De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 1 februari pagina 11

1 februari 1919 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

l Febr. '19. No. 2171 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND U VERRE KLANKEN Teekening voor ,de Amsterdammer" van loh. Braakenstek Ex-Keizer Wilhelm: Zou ik nog een kansje krijgen" R1JMKRONYCK WILHELM (Een bétje medelijden s. v. p.!) 't Symbool is gevallen, de standaard vertrapt, en het keizerlijk slot geforceerd, De troon is onttakeld, de scepter gegapt, en de boedel gedistribueerd. Het gezin is verstrooid en verdeeld en bespot en de vader is zwaar ia de ban, Ja, keizer te zijn is een wonderlijk lot, want een keizer is vader en man. Wat een mensch als het hoogste in 't leven geniet: de vreugd om gezin en bestaan, dat geldt bij een keizer slechts weinig of niet, want wie trekt zich nu daarvan iets aan? Een vlag is een duldzaam symbool een houweel, kapt de vlaggestok om... en zij stort, maar levend te zijn n symbool is te veel voor een mensch... want die leeft maar zoo kort. Ach, spaar hem een beetje, de ouwe meneer, en laat hem maar rustig begaan ... want keizer dat wordt hij z'n leven niet meer, dat heeft hij niet netjes gedaan. Want och, als je diender of brandweerman bent, en je was voor je baan niet de man, dan moet je d'r uit mèt-of-zonder pensioen... Maar als keizer...! Dan lust je ervan! Eerst tilt men j: over een huizenhoog paard, en je voelt je de hoogste van allen, ze juichen je toe bij het minst wat je zegt.. ... en dan, plotseling, ... ben je gevallen' Ach, laat hem met vrede, die ouwe meneer. en laat hem een beetje bekomen; Hij zit daar nog suffig en ziek van z'n val van zijn keizerlijk leven te droomen ,.. MELIS STOKE KANTTEEKENINGEN VAN EEN KAMERLID in het net overgeschreven door VAN DEEKINGHAM Sinds ik bij de eerste tombola der Evenredige Vertegenwoordiging de Tweede Kamer ben binnengetuimeld, na candidaat van de V(ereenigde) P(uttenscheppers) P(artij) te zijn geweest, heb ik veel gezien, meer nog, geleerd. Gedurende de laatste weken was het daar Invalid-Portwijn OE BESTE MIDOA8DRANK f 3.-p. flesch dt BarbinsoB, 51 Amctel, Aaitentan Illlmillllllll CIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIItlllllMIIIIMIIIIIHIIIIIIIMIlmlIIIIHIMIIIIII lm l l l weer bar-moppig, en werden enormiteiten, zonder blikken of blozen, gedebiteerd. Van tijd tot tijd zit dientengevolge een van mijn collega's in den put, en waarzoude hij zich beter vervoegen dan bij mij, een oud-puttenschepper, die hem eruit haalt en kuischt ? Op een avond in de vorige week komt Henri ter Hall binnenstappen, en na de ge wone begroeting tusschen twee geachte af gevaardigden, los. Mijnheer Beerinck, weet U wie hier voor U rit ?'' «Zeker, zeker. De afgevaardigde van de Neutrale Partij, Henri ler Hall". Weineen kijk me eens heel goed aan." Ik voldeed aan zijn verzoek, niet begrij pende waar heen hij wilde. Nu?" Nu?" Shakespeare." Kom, kom, mijnheer ter Hall, lachte ik, u wilt mij er tussciien nemen. S.iakespeare, ha, ha, ha!" Lach niet, mijnheer Beerinck Ben ik Shakespeare of ben ik 't niet". Mijnheer ter Hall, mijnheer ter Hall, laat me loch niet zoo lachen. Op wie u lijkt, zal ik niet zeggen, daar ben ik te beleefd voor. Maar Shakespeare? Hoe komt u op dat idee." Bent u vanmiddag in de kamer gsweest? Neen, nietwaar. Wat de aar leiding was weet ik niet meer, 