De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 8 februari pagina 8

8 februari 1919 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

f DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 8 Febr. '19. No. 2172 ZELFPORTRETTEN Wff geven weder eenige afbeeldingen van Zelfportretten, onlangs tentoongesteld in de Eerezaal van het Stedelijk Museum te Amsterdam, door de Vereeniging St. Lucas. Op ois verzoik waren de schilders welwillend bereid er enkele woorden bij te voegen over de indlvldueele opvatting van hun kunst, of andere opmerking, welke zij van belang achtten. Terwijl publicisten met beminnelijke gemakkelijkhrid al of nirt voor openbaarma king geschikte opmerking-n over ons maken (.bij u, over u en zolder u") is het een beleefde gedachte, te vragen, wat wij schil ders dan wel zelf bedot len. Dit zelfportret dan is dat van een werkend mensch, heel anders dan men zich gewoon lijk een schilder (immers een dichterlijke soesebol) voorstelt. Waar is meer van een ,man van de daad" sprake, dan waar men, met handen en hoofd beide werkend, zich op de grenzen der onmogelijkheid en der eeuwigheid beweegt ? Welke (hoogste) gevoelens de schilder wakend of in den droom koestert, vindt men in zijn grooter zelfportret: zijn werk, dat is de wijde Tcxelsche geboortegrond met zQn tusschen verweerde hekken grazende schapen, e*enzaam en verheven, een schepenrijke, in schaduw gehulde achterbuurt, in haar rijk armelijk leven, waarboven zich een hoopvolle lichte lucht welft, en dan, doch liever zwijg ik en... schilder. Mr. S. F. B A K E L s TJERK BOTTEMA Spreken is zilver, Zwijgen is goud" TJERK BOTTEMA lilliiiiiiintiii iiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiii CARL LARSSON geb. 1853, f 1919 De bekende Ca/7 Larsson, een van Zweden's beste schilders en zeer stellig de meest populaire en buiten zijn land wijdst bekende, is 23 Januari overleden. Hij was een zeer vaardig teekenaar, die niet zoozeer in zijn groote decoratieve werken uitblonk als wel in zijn zuivere, zonnige aquarellen, teekeningen en olieverfstukjes, ontleend aan Carl Larsson met zijn kleine meisje H. HEYENBROCK Ik kan, me dunk', niet beter doen, dan een paar woorden aan te halen van mijn Amerikaanschen vriend Lee, die eigenlijk de eenigste is, die in nijverheid nog iets anders zag dan zaken. We doen dat samen al een twintig jaar, maar hij schrijft en ik schilder, en beeldende kunstenaars, zooals u weet, schrijven niet. Ik hoop, dat dit telegram van .The Voice of The Machine" niet te lang zal zijn. What it means to our religion and to our life and to our art, thls great athletic upllft of the world I do not know. I only know, tbat so long as the fine arts in an age Hke this, look down on the mechanlcal arts, there shall be no fine arts. I only know, that so long as the church worshlps the laborer's God, but does not reverence labor, there shall be no religion in it for men today, and none for women and children to-morrow. I only know that so long as there is no poet amongst us, who can put himself into a word, as this man, my brother the engineer, is putting himself,, into hls engine, the engine shall remove mountains and the word of the poet shall be buried beneath the mountains." H. HEYENBROCK SCHILDERKRONIEK GOUDEN MEDAILLES Toorop heeft een paar weken geleden van de Regeering een Gouden Me daille gekregen (waarom niet op z|n verjaardag, toen h| zestig werd?) Tegelij kertijd kreeg Haverman een dergelijke, zilveren, en Breitner eveneens een Zil veren. Dit is eenvoudigweg wat de Franschen noemen Une gaffe". Toorop, een gouden, was juist, en was natuurlijk; overeenkomstig zijn wezen, werk, en ver diensten. Maar even zeer juist, natuurlflk, overeenkomstig wezen en werk, was het Breitner een gouden te geven. Niemand kan dat betwijfelen ; alleen de Regeering kon zich vergissen. En ik vraag me af: Wie adviseerde in deze, of wie gaf? Het moet een onkundige geweest zijn; iemand, die ten een en male niet op de hoogte is van eigen huiselijkheid. De gezellige opge wektheid van een werkzaam, doch niet jakkerend, ordelijk doch niet pietluttig huishouden, de gezonde uitingen van een alles behalve armoedig en onverzorgd, doch nergens verfijnd of hyperbeschaafd leven heeft hij de wijde wereld toe- ge schilderd en geteekend in zijn werk is en wordt door duizenden toegelachen en als opwekkende, lichte, doch ongemeen vaar dige en degelijke kunst genoten. Liefde voor vrouw en kinderen, mannelijke teederheld zonder eenige sentimentaliteit, tevre denheid en huiselijkheid zijn mede de sym pathiekste zijden van het leven, waarvoor hij opkomt in zijn kunst. Vooral zijn Haus in der Sonne", een der deeltjes van de Blaue Bücher" in 80.000 exemplaren verschenen, maakte hem buiten Zweden b'kend. Wij reproduceeren hieruit zij n eigen portret, waar hfl een meisje uit zijn kinderschareop het hoofd draagt. Het is van 1895.Hij was toen twee-en-veertig. Ia das Haus in der Sonne" beschrijf hij, hoeveel moeite hij gehad heeft, om die kleine meid zoet te krijgen en aldus, vór den spiegel af te beelden. Larsson (die ook etste en beeldhouwde), was in '853 te Stockholm geboren en be gon als rettucheur bij een fotograaf. Weldra werd hij bekend door zijn geestige illustra ties en karikaturen en ping toen spoedig ook de schilderkunst beoefenen. Hij maakte ook eenige groote wandschilderingen, o.a. 3 allegorieën in de Fürstenberg-Galerij te Stockholm, een cyclus in het traphuis der meisjes-school te Gotbenburg enz. Een zijner bekendste schilderijen is het .Atelier Idylit" (zijn vrouwjKarla en hun eerstge borene) in het Museum te Stockholm. W. MIIMHIIIIIIIIII UIIIIIIIMIIMI iiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiii MlEBtoel 1GDFESKD Bruckner Als er een sytnphonie van Bruckner ging, mochten :zijn leerlingen hem geen bloemen geven!; wie het toch deed, werd van het conservatorium weggejaagd. H. BERSSENBRUGGE, PORTRETFOTOQRAAF ZEESTRAAT 65, naait Panorama Mnii| OEN HAAG. Tel. 1538. onze schilderkunst. En waarom moet Breitner, zoo iets, een hoogst eerbewijs hebben? Breitner is, na Jacob Maris, en hij is meer verwant met dezen dan soms gedacht wordt, Breitner is na Maris, het grootste, hartstochtelQkste scnllderstempirament, dat we gehad hebben. Hij heeft zich zoodanig vele jaren lang betoond; hij is als zoodanig ge ëerd door ons, en gezien en ge-eerd in het buitenland. HJj is een der Hollanders, die Holland voor de wereld in hartstochtelijk schoon hebben verdedigd en zoo iemand, temperament, type, schilder en schilder bovenal, leider van een aantal expressies, natuurlijke uiting, en sterke uiting, zoo iemand, een impressionisme vertegen woordigend op belangrijke en hollandsche wijs, geeft men, geeft een juist ziende Regeering het, hoogste, wat z< te geven heeft en Toorop zelf is, en is dat natuurlijk in zijn wezen, een kunstenaar omdat dadelijk, gemak kelflk, en hoog te erkennen. De Regeering heeft dus niets te doen dan deze grove fout te herstellen. EEN IJLEINE FRANS HAL»IN HET MAURITSHUIS (BRUIKLEEN) *) Dit mansportretje (bruikleen van Bredius Th. a Th. van der Hoop van Slochteren) stelt een jonge man voor, bflna een profiel, verlegen, ietwat, lachend. Het is een der groote werken van Hals; het vertoont zijn eigenschappen niet op meest schllderlijke, of meest vlotte, geestige manier. Het is in een ellips geschilderd; de man zit, en ge ziet zijn romp; zijn hoofd, gedekt dooreen grooten hoed. Het is in bruinen en grauwen, met enkele andere kleurtjes. De kraag is wit, een rood lint komt daar van onder. Beneden vindt ge wat groen, wat rood, wat blauw en met de kleur van de wangen etc. mee is dat, wat hier niet behoort tot de bruinen en grauwen. Het is, zooals ik schreef, levendig, toch sober. Maar het mist het feillooze, wat juist bij schilders als Velazquez en bij Hals een waarde is. BIJ hen kunnen de vormen dat aangeduide, toch gansch het samenstel insinueerende hebben, wat juist zoozeer als een bewijs van meesterschap aandoet. Dit vindt ge in dit mansportretje niet. De hand is niet, als volumen, geheel in orde, en evenmin is dat het geval bij den naar u toekomende arm. En dit moet en mag hier genoteerd worden. Hals is een schilder van algemeenen, bizonderlQk dezen tijd aan genamen roem, ei zulks moet volledig worden gecontroleerd. GROEPEN IN PULCHRI STUDIO, i. De hocfdgroep van deze uitstalling was die van M. S c h i l d t. De bekende eigen schappen en de bekende tekortkomingen waren hier te vinden. Schudt is een zorgend, nauwkeurig werker, haast schreef ik een werkman, maar* f och nooit van die tech nische volledigheid, dat de techniek alleen een verrukking is, een schilderkunstige verrukking. Hl] is in zQn kleur daarenboven nooit zeer persoonlijk, of verfijnd; het ge heel van zijn werk maakt een indruk van burgerlijkheid, degelijkheid, maar verheft niet; het is sollditeit zonder groote waarden erin (de beste werken waren, een boereschuur, een vrouweknp, een bezige vrouw, een stadsgezicht met sneeuw Van de Rouvllle waren de twee meisjeskoppen (l werk) het meest aandoende; Roodenburg zond etsen, en teekening; Roeloft (W Ir.) harde werken, Willy S uiter een beter, Meisjeskopje met kap, Schreuder van de Coolwijk was on zuiver en een Badende Vrouw, van Van Meegeren was een werk (96) aquarelachtlg geschilderd het minst vluchtige; van Lely veld heeft, als type, een va'schen zwier. Ten slotte vermeld ik de Koelen (29) van M. Rob Janssen. PLASSCHAERT *) Zie foto vorig weekblad. Dit teekent. Zat Brahms niet in de com missie van toezicht? En ging Bruckner in het afficheeren zijner vereering voor Wagner niet zelfs zoover, dat hij sommige motieven uit diens werkenopongelooflijk-naïevemanler in zijn eigen symphonleën te pas bracht? Brahms was in Weenen de groote man, en tegenover hem moest de Wagneriaan Bruckner klein gehouden worden. En de reactie hierop heeft volkomen natuurlijk met zich gebracht, dat Bruckner, vooral onder de fanatieke tegenstanders van Brahms, is gaan gelden voor grooter dan hij in waar heid was. Tot in het heden en tot in ons midden heeft dit doorgewerkt. Zoolang er nog n Bruckner-symphonieten onzent onuitgevoerd blijft, zal de roep em mér Bruckner niet verstommen. Er komt meer Bruckner, en teleur stelling tevens. Die teleurstelling het behoeft rauwelijks vermelding ligt hoofd zakelijk in de vernieuwde bevestiging van wat reeds lang overbekend is: Bruckner concipieerde slecht. Maar laat ons eerst over iets anders spreken: zijn instrumentatie. Er zijn er, die ze uit bundig prijzen e" die zich beijveren aan te toonen, noezeer Bruckner in dit opzicht zijn voordeel heeft gedaan met het gtoote voor beeld van Wagner. Anderen zijn voorzich tiger; onder hen is Dr. Karl Qrunsky te noemen, toch ook een van de lofredenaars. Hij laat zich ongeveer als volgt uit: BACE-AÜTO Aangeboden 2 a 3 pers. race auto OPEL", torpedo-boot carrosserie, geblindeerde wielen. Zeer elegante wagen. NIEUW. Te bezichtigen bij Firma GE. Mm Filiaal AMSTERDAM, 26 Jacob Obrechtstraat. IN PORTUGAL Teekening voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck Op het Korfbalveld. Een Spel dat lang duurt iimilllliui iiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiirrMiiiiiMiinniMniiiiiiniiiiiniiiMiiiiiiiiiiiiiiHMiiiiHiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiniii Collectie Goudstikker is wederom verrijkt met eenige werken van den allereersten rang afkomstig uit beroemde binnen' en buitenl. collecties De werken zijn tentoongesteld in de kunst' zalen der firma KALVERSTRAAT 73 AMSTERDAM iiiiMiiiiiiiiiiiiMiMimiiiiiiiiimiiiiiiiii Direct uit Bruckner's meesterschap in het contrapunt vloeit zijn meesterlijke instrumenteering voort. Zij is druk geprezen, doch niet al te best begrepen. Het is onjuist, van haar kleurenpracht te spreken, als ware ze op het schilderachtige aangelegd, als werden gebreken op 't punt van vinding met haar hulp bemanteld. Neen, de instrumenteering staat in gezonde verhouding tot de muzikale gedachte: zij is de natuurlijke uitdrukking van den stemmen-rijkdom l Door de toebe deeling aan verschillende instrumenten komt iets waarlijk nieuws aan werking geenszins tot stand. De logische verhouding tuaschen de stemmen verlangt eenvoudig de duidelijk heid, de onderscheidbaarheid der orkest instrumenten. Een bijzondere manier van opmaken", bijzondere kunstgrepen heeft Bruckner's muziek niet noodig: de klank verwerkelijkt de innerlijke logica " Ik voor mij zie het aanmerkelijk minder mooi, kan mij namelijk moeilijk onttrekken aan den indruk, dat Bruckner nog al eens luk-raak geïnstrumenteerd hei ft, bij de ver deeling zijner stemmen over de beschikbare instrumenten bitier weinig heeft nagedacht, herhaaldelijk en herhaaldelijk het eerst voor de hand liggende heeft gekozen, daardoor verhinderende, dat een maximum aan effect werd bereikt. Instrumentatorisch is Bruckner's kunnen belangrijk zwakker dan harmonisch en contrapuntisch. Maar het allerzwakst is de conceptie en wat daarmee samenhangt. Bruckner werkte met brokstukken. Om het verband bekommerde hij zich buitengewoon weinig. Men kan op den duur het vermoe den niet van zich afzetten, dat hij lederen nieuwen morgen opstond met de vraag: Wat zullen we nu vandaag weer eens hebben ?" Dit sterk-kaleidoscopische in den opzet der Bruckner-symphonieën maakt hetaanhooren wel zeer vermoeiend, en het wordt er niet beter op, als men zoo nu en dan den indruk krijgt, dat de componist weer eens van geen uitscheiden weet. Dit heet dan bij de lofredenaars een zlch-bewegen mit der ganzen musikalischen Unersattlichkeit seiner ernsten Natur!" In November, toen Evert Cornelis de Vflfde introduceerde, en nu pas weer, bij de eerste uitvoering der Eerste Symphonte onder Mengelberg, is de gegrondheid der oude klacht over Brucknei's van den hak op den tak springen, zijn onvoldoend verwerken van motieven en thema's, zijn breedsprakigheid vooral, opnieuw en overtuigend gebleken. Omtrent de Vijfde zij hier nog slechts aangeteekend, dat aan het slot het extra koper volstrekt niet de werking bracht, die men er zich van voorspeld had. En wat de Eerste aangaat, de uitvoering bleek in haar geheel, het werk slechts bij stukjes en beetjes te waardeeren. Verschillende op merkenswaardige melodische wendingen, een aantal interessante harmonische combinaties, zeker, ze zijn onze aandacht niet ontgaan, maar tot een volop genieten is het niet gekomen; en voor zoover hier of daar 't een of ander inderdaad gepakt had, werd de herinnering daaraan en de nawerking ervan geheel te niet gedaan door de alleronmogelflkst-uitgesponnen Finale. Bötiler's bekend silhouet in 't programma: .Wagner, een snuifje presenteerende aan Bruckner" kreeg dezen avond eene bijzon dere ironische beteekenis. De Brucknersymphonie werd namelijk gevolgd door het Lonengrin-voorspel en de bekende Trlstanfragmenten. Allerverrukkelljkst klonk Kr ger's Engelsch hoorn-solo, en al zijn col lega's ontlokten aan hunne instrumenten den edelst-denkbaren klank, terwijl Mengelberg vooreerst zuiver-technisch weer eens het allerhoogste wist te bereiken welk een eenheid, wat evenwichtigheid, en welkeen worderbaarlijk-geslaagde Absttfung"! en voorts alles in reine poe de deed leven. Hoe boeiend bleek weer deze muziek, dank zij de voortreffelijke verzorging van alle elementen erin. Welk een macht over den vorm, welk een vaardig voortspinnen der muzikale gedachten, hoe welbewust-neergezet overal de lijn, hoe klaarde polyphonie, hoezeer alles in overeenstemming met de natuur der instrumenten, welk een zingen, zingen al maar voort l Inderdaad, het was een hél fijn snuifje. H. J. DEN HERTOG NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP MotordienstvanTetenburg DAGELIJKSCHE MOTORDIENST UTRECHT LEIDEN DEI HUW BELFT Vliutioutimg. ItnchtichmerZi. F,gjékitfi6. Houttiniil VICl- VI RCA

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl