Historisch Archief 1877-1940
H°. 8171
Zaterdag- l Februari
A°1919
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HÖLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f2.50. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel
INHOCDi Bladx. 1: De Volkerenbond op 81 n pel,
door v. H. Bnitenl. Overzicht: De Betooveung
van Rusland, II, door dr. W. . O. Byvanok.
2: D e Kans t ia bet Pariement.teekeninf v.Jordaau.
Oorlogsproblsem.dooi mevr.O. Puthms-Smit. Kre
kelzang, door i. U. Speenhoff. - Wat is Democratie?,
door f. Tntein Nolthenins. 3. De Modeme Geest
in ons Leger, door Fiavius. 5: Voor Vr«.nwen
(red. Elia. M. Bogge). Wat een bezoekster van
Liefdadigheid naar Vermogen veiteit, door E. W.
Assoher. Moderne HeiBJesportretten.dour Anëtte,
met teekening van Is. vao Jtfeus. Frissohe lacht
door het Torentje, door Fred J. vau U.Uriks
Vrouwen in de Gemeenteraden, door B. Ledeboer
Hnmoreske, teekening van B. Ehrhardt Vers,
door Tonj de Bidder Buish. Wetenswaai
dighedea, door P. Noyon-Waesdorp. - UitdeNataar:
Vogelbescherming, door Jao. P. Thjjsse. 7: Een
Schenking aan het BQk, door W. Martin. Boek
bespreking, door K. Vos. De Kunst wordt niet
gesteund, teekening van George van Baemdonck.
Palestioa-plannen door mr. J. I. de Haan. 8:
De Tentoonstelling Nedarlana-Frankrgk in het
Stedel. Museum, door mr. H. K. Westendorp.
Muziek in de Hoofdstad, door H. J. den EUitog.
10; Op den Eoon. Uitkijk: Welke Vrtde?, door jhr,
mr. H. missaert. - Uit het Eladsohrift van Jantje.
Leekenspiegel. Feuilleton: Trmda, door H.
Balomonaon, met teekeningeu van Is. van Mens.
11. Verre Elanken.teekeniag van Joh. Braakensiek.
Rgm-K.rODye«,door Melis Htoke. Kauttetkeningen
van een Kamerlid, door van Deekingham. Van
Vlaanderen: Uit dagen van strijd, door ing. van
Cauwtlaert. Medische Kroniek: tipaansche Griep,
door dr. I. Vrieaendorp.
Bjjroegsel: Zooals onze Teekenaar zioh de
aanstaande Conferentie aller Bu-seu op de Prinsen
eilanden voorstelt, teekening van J«h. raakenaiek.
DE VOLKERENBOND
OP STAPfcL
Toen de geestdriftige Lysostratus met
eenige vrienden het groote denkbeeld
had ontworpen, om aan de steeds toe
nemende lichtzinnigheid der Atheensche
jongelingschap van die dagen een einde
te maken, zochten zij overleg met den
ouden Sopho, wien niemand der Atheners
in wijsheid overtrof. Nadat zij hun schoone
oogmerk hadden ontvouwd en de mid
delen vroegen om het vooruit te brengen,
sprak Sopho aldus:
Dit hangt er van af waarmede gij
tevreden zijt. Neem gindsche reukwerken,
en doe hun opwekkende geur de markt
vervullen. Spreek uw edelste verwach
tingen uit, en hul ze in de schoonst
gebouwde strophen. Laat uw gloeiende
blikken de verste gezichtseinders af
zoeken, zoodat allen u volgen. Zorg ook
bovenal, dat uwe geleerdheid, in glas
helder betoog, tot in defijnste onderdeden
uitgedacht een schema ontwikkelen kan,
waardoor géne mogelijkheid onvoorzien
blijft. Vereenig allen in uw geestdrift om
een nieuw leven te doen ingaan, met den
oproep: wat let ons, het morgen aan
den dag in te stellen?" O, hoe groot zal
dan uw aanhang en uwe voldoening zijn.
De gansche agora zal zich met uwe
denkbeelden vereenigen en ieder zal zich
de handen wrijven, dat er nu eindelijk
iets aan wordt gedaan.
In de lichtzinnigheid der jongelingschap
evenwel zult ge waarschijnlijk weinig
veranderen"....
En nadat zij hem verbaasd hadden
aangezien, ging hij voort, zeggende:
Zijt ge daarmede niet tevreden, dan
moet ge met minder tevreden zijn! Wilt
ge, dat waarlijk een aantal jongelieden
minder lichtzinnig zullen leven,.. schort
dan uw kleederen op en begeef u voetje
voor voetje in hunnen kring. In de eene
hand draagt ge steeds de teleurstelling,
in de andere hand echter ook het be
scheiden resultaat.
Niet in de breedte, maar in de diepte
moet ge het zoeken.
Want weest altijd indachtig, dat wat
iiiHlllllllllllliiiiiiiiilMllllillliiiiiiiiililiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiirtiiiiiiiiiiiiii
DE BETOOVERING VAN RUSLAND
u
Om u nu de betoovering van Rusland,
rechtaf te laten waardeeren, zooals wij
haar kennen uit de indrukken van Meriel
Buchanan's boek, zou ik hier mijn voor
stelling al decrescendo moeten stemmen,
en van het eene ergelijk tooneel tot het
andere overgaand, niet naar een finale be
kroning, maar veeleer naar een slotonteering
moeten heen sturen, om zoo pas duidelijk
te doen gevoelen hoe diep de charme van
het onmetelijke rrjk de ziel heeft getroffen,
wanneer zrj haar eenmaal heeft geraakt.
Geen enkele illusie mochten die vrouwen
van de Engelsche ambassade te Petrogad
in hun herinnering bewaren l
Het hospitaal waaraan zfl haar beste zor
gen hadden gewijd en waar zij als loon
voor haar opoffering het bewonderende ge
voel hadden gekregen voor Russische ge
latenheid en innige dank, dat werd een
plaats waar de zieken de wet gingen stellen
en op eigen gezag bepalingen gingen maken
omtrent de diensten der pleegzusters...
De toestand dreigde onhoudbaar te worden,
het ziekenhuis werd gesloten.
Gesloten, zoo luidde het woord, dat
overal in dezen revolutietijd scheen te
moeten worden geplaatst voor de toegangen
tot de Russische ziel.
Ik moet bekennen nieuwsgierig te zijn
ge in woorden wint, ge in werken ver
liest. Alleen door beperking kunt ge
bestaande beperktheid te buiten komen"
* *
Deze herinnering komt ons te binnen
bij de woorden van Alfred Capus, die
onlangs schreef, dat zij den Volkeren
bond het jneeste schade doen, die hem
het hardste bevorderen en als het meest
voor de hand liggend voorstellen.
Want wél is er een Volkerenbond pp
komst. Hij houdt aller gedachten bezig.
Ieder ziet gespannen uit, hoe hij er uit
zal zien.
Maar het werk is moeilijk. En diegenen
bewijzen de menschheid den grootsten
dienst, die haar doen verstaan, dat het
niet om gedachte en papier, maar om
daden en profijt te doen moet zijn,
't geen lang zoo gemakkelijk niet te
bereiken valt en veel gevaarlijker vol te
houden is.
Indien de ervaring van de jongste vier
jaren de menschheid toch n blijvend
ding zal hebben geleerd, dan moet het,
dunkt ons, de holheid, de onbeduidend
heid van denkbeelden en van theoriën
zijn. Wij behooren beu te zijn van woor
den ! Wat hadden alle philosophie, ethiek,
hervormingsidealen, wat religie, huma
nisme, socialisme, internationalisme,
moralisme, civilisatie en kultur" den
menschen voor juiste wegwijzing ge
bracht? Alles en ieder is anders gegaan,
dan zij hadden verzekerd.
Laat ons tenminste de les ter harte
nemen, er niet andermaal ons aan
woorden en begrippen verzadigen, maar
streven naar iets, wat in de werkelijk
heid stand houden kan.
* *
Men kan niet spreken van den Vol
kerenbond. Er zijn er evenzoovele vor
men uit te denken, als lieden er zich
toe zetten.
Niet : of de Volkerenbond komt, is
nog de vraag.
Maar: hoe hij zal zijn.
En wanneer men dan de vele plannen,
die in woord of geschrift verschenen
zijn, overziet, zijn er twee hoofdgroepen
in te onderkennen.
Allen willen een band, die de natiën
in rust en vrede bijeen houden kan.
Trouwens, het zijn niet de
plannenmakers, die dit thans begeeren: het
zijn de volkeren zelve, strijdensmoe. De
poilus, de tommies, de Felagrauen in de
eerste plaats. De voorgangers voeren
slechts uit.
Doch daar komt het nu juist op aan.
Aan den eenen kant staan zij, die een
beroep doen op recht en ideaal, om de
natiën bijeen te houden.
Aan den anderen kant zij, die voorop
stellen geordende macht en werkelijkheid.
De eerste richting vindt op het oogen
blik sterk den boventoon in de Duitsche
beschouwingen. Zij ligt geheel ten grond
slagaan Erzberger's propagandageschrift,
in September 1918 verschenen. Ook
Wilson's uitingen van den eersten tijd.
en sommige van den Engelschen kant,
(onlangs Asquith nog) gaan evenzeer in
dien geest gelijk die van Léon Bourgeois.
Ten onzent is waarschijnlijk in het nu
te Parijs aangeboden commissie-projekt
hetzelfde het geval. Of de regeering
precies dezelfde denkbeelden overnemen
zal, is nog te bezien. Zij heeft zich
althans haar meening voorbehouden, en
zal misschien nog meer naar den
staatkundigen, dan naar den rec/ztekundigen
kant neigen.
iiiiiiiiiiiiii
geweest naar het oordeel van de dagboek
schrijfster over Kerenski.
Voor ons allen, wier gedachte dit laatste
paar jaren mee is gegaan met de gebeur
tenissen in het Oosten, blijft de figuur die
daar bij de opening van de Russische om
wentelingstaat, iets mysterirus-aantrekkelijks
behouden, hoe deerlijk hij ook later ons
mocht tegenvallen. Wij hebben hem toch
bewonderd, en wij zoeken naar een recht- '
vaardiging voor onze bewondering.
Meriel Buchanan laat hem heel duidelijk
voor onze verbeelding verschijnen. Zij schetst
hem even en face, zooals zij hem heeft
| gezien bij gelegenheid van een
liefdadigheidsfeest op het toppunt van zijn roe»,
nog vór het midden van 1917.
Toen hij binnenkwam in een van de loges,
rees dadelijk het heele publiek in zijn
geestdrift op de voeten. De menschen ver
drongen elkaar enkel om een blik van
Kerenski op te vangen. De ent r' acte
begon, en een troepje soldaten bracht hem
op hun schouders naar het tooneel; men
verlangde dat hij zou spreken.
HIJ stond er in het donkere werkmans
jasje dat hij gewoonlijk droeg, zijn gezicht
bleeker en doodscher dan ooit; de diepe
felle oogen gingen flitsend over de menigte,
saamgepakt in de ruimte en telkens uit
barstend in juichkreten. Een oogenblik
heerschte er stilte. Daar verhief zich zijn
stem, rauw en onmuzikaal en toch zoo
wonderlijk aangrijpend.
Evenwel, het was niet zijn rede, die
maar kort duurde, hoewel ze vol vuur en
geestdrift was; reen, het was de persoon
lijkheid van den man. al was zij wat
thea| traal geposeerd en in den grond niet
sympathisch, die de menschen dwong en pakte.
Zijn smal en hard gelaat stak uit tegen alle
andere gezichten, alsof het een geschilderd
gelaat was met uiterst sprekende kleuren
Bij andere vooraanstaande figuren in
de volkerenbondsbeweging ziet men
immers daarop den nadruk gelegd.
Het verschil komt er eigenlijk op neer,
of men de menschheid reeds rijp voor
den Volkerenbond rekent, dan wel onrijp,
zoodat zij er nog geheel toe zal moeten
worden opgekweekt.
Zij, die zeggen, dat de rechtsidee",
de landen en werelddeelen voortaan
vereenigen kan, stellen de
scheidsgerechten als toekomstige bemiddelaars
tusschen de natiën voorop. De verplichte
arbitrage is in hun gedachtengang het
hoofdnummer van het
volkerenbondsprogram, met de daaraan vastgehechte
internationale dwangmiddelen, bestemd
om de overtreders der rechtsbeslissingen
te treffen, internationaal leger en vloot
en algemeene economische boycott.
Hierop spitsen zich de juridische
plannen toe.
* *
*
Toch rekene men die richting de
vruchtbaarste niet.
De internationale samenleving zal zich
nu eenmaal niet in de eerste plaats met
rec/irs-begrippen vervullen, noch zich in
rechts-conflicten en arbitragekwesties op
lossen. Evenmin als rechtspraak in de ge
wone maatschappij het belangrijkste ele
ment is, doch het dagelijksch bestuur veel
grootere beteekenis heeft, evenzoo
moet men de samenleving der volkeren
niet allereerst van uit het
advocatengezichtspunt bezien, waarin vanzelf het
proces 't gewichtigste phenomeen is.
Daarmede brengt men ten slotte niet
het wezenlijke verband onder de ver
schillende belangen.
Wie op de nuttigste wijze tot het werk
van Parijs bijdragen wil, hij denkt zich
de zaak meer van den pnlitieken kant.
Zoo ziet men ook eenen staatsman als
minister Smuts in zijne belangwekkende
brochure League of Nations", van een
anderen kant beginnen, evenals den
den Franschen oud-mirister YvesGuyot,
den Arneiikaanschen diplomaat Hill en
anderen met hen
Het betoog van Smuts stelt terecht
voorop, dat wil men vastere harmonie
onder de staten bevorderen, men niet
bij de exceplioneele gevallen van rechts
geschil" en conflict", maar bij nor
male gevallen van gezamenlijk
belangenbestuur beginnen moet. rZijn Volkeren
bond omvat in de eerste plaats de instel
ling van een vaste internationale vergade
ring van regeerings-vertegenwoordigers
en een vasten Internationalen Raad, om het
bestuur van groote internationale belan
gen ter hand te nemen, als daar zijn: lo.de
vraagstukken van grensregeling enz., aan
de Vredesconferentie voorgelegd;
2o.duurzaam beheer, bv. van internationale ge
bieden, internationale havens, rivieren,
waterwegen, koloniën, handelsbetrekkin
gen enz.
Natuurlijk speelt ook hierbij de inter
nationale arbitrage wel een rol, maar
slechts in de latere plaats.
Alleen door op bepaalde onderwerpen
internationaal bestuur en internationale
controle aan te durven, zeggen de aan
hangers van deze school, zal er ten
slotte in de menschheid iets kunnen
worden vernieuwd.
* *
Zij hebben daarin stellig gelijk. Het
is woordenpraal, te zeggen, dat van nu
af aan de rechtsidee de volkeren zal
beheerschen. De volkeren blijven voor
eerst nog precies, wat zij gisteren en
op een donker doek gebracht, zijn kleine
uit de diepte opschitterende oogen hielden
de toeschouwers vast met de macht van
hun vlug bewegelijken gloed, en met een
scherpe afgebetenheid hamerde zijn stem er
de woorden uit, als mocht er geen tijd te
loor gaan en was het zaak om direct op
de menschen af te gaan, brutaal, geweldig
en eensklaps.
Een storm van applaus brak uit na zijn
woorden; het theater schudde en daverde
er van. Wederom verschenen de soldaten
om Kerenski naar zijn plaats terug te
voeren..."
De familie van Meriel heeft in de nabij
heid de gebeurtenissen bijgewoond van
Kerenskl's strijd met zijn tegenstanders. Het
hotel der Engelsche ambassade lag. ge
scheiden door de breedte der rivier tegen
over het enorme witte huis van de ballet
danseres dat Lenin als zijn woning In
Petrograd had vermeesterd. Dat is van tijd
tot tijd een punt van aanval geweest.
Uit een veiligen hoek van het venster kon
men de episoden volgen, wanneer men zich
niet al te strikt hield aan het zorgzame
gebod der oudere huisgenooten. Van daar
kon men den reusachtigen kozak zien, die
alleen, als vijand, naar de wacht toekwam
met in de opgeheven hand een sparteienden
soldaat, een soort van Homerische uitdaging,
en dien anderen kozak die met een
sabelzwaai de tegenpartij geheel doorkliefde:
avontuur dat aan Münchhausen doet denken
en waarvoor de dagboekschrijfster niet met
alle zekerheid instaat. Zij mogen hier, die
kozakkenvisioenen, ook alleen staan als
symbool van de onrust in de stad die duurt
van het midden van den 7omer tot in het
begin van November 1917 als Lenin en
Trotzki de overhand verkrijgen.
}*, dan is de tijd gekomen dat er geen
toejuichirgen meer opgaan voor Kerenski;
eergisteren zijn geweest! Zij blijven
voornamelijk gevoelig voor hun belang.
j Belangenharmonie kan op den duur
, onder hen door gewoonte, in recht en
j billijkheid overgaan. Maar wie op het
i oogenblik, voor de geregelde samen
leving der staten, eiken dag naar recht
zou willen zoeken, zoekt in de lucht.
Ook zullen immers nooit alle
vraag1 stukken onder een begrip van recht
: kunnen worden gebracht. Of bijvoorbeeld
; Duitschland, ter afleiding van onzen
i Rijnhandel, een Dortmund-Eemskanaal
| aanleggen mag en daarmede de
Nederlandsche havens afdoende benadeelen,
is nimmer onder een begrip van recht
te bezien. Ook niet, welke bankiersgroep
den spoorweg in Anatolië zal financieren,
of wel, hoe 't Panamakanaal beveiligd
worden zal, en hoe 't havenverkeer
van Servië of Macedonië dient te zijn.
En toch zijn van dien aard juist de
groote vragen, waarin de
internatio! nale samenleving tot rustiger, harmo
nische oplossing moet worden gebracht!
Zoo staan de practische en de
dogma; tische volkerenbondsopvatting tegenover
! elkaar. De eene bouwt als 't ware voort
T op Den Haag en zijn arbitagepaleis.
j De andere op Parijs en zijn conferentie,
j op de door de Geallieerden reeds ge
vormde internationale controle,
admini1 stratie, en executieve dienst.
j Het lijdt geen twijfel, dat de laatste
l richting het meeste belooft. Zij sluit zich
; bij de werkelijkheid aan.
j En wanneer men vraagt, hoe zij in
: de werkelijkheid gaandeweg werken zal,
i dan is het beste 't oog te slaan op de
i twee succesvolle Volkerenbonden, die
! de practijk der wereldhistorie reeds te
zien gegeven heeft: het Britsche Empire,
\ met zijn Gemeenebest van wereld
streken", en.... de Unie van Utrecht,
in 1579 door zeven souvereine
Nederlandsche gewetsen aangegaan.
* *
Wat de toekomst vaji den Volkeren
bond, brengen zal, is niet te zeggen. Zal
hij op den duur de souvereine staten
tot onderlinge federatie en opslorping
brengen, zooals men nu in Amerika ziet?
Of zal hij ook zelf niet duurzaam blijken,
en voorhands alleen de taak vervullen
van toevlucht na 't vreeselijke oorlogswee,
om onder volgende generatie's weer te
hebben afgedaan, wanneer de krachten
zullen zijn herleefd en wie weet
welke nieuwe belangentegenstellingen,
nieuw collectief egoïsme zich hebben
opgedaan ?
Zeer zeker is het wijs, zich nu niet te
verbeelden, dat men voor de eeuwigheid
werkt. De wereld trekt zich eenvoudig
met den Volkerenbond voorloopig een
dwangbuis aan, tegen haar eigen opge
wondenheid.
Maar ook wanneer men 't zoo beziet,
bergt het naderende
Volkerenbondstractaat zeer stellig ontzaglijke
voordeelen.
Daarbij moeten evenwel ook de ge
varen onder de oogen worden gezien.
Het gevaar is in de eerste plaats, dat
de groeikracht, in de vrije souvereiniteit
der staten gelegen, zal worden gedood!
Neen, wij zijn voorloopig nog niet
bevreesd voor een algeheel wegvallen
der afzonderlijke natiën, onder afzonder
lijke vlag.
Maar niettemin is het mogelijk, dat
nationale belangen in de klem worden
gebracht. Internationale samenwerking
en regeling, beduiden zeer zeker
overimiiiiMimiii'WiiiiiiuimMMiiiiiiitiiiiMiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiMimii
zijn macht brokkelt af onder zijn handen,
hij kent geen uitweg meer.
Generaal, gij hebt mij verraden," spreekt
hij den kommandant der troepen toe. Weet
ge wel, dat uw kozakken besloten hebben
niQ te arresteeren en over te leveren aan
de matrozen ? En het rustig brutale ant
woord van den generaal daartegenover:
Geen imensch gevoelt meer iets voor U."
Het heengaan in stille vlucht dan van
Kerenkil
De roede garde had te zeggen in Petrograd.
Ik hrrinner mij," vertelt ons Meriel
Buchanan, ern avondwandeling terug van
een diner. Wij gingen vlak voorbij een
kazerne, soldaten leunden tegen den muur,
uit het open raam gloeide een stroom van
licht over de besneeuwde straat, en in de
stilte van den kouden, helderen nacht kwam
fret geluld van dronken mans lachen en zin
gen en het snerpen van een harmonica.
De straat afloopend naderde ons een oude
generaal, zijn lange baard en zijn witte
pelsmuts glinsterden als zilver in het maan
licht, terwijl de roode opslag van zijn grijze
generaals-jas het licht naar zich toetrok
onder het voorbijgaan van het raam. En niet
een van de soldaten die daar tegen den
deurpost aanleunden ging een voetbrerd
uit den weg of salueerde, een zelfs spoog
met een vloek op de keien als om te toonen
wat hij hield van een generaal. Zijn streng
oud gezicht was een wit masker van leed.
Toen de Ergelsche officier die bij ons
was, hem salueerde als hij rakelings ons
voorbijging, keek hij op als uit een droom
| met een lachje aandoenlijk van blijde
verrassing."
De wijn uit het Winterpaleis werd ge
plunderd. Woest werd het leven in de stad.
Moord en roof en dronker schap vierden
hoogt ij. Het gebrek vertoonde zich al scherper.
schaduwing van plaatselijke en bijzon
dere belangen. Wanneer een internationaal
regime van de handelsscheepvaart in
treedt, ligt de kans voor de hand, dat
de eene haven boven de andere, dat
Havre boven Hamburg of Antwerpen
boven Rotterdam, voorgetrokken wordt.
Internationaal beheer van den Rijn schept
dergelijke kansen: bevaarbaarmaking
voor kleine zeeschepen tot Keulen of
verder, tast direct belangen ten onzent
aan. Aanleg en exploitatie van inter
nationale spoorwegen evenzeer.
Deze enkele voorbeelden volstaan.
De Volkerenbond wordt nu door allen
met gejuich binnengehaald. Wie weet,
hoevelen er later het paard van Troje
in zien.
Ook voor den Volkerenbond blijft
immers het dilemma tusschen vrijheid en
orde acuut!
Even duidelijk spreekt dit probleem,
wanneer men naar de verdeeling van'
het zeggenschap onder de mogendheden
vraagt.
Reeds nu wordt buiten de neutralen
om georganiseerd. Reeds nu klagen de
kleine staten wegens gebrek aan repre
sentatie. Duitschland voelt wel, dat voor
loopig de Volkerenbond niet alleen voor
den algemeenen vredesdienst wordt in
gericht, maar tevens voor de afrekening
dienen moet.
Ten slotte is het verschil met de
Heilige Alliantie van een eeuw geleden,
niet zoo groot als 't heet.
Dat de grooten de kleinen kunnen
overheerschen, en de voorspoedigen de
miserabelen, die mogelijkheid bestaat
ook hier.
* *
#
Aan den anderen kant. is toch zekere
verdeeling der macht onvermijdelijk, wil
de zaak levensvatbaar zijn. Want indien
internationale regelen alleen maar zouden
kunnen worden geduld, wanneer alle
97 staten, klein en groot, het er over
eens geworden zijn, dan ware, dit roept
de ervaring toe, de zaak reeds aan
stonds doodgeboren.
Er zullen dus meerderheden en min
derheden komen, en dus... verongelijk
ten, onder de kleinen 't meest.
Wij zien dus in den thans onder banden
zijnden Volkerenbond een noodzakelijk
iets, door de omstandigheden vereischt
en zelfs gehuldigd!
Tevens evenwel een zeer moeilijk iets,
omdat ontzaglijk nauwlettende zorg aan de
inwendige regeling moet worden besteed,
wil zij zoo gunstig mogelijk werken en
zoo goed mogelijk alle gevestigde be
langen tot hun recht doen komen!
Eindelijk steeds ook een onvolkomen
iets, omdat er wezenlijk gevaar voor
anderer benadeeling, onbillijkheid en
vrijheidsbeperking in ligt.
Dit zijn ook punten, die men ten onzent
niet verwaarloozen mag. De beste ver
zorger van het Nederlandsche belang is
en blijft ten slotte Nederland.
Maar met dit voorbehoud zien toch
ook wij allen vol spanning het nieuwe
getimmerte op de helling staan, en roe
pen het, loopt het eerlang van stapel,
een: God geve een goede reis" toe.
Bovendien: ook onze armen en handen,
en hoofden zouden nu reeds gereed
staan, om mede aan 't bouwwerk te gaan.
Hoelang zullen de neutralen nog
als toeschouwers achter de balustrade
moeten blijven? Wij hebben toch voor
onze neutraliteit alevel geen straf ver
diend? v. H.
urn iiiiiimmiiiiiii i i liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii inimiiiiiimii
Januari 1918: de tijd van het afscheid
naderde.
Een van de laatste dagen ging Ik afscheid
nemen van de Isaac's kathedraal. Heel
flauwtjrs brandde er in de duisternis met
haar sombere schaduwen de gele vlam van
maar enkele, weinige kaarsen. De groote
kerk, altijd zoo vol, was nu bijna leeg. Voor
de wonderdoende Madonna van St. George
knielde een oude vrouw in het gebed en
twee eenzame kleine kaarsen brandden
daarbij . . .
Ik ging naar bulten, een gevoel van
uiterste verlatenheid en leed lag over het
geheel; de hopeloosheid van een verlaten
stad, nog even levend in de herinneringen
aan larg verleden glorie van gouden praal
en feestfcetogen . . ."
En toch l met dien uitroep eindigden de
opteekeningen.
Het was met dat al een onbeschrijfelijk
wee van scheiding scheiding van iets
of van iemand die me wonderra aan 't hart
waren gegroeid. Het was het heele uitge
strekte land,.. en dat niet alleen, het was
de ziel van het volk dat ik had geleerd,
waartoe ik was opgeleid om het lief
te hebben, ofschoon ik het nog niet begreep.
Ik had het zien lijden en sterven en de
menschen hadden mij iets geleerd wat ik
niet kon vergeten.
.In Rusland, heeft men gezegd, is men
zoo dicht bjj God en bij den duivel." in
Engeland, daar heet het: zaken en gezond
verstard. En dat is misschien de
betoovering waarmee Rusland de harten trouw
vasthoudt van wie het land liefhebben. Het
blijft altoos door, vragen stellen en licht u
toe met zijn wonderraadselvollen lach omdat
men er rooit het antwoord op kan vinden."
De Gioconda-doloropa der volken l
W. G. C. BYVANCK