't was bij de behande ling van de begrooting van den Minister voor Kunsten en Wetenschappen, maar ik heb mij tenslotte maar eens flink uitge sproken en de collega's aan het verstand gebracht, wien zij in mqn persoon in de kamer hebben". Niet mis, mijnheer ter Hall". En dat geleuter met Royaards moet maar eens uit zfln. Wat speelt-ie? Shakespeare en nog eens Shakespeare Heel mooi l Wordt er over mijn werk zoo'n ophef gemaakt? En toch zijn mijn revues evengoed. Neem Driekoningenavond bijv. eens. Precies mijn revues f" Mijnheer ter Hall, of mflnheer Shakes peare ? is dat niet... misschien ... ja laat ik zeggen scherp... getrokken ?" bracht ik aarzelend uit. Scherp getrokken? Weet u eigeniqk wel, dat mijn revues eenig zijn in Nederland? Dat 't natuurrevues zijn Reine natuurrevues." Goed. Toegegeven dat het natuurrevues zijn, al komt er naar mijne meening weinig vleeschkleur in voor, maar haalt u Shakespeare niet wat naar beneden?" Bent u dwaas, mijnheer Beerinck. Ik Iaat Shakespeare op ujn hoogte. Dante, Homerus, Shakespeare zijn wereldfiguren, die zich zullen handhaven door de eeuwen heen." .Dat is betere taal, mijnheer ter Hall... Een ding blijft me echter duister zooeven zei u een Shakespeare te zijn." Juist mqnheer. Dat handhaaf ik. Ook ik ben een kunstenaar als zij, die ik zooeven noemde. Mijn bestaan zal zonder tijdsduur zijn. Dat zeg ik u, mijnheer Beerinck, ik, ter Hall, de kunstenaar." De maat was vol. Alle hoffelijkheid liet ik varen, schreeuwde: Een kunstenaar? Een kunstenmaker! Een kikker die jiloersch is op de koe," en viel in zwijm. Een slok cognac, ik stem tegen de drooglegging van Nederland, bracht mij bij. Ik dacht na over de oorzaak van Ter Hall's houding. Zeker was hij aangetast door het bolsjewisme. De voorbeelden: een soldaat die minister, een matroos die dic tator werd, hadden hem over en door den kop geloopen. Ik lag nog in stille mijmering, toen de heer van Wijnbergen werd aangediend. De aangediende volgde de dienstbode op den voet en begroette mij met een hartelijk: geachte broeder, hoe gaat het?" Z ««akjes, mijnheer van Wijnbergen. Zwakjes." In enkele woorden vertelde ik hem het gebeurde, de houding van den heer Ter Hall zooveel mogelijk vergoelijkende. Ik kwam juist voor dezelfde kwestie zelfde kwestie nu juist niet, maar toch ook over vanmiddag over de begrooting. Ik ben tégen de subsidie aan de Nederlandsche Opera." Nou, en ik, mijnheer van Wijnbergen zeker om den directeur gelegenheid te geven om reclame te maken bij de vol gende verkiezing" schamperde ik. Hm, hm." Humt u maar, mijnheer van Wijnbergen. Door onze stem te geven voor die subsidie, zagen we een poot van onzen eigen Kamer zetel af." Hm, hm." Toch moet het me van het hart we zijn entre-nous, mijnheer v. Wijnbergen, de overwegingen die U te berde hebt gebracht, over kunst en zoo, gaan hier niet op... de rokjes van de choristjes zijn altijd onder de knie." Jawel, jawel, dat weet ik wel. Maar wat mij eigenlijk het ergste dwars zit, en waar voor ik kom, is onze geachte afgevaardigde Kleerekoper." Mijnheer van Wijnbergen, lachte ik, wat blijft U toch overal in de plooi. Dat kan ik toch maar niet over me verkrijgen, buiten de kamer, van geachten afgevaardigde die en geachten afgevaardigde datte te spreken." Gewoonte, mijnheer Beerinck, gewoonte, maar laten wij ons niet laten afleiden. Ik stel de zaak Kleerekoper, waarmede