De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 1 februari pagina 2

1 februari 1919 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND l Febr. '19. No. 2171 DE KUNST IN 'T PARLEMENT Teekenlng voor ,/fe Amsterdammer" van Jordaan N.V. PAERELS Meubileering Mu. COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokln 128 Telef. 4541 N Zie ik er misschien naar uit, om iets met schoonheid te maken te hebben?r HIIIIIIIIIMHIHIHIimilmillmmillllMIMMMIIimilllimillllllllHlimiHI EEN OORLOGSPRO8LE6M door mevrouw C. POTHUIS-SMIT SEXUEELE MORAAL EN VROUWENARBEID Een vaststaand feit is 't, dat ons zedelijk verval in den oorlogstijd groot is. Nu be doelen we nog niet eens het sterk vermeer derd aantal inbraken en diefstallen, de smokkel ziek te, de misdaden der hamsteraars en sluikhandelaars. Al die in 't oog springende wandaden, waarvan de laatste niet de minst erge zijn, daargelaten, zijn we ongeveer allen in de afgeloopen jaren langzaam maar zeker eenige trapjes ge daald wat onze moraliteit betreft. Wat we vroeger verwerpelijk, slecht oordeelden, heeft nu genade in onze oogen gevonden, omdat iedereen het doet", of omdat men anders geen kans ziet de ondervoeding in de woning te weren. Ook de kwestie van de sexueele mo raal is in dezen oorlogstijd op den voor grond getreden, zelfs in ons land, waar we gelukkig niet verder dan tot mobilisatie zijn gekomen, al was die in vele opzichten al erg genoeg. Zelfs in het neutraal ge bleven Nederiand heeft deze moraal min of meer ernstige schokken ondergaan. Want, wat de mobilisatie betreft, ze duurde vier en een half jaar... En nog is er geen volledige demobilisatie. Vier en een half jaar zijn zooveel duizende mannen van hun vrouwen gescheiden geweest, soms vrij lang achtereen. Ze hebben in dien tijd weinig, althans meest geestdoodenden arbeid verricht, en we zijn er allen van overtuigd, dat voor velen der gemobiliseerden de be lofte der huwelijkstrouw te zwaar is gebleken. In het eerste oorlogsjaar deden zelfs schrikwekkende geruchten de ronde omtrent het aantal oorlogskindertjes", dat verscheen of nog te verwachten was. In de verdere jaren heeft men daar niet zooveel meer lltlllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII WAT IS DEMOCRATIE? Het woord democratie is thans op aller lippen. Doch men mag betwijfelen of iedereen daarmede hetzelfde bedoelt. Iedereen wenscht thans democratische hervormingen. Maar zullen wij eendrachtig samenwerken, dan moet eerst vast staan wat dat beteekent. ? En zulks is op het huidige oogenblik geenszins het geval. Mocht men den bekenden hoef ij zer-correspondent van het Handelsblad gelooven, dan zwemt zelfs nu reeds ons land in demo cratie- In de courant van 18 November j.l., toch schrijft hij naar aanleiding van het socialistisch congres te Rotterdam. ,,In een land zoo democratisch als het onze". n die hoefijzercorrespondent kan het weten. Dag in, dag uit, noteert hij de koersen van onze Parlementaire beurs. Hij zou dus het eerst van allen moeten bespeuren, indien ons land niet democratisch werd geregeerd. En toch, in dat zelfde miandagblad kan men slechts enkele kolommen verder iets lezen dat allesbehalve democratisch aaandoet. Er is onlangs eene effectenbeurs wet inge diend. De Regeering nu, blijkt op geenerleiwQze geraadpleegd te hebben de personen op welke de wet in de eerste plaats be trekking heeft. Betrof het een wet tegen dieven en moordenaars, dan ware het na tuurlijk volkomen te billijken, indien de Reg'erlng de belanghebbenden niet raad pleegde. Hoogstens zouden dan de slacht offers recht hebben een woordje mee te spreken. Maar mij dunkt, in een democratisch geregeerd land zoude toch wel vórdat een wetsvoorstel betreffende den handel aan de Kamers werd aangeboden, eerst raad ge vraagd zijn aan de vertegenwoordigers van den handel, en deze op hun beurt den handel zelf geraadpleegd hebben. En er was te meer reden hiervoor, omdat nog slechts enkele maanden geleden de Regeering meer dan glansrijk bewezen had, geen hanvan gehoord, misschien doordat die geruchten overdreven waren, misschien ook omdat men aan alles went. De Jaarcijfers voor het Koninkrijk der Nederlanden vermelden voor het aantal onwettige geboorten ongeveer een afnemende reeks vanaf 1909. Na 1913 komt er eenige stijging. In 1912 was het aantal 3400, in 1916 was het 3795. Het percent der onwettige geboorten van het totaal aantal geboorten was in 1912 2.04, en in 1915 2.30. Dit is geen groote stijging, al is het sinds zeer veel jaren wel het hoogste percent Dat ook de vrouwen van gemobiliseerden zich aan de breuk der huwelijkstrouw zouden schuldig gemaakt hebben, is niet waarschijnlijk; voor haar immers bleven de omstandigheden vrijwel gelijk, terwijl de gelegenheid zich niet zoo sterk als bij de mannen voordeed. Maar dat door de nood gedreven een aantal het schatten is hier moeilijk een bijverdienste zocht in den verkoop van haar lichaam, dit is zeker e-en onloochenbaar feit. In het boekje De Nieuwe en de Oude Wereld in den 'strijd tegen de prostitutie in de*en oorlogs tijd" wordt toegegeven, dat de mobi lisatie veel kwaad heeft gedaan" en dat bij alle verbetering der inzichten bij de overheid en bij vele der toonaangevende kringen, de prostitutie ook in Nederland toeneemt en vooral, dat zij kringen aaniiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiMiiiliiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin tast, vroeger daarvoor ontoegankelijk." *) Natuurlijk hebben zich al deze omstan digheden veel scherper vertoond in de oorlogvoerende landen. Op de korte verlof tijden na waren de mannen voor jaren aan hun huiselQken kring ontrukt, terwijl zij zich haast eiken dag dicht bij een plotselingen dood wisten. Het leven van zuik een militair was zeker niet geschikt om zijn moreel peil te verhoogen. Moest hfj niet zooveel mogelijk vernielen, verdelgen ? Was hQ het niet, die door zijn wapenen zijn medemenschen pijnigde en martelde op de gruwelijkste wijze? Menseden, die hem toch tevoren nooit eenig leed hadden ge daan. En, wat het ergste was, werd hem niet van hoogeihand geleerd daarin de hoogste zedelijkheid te zien? Het kan wel niet anders, of vele karakters, die niet zeer hoog en sterk stonden, zijn daardoor neergehaald. Daarbij dan het gevoel van: .morgen ster ven wij misschien", en wie ziet niet duidelijk wat de gevolgen-moesten zfjn van dit ruwe, niets meer ontziende bestaan van tiendui zenden aan de verschillende fronten. De tienduizenden, die nu overal de landen overstroomen en hun hulselïjken haard weer opzoeken. De gelegenheid tot moreele verwildering, ook in sexueelen zin, zal aan die fronten ook bijna overal gemakkelijk gevonden zijn, men denke b.v. aan het verhaal van Stijn Streuvels in zij i Oorlogsdagboek", hoede Belgische meisjes de gehelmde Duitsche soldaten zér bewonderden, welke bewon dering dan spoedig het platonische over schreed. En dat was nog heel in het begin van den oorlog, toen de wereld vlamde van verontwaardiging over Duitschland's invasie in België. Nu zullen wij de laatste zfjn om een lans te braken voor de tegenwoordige huwe lijksmoraal, te goed beseffende hoezeer haar grondvesten zijn vermolmd en hoeveel onwaarheid zij 't soms onbewust hoeveel huichelarij ze met schoonklirkende, traditioneele woorden bedekt. Maar het doet toch huiverig aan, wanneer men deze verschijnselen overziet en bedenkt wat na 4Vs jaar de invloed er van zal zijn. Dat de terugkecrenden van de fronten niet de kalme burgers van vór den oorlog zijn, zooals naïef genoeg een groot aantal menschen gedacht hadden, dat zien we nu reeds aan de gebeurtenissen over de gren zen. En men make zich geen illusie's in ''ezen over een andere geestesgesteldheid in de Enlentclanden. Zoo gauw de over winningsroes 'gezakt is, komen ook daar evenzeer de werkelijke resultaten van den oorlog, ook op moreel gebied, naar boven. Er zullen nog andere faktoren mede werken, die de geldende moraal met ineen storting bedrHgen. In elk oorlogvoerend tand was reeds vór 1914 het aantal vrouwen grooter dan het aantal mannen. Nu de oorlog achter ons ligt met zijn ontzettende verliezen aan menschenlevens, is het overschot aan vrouwen zeker ontzaglijk toegenomen. In ren juist ontvangen geschrift, dat de Duitsche Regeering Ebert Schridemann onder At vrouwen verspreidt als propa ganda voor de verkiezingen van 19 Januari wordt berekend, dat het aantal i \ *) Uitgave d^r N*d. Vereeniging tegen l de prostitutie Mei 1918. MllmMmiH»MH1HIIHMI«ll4MII l II III OELOF AITROEN Kalverstraat 1 ~ Opgericht 1850 TELEFOON 658 N iiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiililHiliitimiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii delswetten te kunnen samenstellen. Ik bedoel de wet op het Handelsregister. Dat was een kleine wet; en men zoude dus zeggen: een gemakkelijk te maken wet; te meer daar men in andere landen ons op dit gebied al lang was voorgegaan. En toch was die wet op de ministerieele bureelen zoo stoethaspelig in elkaar geflanst, dat bij de behandeling in de Kamer, van de slechts 29 artikelen, er maar vijf, zegge vijf! onveranderd bleven. En de regeering was gedwongen op nieuw de wet in te dienen, want er was zó/eel in geschrapt en bij gevoegd, dat niemand er meer uit wijs kon worden. Dit alles zoude vermeden zijn, indien ons land democratisch ware geregeerd. Want dan zou zulk een wets mtwerp eerst aan de kamers van koophandel overgelegd, en door deze nagezien en verbeterd zijn alvorens in openbare behandeling te komen. De hoefijzer-correspondent heeft het dus glad mis, zoo hij meent dat ons land in democratie zwemt. Onze Regeering is autocratisch of bureaucratisch, al naar men wil, maar zeker niet democratisch. De hooge Regeering is het niet; de lagere evenmin. Zoo heer, zoo knecht. Anders zoude niet zooals weinige maanden geleden te Delft de burgemeester, den gemeenteraad die hem rekenschap vroeg, henben toege voegd dat hQ geen zetbaas was van de gemeente, maar gedelegeerde van de Re geering. Nu weet ik wel dat er burgemeesters zijn, die zich meer n gevoelen met hunne gemeente,doch het isteekenend.dat niet slechts de Delftsche burgemeester zoo iets durfde verklaren, doch ook dat de gemeenteraad zoo iemand niet met een hoeraatje uit de zaal drong. De leden waren dus blijkbaar aan zulke ondemocratische behandeling gewoon. Ook in onze steden zwemt men dus niet in democratie. Waar dan wel in Nederland? Zoover ik weet, nergens. Men vindt het blijkbaar volPaarlen, Brillanten Goud, Zilver en Horloges Uitsluitend eerste kwaliteit doende zoo men het woord heeft; wat dit inderdaad beteekent, daarvan schijnt men z ch geen rekenschap te geven. Democratie wil zeggen regeering voor het volk, door het volk. Een utopie, zal men uitroepen. In geenen deelen. Twee landen worden naar dat beginsel geregeerd: het heele groote land, een echt wereldrijk: de Vereenigde Staten van Amerika, en een heel klein land, nog klemer dan het onze, maar de oudste Republiek, en waardig aan de spitstestaan der democratie: Zwitserland. Zeker; noch In Zwitserland, noch in Amerika is alles couleur de rose; de menschen zijn nu eenmaal geen engelen, maar toch is men daar dichter bij het ideaal dan ergens anders ter wereld. Wil men dus weten wat democratie beteekent, dan is daar heen te gaan. En heeft men daar rondgewandeld, dan zal men, terugkomend, zeer zeker niet met den hoef ijzer-correspondent beweren. dat Nederland zwemt in democratie. Eerder zal men hetNederlandschegouvernementeele stelsel dan dtfinieeren als een Regentenregeering, met een dun parlementair sausje overgoten, Wel, niet de regenten van ouds, maar toch: regenten l Want haast geen dag ?gaat voorbij, of wie democratisch denkt, zegt tot zich zelf: dit of dat zoude anders zijn ten onzent, indien werkelijk Nederland demo cratisch dacht en handelde. Laten wij beginnen met een provinciaal vraagstuk. Noord-Holland boven 't Y liep onder. Aan wie de schuld? De dijksbesturen hebben niet hun plicht gedaan. Dat staat vast. Zij keken niet naar de hoogte der dijken. Het provinciaal bestuur heeft niet zfjn plicht gedaan. Het keek niet, of de dijkbesturen keken naar de hoogte der dijken. Ook dat staat vast. En niets minder staat vast, dat ook de Regeering niet haar plicht deed. Hare ambtenaren keken niet, of de provinciale ambtenaren keken of er wel behoorlijk gekeken werd door de ambtemannelijke kiezers 18 millloen, en dat der vrouwen 22 millioen zal bedragen. Geen klein verschil voorwaar. De huwelijkskans daalt tengevolge daar van sterk. Wanneer men daarbij bedenkt, dat een reusachtig aantal der gesneuvelden zér jong was, en tegenover deze een nog veel grooter aantal schare jeugdige meisjes staat van dezelfde generatie. Van overheidswege is gedurende den oorlog o. a. in Duitschland en Frankrijk het sluiten van wettige huwelijken bevorderd, om de stijging der geboorte in de hand te werken. In allerlei landen zijn maatregelen ingevoerd voor betere moederochapszorg. Premiën op kinderrijke huwelijken kwamen ook reeds veelvuldig voor. In Pruisen werd de wet op de leeftijdsgrens, die men moet hebben bereikt om te kunnen huwen, ge schorst. En men nam er ook gewoon in 't openbaar maatregelen om de .oorlogs weduwen" tot een nieuw huwelijk te be wegen, het liefst met verminkten, zoo deze nog bruikbaar waren voor de produktle van levend krQgsmateriaai, dat eenmaal, zooals de keizerlijke regeering hoopte, in latere oorlogen de regimenten zou vullen. Toch heeft men van die zijde reeds ge durende den oorlog gevoeld, dat men er hiermee niet kwam. Het monogame huwelijk, hoewel 't in waarheid dikwijls slechts juist is, wanneer men er het woord wettelijk aan toevoegt, dreigt door het groote overschot van vrouwen onder te gaan. Door de Duitsche militaire overheid werden in de laatste jaren geschriften verspreid, waarin het voorstel werd bepleit om aan den weigestelden man het recht (of de plicht) te geven meer dan n wettige vrouw te bezitten, opdat de nakomelingschap zoo groot mogelijk zij. Feitelijk zou dit voor sommige kringen niet zooveel nieuws beteekenen, de overheidssanktie dan uitgezonderd. Maar hoe dan ook ieder begrijpt, dat er wijziging in den vorm moet komen. Alleen reeds de talloozeen tallooze vrouwen voor wie huwelijksleven zou zijn uitgesloten wettigen dit vermoeden. De natuur kan en zal ook niet zoo worden onderdrukt, hetgeen slechts de oorzaak van onberekenbaar veel zenuwiijden zou zijn. Moeten wf] dan tot de haremtoestanden terug, zoo schreef in het vorig jaar een Oostenrij ksche vrouw, en dit was ze moest het erkennen, al waren de Turken toen nog haar bondgenooten haar wensch niet. Een toestand van uitgebreide prostitutie in 't leven roepen zou echter in deze maat schappij ook tot de onmogelijkheden behooren, niet 't minst, omdat de arbeidskracht van zooveel vrouwen in het produktieproces niet kan worden gemist. En hier komen we o. i. tot een zeer be langrijk punt. Naast de kwestie van de ver anderende moraal, in het bijzonder van het sexueele vraagstuk, komt de ontzaglijke uitbreiding van den vrouwenarbeid. Niemand, die met bewustheid den tijd meeleeft, kan zich vleien met de hoop, dat nu de vrouwen weer naar huis zullen gaan en zich kalm bij haar huishouding bepalen. Reeds de ontzaglijke doodeniijsten maken dit onmogelijk. Maar ook daarom niet, omdat de produktiviteit overal buitengewoon zal moeten vermeerderd, om aan de behoeften te voldoen. Een boek als dat van Wdlther Rathenau over Die neue Wirtschaft" doet zien, hoe zelfs groot-industrieelen inzien, dat van de produktie veel meer kan en moet worden gevergd, dat er met veel ouds en afgeleefds moet worden gebroken. Noch de uitbreiding van den vrouwen arbeid, noch het sexueele vraagstuk ont stonden door den oorlog alleen, maar beide werden ze door den wereldkrQg naar voren gebracht, waardoor hun ontwikkeling reus achtig werd versneld. Wellicht is het mogelijk, o. i. lijkt 't zelfs waarschijnlijk dat zij tot eikaars oplossing bijdragen, en dat de vrouwen door den haar opgelegden loonarbeid in staat worden gesteld het moederschap in onaf hankelijkheid te bezitten. Wanneer het waar blijkt te zijn en alles wijst er op dat de vrouwenarbeid een onmisbare faktor is geworden, waarmee ondernemers en arbeiders rekening moeten houden, dan zullen blijkend tienduizenden en tienduizenden jonge meisjes haar plaats op kantoor, fabriek, werkplaats, of waar dan ook innemen. Die jonge meisjes zullen vrouw en moeder willen zijn zonder tot de paria's der maat schappij te vervallen. Tegelijkertijd arbeiden zij, zijn zij ecoronaren van de dijksbesturen. Met opzet gebruik ik hier het woord ambtenaren. Allerminst uit minachting, daartoe ben ik zelf te lang ambtenaar geweest, maar ten einde duidelijk te doen uilkomen dat wat wij heel defiig noemen de Regeering, het Provinciaal bestuur", het Dijksbestuur." Inderdaad, of hQ wil of niet, iedere chef hangt af van zijne ondergeschikten. De Minister regeeit in naam, de ambtenaar inderdaad. Welnu, wat stelt de Regeering in zake de Noord-Hollandsche bedQking voor? Dwingt zij allen in de eerste plaats zich zelf) tot beter uitkijken in het vervolg? Heelemaal niet. Zij ontneemt de onmiddellijke belang hebbenden het toezicht, en brengt dit over aan verderweg wonende hoogere heeren. Zij arlstocratiseert dus als het ware het bestuur, in plaats van het democratisch denkbeeld hoog te houden, dat aan ons waterschapsrecht ten grondslag ligt. En waarom geschiedt zulks ? Omdat men ten onzent in de negentiende eeuw veel te veel heeft rondgekeken in de naburige Groot-staten. Daar, min of meer door de omstandigheden gedreven, doch vooral uit gemakzucht, heeft men steeds in sterkere mate gecentraliseerd. Zoodoende is van lieverlede ons land het paskwil van een Groot-staat geworden. Zwitserland is dien verkeerden weg niet opgegaan. Natuurlijk zfjn er daar wel personen, die van de fede ratie een centralisatie zouden willen maken, doch zij vormen verreweg een kleine minderheid. Wat Zwitserland reeds lang is, willen thans en terecht alle Staten worden. In Frankrijk tracht men het regionalisme in te voeren ; de Britsche landen zullen een federatie vormen, Duitschland en O >stenrijk zullen Z witserland's en Amerika's voor beeld volgen. Dat is de triomf der democratie. Want alleen in kleine staten, in kleinen kring kan iedereen tot zijn recht komen, ten volle zijn levenskracht ontplooien, levensblij POGROM Moet de Wereldvrede komen Met een vuige Jodenmoord, Moet de wrok der laffe horden Weer in Joden bloed gesmoord. Wordt die schoone Christenvrede Voor de Joden weer een hel, Is er dan geen recht en leven Voor het Volk van Israël. Op, naar Polen, redt uw broeders Jonge Joden wapent u. Baant uw weg naar Palestina Ook uw groote dag is nu. Stut uw ras en looft uw Godsdienst Vormt uw eigen Staatsgezag, Strijdt voor uwe wijze wetten Voor uw eigen Joodsche Vlag. Deze walchelijke daden Treffen gansch de Christenheid, Nimmer mogen we gedoogen Dat een Broedervolk daar lijdt. Op weer Galliërs, Germanen Angel-Saksen trekt het zwaard, Allen voor het heele menschdom Straffend zij aan zij geschaard. Hoort ge daar dat angstig kreunen Hoort ge daar dat hulpgeschrei? Vrouwen, kinderen en grijsaard Smeeken u om medelij. Zult ge dan niet helpen stuiten Heel dien stroom van menschenbloed, Op, naar Polen, v redestichters Helpt de Joden, helpt, 't moet. Wreekt u Joden op uw beulen Lang genoeg zijt ge gesard, Wie beval u om te dragen Die gestage rassensmart. Neen die bloedbevlekte vuisten Afgedaan die Pogrompest, Tegen onrecht en ellende Is dit vers een fel protest. ]. H. SPEENHOFF IIIIIIII1IIIIIIIIM1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHII DEVO Geurige Sigaar FABRIKANTE N.V. DIEVENBACH's Holl. Sigarenfabriek UTRECHT IIIIIHIIIIIIIIHIIMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMHI misch onafhankelijk, ook van den man, die zij straks zullen lief krijgen. Zij zullen die liefde, welke het kind wil, gevoelen, met de wetenschap, dat zij er de maatschappelijke en geldelijke gevolgen van dragen kunnen. Wellicht zal de verbintenis losser zijn voor de wet, hoc ver zal ze evenwel niet staan boven prostitutie, en boven zooveel huwe lijken. En waar de maatschappelijke ont wikkeling zulke toestanden brengt, zal de publieke opinie ze zeker moeten aanvaarden. En hoe Is de vrouw steeds laag gehouden door die economische afhankelijkheid, welke haar dwong alles te accepteeren, te verdragen van den man, dien zij niet meer liefhad. Ze kon immers meest niet voor zichzelf en voor haar kinderen zorgen. Hoe heeft dit bijgedragen om de vrouw tot slaafschhfid, en ook dikwijls tot listige bedrieglijkheid te brengen. Hoe is de vrouw er als mensch door achteruitgegaan. De man ook natuurlijk. En welk een zegen zal de arbeid brengen, wanneer zij de vrouw daaruit omhoog heft. Wij zeggen niet, hoe dat precies zal gaan, maar een oplossing in een of andere richting moet natuurlijk komen. En dan bedoelen wij, dat de loonarbeid der vrouw naast de dorkrre kanten ook heeft de lichtzijde van de economische onaf hankelijkheid der moeder. Ojk van dien kant moet o. a. dit probleem bezien worden, dat door den oorlog zoo veel sterker in 't oog springt. Zóbekeken, in 't licht der tegenwoordige toestanden, kan de toenemende deelneming van de vrouw aan de produktie er aan mee werken om e sexueele moraal te verhoogen. worden. Iedereen aan het werk zetten, niet g-rejjeerd worden, maar zelf een hand ut te steken, ziedaar wat democratisch is. De voorgestelde Noord-Hollandsche dfjksregeling is daarmede in strijd. Slechts enkele, kleine, door de ervaring noodig gebleken verbeteringen zijn in ons waterschapsrecht aan te brei gen. Want de oude organisatie is goed democratisch. Maar de mannen waren verslapt; ingeslapen. En het toezicht was een zuiver papieren toezicht geworden. Centraliseeren is uit den booze, ondemo cratisch. Niet enkel op dit gebied. Want overal in den lande, niet het minst in onderwijszaken, heerscht een o/zdemocratischen, een echte Regentengeest. ? * * Gaan wij na In hoeverre ons onderwijs op democratische leest is geschoeid. Hoe vinden hoogleraarsbenoemingen plaats ? Bij onze Staatsuniversiteiten gaat dat zér stiekempjes. De collega's geven te kennen, wie zégiarne in hun kring zouden opnemen. Curatoren doen de voordracht. Wie zijn cur«toren? De deftigste onder de d'filge heeren; doch meer deftig dan wetenschap pelijk, en in alle geval: creaturen der Re geering De betrokken minister beslist. Alles te zamen genomen: een echte regentenheerschapptj. Het publiek mag alleen toe kijken ; verneemt z* Ifs niet wie de andere candidaten waren. Echt achttiende-eeuwsch: Wat de heeren wijzen, moeten wij prijzen! (Die wij", zijn de belastingschuldigen, of juister de betaalsheeren. Want feitelijk zfjn wij de he-ren, en de zoogenaamde heeren" onze betaalde dienaars). Is het niet mogelijk op andere wijze te werk te gaan ? De Amsterdamsen? Univer siteit bewijst van ja. Dr professoren daar zfjn er heusch niet minder om, dat zQ in een openbare raadszitting door eenvoudige bur gers worden aangewezen: Wel wordt ook in Amsterdam niet altijd democratisch ge

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl