Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTIRBAMMIR, W1E-KBCAÖVOOR MEDERLAM
l Febr. '». No. 2
Tentoonstelling van Nederland-Frankrijk", Genootschap voor Wetenschap, Letteren en Kunst in het Stedelijk Museum
* Joff e et sa rlvlère la Marne
(Illustratie alt: LeSoldat Francaisdans les Guerres,par Ouy Arnoux
DE FRANSCHR
TENTOONSTELLINüIN HET STEDELIJK MUSEUM
door Mr. H. K. WESTENDORP,
Vlce-Voorzlfter van .Nederland-Frankrgk"
Genootschep voor Wetenschap, Letteren
en Kunst
Het is niet de eerste maal, dat
NederlandFrankrijk'' Fransche kunst naar ons land
brengt: het genootschap begon haar werk
zaamheden met de groote tentoonstelling
van 1016/17. En thans herbergt ons gastvrij
Stedelftk Museum met zijn uitnemenden en
hulpvaardigen conservator wederom een
expositie van Fransche kunst, de kunst van
het bork, van de prent en van de medaille.
Zij maakt geen aanspraak op volledigheid,
maar ze werd dan ook reeds voor het
grootste gedeelte bijeengebracht In dien
moeilQken tijd, vórdat de wapenen rustten;
ze is derhalve ook geen
grbeurtenisjbetrekking hebbende op of ter viering van dat feit
in de moderne wereldgeschiedenls.de renais
sance van Frankrijk's grootheid, die haar
vrienden mét een hoogeen innige blijdschap
heeft vervuld. Wel is er natuurlijk veel, datjop
den oorlog betrekking heeft: want hoe zou
het mogelijk zijn dat de kunst van een
land, dat vecht voor zijn bestaan, voor alles
wat het leven waard maakt om te leven,
en dat dit volkomen weet, en zich met
rustige eerbied afdwingende kracht heeft
ingesteld op het eenig denkbare: de over
winning dat die kunst eene zoodanige
geesteshouding niet zou weerspiegelen?
Het is niet gemakkelijk een keuze te doen,
er is inderdaad zooveel, dat de aandacht
vraagt, omdat het mooi, of omdat het Inte
ressant is. Daar is allereerst de inzending
van de Imprimerie Nationale, die alle talen
der werc ld in haar eigen letterteekens drukt:,
maar hoe belangrijk voor lieden van het vak
deze inzending ook zij, ik meen datvrfjwel
het grootste gedeelte der bezoekers, na even
te hebben gebladerd in die boeken mrt hun
verwonderlijke teekens, zich liever zal ver
diepen in wat elders in vitrines en op
tafels is grexposeerd. Het mooie boek,
in een gelimiteerd aantal exemplaren ge
drukt waarvan elk exemplaar zijn eigen
nummer draagt, die schat der bibiiaphlelen,
wordt in ons land niet al te vaak gezien;
het boek waaraan alles harmonisch moet
wezen, waarvan het papier speciaal voor
dit boek werd gemaakt, de letters ont
worpen in overeenstemming en in even
wicht met de verluchting. Zulk een boek is
Toonkunst"
Men zal in Franz Schubert het ligt
voor de hand steeds allereerst den Koning
van het Lied blflven huldigen. Maar meer
en meer zal hij toch ook in zijn
reelzfld'gheid worden gekend. De greote
C-durSymphonie wordt bewonderd en met de
Unvollendete" wordt gedweept. Ver
chillende zijner kamermuziekwerken keeren ge
regeld op de programma's terug. Z x> ook
zijn kleinere pianostukken,de.Impromp'u*"
en de schoolmakende Moments muslctux"
in de eerste plaats, en wat hiervan niet
doordringen mocht tot de concertzaal wordt
toch in de huiskamer graag gespeeld en
aangehoord.
Er blijven echter tekorten aan te zuiveren.
De piano-sonates verdienen meer aandacht
dan er tot dusver, alihans in het op-nbaar,
aan geschonken Is. En de quatre-mains
mogen toch zeker ook riet langer van de
programma's geweerd blijven. Ik weet, dat
Willem Andrlessen en Evrrt Cornelis a! eens
over de mogelijkheid hebben gedacht om
enkele ervan te gaan uitvoeren, 't Zou prach
tig zijn, als ze 't deden l De keus is wel
hél ruim: Schuhert werd niet moede,voor
vier handen te componeeren, want die vier
handen waren de zijne en die van zjjn be
gaafde leerlinge op Zelész", Karoline
EsterhazY, het gravlnnrtje, waarvan hij zoo
innig veel hield, maar dat hij slechts in
tonen naderen mocht. Wat er aan
onverLes Amours van Ronsard met de voortref
felijke illustraties van Emlle Bernard in de
dition Ambroise Vollard. Van diens uitgaven
zijn nog meerdere stalen aanwezig. De ge
schiedenis van Daphnts en Chloë, zoo oud
en toch altijd weer even nieuw en charmant,
geïllustreerd door BonnardjVerlalnesSfl^esse
met gekleurde gravures van Maurice Denis,
en Parallèlement van denzelfden. Zeer
b'zonder is een 'ordin des Supplices met 20
teekeningen van Rodin. - Ook in de ëditlons
Mynial en Pelletan & Helleu zijn mooie
dingen; van de Iaat sten o.a. een zeer aan
trekkelijke Mlsantrope met composities van
George Jeanniot.
Van de actueele boeken mogen worden
genoemd Le Soldat Franfats dans les
G erres par Quy Arnoux, beginnende met
Verclngetorlx en eindigende met .Joffre et
sa rivière la Marne", de rivier die komende
eeuwen niet meer zullen vergeten, maar die
hij nu moet deelen met zijn roemruchtigen
opvolger Foch. Voorts Ce que dtsrnt nos
Morts van Anatole France en
FrgnceAmérique, beiden verlucht door Bernard
Naudin, den bekenden knappen
oorlogsteekenaar, van wiens vaardige stift veel werk
op de tentoonstelling is te zien. Zoo zijn er
eenige portefeuilles met reproducties naar
teekeningen en verschillende lithograpbien;
veel daarvan Is reeds zeldzaam of geheel
uitverkocht.
Onder de prenten, die langs de wanden
der zaal zijn gehangen, valt vooral het werk
van Hansi op. Met hoeveel genot zal hij
zijn Elzas in het tricolore pak hebben ge
stoken l L'. Prin'emps en Alsace heet een
plaat. De kerktorens en de daken der huizen
dragen de sporen van het bombardement,
maar wat nood! De lucht is blauw, de roze
meidoorn bloeit tegen de gehavende muren,
de ooievaar, die bode van g*Iuk, sta*t op
zijn nest, en uit elk venster steekt de Fran
sche driekleur! En dan is er La Marselllalse:
drie jeugdige Elzassertjes. die nu hardop
het heilige lied mogen zingen; de vrome
Prière de l'Altace van vór de overwinning,
en nog vele anderen. Van Poulbot, den
illustrator der gosses", twee alleraardigste
prenten: Les Btxeurs et La Quadrille. Min
der opvallend is de subtiele gratie van
Maurice Denis, maar interessant is zijn
werk in h«oge mate evenals dat van
Bonnard en Vuillard.
De zeer moderne Picasso is met een serie
etsen vertegenwoordigd, doch er is ook ouder
werk, litho's van Fantin Latour b.v. waar
onder de prachtige A Berlloz", en ten slotte
llllltflllllllltll'UlllllllllllllllllllUulltlllllUllllllllllllllllltllllllllllllllllll
gankelljke schoonheid, allereerst aan melo
dische heerlijkheid, in deze werken bijeen
ligt, dat is niet in een paar woorden te
zeggen.
En nu de composities voor koor. Schuilt
daaronder ook niet heel wat, dat niet alleen
onzen kflk op Schubert's schep
Mngsvermogen verbreeden zou, maar ook op zichzelf
en om zichzelf door het hedendaagsch au
ditorium hartelijk zou worden gewaardeerd?
Men herinnert zich stellig de zoete be
koring van Qrillparz^r's S'andchen", in een
vorig seitoen onder Mengelberg'* gevoelige
directie door de dames van Toonkunst",
met Lize Ohms als soliste, en het
delicaatsecondeerend Concertgebouw-oikest op zoo
verrukkelijke wijze uitgevoerd. Ook met de
plechtigheid van het tot de Ro
araundemuzlek brhoorende Geistergesang", voor
mannenkoor met begeleiding van koper, zou,
dunkt me, wel eens de proef te nemen zijn.
En hoe staan de tainsen voor Goethe's
Gesang d?r G-ister ber den Wass^rn", Psalm
23: Gott ist mein Hirt", het Magnificat",
ei het tweede Stahat Mater", waarvan ge
meld wordt, dat het bfl zfjn eerste uitvoe
ring, in 1841 te Weenen, zoo'n nitburdig
succrs had? Wfj brengen hier slechts enkele
van Schubert's gewijde koorwerken ter
sprake, en k>men too tot de mitsen, waar
van de laatst-gecomponeerde en
b-langrflirste, die in Es-dur, nu haar eerste uit
voering te Amsterdam he'ft beleefd.
Deze uitvoering, waarbij Mengelberg zich
voortdurend tot het uiterste heeft inge
spannen en waarbij ook allen, die onder
zijn leiding stonden, zich alle denkbare
moeite hebben gcgeve*, heeft slechts een
matig succes gehad. Wél is men natuurlijk
ond»r den indruk geweest van menigen ge
slaagden climax, stellig ook heeft men zich
verheugd over de rrelodiȑoweelde van het
werk, men is geboeid door verschillende
merkwaardige gedeelten in de partij der
Le Tank; Plaquette
een aantal uitstekende reproductieslinkleuren
naar Degas, Raffaëlli, Steinlen e.a.
Komt het wellicht omdat wij zelven zulke
uitstekende etsen bezitten, dat ons publiek
nog meer dan aan de prentkunst zijn aan
dacht schenkt aan de medailles en
plaquetten? Ik geloof zeker dat de meeste
bezoekers het museum verlaten als gelukkige
bezitters van een of meer exemplaren. Ze
zijn dan ook dikwijls heel mooi en altijd
aantrekkelijk. Wfj kennen de série historique
en de série moderne van de Monnaie de
Paris al van vroeger, maar onder de serie
de guerre zfjn er velen, die we voor het eerst
zien. Prachtig zijn o.a. Le Tank en
VOeuvre des Barbaren, de eerste vol van
victorieuse beweging, de tweede met de ir
wanhoop verstarde vrouwenfiguur bij het
kruis in het troostelooze oorlogslandschap
Willette, de oude teekenaar van Pierrots
en Colombines heeft thans ook op de
medaille zijn kunst beproefd en met schitte
rend resultaat Zie het devote gebaar van
Colomblne infirmlère, het hautaine in
Poursuite; Plaquette
Vlctoire, en vooral de meesterlijk uitge
drukte vervolgirtgswöede in Poursuite.
Van het werk van Pierre Roche noemen
wfj nog de klassiek aandoende 1916" en
de prachtige foute doublé" Noces d'or de
Guy nemer.,
Veel dank zijn wij verschuldigd aan een
drietal stadgenooten, die op ons verzork
bereid werden gevonden de tentoonstelling
met de schoonheden hunner collecties op
te luisteren. De heer Paul May vuldede groote
middenvitriremeteen keur van 18e eeuwsche
boeken in fraaie banden, waarvan ik er
slechts eenige wil noemen. De Oeuvres
de Crébillon in de uitgave van 1750 en in
die van 1785, belde in groen maroquin.
de F*bles de Dorat, de smakelijke 'ie
van S'erne's Voyare Sentlmental van 1746,
de Contes de la Fontaine in de bekende
litie der Fermlers géféreux, geïllustreerd
door Etse" met de fraaie culs de lampe
van Choffard. e^n der mooiste livres a
gravures du 18lème. Aardig is de catologue
des livres de Madame de Pompadour, een
veil'ngscatalogus van '765 met de prijzen;
interessant omdat er de belangstelling uit
blijkt, die zij toonde voor boeken van zoo
uiteenloopenden inhoud.
Uit vroeger tijd stamt hetgeen de heer
Anton W. Mensing ons zond, een Lyoneesch
handschrift op perkament uit het midden
timitittmiMiiimimmmiiiiiiuiiiiiittitiiiiiiiittimiiiiiiiimitiiciiiiiitiii
solisten, maar de totaal-indruk gaf geen
aanleiding tot enthousiasme.
Wat bovenal hinderde, was het détoneeren
van het koor. Men weet, aan hoe hooge
eischen in 't algemeen het Amsterdamsche
Toonkunst"-koor voldoet, en men voelt
dus, dat hier aan bijzondere oorzaken moet
worden gedacht. Ik voor mij der k in dit
verband in de eers'e plaats aan de Instru
mentatie. Deze heeft in luiver-artistieken
zin haar groote verdiensten, ze is bv. rijk
aan schemerige half tinten; maar practisch
is juist dit buitengewoon gevaarlijk. Het is
toch al zoo moeilijk zingen op het wijde
en sterk achteruit wijkende podium der
Concertgebouw-zaal. En het koor is z
s'erk bezet, dat het in de vereenigde stiij
kers op zi hzelf geen voldoendm steun
vindt. Het afdwingen eener juiste intonatie
op dit podium, bij deie opstelling, bij dezen
koor-omvang en bfj dezen
weinig-doordringenden orkestklank blijft ook voor den besten
dirigent een lastig probleem, aangenomen
zelfs, dat in koorgroepen als die van
Toonkunst" nergena ordt gestuit op on
voldoende energie en gebrekkig tonaal besef.
Mengelberg vocht met mannenmoed, en
zoo kwam steeds nog weer tijdig in orde,
wat eerst bedenkelijke verhoudingen scheen
te willen aannemen. Doch de moeilijkheden
openbaarden zich telkens opnieuw, en zoo
werk'e dit alles wel storend.
Ze*-r weinig voldeden over't algemeen de
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
MotordienstvanTeienburg
DAGELIJKSCHE MOTORDIENST
UTRECHT LEIDEN DEN UK DELFT
VliutinicheRig. Itrecht8chm«r26. Fygjèkafce. Houttuhuil
VICC-VERS*
l La Marseillaise
Teekening van Hansi
der 14e eeuw met miniaturen van Honoré,
enlumineur van Phillppe Ie Bel; een
LatOnsche bijbel, Noord- Fransen werk van 1280
en nog meer kostbare handschriften en
miniaturen.
Ten slotte is er nog een kleine vitrine
met enkele zeldzame, slechts in zeer beperkt
aantal gedrukte boeken, alle geïllustreerd
door den onlangs overleden schilder-etser
en houtgraveur Auguste Lepere, o. a.
Paysages Parisiennes, gedrukt voor den
Parijchen kunstliefhebber Henri Béraldi, en
vooral A Rebours van Huysmans met ruim
200 houtdrukken in verschillende kleuren.
Dit is het hoofdwerk van Lepere; het werd
door Roger-Marx genoemd Ie plus beau
livre francais lllustré, qu'on peut mettre a
cötédes chefs d'oeuvre typographiques de
tous les temps."
Laat mij thans nog iets mogen
mededeelen over het Genootschap
NederlardFrankrijk", dat in 1916 werd opgericht.
Ons land heeft ontzaglijk veel aan de
Fransche beschaving te danken; wij
moeten zorgen het contact niet te ver
liezen, Integendeel, wfj moeten trachten
de geestelijke banden met Frankrijk steeds
nauwer aan te halen. Vooral op weten
schappelijk gebied neemt dit land bij ons
niet de plaats in, waarop het recht heeft.
Al is de Franschs geest ons dlep-inner-,
lijk verwant, de taal waarin zij zich uit,
verschilt zooveel van de onze, dat voor
een langzame onopvallende penetratie,
die ons eigen wezen zou kunnen ver
vormen en wellicht schaden, niet behoeft
gevreesd te worden. Doch dit verschil
heeft ook een nadeel: de wetenschappe
lijke werken in de Fransche taal ge
schreven zijn hier te lande te weinig bekend,
worden door studenten en studeerenden te
weinig gebruikt. Nederland-Frankrfjk wil
hierin veandering trachten te brengen;
daarom zal een serie wetenschappelijke
catalogi uitgegeven worden, bevattende
een keuze uit de beste litteratuur op het
gebied der verschillende studievakken.
Er is echter ook een mate'ieele oorzaak
voor die mindere bekendheid aan te wijzen:
de Fransche boekhandel maakte het ons
niet gemakkelijk. Het Genootschap heeft
zich van het begin af aan met dit punt
beziggehouden; in het afgeloopen jaar ver
scheen een brochure Le Livre Francais en
Hollande, enquê-e aupiès des Hbraires et des
directeurs de revue en Hollande". De
tentoorstelling in het Stedelflk Museum, die
vooral ten doel hef ft het artistieke Fransche
boek hier meer bekend te maken, zal in
completeren vorm kunnen worden herhaald,
, waarbij ook de wetenschappelijke litteratuur
| aanwezig zal zijr.
Op het gebied van schilder- en beeld
houwkunst en kunstnijverheid zullen ge
regeld tentoonstellingen worden georga
niseerd.
Sedert de oprichting werden vele lezingen
voor de leden van Nederland-Frankrijk"
gehouden. Nu de oorlog voorbij is kan aan
deze uiting van het Genootschap meerdere
uitbreiding worden gegeven en het Bestuur
is reeds in onderhandeling met eenigen der
meest vooraanstaande Franschen; denamen
van Mauiice Barrès en Louis Barthou, die
in principe hun komst toezegden, spreken
voor zich zelf.
Doch niet alleen moet de Fransche we
tenschap en de Fransche kunst meer dan
tot dusver hierheen worden gebracht, ook
Nederland moet ginds meer bekend wor
den gemaakt. Reeds verleent het
Genooti schap zijn medewerking aan een
tentoon| stelling van Nederlandsche grafi che kunst,
' die binnenkort te Parijs en te Lyon wordt
- gehouden en er zfjn nog meer plannen in
i die richting in bewerking.
| Moge dan Nederland-Frankrgk" een
: centrum worden voor allen, die het met
ons doel eens zfjn
Een vitrine met boeken op de tentoonstelling
fuga's. Dit lag niet aan de uitvoering, maar
aan practische gebreken in den opzet. Ze
zitten goed r n knap in elkaar, deze fuga's,
maar ze klinken verre van voordee'ig en ze
brengen zeker ook niet overalc de beoogde
stijging. Moeizaam sleept zich het?Tusolus
sanctus" voort, en in het Et vitam venturi
saeculi" wordt de zeurigheid van het thema
bijna een kwelling. O, die draai op -saeculi'!
Men vraagt zich vol verbazing af, hoe de
geniaal-melodieuze Schubert op een
dergelijken ongelukkigen inval kon komen. Het
zal wel dit zfjn, dat deze groote vormen
hem niet conveniëerden, hem dwongen, zich
bij de conceptie geweld aan te doen.
Van opmerkelijke schoonheid was het
Et ircarnatus est", door Mevr. Nnordtwier
en de heeren Jos. Tijssen en Rud. van
Schaik met veel verhevenheid van klank
voorgedragen. De eigenaardige combinatie
der sopraan met een tweetal tenoren droeg
hier tot den weldadigen totaal-indruk in
niet geringe mate b?j.
Op denzelfden avond kregen we eene in
ieder opzicht geslaagde uitvoering van
Bach's Kantate Selig ist der Mann", waarin
Mevr. Noordewier en Thom. Denijs als so
listen veel echt-moois gaven en de
elitekern van het Toonkunst"-koor net koraal
Richte dich, Li<b«te" tot een treffend slot
maakte. Het orkest bleek tegenover de so
listen nu en dan wel wat sterk, overigens
klonk het voornaam als altijd, en
Rjnbergen speelde op voortn ff<? lijke wSze den
viool-solo bfj de aria: Ich ende behende
mein irdlscr>es Leben". Mengelberg diri
geerde en trad tevens op als cembalist, met
een wellicht ietwat drukke partij, maar in
leder geval op tal van plaatsen verrassende
kleuren mengend in het ensemble, dat ge
heel vervuld was van Bach-naiveteit en een
heerlijk levendigemuziek ten gehoore bracht,
die ten zeerste boeide en voelbaar contras
teerde met de matheid, die uit Schubert's
Mis, in weerwil van alle toewijding bij
leider en uitvoerenden, niet geheel te ban
nen was gebleken.
Hollandsch Strijkkwartet
Als noviteit bracht het kwartet
Leydensdoiff?Merries?Kint?Canlvez op zijn twee
den avond in dit seizoen het Pianokwintet
in a-klein van Vitezslav Novak.
Sindor Vas, die een uitmuntend pianist
is en in zfjn kunnen vooral het rhythmisch
element op prijzenswaardige wijze heeft
ontwikkeld, verleende zijn medewerking, en
elk der leden van hït kwartet vond in het
dankbaar geschreven s'uk genoeg van zijn
gading, zoodat een recht geanimeerde uit
voering verkregen werd, die aan het !an
der compositie z^ker niet te kort deed. Dat
het werk veel eigens vertoont, zal, denk
ik, niemand willen beweren.
Vór de pauze hadden we eerst
Beethoven's Opus 18, No. 6 i'Bes-dui) gehoord,
daarna Schubert's kwartet Der Tod und
das vaJchen", het tweede, dunkt me, be
langrijk gelukkiger dan het eerste. Beet
hoven s Scherzo verlangt een nog fijner
uitgewerkte voordracht, en in het Allegro
hinderde zoo nu en dan een zekere schelheid
in den klank Het Adagio deed het beter,
en in Schubert's werk raakten de heeren
bepaald op dreef.
Deze romantisch gekleurde muziek ver
oorlooft hun. zich vrij-uit te geven. Het
hartstochtelijke treedt er vaak in op den
voorgrond, en bij het weergeven daa<van
stoort niet zoo hrel gauw iets rulgs, iets
ruws in den klank; de muzikale bedoeling
vraagt eer de aandacht.
De variaties van het Andante gelukten
over 't algemeen uitnemend; het thema
kreeg Inderdaad zijn verschillende aspecten.
H. J. DEN HERTOG