ik min of meer geschoren zit en welke mij veel verdriet bezorgt, weder aan de orde." Ik dacht even na en meende een oplossing te hebben gevonden. .Eén ding, mijnheer v. Wijnbergen, n ding heeft de oorlog ons gebracht: Zion. Zie dat u hem daar voorspant." Hij scheen zeer met mijn voorstel inge nomen. Het afscheid was vriendschappelijker dan dat van den heer ter Hall. UIT DAGEN VAN STRIJD Teekeningen voor De Amsterdammer" van George van Raemdonck. Koning Albert Het zal de trots van ons leven blijven, te hebben gestreden onder 't hoog bevel van Koning Albert. Zijn gestalte zal onver gankelijk staan op den horizon als een baken voor alle volkeren. Sterk en zuiver staat hij op zijn recht en hij heeft zich niet laten verduwen van zijn standpunt, noch eenerzijds door zwakte of vrees, noch anderzijds door het gedrijf van zekere landhongerigen, zooals Vrq België" te bestempeld heeft. Koning Albert heeft slechts ne bekom mernis: zijn land regeerend te dienen. De belangen van ons volk zijn veilig toever trouwd aan zijne handen. Maar hij is tevens de ideale hoofdman en het levende symbool van zijn leger, dat strijd en strijden zal, met onverzettelijk geloof in het recht zijner wapenen, met starre hoop op de zegepraal en met ontroerende liefde voor zijn land. Zooals hij in Augustus 1914 is uitgetogen en onlangs wedergekeerd is, zoo heeft hfl gestaan deze vier gruwelijke oorlogs jaren door, midden zijn manschappen. Hij had het zich genoeglijker kunnen maken dan in de winderige duinen, de moerassige vlakte en de verwoeste dorpen van WestVlaanderen: en veiliger vooral, want af en toe wordt zwaar en verdragend geschut gericht op de Panne waar zijn villa staat aan het strand; en uit de zee bassen somsdetorpedo's en de lucht wordt onveilig gemaakt door bommenvoerende vliegers. De Koning kent zijn leger en hij kent de gevechtslijn. Trotsch staan de soldaten wanneer ze hem plots in de voorste lijnen, uit een geschutsgang of een dwarswal, zien te voorschijn komen. Zijn gelaat is vermannelijkt door de lucht, de zon en de zee, rustig en sterk onderzijn gebronsden helm. Zijn woord is eenvoudig en hartelijk, vlaamsch of fransch naar de taal zijner jongens: Of het hun goed gaat ? Of ze voldoende gekleed en gevoed zijn ? Of ze nieuws hebben van huis en hem niets hebben te vragen? Trotsch, zeg ik, maar ook vrees overviel me toen ik hem voor me staan zag in den sektor van Diksmuide, waar enkel de Yzer ons seheidt van de vijandelijke loop graven. Want elk oogenblik zou een granaat of een bom openslaan waar hij stond, en ik dacht aan de ramp die het zijn zou voor ons land indien dit hoogste en onwedersproken gezag verdwijnen moest. * * * Eltsabeth Een Koningin die zich buigt over de ellende van haar volk en met eigen handen zuivert en verbindt de gloeiende wonden der soldaten, niet als pose en juist zoolang tot de photograaf klaar is met zijn kiekje, maar iederen dag, met dezelfde zorg en toewijding, het lijkt wel een sprookje, maar ik zeg u dat dit wonder zich eiken morgen in werkelijkheid hernieuwt, op het uiïerste vrije hoekje van ons Vaderland. Voor hoevelen zijn haar woord en het zachte licht van hare oogen niet een beter heelmiddel geweest dan zalf of verband. Voor anderen is ze geweest de laatste troost, en is dit niet het hoogste wat men een hopeloosgewonde geven kan: dat hij dankbaar sterve met een glimlach. Dat heeft Koningin Elisabeth verwekt, ik denk aan dat jongetje uit mijn regiment dat zwaar gewond in het hospitaal van den Oceaan" werd binnen gebracht ; hij was nog een kind, achttien jaar pas; en hij voelde dat het niet lang meer duren zou. 's Morgens kwam de Koningin voor het gewone bezoek en zag het bleeke gezicht van het jongetje en vroeg of hij soms wat verlangen mocht. Ja, hij verlangde wel wat, maar hij zweeg. De Koningin drong aan ; maar het soldaat je dierf niet te zeggen wat hij wenschte; hare majesteit wou weten wathft was en toen zei hetjongetjeaarzelend: dat hij niet lang meer leven zou, hij voelde 't, maar zógraag vór zijn dood zijn koninginneken eens omhelzen wou Toen heeft Elisabeth het arme kind omhelsd, al snikkend, lijk een moeder die haar kind zoent voor het laatst. Die troost en die vreugde van anderen heb ik trouwens herhaaldelijk aan mezelf kunnen ondervinden telkens ze ons in het veldh*spitaal bezoeken kwam; dankbaar i vooral blijf ik gedenken dien vredigen PaaschZaterdag en hare geurende bloemen naast mijn bed. Aue. VAN CAUWELAERT Ontvangen Comptometm Automatische tel- en reken machines met gecontroleerden toetsdruk. Algemeen bekend als praktisch in het gebruik, zeer snel en solied. Wij ontvingen van onze fa briek te Chicago eene bezending COMPTOMETERS (model F, laatste verbeterde model), waarvan wij nogeenige uit voorraad leveren kunnen. Machines niet gefabriceerd door FELT & TERRANT MFG. CO. zijn geen COMPTOME TERS en hebben ook geen gecontroleerden toetsdruk. FELT l MFG. CO, 28-30 Damrak. Tel. Noord AMSTERDAM NZE EESBIBL1OTHEEK BEVAT RUIM HOLLAND S OH E ENX3EL-5CHB DUITSCHB FRANSCHE SPEC.AFDEEI; SPAANSCHE ITALIAANSCHE LITTERATUUR PRIJS :/^r^: C^ PER DAGELIJKS GELEGENHEID TOT INSCHRIJVING VAN NIEUWE, ABONNE'S MEDI DE SPAANSCHE GRIEP (Naar aanleiding van het art van dr.De Bruine Ploos van Amstel in ons vorig nummer) Het publiek is in zijn begrijpelijke angstvoor besmetting zoo vrij in sommige gevallen den medici sommige middelen op te drin gen, waarover het in de cpuranten leest. Indien het aangeprezen middel door den huisdokter riet wordt toegediend, omdat hij meent dan alleen eenig middel te mogen toepassen als hem het hoe en waarom dui delijk voor den geest staan, dan wachten hem vele verwijten indien de ziekte een ongunstig verloop blijft toonen; zichzelf mag hij voor misdadig houden, indien hij zich in zulk een ongunstig verloopend ge val tot toediening heeft laten verleiden. Hieruit volgt, dat zij, die het noodig vin den over geneeskundige zaken in de dag bladen te schrijven, den plicht hebben niet slechts aan het publiek een mededeeling te doen, maar tevens aan hun vakgenooten de redenen hebben op te geven van hetgeen zij In het algemeed belang meenen te moe ten aanraden. Verlangd mag worden, dat dit advies en de er bij behoorende beschou wingen een aannemelijk geheel vormen en aan dezen eisch voldoet het stuk van Dr. de Bruine Ploos van Amstel (in het Alge meen Handelsblad van 4 November J.l.) volstrekt niet. Dit verklaar ik nog heden apodictisch d.w.z. afdoend en bewijzend, want van mijn argumenten zie ik er geen enkele weerlegd; het gaat niet aan nu ach teraf te zeggen: de hoofdzaak is de als iniiiiiiiiliiiii n iimmmmiiiiiiii iiiiim 11 H. BERSSENBRUGGE, PORTRETFOTOQRAAF ZEESTRAAT 65, naast Panorama Mtiilai, DEN HAAG. Tel. 1538.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl