De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 1 februari pagina 5

1 februari 1919 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

r l F«br. '19. Ko. 2171 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR Wat een Bezoekster van Liefdadigheid naar Vermogen mij vertelt uit den Nood der Tijden Ik was nog maar een meisje van een jaar of zes, toen ik op een morsren in de huis kamer bij Moeder zat te spelen en een ge huwde, gewezen dienstbode binnentrad met een bul van een jongen van zeven maanden op den arm. De kleine Hans oogstte Moeders bijval in zulk een ruime mate, dat de vrouw nederig doende prees: 01... maar dan moet u Flora van Lena eens zien... en Wimmie van Koosje... en Rielje van Jeanne... .Hebben die kinderen geen vadertje meer?" riep ik op eens verbaasd uit l Lachende kwam de vrouw tot me in het hoekje, waar ik op den grond doende was met mijn speelgerei. Ze wendde terwijl ze me toesprak het hoofd zijwaarts naar Moeder, voor wie haar antwoord eigenlijk bedoeld was en betoogde in hare taal: .Zeker wel jongcjuffrouw, maar b(j de verzorging van de kinderen, heeft de vader niemendal in te brengen, bij alle andere zaken verkeett de Moeder in dat onmondige geval. Ter uitvoering van de Joodsche wetten toch, wordt in hoofdtrek de man erkend. Slechts als Moeder van het gezin komt de vrouw daarbij in aanmerking. En daarom is juist het Joodsche huwelijksleven meestal zoo gelukkig. We bewaken Vaders heillgsten schat, waarom hij ons lief heeft." Deze herinnering, door Moeder vaak weer verteld, schoot me. waarschijnlijk door het felle contrast,, dat ik op een morgen bij mijn bezoek ontmoette, na jaren weer te binnen. De Vader van het gezin zat in een grooten stoel, bekneld tusschen vier jengelende kin deren, terwijl de Moeder druk in de weer zijnde ze mangelde hem heftig bekeef: Jan ongeluk, daudvreter l Ken je se nog genelns tevièje houwe? Waorfeur hét God jou 'n siel in 'n lichaom gegèife! sarde ze. Toen de vrouw me ontwaardde, brak ze in een hartroerend schreien uit. Ze had het zoovele jaren zonder armenbedeeling kunnen stellen en nu moest het er door den oorlog en dien lammeling van een man toch toe komen, bejammerde ze. Ondanks dag en nacht zwoegen, had ze het niet langer kunnen bolwerken. Ze was niet meer bij machte de buur op tijd te betalen en was reeds met or t ruiming bedreigd. .Ach Mefrou, as u 'ns wist, wat 't segge wil, in die dure tijje 'n man en acht kindere te motte onderhouwe, terwijl 't negende op komst is l De kindere binne nog sau klein, m'n oudste meissle effe tien. S m ie me nog maor het werk foor de klunen uit hande neime, maor as ik de deur uit bin geweest foor m'n saoke, vind ik 'm bel mijn thuiskom me aoltijd op s'n gemak sitte mit de kindere op sijn lijf. Ik mot hier in de buurt blijfe foor m'n mangelklante en in 'n kelder. Se sijn teugeswooidlg allemaol eve duur, daorom heb ik me bij uwe vereiniging aangemeld om tijdelijk voorschot. Maor God is m'n getuige!" riep ze vol hartstocht uit mijn kindere en ik, weselle in beiter tèje aolles teruggeife!" Hier voel je wel dadelijk, dat enze hulp wordt verdiend. De man had haar ironisch, toch goedig lachend zitten aankijken, terwijl ze op hem gescholden had, en ging daarmede voort. Dat priktaelde de vrouw steeds meer,, waarom ze nu vol haat hijgend uitstootte: .Mangelen is 'n swaor werk, ik mot rrijn krachte daoifoor meer inspanne as ik kan, nog meer om de kindere te bevr< idige, maor nog het meist om die kerel te verdraoge, die sijn lijd fan de ochtend tot de aovend verdoet." .Mijnheer de beron" spotte ze schamper. IK trachtte haar te kalmeeren. De man wekte door zijn treurig physiek uiterlijk mijn innigst medelijden op. Ik merkte al pratende, dat Vader inderdaad heet ziek was, terwijl de vrouw in hare onwetend heid en opwinding als gevolg van haar zoo moeilijk leven, hem lui oordeelde. Het voort durend twisten maakte de huiselijke om standigheden des te treuriger. De kinderen stelden Vader eenparig boven Moeder. Vader, bij wien ze zich gewoonlijk in een meer rustigen, genoegelijken toestand bevonden dan bij Moeder, die den laatsten tijd het VOGELBESCHERMING Ingesloten door de villa dorpen De Bildt, Bilthoven, Bosch en Duin en Huis ter Heide, ligt een gelukkig nog ongeschonden terrein bosch CD heide, gevormd door de land goederen Houderinge, Noord Houderinge en Beerschoten. Het is ongeveer vijfhonderd hek (aren groot en vormt voor die nu reeds vrij dicht bevolkte streek een onwaardeer baar gebied van frisch natuurschoon, waar van die bewoners profiteeren, zelf»al zetten ze nooit een voet op het terrein. Dit is ingezien door een bekend jong ornitholoog en vogelbeschermer, die met toestemming van den eigenaar en met medewerking van de Vereeniging tot Bescherming van Vogels op het landgoed Noord Houderinge in het najaar van 1916 een honderdtal nestkastjes aanbracht, een getal dat hij 1918 mocht verdubbelen. De uitkomst van zijn be moeiingen is, dat de vogelbevolking van dat landgoed meer dan verdubbeld is en dat de mogelijkheid bestaat, dat al de om liggende villatuinen, waar de bewoners (de menschen n.l.) de noodige belangstel ling betoonen, nu ook de kans hebben van verrijkt te worden met veel schoon vogelleven. Het aantal broedsels van verschillende meezensoorten steeg in n jaar van 34 tot 110, dat .der gekraagde roodstaartjcs van 22 op 44, de totale toename bedroeg 175 pCt. Een prachtig voorbeeld van hetgeen =n goedgezind mensen tot stand kan brengen. Hoeveel is in ons*land op dit gebied nog gezin regelmatig verstoorde door hare wisse lende stemmingen. Uit hunne verhalen maakte ik het vol gende op. Jan is een verwende eenige jongen onder vele zusjes geweest. Zijn Moeder had hem, haar te groote liefde ten spijt, allerminst voor het leven opgevoed. Door zijn aardig uiterlijk zijn gesolgneerde kleeding en zijn bekoorlijke manieren had hij het hart van de knappe werkzame Lien veroverd, ofschoon hij eigenlijk geen bepaald vak kende. Dergeiqke liefde blijkt meestal niet be stand te zijn tegen diepe misère. Zoolang er overvloed van werk en de man niet ondervoed was, had hij het gezin nog wel kunnen onderhouden. Hij is kruier. Juist over zulke zwakkelingen heeft de nood der tijden zooveel ellende gebracht. Hij is door zijn aanleg ondanks zijn jeugdigen leef tijd van drie en dertig jaar niet meer in staat zware koffers en manden de trappen op te dragen, of een beladen kar een eind ver te r^den. De stakkerd is dus voor een groot gedeelte zijn kostwlnning niet meer meester. Da klanten zijn zuinig geworden met het laten doen van boodschappen. Er wordt zooveel minder verkocht, waardoor ook het innen van rekeningen, dat hem vroeger nog aardig wat inbracht, vrij wel verloopen is. Het gelukte mij Lien te overtuigen, dat ze een besten man heeft, dat hij evenveel haar hulp verdiende als zij de onze, en dat door eendracht het zwakke sterk, door t wee dracht het sterkste zwak werd. Ik vertelde haar, dat twee zwakke struiken, door zich ineen te strengelen, een zwaren storm doorstaan. Ze moesten samen weer later zonder hulp van anderen het gezin boven water houden. Daarmede greep ik de eerbare Lien in het hart. Ze wilde meehelpen haar man geschikt te maken voor een en ander werk, waartoe hij bij onderzoek de capaciteiten bleek te bezitten. Hij schrijft een fraaie hand, kan ook vlug typen, dat hij in zijn vrije uurtjes bij een buurman geoefend heeft. Hij is vaor kantoorbezigheden nog best bruikbaar. Jan wilde niets liever dan dat, biechtte volledig, dat zijn gemoed er tegen in opstand kwam, als Jan de Wasscher" in het gezin te fungeeren, waartoe zijn vrouw hem had aangewezen. De man is bij onderzoek in een lichten graad tuberculeus bevonden. We mogen een spoedig geheel herstel verwachten. De vrouw heeft in hare zorgvolle omstandigheden een tijdelijk weekgeld gekregen en een hulp, die het mangelen waarneemt. Na de geboorte van haar kind wil ze haar geldelijken steun verminderd zien en weer zelf flink aan het werk gaan. Er heerscht in echt paar s beider gemoed een dankbare, vredige stemming. Ze heeft nog nnze hulp gekregen. Ze blijft door onze hulp in haar woning. De man sterkt dagelijks aan door onze hulp, maar we zijn lang niet almachtig. Er zijn zoovele ernstige gevallen. E. W. ASSCHER iminimiiiimimiiiiiii Moderne Meisjesportretten III Teekening van Is. van Mens .919. De Sporting-Girl Een knap gezond dédaieneus gezicht, met heldere oogen. De haren los en kroezig opgemaakt maar nooit slordig. Blouses met wijd open halzen, een leeren ceintuur, een korte rok waar stevige beenen onderuit te verrichten. En wat een heerlijk werk is het ook. Wie daar van meer wil weten, leze het artikel over Noord-Houderinge van D. Tollenaar in het Jaarboekje der Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Vogels, dat dezer dagen aan de leden is toegezonden. Ziehier een staaltje: .Nooit zal ik de Zaterdagen vergeten, dat ik een acht uur achter elkaar de nestkasten moest controleeren. Met een licht laddertje op den rug diende ik de 200 H.A. op alle wijzen te doorkruisen en dik wijls brandde de zon geweldig, als ik over heuvelachtige en mulle zandwegen dwars door de heide mijn weg volgde. Maar daarvoor werd ik dan ook telkens weer beloond door het gezicht van een stel prachtige jonge pimpels, die ik boven op hun blauwe koppen keek, of een nijdig sissende koolmees, die zijn eieren kracht dadig wenschte te verdedigen; dan weer was het nestkastje veranderd in een la waaiende muziekdoos met jonge draaihalzen. Dikwijls wachtten mij ook verrassingen. ik vond een blauw roodstaartjes-ei en een nest met koolmeeseieren, waarop de oude koolmees rustig broedde, of ik vond een roodstaartje in een geweldig groot nest kastje van spechten; een spreeuw had een nest gebouwd met tientallen groote glasen porceleinscherven. Dan weer zag ik een paar vleermuizen, als ik nieuwsgierig naar binnen keek, want die slapen er ook geregeld in; of ik vond het nestkastje omge hou wd door wespen. Onderhand zongen de zwarte meezen altijd snel en vroolijk in de dennen hun helder liedje en de roodstaartman met zijn schitterende kleuren zong overal, waar maar open plekjes in t bosch waren, zijn prachtigen klankvollen zang met allerlei imitaties, vooral van koolmees, rood borst en braamsluiper". komen. Nette schoenen van een breed makkelijk model, 's Winters jerseys van «en brutale kleur en een muts die er bij hoort, of een blanke* coat, met groote wflde ?zakken. Ze heeft flinke goed gevormde handen, met een enkele ring, en geeft een termen handdruk of ze een racket of hockeystok omklemt. Ze rent bij elk weer door de stad op haar fiets. Als ze loopt heeft ze graag een boxer of Fransche bull-dog bij zich aan een korten stevigen riem. Ze sjouwt met groote passen,haar handen in den mantelzak, een beetje vooroverge bogen, vlug en energiek. Ze praat luid, lacht graag luid en helder, is onverschillig en ongegeneerd in haar conversatie, en nonchalant in haar houding, puft sigaretten als een werkman zijn pijp. Haar kamer is in een wonderlijk Engelsen universitelts stQltje. Een divan met een dikke harige vacht als divankleed. Linten, insignes, kiekjes van picnics, van hockey en tennisveld, van toeren te paard, en tochten op het ijs, slingeren overal. Aan den wand een Engelsen plaatje van een mailkoets en sportcaricaturen. Bibelots van hetzefde genre. In den hoek van de kamer een racket of een hockeystok. Een open baardje, met een lage met crétonne bekleede gemakkelijke Oxfordchair, een laag tafeltje, en de mand waarin de boxer of de buil ligt te slapen. Een reusachtige cigarettendoos, met een plaatje van een vossen jicht, roodrokken te paard en een meut honden, die een vos najagen op den deksel, en een aschbak met een hondenkop op het tafeltje. In haar makkelijke stoel leest ze novellen en rookt clgaretten. Ze heeft een theetafel met een servies met flinke groote koppen, en heeft vaak bezoek van sportvrienden en vriendinnen. Ze kan uitnemend theezetten en presenteert daarbij Engelsche versnaperingen als toast, sandwiches met komkommer of tomaten, be schuitjes met een flik en allerlei soorten cake. Zoo is en leeft het sportmeisje, vroolijk en luidruchtig, baar leven vullend met hockey, tennis, roeien, paardrijden, schaatsenrqden, golf en andere vermoeiende drukke bezigheden, en weert zoo de sentimentaliteit die haar leeftijd zou kunnen meebrengen, en het verlangen en begeeren van haar vrouwelijke natuur, tot ze verliefd wordt en trouwt met een rijken jongen,die goed crikket, rijdt of roeit, vroolijk en oppervlakkig is als ze zelf, en haar kort na haar huwelijk een two seater, een rijpaard of een motorbootje, en aan het einde van het eerste huwelijks jaar een stevige baby schenkt. ARIËT TE niiiiiiitmiMiiiiiimiMiiiiiiMM Frissche Lucht door het Torentje" Ia lang heb ik geen bericht met zooveel genoegen gelezen als dat, voorkomende in het stukje van D. Hans in 't nommer van Stad en Land" van 30 Nov. over mr. J. B. Kan. Van boven af komt nu misschien de victorie van de frisscne lucht, uit onze hoogste regeerlngsbureau's l Kan het mooier en epvoedmder en meer kans belovend op succes? Hij, mr. J. B. Kan, onze staats secretaris voor algemeene zaken, hij de blijver, als ministers gaan en komen, hij dweept met frissche lucht, zit met open ramen, ook als 't koud is, en blijkt niet alleen een allround sportman, maar iemand, die de hygiëne toepast eiken dag en ieder uur bij zijn werk en bij zijn uitspanning. Het hameren op het aambeeld van de frissche lucht het f t dan toch effect. Menig maal lijkt het, of alle pleiten erover aan doovemansdeur terecht komt. In treinen lijdt men nog duldelooze kwalen, als men niet van vieze lucht gediend is; in gangen van huizen is het soms ellendig gesteld met de luchtverversching. Hoeveel voordeuren mis sen de gelegenheid om versche lucht binnen te laten, terwijl het absoluut noodig is a in de voordeur n in de achterdeur ramen of deelen van ramen te kunnen openzetten. In ziekenhuizen zelfs, hoe pooverkanhet daar met de luchtverversching gesteld zijn) Ik heb nergens intensiever etenslucht moeten inademt n dan voor twee jaar in December op de gangen van het ziekenhuis aan den Singel te Deventer, en Ik vrees, dat die inrichting geen uitzondering is. Bij weinig brandstof is het natuurlijk m.oe>lijker dan in perioden van ruime voorziening in die behoefte, maar ook nu kan men toch vast houden aan het beginsel, niet in doode lucht te willen ademen, dat is, in lucht, die niet met de buitenlucht in direct verband staat. Maar o, al erkent men het beginsel, er is Wie zou niet gaarne meewerken aan vogelbescherming? Er zijn in ons land een menigte buiten plaatsen, waar tot heil van de omgeving op deze manier de vogelstand zou kunnen worden uitgebreid. Ook ken ik wel enkele eigenaars, die ook .met een licht laddertje op den rug" hun plaats afloopen en zich verheugen kunnen in het bezit van een groote schat aan vogels. Een ervan vertelt in hetzelfde jaarboekje van den boomklever en hoe die zijn nest bouwt van zeer dunen velletjes denneschors keurig geschikt, zoodat het geheel wel een bruine roos gelijkt, waar nog zoo'n groote afstand tusschen zeggen en doen l En in dezen, net als met zwemmen en met lichaamsoefening, is het alleen de daad, die zegeviert en u den onvergelQkelijken schat van de gezondheid kan bezor gen. U, dat wil zeggen, allen, ook hun, die van huis uit niet sterk zijn. Gezondheid kan best een kunstproduct zijn, geloof dat vrij l Lieten de menschen al hun andere kunsten daarvoor maar eens in den steek l A propos van zwemmen in de open lucht, sinds 1900 houd ik het trouw in den winter vol en ben er nog altijd evenzeer mee ingenomen. Dat heeft D. Hans op zijn ge weten, dat ik nu alweer in dat oude thema verval, hij, die met jonker Frans pit en kracht geeft aan het Gele Weekblad. Hij heeft verteld van den frisschen wind, die er waait door ons Torentje;' aan den Vijverberg, althans wis en zeker door de buieau's van onzen staatssecretaris. Als dat eens een symbool mocht zijn! Onze be stuurslichamen de dragers van gezonde hygiënische begrippen l Wat zou er een spin rag worden weggevaagd en hoe helder en kloek zou de altijd navolgende massa de werkelijkheid onder de oogen leeren zien I Per slot van rekening is alles veel een voudiger, dan wfj denken, ook het hand haven van gezondheid en gezonde opvat tingen, als wij maar durven zijn, wat ons innerlijk bewustzijn ons als goed en voor ons wenschelijk aanwijst. FREDEPIKE J. VAN UILDRJKS llllllllllllllllllllillillllllilllllllllllllllllllllllllllllllllillMiliitllliiiiiiiiiiiig Vrouwen in de Gemeenteraden De Tweede Kamer heeft hare deuren voor de vrouw geopend; nu is de beurt aan Provinciale Staten en Gemeenteraden. Eigenlijk hadden de gemeenteraden moe ten voorgaan. Op geen enkel politiek terrein zal de vrouw zooveel kunnen uitrichten als daar, juist, omdat op dit terrein men beweert het wel eens l de politiek niet oppermachtig is... gelukkige gemeente, waar zij het inderdaad niet is l En ook is dit terrein het gemakkelijkst te overzien; het reikt niet verder dan de eigen woonplaats. De vrouw in den ge meenteraad, dat is de gemeentelijke huis moeder. En verkeerd zullen de handen haar niet staan. Hoeve»l nuttigen arbeid verricht ze al niet, in dienst der gemeente, als lid van de schoolcommissie, van het armbe stuur, in commissiën voor volkshuisvesting en ziekenhuizen, en in den aller-modernsten tijd in de levensmiddelen commissies! Zoo ergens, dan is in den gemeenteraad hare plaats bereid. Zal ze er komen, in het vredesjaar 19 9? Er is reden, om het te gelooven. Al te goed geloof zou echter gevaarlijk kunnen zijn en actie blijft geboden. Het bestuur van de afd. Amsterdam van den Ned. Bond voor Vrouwenkiesrecht heeft een schrijven gericht tot alle te Amsterdam gevestigde klesvereenigingen, om er op aan te dringen, dat bij de a.s. gemeenteraads verkiezingen ook vrouwen op de candidatenlijsten zullen worden geplaatst, Aan dit schrijven werd toegevoegd een IQ s t met 22 namen van vrouwen, op wie het bestuur de aandacht der kiesvereenigingen meende te mogen vestigen. Reeds verklaarde een tiental dezer vrouwen zich bereid, om een candidatuur te aan vaarden, wanneer haar die door de eene of andere kiesvereeniging mocht worden aangeboden. Voor het begin mag men deze cijfers als zeer bemoedigend beschouwen. Natuurlijk is het aantal der vrouwen, die in aanmerking mogen komen, vél grooter de kunst is om ze te vinden en als de trouwens zeer begrijpelijke, eerste schroom overwonnen is, zullen ongetwijfeld velen bereid worden gevonden, om de lang niet altijd aangename nieuwe plichten op zich te nemen. De gemeentelijke huismoeder, zal ze er komen in 1919? Amsterdam mag het hopen l BERTHA LEDEBOER De Kluit, een der voornaamste bewoners van West-Rozenburg (foto A. Bardett) Twee menschen door den nevel Ik zag t wee menschen door den nevel schrijden, Zij gingen, arm' en handen dicht ineen, Ik zag, dat wat hen werklQk hield gescheiden, Hen schijnbaar innig te vereenen scheen. Die menschen waren als t wee boomen, eenzaam Die winter-witte mist heel stil omgeeft. Dit hebben ziele' en ijle boom gemeenzaam, Dat eendre grijze nevel hen omzweeft. TONY DE RIDDER dan de eitjes midden in komen te liggen." Een ander vertelt weer van uilen in het Wassenaarsche duin of van den sprinkhaanrietzanger, die alleen de wildernis wil be wonen en daarom moeten wij zorgen hier en daar een wildernlsje te behouden, als asyl voor mooie planten en dieren, die nergens anders kunnen aarden. De afdeeiing Groningen heeft in samenwerking met de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten een dergelijk stuk weten aan tekoopen. Ook op andere wijze werkt de Vereeniging. Zij tracht zooveel mogelijk te waken voor een goede uitvoering van onze vogelwet. Het is treurig en ergerlijk, zooals deze wet nog maar klakkeloos wordt overtreden en hoe onhandig zij dikwijls door de bevoegd moetende wezen autoriteiten wordt uitge voerd. Het allernaarste geval is wel wat er gebeurd is met den afgesneden Hoek van Holland of, zoo ge wilt, met de punt van Rozenburg, de Beer, het duin-schiereilandje aan uw rechterhand bij het invaren vanden Nieuwen Rotterdamscnen Waterweg, 't Is Staatsdomein, de jacht is er verpacht en de Scheurpolder ligt er vlak tegen aan. Als natuurhistorisch terrein is het een der wonderen van Nederland en van West Europa, zoowel om de velerlei strand- en duinvormingen als om de prachtige flora en de weergaloos rijke vogelwereld. Hier is de eenige plaats in Nederland waar de gele hoornpapaver voorkomt niet in een enkel exemplaar, maar in een flinke populatie tusschen strandwal en duinvoet. Hier groeit het duizendguldenkruid in prachtige ver scheidenheid. De duifibosschen wemelen van klein gevogelte terwijl de strandweiden, zandplaten en schelpstranden in den broeitijd vol liggen met nesten van zeezwaluwen, pleviertj's, scholekster en kluiten, kieviten, tureluurs en kemphanen. Vooral de kluitenbevolking is er buitengewoon talrijk en niets HUMORESKE Teekening voor de Amsterdammer" van Bidau Ehrhardt .f DE FORTE-CHANTEUSE II m'aime! Il m'ai-meüII m'a-i-m-e!!! Huishoudelijke Wetenswaardigheden Om wormen uit potpalmen te verdrijven, zet men den pot eenigen tijd in een emmer met water. De wormen komen dan te voor schijn. Men moet de planten daarna laten uitlekken en ze niet eerder begieten voor de aarde bovenop weer droog begint te worden. Wie vlug en goed groenten wil wasschen, menge wat zout in het water. Rupsjes, slakkrn en ander ongedierte worden gedood en komen aan de oppervlakte van het water drijven. Een weinig terpenen, in warm water op gelost, is het beste middel, om venster ruiten en spiegels schoen te maken. Ook spiritus helpt uitmuntend. Bij het wasschen van linnengoed iskorax te verkiezen boven soda. Niet alleen heeft men dan minder zeep noodig, maar borax maakt het waschgoed ook witter. Om vlekken van roode inkt uit het tafelllnnen te krijgen, bestrijkt men ze met versch gemaakte mosterd, laat deze er een half uur op inwerken, en wascht daarna de vlek met een spons na. In den regel zal de vlek verdwenen zijn. Gewasschen glaswerk krijgt men weer prachtig glanzend, door het na het drogen af te wrijven met vloeipapier. PAULINE NOYON-WAESDORP Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. lllllllllllllllllimillHIJtliiijiiiijjjiiiuj,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,^ :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWflREN E. J. VflN SCHflICK BOOTHSTRflflT UTRECHT II1IIIIIIIIIIIIM11IMMIIIIIIIIIIIIIIIIIII is mooier dan deze slanke, prachtige vogels in hun dartel spel langs de vlakke oevers van de Brielsche Maas. Op Texel broeden die kluiten ook wel en de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten bezit daar een prachtig broedterrein van de mooie vegels, doch daar zfln ze noch zoo talrijk, noch zoo schilderachtig gehuisvest als op het Staats domein aan den Waterweg. Nu zou je zeggen een Staatsdomein, dat is toch wel veilig en daar zal de vogelwet wel toegepast worden in het belang der vogels. Het zou wat l In de hongerverbfjsterlng van 1918 werd aan eenige personen ver gunning verleend tot het rapen van meeuweneieren en toen is zonder onderscheid van soort alles weggeroofd, ook de eieren van de kluiten. De Vereeniging tot B-scherming van vogels heeft ten slotte weten te ver krijgen dat zij na afloop dier vergunningen dat is na l Juli 1918 het terrein heeft mogen bewaken en daar die' watervogels nog al eens laat willen broeden, is er gelukkig ten slotte nog iets van terecht gekomen. Ook elders liet de Vereeniging terreinen bewaken o.a. het geheele eiland Schiermonnikoog en ook in het land der Friezen zoekt zij naar wegen, om daar tot een be vredigende toepassing van de vogelwet te komen. De Friezen zijn een groot en goed volk, maar het eierrapen zit hun in merg en gebeente, dat dateert nog uit den terpentijd Maar onredelijk zijn ze niet en er komen er gelukkig hoe langer hoe meer, die trotsch zon op den waarlijk eenigen vogelrflkdom van hun waterland. Alles met alles staat de Vereeniging tot Bescherming van Vogels er goed voor. Zij verricht op velerlei wijze vruchtbaar werk, vat haar taak ruim op en hindert de wereld niet met larmoyante verzuchtingen. Dat stadium is z{| reeds lang te boven. Zij waakt en werkt en is .vol vertrouwen". JAC. P. THIJSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl