De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 25 januari pagina 7

25 januari 1919 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

25 Jan. '19. No. 2170 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Opvoering van Verdi's Othello door de Nederlandsehe Opera Teekeningen voor de Amsterdammer" van Is. van Mens Othello (J. Moes) VERDI'S OTHELLO Arrigo Boito moge met zijn bewerking het klassiek model in menig opzicht onrecht hebben aangedaan, wat hij als librettist voor den dag heeft gebracht dient ten slotte toch te word n geprezen. Het tekort aan fijnere overgangen blijft hinderen ; het proces, dat zich in Oihello's innerlijk af speelt, ontwikkelt zich In rare sprongen, en vooral de figuur van Jago is verre van compleet; maar in groote lijnen is alles toch wel raak neergezet, de indeeling is vrrj evenwichtig, en met het bijweik wordt handig omgegaan. Deze tekstdichter had kijk op het tooneel, en, zelf componist, wist hij de muzikale mogelijkheden bij voortduring in 't oog te houden. De zeer eigenaardige muzikale mogelijkheden l Verdl, zei men, was op zijn ouden dag Wagneriaan geworden. De uitdrukking is, dunkt mij, verre van juist. Zeker, er. had zich In hét werk van den maestro, te be ginnen met Aïda", een buitengewoon opmerkelfjke omkeering voltrokken, en aanlei ding daartoe was o n getwijfelde een gezette, wellicht door Boito aangemoedigde kennis making met Wagner's kurst. Het is uit met de oude indeeling in op zich zelf staande, afgesloten geheelen, er wordt doorgecomponeerd", het dramatisch element wordt eensdeels krachtiger aangezet, ander deels ondergaat het een fijnere uitwerking, en het orkest krijgt meer te doen. Dit laatste vooral is van betetkenis. Hit orkest bepaalt zich niet langer tot be geleiden, het gaat tcekenen, schilderen, maar... Verdi blijft in dit voorname deel der techniek toch zichzelf, al neemt hij wel bewust het een en ander over. Motievenen thema's gaan een draad slingeren door het geheel, een expressief kleurenspel wordt in 't leven geroepen, er wordt belangrijk meer dan vroeger gewerkt met orkestrale groepen af zonderlijk, de menging der timbres geschiedt naar modern recept, doch en hier komen we op 't gewichtige punt bij alle verandering in het optreden van het orkest blijft het toch in hoofdzaak een se cundaire rol vervullen. Het wezen van het Wagner-orkest is een heel ander dan dat van het orkest van den gemoderniseerden Verdi. In technisch opzicht verdient vooral te worden opgemerkt, dat de polyphonie, waarmee Wagner den klank van het orkest tot ongekende hoogten hteft opgevoerd, vrijwel vreemd blijft aan het verjongde Verdl-orkest. Verdi geeft in zijn instrumen taal ensemble overal veel rauwer aaneen sluiting met de zangstemmen op het tooneel. En dat kan ook onmogelijk anders: voor Verdi blijft de zang alles! Hij mag zich dan op Wagner's voorbeeld wat meer aan de melodie van den gesproken zin laten Jago (Van Htlvoirt P J) Montano (A. Span) Cassio (J. R. Schulze) IIIIIIIMIlIIllllliilIlllllllllllllllilll GEEF* DEN KUNSTENAAR WAT DES KUNSTENAAKS IS Het groote kenmerkt zich naar de mate van weerstand die het ontmoet; het is het natuurlijk streven van den zwakkere zich van den sterkere onafhankelijk te betoonen; het in zich zelf machtige vindt bezwaarlijk burgerrecht. En niets is welsprekender dan het zwflgen, het angstvallig zwijgen, om een naam van voldragen klank. ' Le moment psycholog'que in de Neder landsehe tooneelkunst wordt door dit zwijgen grootsch, als het oogenblik waarop de mu ziek verstomt voor de salto-mortale. Aller oogen richten zich . . . Ik moet bekennen, dat dit oogenblik mQ voor onze, gedurende vele jaren roekeloos en onverschillig bejegende, tooneelkunst een voldoening schenkt, die uitrrjst boven alle 005TER5EEK MEUBILEERINÖEN gtlegen liggen, de natuur blijft hem sterker dan de leer: in elke der zijn eeuwij-jonge hart ontstroomende melodieën isdezuivermuiikale wending hoofdzaak .... Men mag Koopman werkelijk dankbaar zijn voor het ondernemen dezer Otheiloopvoering. Het werk reeds trekt, en het wordt buitengewoon verdienstelijk gegeven. Willem Harmans is ditmaal de aanvoerder, en hij steunt daarbij allereerst op zijn routine. Er zal hem niet gemakkelijk wat ontgaan. Hij beschikt in ruime mate over tegenwoor digheid van geest, hij gaat met koelbloedig heid te werk, terwijl hij toch op de hoogte punten, die hij met zorg onderscheidt, de gewenschte warmte zeker niet mist. Toch kon hij in sommige accenten nog wat vuriger zijn, en de détails in het orkestspel kon hij, zonder schade toe te brengen aan de groote lijnen, nog wel wat beter, wat liefdevoller verzorgen. Ik zie stellig niet laag neer op zijn kapelmeesterskwaliteiten, ik acht hem in verscheidene dingen bepaald knap, maar hij is er de man niet naar, om te koesteren wat zonder koesteren nooit tot volle heer lijkheid gedijt. En dit blfift jammer. Over het orkest zelf kan overigens met lof worden gesproken. Het koper kwam, j dank zij de dispositie zijner partij, dezen 1 keer niet zoo vaak storen; de houtblazers blijven veel goeds praesteeren en het strij kerskoor heeft ook zij T verdiensten, hoewel soms in een enkel speciaal onderdeel be| paald te kort wordt geschoten, gelijk nu in j den beroemden contrabas-solo bij het op komen van Othello in het 4e bedrijf; door rhythmische slapheid en gebrekkig intoneeren ging hier alle karakteristiek te eenen male verloren. Qroote bewondering heb ik voor Jules Moes, n als zanger, n als speler. Zijn opmerkelijke intelligentie is hem overal een betrouwbare wegwijzer. Zijn gemakkelijke en steeds goed-klinkende zang wordt ge sierd door een voortreffelijke uitspraak. Althans ditmaal in 't bijzonder frappeerde mij zijn duidelijke dictie. Hij had zich een mooien kop gemaakt, en zijn spel vertoonde alle gevergde contrasten. Dat hij in 't harts tochtelijke een enkele maal wel eens wat plotseling deed en wat ver ging, mo»t, vind ik, voor een deel op rekening van den niet geheel gaven opzet zflner rol worden ge noteerd. De Jago van Richard van Helvoirt Pel kan bij beter doordenken der figuur nog aanmerkelijk winnen. Er werd hier met sul spel zeker niet gewoekerd. Doch er waren in actie en mimiek van dezen zanger toch ook wel heel goede dingen, sobere aan duidingen vooral van artistiek zeer gelukkige weiking. En bovendien ik heb het al meer gezegd -- Pel's waarlijk prachtige stem biedt tegenover menige tekortkoming een krachtig tegenwicht. Hele e van Raalte-Horneman was Desdemona, en een ieder moet ook van deze verEerste Acte iiiiiimiiiiiiiiniiiiiiimi iiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiniiim nooden". Gewis, een fooneelkunstenaar be hoeft een schouwburg, gelijk een wande laar een parapluie, maar meer toch dan dit vriendelijk dak moet hem waard zijn: de aandacht van den tijdgenoot, de warmte voor het werk van illusie, dat in, en uit, en door hem leeft. Deze be zinning, de erkenning, de onderscheiding, ze zijn, zoo niet alle teekenen bedriegen, opweg. En in haar gevolg: de eerbied van het Nederlandsehe volk voor een kunst, die slechts van het alom doorgedrongen besef: daar staat iets groots op het spel!, van ons aller liefde, kan bestaan. Niet alleen het volk der kunstmatig gekweekte volksvoor stellingen", cadeautjes aan den minde ren man, maar het volk, dat Burgemeester en Weihouders en u en mij omvat, zal deze kostbare kunst bestendigen, door een ge stage, gezonde wisselwerking tusschen een lavend tooneel en een mede levende zaal. Op a Ie speelavonden. Want wij vragen allen hetzelfde: een zoo hoog mogelijk opgevoerde tooneelkunst, die wij gezamenlijk zullen ge nieten, voor zoo min mogelijk geld. Gelijk wrj een goed boek gaarne nog eenmaal lezen, zoo zullen wfj een goede tooneelvoorstelling voor de tweede en derde maal gaan zien om in haar fijnste geledingen, nieuwe schoon heden te ontdekken. Zoo zullen wij het standaard-repertoire een misschien rog belangrijker bezit dan een stadsschouw burg onderhouden, het bedrijfskapitaal uitbreiden met onze natuurlijke belangstel ling. Het tooneel moge geen vermaak zijn, het is evenmin een systeem, en in elk geval is het iets feestelijks. Een democratische kunst," wat kan men daar onder verstaan, mér dan een wacht woord pour Ie besoin de la cause, nfeer dan een misplaatst saluut aan de godin van den dag? Innig en vertrouwelijk hange het tooneel samen met het volk... Welnu, dat doet het, zoodra een schoone geest spreekt door den mond van een geroepene De kunst alle kunst, is aristocrate, zij daalt niet af, zij verheft tot zich. Den acht-urlgen werk dag ... geen kunstenaar die er genoegen mee zal nemen, aangezien hij juist van het negende uur zijn inspiratie, en van het tiende zijn victorie verwacht. Achter de schermen (Pages en koristen) lllllliiiiiiilillillllllililiiiiiiiiiiiiiill Neder l. Munt Holland* moomt j?0nr//ato &lg»*r lllllllmlIimilllllMIIIIIIIIIMMIIIlmillMMIIIIlmillllMllllllMMIHIIJIIIIIIII Nach vol endeter Demokratie werden sie (die Künstter) die lettten Köiige sein", voor spelde een maal dr.Eloesser, leider van het Lessingtheater. Noblesse oblige...Den kunstenaar tot een inspanning, een toewijding die geen grenzen schuwt, den toeschouwer tot een eer bied, ook aan deze toewijding verschuldigd. Wie durft, terwijl de muziek zwijgt,... nog fluisteren van een schouwburg verhuren", van een tooneelleider aanstellen", hem, als gold het de putjesman, laten solliciteeren", van een kunst die wel eens gemeentebedrijf' kon worden ? Deeerbied.. zij schenkt de schoonheid een huis, zij zoekt den kunstenaar aan, en ztj acht het evenmin waarschijnlijk, dat een Gemeente tooneel zal kunnen bedrijven, als dat zij haar in staat gelooft romans te schrijven. En ook al ware het kunstbelang, beschouwd als gemeentezaak, tot op zekere hoogte te vergelijken met het btlang van een uitgeversfirma, die een tijdschrift wil uitgeven, dan zal de gemeente toch evenmin als zij kunnen gaan zitten afwachten tot de man, die er zijn gevtsiigden naam, zijn gaven en zijn ziel aan zal moeten geven, om het bij het publitk ingang te doen vinden, het tot iets van waarde te maken en het met al zijn onbetaal bare krachten op peil te houden, zich met den hoed in de hand op de stoep vertoont. Op deze, noch op geene voorwaarde" van ook maar eenigermate in zijn kunst ingrijpend belang, zal ooit een waarachtig kunstenaar dingen naar een positie, die uitsluitend haar beteekenis ontleent aan de persoon lijkheid en het gezag van den man die haar bekleedt. Bekleedt, en vult. Tooneel leider aan bijv. den Stadsschouwburg... hoe velen zijn het n alreeds geweest, met meer en met minder succes, edoch als positie"' heeft ons dit ambt tot heden nooit meer gezegd, dan bijv. directeur van de N.V. Het Tooneel. Eerst in dit oogenblik, nu aller oogen zich richten, opent zich de mogelijkheid, dat wellicht in de toekomst deze post zich behalve in materieel, ook in artistiek opzicht, gunstig zal onderschelden. Wij stellen ons dan ook niet voor, dat eenig gemeentebestuur zich jegens eenig kunstenaar als werkgever zal doen gelden, noch dat het zal afwachten tot gegadigden komen opdagen, noch dat het in hoogste instantie op iets anders zal bouwen dan op het beproefd en doorslaand talent. De Heer Kleerfkoper - enqueteur sprak een gevleugeld woord: Een kunstenaar knoeit niet voor zijn plezier", zei hij. Inderdaad, niets handhaaft den roem eens kunstenaars dan zijn eigen kunnen, met elk woord, met elk gebaar, getuigt hij, met elk gebaar en elk woord verraadt hij, wreeder en meer opzienbarend dan in welke burgerbetrekking ook, zijn genade en zijn onmachtigheld. Het aanzien van een bestemd gebouw hangt onverbrekelijk met dit ge tuigenis, met dit verraad te zamen. En de vreemdeling, die ons land bezoekt, zal de geestelijke gesteldheid onzer natie niet aflezen van den gevel alleen, hij zal haar peilen aan de hoedanigheid van hetgeen daarachter, ook op naam zijner eigen dichters, met Nederlandsehe krachten wordt bereikt. Het groote bleek hier mogelijk, trots on gerief en overbelasting. De grondvesten zijn gelegd. Een en ander indachtig, hoop ik, dat op Lodovico (H. Bloemgaiten) Othello en Desdemona tolking hebben genoten. Zij gaf, zpoals wij dat van haar gewend zijn, heerlijk-klaren zang, een zang, waarvan de technisch zorevuldig- gelegde ondergrond zich verraadt, zonder ook maar een oogenblik 's hoorders aandacht af te leiden van datgene, waarin alle zangtf chniek zich behoort op telossen : de muziek zelve. En de figuur leefde , waarmee echter niet gezegd wil zijn, dat het overbodig zou mogen heeten. hier en daar te blijven streven naar verfijning in het bijwerk. Edith Buyens moet als eerste worden genoemd onder de spelers van het tweede plan. Voorwaar, zij verstaat haar vak! De stem is mooi donker en spreekt uitnemend aan, en het spel is sober en beschaafd. Henri Bloemgarten (Lodovico) haalde uit zijn kleine partij, wat er voor een goed zanger uit te halen is; Schulze-Cassio leek nog al eens met zijn figuur verlegen en had daar als zanger nu niet zoo heel veel tegen over te stellen; de Montano" van Andr Span had althans als uiterlijke verschijning zijn verdiensten, en voor Iwan Monasch ware het brj de vervulling van een rolletje ais dat van Rodrlgo toch wel te wenschtn, dat hij wat beter zingen kon. Het koor hield zich ditmaal vrrj goed en het was kleurig en fleurig in 't pak gestoken. Ook de aankleed ing van het tooneel bleek uitmuntend verzorgd. Koopman's gezelschap heeft nu al een gansche reeks van veristische opera's gegever. Othello" neemt daaronder een eerste plaats in, n als werk, n als opvoering. Ik hoop voor allen, die tot dit mooie geheel hebben samengewerkt, dat het publiek in ruime mate van zijn belangstelling moge doen blijken. H. J. DEN HERTOG IIHIIII ..... mi. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii RACE-AUTO Aangeboden 2 a 3 pers. race auto OPEL", torpedo-boot carrosserie, geblindeerde wielen. Zeer elegante wagen. NIEUW. Te bezichtigen bij Firma Ge. Filiaal AMSTERDAM, 26 Jacob Obrechtstraat. dit oogenblik, rien ne va plus... de Raad van Amsterdam, gehoord alle commissies, zich met onderscheiding zal wenden tot den kun stenaar, wiens naam ik duidelijkshalve, en met den moed mijner overtuiging, ook hier verzwijgen zal, en voor wiens werk ik op deze plaats, op grond dezer overtuiging, immer uw aandacht heb gevraagd. Niet om dien kunstenaar op een presenteer blad een nieuwen schouwburg aan te bieden, maar met de eenvoudige vraag: wat kun nen wij thans doen om u uw taak te ver lichten, uw gaven en uw arbeidsvermogen zoo vruchtdragend mogelijk te doen zijn? Wij behoeven daarbij niet te wijzen op de reeks van dichters vanaf P.C. Hooft tot en met Wolfgang von Goethe die gij tot ons volk bracht, zij spreken voor u tot op dezen dag. Zonder aan iemands verdiensten te kort te doen, mogen wrj vaststellen, dat de verheffing van het Tooneel In Nederland, in het bijzonder uw werk is, en dat er tot heden geen tooneelleider ten onzent is op gestaan, die als dichterlijk aanschouwer, bezield en bezielend tooneelmeester. tot uw schouders reikt. Daarom vragen wij in deze ingrijpende tooneelzaak in de eerste plaats thans uw advies. Het is onzen wensen uw kunst te behouden, voor onze stad en voor ons land. Want het in zich zelf machtige heeft recht en reden van bestaan. TOP N A E F F AB^ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.ABM.AB«.ABM.ABM i A B 'M eire h D M A B M M EERE.N-ARTI KELEN, UITRUSTINGEN. g M A B

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl