopen
verwonderd zal uitwrijven, doch het feit
verandert daardoor niet.
Wel heeft men allerwege de
noodzakeIqkhcid gevoeld het melkprobleem uit den
toestand van betrekkelijke anarchie te halen
en verbeteringen aan te brengen, maar
De srtirijver van dit artikel
groep der verstandigsien en llefderijksten
zal ook hoogst waarschijnlijk de sterkste
blijken te zijn. De wijzen en zachtmosdigen
zullen winnen, door hun voor elk zichtbare
wijsheid en zachtmoedigheid.
Wat men op dit oogenblik voor een
klassenstrijd" aanziet, de economische kamp
tusschen de machtigen e.i de onderge
schikten, het werk vaa Vakvereeniging en
werkstaking, dat is geen zuivere scheiding
en geen strijd die socialistisch kan ge
noemd worden. De strijders strijden daar
om dezelfde zaak, om meer macht en
meer machtsmiddelen. Er is volstrekt geen
hooger ethisch beginsel aan de eene zijde
dan aan de andere. Het is om meer geld
te doen, niei om een beetere staats-orde.
Die klassenstrijd" is een kapitalistisch ver
schijnsel, eigen aan een
slecht-georganiseerde maatschappij, het best te vergelijken
bij een ziekte-pr jcos, met .telkens weer
optreedende stoornissen.
Aan de leugen dat deeze strijd een zuivere
klassestrijd zou zijn en de nieuwe maat
schappij naderbij zou brengen aan die
leugen zijn Liebknecht en Rosa Luxemburg
ten cff-ir gevallen.
Zoo is Wilhelm von Hohenzollern ten
offer gevallen aan de leugen van het erfelijk
kooniugschap en d<! leugen van het
heerschetsrecht door Qods-genade der dynastieën.
O.-sze maatschappelijke leugens zij a hoogst
gevaarlijks gasten, en wie er zijn leeven
en bestaan mee vereenzelvigt komt er niet
gemakkelijk af.
Hoe is 't moegelijk dat men ze niet ziet!
Ze staan reuzegroot voor onze oogen. Maar
zeldsaam zijn de menschen die vrij kunnen
zien, zonder de kudde na te loopen, zonder
door een klinkend dogma uit den mond of
de pen van een machtige figuur te worden
misleid. Het klassenstrijd-dogma dat er reeds
zooveelen heeft beneeveld, zal nog wel jaren
lang zijn f unesten invloed blijven uitoefenen.
Het grootste ongeluk is dat hierdoor ook
de waarheid omtrent het kapitalistisch euvel
N.V. PAERELS
Meubileering MIJ.
COMPLETE MEÜBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
nergens heeft men het verder gebracht dan
tot wettelijke voorschriften en bescheiden
particuliere pogingen tot verbetering van
misstanden. Onder deze laatste neemt het
instituut der modelboerderljen een voor
name plaats in, speciaal in het buitenland.
Want haar in den handel gebrachte
hoeveelheden zijn te klein en de prijs is te
hoog dan dat op deze wijze een merk
bare invloed op de melk voorziening zou
kunnen worden uitgeoefend. De opzet van
zulke bedrijven Is, door het vooikomen
van elke verontreiniging der melk een be
smetting daarvan tegen te gaan en zoo
doende het nuttigen ervan in rauwen
toestand ongevaarlijk te maken.
In Kopenhagen heeft men een sprekende
poging in deze richting gedaan. In het jaar
1878 is daar opgericht de Kjöbenhavns
Maelkeforsyning, die geen eigen koestallen
bezit en dus de melk van buiten af aange
voerd krijgt en die ondanks dat het product
in rauwen toestand in de circulatie brengt.
De boerderijen, die als leveranciers optreden,
nemen zeer bijzondere voorzorgsmaatregelen
bij het melken en het vervoer. Zij hebben
de verplichting daartoe vrijwillig op zich
genomen en ontvangen niet meer dan
5 pCt. rente. Wat overigens als winst van
de exploitatie overblijft, wordt besteed voor
de verbetering van het bedrijf en de ver
strekking van gratis melk. Men begrijpt uit
deze uiteenzetting wel, dat het hier een
sociaal instituut betreft, opgezet door
belangstellenden om de melkvoorzlening
te verbeteren, doch het is wel vleiend
voor het Deensche volkskarakter, dat
een zoo groot aantal boeren reeds in
1878 bereid werd gevonden uit vrijen wil
en innerlijke overtuiging een verplichting
als de onderhavige op zich te nemen. Ik
acht de oprichting van een vereeniging als
de Kopenhaagsche thans nog tot de on
mogelijkheden voor Amsterdam te behooren.
Al geloof ik, die de plattelandsbevolking
in Noord-Holland uit eigen ervaring goed
ken, niet het vierde gedeelte van de ver
dachtmakingen, die men den boeren naar
het hoofd heeft geslingerd, het staat toch
wel vast, dat het hygiënisch inzicht dier
bevolking nog niet zóverhelderd is, dat
men een automatische uitvoering van de
vereischte handelingen verzekerd zou mogen
achten.
Toch zou dit een eerste voorwaarde moeten
zijn. Want de omgeving van Amsterdam,
waarop wij grootendeels aangewezen zijn, is
een broeinest der typheuse koortsen.
Buiksloot, Nieuwendam, Landsmeer, Oostzaan,
den lip, Sloten enz. zijn eigenlijk nooit zonder
de gevreesde ziekte, die met recht de geesel
van het waterland van Noord-Holland mag
worden geheeten, en er zijn maar weinig
dorpen, waar merkwaardigerwijze de
fypheuse koorts, ondanks de nabijheid van ende
mische typhusstreken, vrijwel een onbekende
is. Tot deze laatste behooren de dorpen
Ransdorp en Holysloot, terwijl Broek in
Waterland ook sinds eenige jaren door de
typhus wordt versmaad.
Practisch gesproken echter loopt alle in
Amsterdam aangevoerde melk de kans op
weg van de koe naar de stad te worden
besmet. En dat dit gevaar niet denkbeeldig
is, bewijzen de vele typhusgevallen, die op
het gebruik van besmette melk kunnen wor
den teruggevoerd.
Het gevaar, waarin Amsterdam zich te dezen
opzichte bevindt, is daarom zoo bijzonder
groot, wijl de om de hoofdstad gegroe
peerde dorpen als het ware wemelen van,
dikwijls verborgen blijvende, typhusgevallen
als gevolg van het exorbitant aantal
bacillendragers dat er wordt aangetroffen. Daarvan
werden er bij een onderzoek van den Mili
tair-Geneeskundigen Dienst in Oostzaan niet
minder dan 9 aangetroffen opeen bevolking
van een paar duizend zielen, in Landsmeer
een 5-tal, in Buiksloot 3; elders vond men
weliswaar niet zulke sprekende cijfers, doch
«liiiiimiiiiiiiiiïiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilliiliiiiilliiiiiiiliiiiiMiiiiir
wordt verduisterd, en dat de reactie telkens
weer zijn voordeel zal doen met deeze
schrikkelijke vergissing der eedelgezinde
hervormers.
En toch is de zaak zoo renvoudig. Het
maatschappelijk kwaad schuilt in de onrecht
matig verkteegen macht van de parasitaire
groepen en individuen, waarbij het geld, in
plaats van als ruilmiddel als machts-middel
wordt gebruikt. Hoe kunnen nu zij, die de
maatschappij willen hervormen, op precies
eeven inmoreele wijze de macht trachten
te verooveren ?
Daardoor blijft toch immers de ethische
fout bestaan. Zij toonen daarbij niet te
vertrouwen op de zeedelijk hoogere be
ginselen van hun eigen groep, zij gebruiken
hetzelfde ondeugdelijke middel als de teegen
partij, n.l. gewelddwang en stoffelijk
oo/ermacht. Zoo gii;g het met de Terreur in de
Fransche revolutie, met de Commune in
1870. Het schoone doel werd verduisterd,
het oude kwaad werd bestendigd, de meer
derheid keerde zich af en de reactie herwon
terrein
En dat alles door een valsche theorie,
door het verwaarleozen van de ethische
factor in de maatschappelijke ontwikkeling.
De bedoeling van Liebknecht en Rosa
Luxemburg was goed. Hun strijd, vol zelf
verloochening, tegen de maatschappelijke
euvelen was mooi en eedel. Maar ze zijn
niet te beschouwen zooals hun
partijgenooten natuurlijk zullen doen, als on
schuldige martelaars.
Hun lot is vooral het gevolg van eigen
onverstand en van de onheilige middelen
waarmee ze een heilig doel trachten te be
reiken. Zij hadden kunnen voorzien dat een
uitgeput, verslagen en verbitterd volk niet
door geweldmiddelen te dwingen is tot
de invoering van een Staats-orde waarvan
nog nergens de overtuigende en schoone
voorbeelden bestaan.
Dat is het dwaze in politiek socialisme,
dat men de menschen tot een beetere orde
nog altfld voldoende om een herhaalde ver
ontreiniging der melk ook met
typhusbaclllen aannemelijk te achten. Wat deze
omstandigheden nog ernstiger maakt is het
feit, dat vele dier ongelukkigen in het milieu
der veehouders zelve werden aangetroffen.
Bn vele epidemiën in Amsterdam konden
worden teruggebracht tot die milieux.
Dit typhusgevaar overschaduwt verreweg
alle andere bezwaren die aan de
melkvoorziening verbonden zijn, n.l. het gevaar van
de verbreiding der tuberculose en het
nadeel, veroorzaakt door de vërvalschlng
der melk met water of taptemelk en het
pntroomen. Dit euvel heeft vooral de laatste
jaren een ongekeaden omvang aangenomen
en men kan zonder overdrijving beweren,
dat er vrij algemeen geknoeid wordt. De
melkschaarschte en de stijging van den
prijs hebben dit kwaad in het jongste ver
leden totnogtoe ongekende afmetingen doen
aannemen: zoo werden vervalschingen met
70 en 77 procent water vastgesteld. De
schade, door dit geknoei teweeggebracht,
is niet alleen materieel, doordat men min
derwaardige kwaliteit met goed geld betaalt,
doch ook de gezondheid, vooral van zuige
lingen en zwakken, kan op den duur door
de ondervoeding gaan lijden.
Het is dan ook hoog tijd, dat de gemeente
lijke overheid zich met deze zaak gaat inlaten,
te meer waar de hardnekkige strijd, die de
Gemeentelijke Gezondheidsdienst sinds jaren
voert, verlamd wordt door den omvang van
het geschetste kwaad en de ten eenenmale
onvoldoende strafmaatregelen.
Het beste middel om tot verbetering te
geraken is de stichting van een gemeentelijke
melkcentrale, een instituut, waarheen alle
consumptiemelk moet worden aangevoerd
en van waar uit ze als regel alleen in
gepasteuriseerden toestand en verzegeld in
den handel mag worden gebracht. Een uit
zondering op dezen regel zou ik mij op den
duur kunnen denken voor melk, die uit
typhusvrije dorpen (zooals Ransdorp e. a.)
onder behoorlijke controle wordt aangevoerd
en die speciaal als zuigelingcnmelk een
bestemming zou kunnen krijgen. Doch dat
is nog toekomstmuziek; voorhands dient
alle nielk ;te worden gebracht naar eenige
centrale Inrichtingen, waar ze wordt gepas
teuriseerd en door de slijters en
melkInrlchtlngen gehaald.
Het zal zaak zijn, niet alles in n inrichting
te concentreeren, daar in dat geval geen
controle op den aanvoer mogelijk is en ook
een regelmatige distributie, die geen
noodelooze stagnatie veroorzaakt, niet verzekerd
zou zijn.
Het komt mij voor, dat de bestaande
melkinrlchtingen, ook al werden ze voorzien van
de nieuwste pasteuriseer-toestellen, niet of
eerst na grondigen ombouw voor het beoogde
doel geschikt te maken zQn: de inrichting
toch zal rekening moeten houden met de
omstandigheid, dat velen zoowel bij den
aanvoer als bij de distributie in korten tijd
geholpen moeten worden.
Vooral het economisch gedeelte zal een
moeizame voorbereiding vergen: het is toch
ook wel duidelijk, dat men vervalsching en
verontreiniging der melk na het verlaten
der centrale alleen dan zal kunnen voer
komen, als verpakking en verzegeling alle
verdere bewerking overbodig en onmogelijk
maken.
Voor de vervulling dezer voorwaarde zal
het noodig zijn een nauwkeurige statistiek
van het melkverbruik en den verkoop samen
te stellen en dat zal in dezen tijd op groote
moeilijkheden stuiten.
Ik acht het mogelijk door decentralisatie
tot belangrijke vereenvoudigingen te geraken.
Waar de centrale moet dienen om verval
schingen tegen te gaan en de melk te
pasteuriseeren ware het mogelijk in de
provircle in het melkgebied eenvoudige
inrichtingen met laboratoria te makpn, waar
de melk wordt aangevoerd en op verval
sching gekeurd, waarna ze ter pasieurisatie
en verdere bewerking naar de gemeentelijke
centrale wordt overgebracht.
Een voordeel hiervan zou tever.s zijn het
voorkomen van bederf en vervulling door
en tengevolge van het vervoer over langeren
afstand.
Ten slotle zij het me vergund er op te wijzen,
dat een permanente samenwerking tusschen
het gemeentebestuur en de belanghebben
den mij een eisch toeschijnt voor het wel
slagen van dit instituut. Ik heb mij daartoe
gedacht de vorming van een inkoopcoöpe
ratie van melkinrichtingen en sinters, tot
welke vorming het gemeentebestuur den
stoot zou kunnen geven. Het bestuur van
wil voeren en van de schoonheid van het
socialisme wil overtuigen zonder een enkel
voorbeeld, alleen op het gezag van ge
leerde schrijvers.
De politieke actie kan niet verder gaan
dan de economische actie aangeeft. Er is
nog geen socialisme in het ecos omisch
verkeer, in de staats-orde, en eer er iets
van bestaat kan men er de menschen r.iet
toe dwingen. Leeringen moogen wekken,
maar voorbeelden alleen kunnen trekken.
Het eenige wat men in onze staatsorde
socialistisch kan noemen dat zijn die groote
legislatieve maatreegelen, waaraan ieder ter
stond het nut en voordeel kan gevoelen.
Zoo acht ik b.v. de gratis watervoorziening
van de stad New-York, waardoor ieder
burger zooveel water ter beschikking heeft
als hij wenscht, zonder vergoeding een
socialistische maatregel. Hetzelfde geldt
van gratis of goedkoope verkeersmiddelen
en dergelijke. Maar het aanpakken der para
sitaire eigendoms-rechten, het opeischen
der sociale winst door de gemeenschap,
het weeren van parasitisme in het
zakenleeven, dat zijn dingen die eerst deugdelijk,
op ruime schaal, uit vrijen wil moeten
beproefd worden men kan ze niet aan
een onwillige meerderheid opdringen.
Het is waar dat de hervormingen altijd
van een kleine minderheid uitgaan. Maar
die minderheeden handhaven zich en breiden
zich uit door hun aantrekkelijke leeringen
en loffelijk voorbeeld niet door brutaal
en grof geweld, door bazig optreeden en
ruuwe maatreegelen. Dan Is hun
zaakverlooren. Dan stellen ze eenvoudig socialis
tisch imperialisme en militairisme
teegenopver het kapitalistische. En dat doen
die zelfde mensehen die zich woedend
verzetten teegen alle wapengeweld en mili
taire tucht, die al nijdig worden als ze een
politie-beambte zien.
En die afkeerigen van alle uiterlijke tucht
missen zelfs de meest elementaire
zelfbeheersching. Ze gedoogen dat in hun
geDE MILLIONNAIR
In zijn rolstoel, diep gebogen
Ligt de rijke, zieke man,
Naast zijn brandkast vol met schatten
Waar hij niets voor koopen kan.
Zachtjes mompelend en klagend
Onderworpen en gedwee,
Leeft hij als een stille vreemde
Doelloos met de zijnen mee.
Peinzend tuurt hij naar den tuinman
Die het grasveld scheert en sproeit,
Die daar stil, gelaten arbeidt
Tusschen al wat geurt en bloeit.
Ernstig werkt die sterke grijsaard
Voor zijn simpel sneedje brood,
Zonder knagende gedachten
Aan den naderenden dood.
Duizenden van al zijn schatten
Gaf die rijkaard, moe van pijn,
Om daar tusschen groen en bloemen
Als zijn knecht te kunnen zijn.
En terwijl de tuinman arbeidt
Denkt de meester aan zijn graf,
Neemt de knecht beleefd zijn petje
Voor dat stervend wezen af.
Onbezorgd had hij genoten
Van zijn millionnairs-bestaan,
Vrouwen, wijn en spel en feesten
Waren langs hem heen gegaan.
In zijn overrijke villa
Tusschen weelde en genot,
Licht het moegeleden schepsel
Snakkend naar een milder lot.
Steeds omringa van teere zorgen
Van zijn kinderen en vrouw,
Peinzend over elk genoegen
Wat hij maar begeeren zou.
Zachte troost en medelijden
Al wat lief is en verlost,
En dan niet te kunnen koopen
Wat zooveel is en niets kost.
En maar altijd werkt de tuinman
En maar wreeder gaat de tijd,
En maar steeds lijdt daar die rijkaard
In de harde werk'lijkheid.
In zijn rolstoel, diep gebogen
Ligt de rijke, zieke man,
Naast zijn brandkast met millioenen
Waar hij niets mee koopen kan.
]. H. SPEENHOFF
DEVO
Geurige Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH's
Holl. Sigarenfabriek UTRECHT
lllllllllllllllllllllllmlIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIHMIIIIMIIIIIIlllllllllllllllllllH
d'e coöperatie zou als Commissie van
Bijstand en Advies voor de centrale kunnen
deelnemen in de leiding daarvan. Wanneer
men met tact te werk gaat, zal het eveneens
mogelijk zijn de medewerking der veehou
ders Ie verkrijgen, waartoe ook de vorming
van combinaties van melkbo;ren in bepaalde
streken het hare zou kunnen bijdragen.
leederen hst ergste rapalje mee vecht, wien
het alleen om plundering, om wraak, om
wanorde te doen is, waarbij ze hun slag
kunnen slaan. Die onwaardigen worden
toegelaten tot den heiligen kamp voor het
recht alleen door het dwaze en misleidende
wachtwoord van Maix die sprak als of
proletarier-zijn, dus haveloosheid, een bewijs
ware van burgerdeugd en rechtvaardigheid.
Marx en Ludendorf zijn verwante geesten,
ze vertrouwden beiden op geweld-macht.
Ze voelden hun intellektuee'e kracht en
maalden niet om ethische scrupulen. Zoo
sleepten ze, door hun woord en gezindheid
millioenen in 't ongeluk.
Dezelfde macht-roes, die het Duitsche
volk in de ellende stortte, bedwelmt nu de
geesten der Bolsjewiki en Spartaceïsten. De
gang van het zuivere, geheiligd Socialisme,
de koomende Kerk van Jezus kunnen ze
niet vertragen.
Maar ze zullen nog talrijke slachtoffers
maken.
De beste methode om hen te bestrijden
is krachtige SBelle hervorming van het
euvel, dat hun actie teweeg bracht.
Er moeten daden worden gezien, die
onmiddellijk verligting brengen. Er moeten
maatreegelen worden genoomen dieeen streng
zeedelijk en rechtvaardig karakter dragen.
De regeeringen moeten toonen, dat het hun
ernst is, en dat ze niet bevreesd zijn op te
treeden teegen allen, geringen en machtigen,
die willen voortgaan met besteelen en be
driegen der gemeenschap.
Op zon triomftocht door Westelijk Europa
heeft Wilson ooveral zaden uitgestrooid,
gulden woorden die dringend op verwerke
lijking wachten.
Proefneemingen moeten worden gewaagd,
en ondanks mislukking herhaald, die on
middellijk gericht {zijn teegen het ooveral
gevoelde onrecht.
Alleen door groote daden, met onmiddellijk
voelbare uitwerking is het dreigende gevaarte
keeren. FREDERIK VAN EEDEN