Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
22 Febr. '19. - No. 2174
Teekenlng voor de Amsterdammer"
van Wybo Meyer.
De aandacht in dit opzicht verdient ook
de belangrijke uitbreiding der beleeningen b IJ
de Bank sedert einde Januari. TerwjJI de
Bankstaat per l Februari een bedrag van
ca. f 137 millioen aan effectenbeleeningen
aanwees, was het ep 8 Februari tot ca.
? 217 millioen gestegen om per 15 Februari
weder tot ? 186 millioen te dalen. Voor een
deel houdt dit vermoedelijk verband met de
storting op de nieuwe Staatsleening, daar
zich een dergelijk maar niet in zoo sterke
mate verschijnsel voordeed in het voor
gaande jaar bij de 4^ pCts. leening en in
1915 bij de vroegere 5 pCts. leening onder
Treub. Toen stegen de beleeningen respec
tievelijk van ? 68 millioen tot ?91 millioen
en van/135 millioen tot ruim/ 200 millioen.
Opmerkelijk is daarbij, dat het aandeel van
de agentschappen in de beleeningen in ver
houding thans zeer sterk is toegenomen,
nml. van f39 millioen tot ? 61 Vs millioen
en op een cijfer staat, dat slechts bij uit
zondering bereikt is en enkel overschreden
weid in de eerste maanden van 1915. Een
en ander schijnt er inderdaad op te wijzen,
dat in den laatsten tijd door de Agent
schappen zeer hooge eischen aan de Bank
zijn gesteld. En waar het bfj den
oogenblikkelijken stand van zaken in handel en
nijverheid niet waarschijnlijk is, dat zulks
voor de behoeften van den gewonen handel
noodig was, is de onderstelling niet te ge
waagd, dat de eischen voor de gemeenten
daarbij een groote speelden.
Hoe het ook zij, zooals reeds opgemerkt,
kan het niet anders dan toegejuicht worden,
dat de Bank, die hare middelen in de eerste
plaats moet beschikbaar houden om in de
behoeften van den legltiemen handel te
voorzien, tijdig een waarschuwenden stem
doet hooren tegen onvoorzichtig ge finan
cier van publiekrechtelijke instellingen.
J. D. SANTILHANO
iiiiiHMlliimiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiii
SS B L R N C H E
ClCFKRETTES
iiltiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimHiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
DE SMAK"
DOOR
MELIS STOKE
Met teekeningen van Is. van Mens
Ja, waarlflk, het was een smak, en
Bastiaanse was er nog beduusd van.
Het was geen val geweest, want hij was
heelemaal niet gestruikeld of duizelig ergens
af gestort. Hij herinnerde zich althans niets
van 't geen er geschied was tusschen dien
anderen tijd en nu, nu hij op z'n stoffige
kruk zat.
't Was gewoonweg ee_n smak geweest:
pats . . . daar zat hij beduusd om zich heen
te kijken ... een beetje versuft en ganschelljk
vervuld van een oneindig ziek en armzalig
gevoel.
daar zat hij beduusd om zich heen te kijken....
Hfj keek naar Bakels en van Veen, die,
ter weerszijden van hem, over den hoogen,
schuin-naar-hen-afloopenden lessenaar gebo
gen zaten. Hij hoorde hun pennen krassen
en hun oude-mannen-gesnuif, hij rook het
muffe kantoorluchtje van stof en ultgekrabde
tabakspfjpen, hij staarde naar de inktpotten
voor hem, en de papierleggers en de inkt
vlekken op het tafelblad, en hij bewoog
zijn schouders ongewend en onbehagelijk
in zfln te wijde kantoor-jasje.
De oude hangklok tikte aan den wand en
de koperen plaat van den slinger bewoog
heen en weer achter de stoffige glasplaat.
De bovenste ruiten tn de beide ramen
waren niet van matglas en daardoor keek
hij op naar de dichtbije gevels van de hui
zen aan de overzijde van de smalle straat.
Daar was een grossierderij in manufacturen.
Meisjes gingen daar af en aan met stapels
doozen en goederen; nu en dan zag hij ze
stoeien, of in groepjes voor het venster
staan; er waren heel jonge bij, met hangend
Een Vleugje Haagsche Wind
VOORJAARSHOEDEN
't Schijnt voor onze f reulei jes en mondaines
nu de juiste tijd om voorjaarshoeden te gaan
dragen.
Kleine zwarte ronde hoedjes bedekken nu
de krullige kopjes, die even uitsteken uit
de hooge kragen van dikke warme bont
mantels en breede cravattes.
't Geeft de ongevaarlijke roofdiertjes, de
speeische katjes, even iets ouschuldigs.
't Is de schoone dissonant, 't contrast, de
geest van contramine, de uiting van al
wat vrouwelijk is, de schoone leugen on
schuldig als een jour praatje, 't beminlfjk
onlogische, dat de vrouw demonstreert in
wat haar het dierbaarst is, in haar innigste
levensuiting, het toilet.
, 't Is het lachend willen tegenspreken van
het feit dat het vriest, dat het kraakt, terwijl
ze huivert in haar warme beestenvel.
't Is de uiting van niet te onderdrukken
lust naar afwisseling in kleeding, die alle
lijden en ongemak trotseert, als de mode
het wil. En de mode wil niets anders ooit,
dan de vrouw: opzichting en onlogisch zijn.
't Heeft voor de vrouw, de bekoring van
de gelegenheid iets nieuws te begeeren en
te koopen. "
Dit alles bedacht ik, toen ik van de
Haagsche Ijsclub naar huis gaande, een
freuletje mocht vergezellen, warm ingepakt
in een dikke vuurroode jersey, en een warme
roode muts over de ooren.
Met de rammelende schaatsen in mijn
verkleumde handen, moest ik even met
haar voor een hoedenwinkel naar de voor
jaarsmodes kijken. Ze zei me. dat ze 't nog
nooit zoolang zonder voorjaarshoed had
gedaan en troonde me mee naar binnen.
En toen ze daar het eene hoedje voor het
andere na paste was ze al vrouwelijkheid
in haar speeische zoeken en begeeren naar
een kleedingstuk dat volslagen absurd was.
's Avonds droeg ze het bij een gedecol
leteerde zwarte avondjapon en bloote armen
en leed met wellust van de koude voor
haar bekoorlijke kleeding.
Ik heb hetzelfde freuletje op een
zomerdag, terwijl we haast bezweken van de hitte,
haar verlangen hooren uitspreken naar een
bontmantel van chinchilla.
ARI
STEREOSCOOP
HUN WOONHUYS
Tegen twee uur j.l. Zaterdag, was op onze
lijn, zooals wij, bewoners van de Koninginne
en Willemsparkwegbuurt, lijn 2 noemen,
een druk verkeer.
Ik moest in de binnenstad zijn, had mij
daartoe in een van de wagens van onze lijn
genesteld en het mij, met het oog op de
hardrijder!}, die de gemeentetram tegen
woordig dagelijks organiseert, gemakkelijk
gemaakt, zooals de voorouders moeten
hebben gedaan, wanneer zij een reisje per
dilligence of trekschuit aanvingen.
De volte, er waren nog slechts enkele
hangplaatsen beschikbaar, deed mij be
grijpen dat er iets bijzonders aan de hand
was. Ik trachtte mij door een naast mij
zittende dame te doen inlichten, doch zQ
volhardde in haar houding van Ministerie
van Buitenlandsche Zaken en zweeg als een
gebrilde kamerkikker.
Tegenover mg zaten een jongen en een
meisje dicht tegen elkander, zooals kleine,
bruingevlekte siervogeltjes in een kooi kun
nen doen. De substantieven jongen en meisje
verlangen misschien eenige nadere aandui
ding, daar u anders mocht meenen dat ik
den schoolleeftfld bedoel.
Twee lievende menschen, zelfs Indien zij
ver over den heerlijk rekbaren middelbaren
leeftijd heen zijn, zijn voor mij altijd
kinde
haar, maar ook andere, die met verlangende
oogen naar bulten keken en hun krulletjes
"'> lf^
gs?&-waren niet van matglas en daardoor keek hij ....
verschikten. Ze keken ook wel eens neer
in het kantoortje... maar ze lieten hem
wonderlijk onverschillig... nu hrj daar zoo
armzalig zat in z'n ongemakkelijk wijd jasje.
In de straat was rumoer van sleepers
wagens en schreeuwende mannen, en kisten,
die met doffe slagen werden opgeladen...
Hij zat daar maar suffig op z'n kruk. Ja ja,
het was een heele smak geweest voor
Bastiaanse,..
*?*
Voor vijf jaren was hii voor het eerst op
dit kantoor gekomen. Toen was hij een
gore jongen-in-den-groei, zoo van de 3-jarige
H.B.S., met uitgegroeide mouwen, een lange
hals en een plakscheiding. Hij was schichtig
en brutaal tegelijk, las onbehoorlijke boekjes
onder z'n lessenaar, en Maandags, de voet
baluitslagen, 's Avonds deed hij slobkousen
aan en ging met z'n vroegere
schoolkame*raden slenteren en bierdrinken.
Maar reeds na enkele maanden van dit
weinig glorieus kantoorheer-schap, moest
hrj voor z'n nummer onder dienst. HO werd
uitgezocht en opgeleid tot militie-officier,
tegelijk met eenige andere sproetige
intellectueelen die, ever/als hij, geleerd hadden
dat (a + b) -= a- + 2ab f~ b- en dat
UIT HET
JANTJE
ren, bij het kindsche af. De verliefde
tijd is onze tweede jeugd, vandaar dat enkele
menschen eeuwig jong blijven. Dit zal u
duidelijk worden uit het gesprek van die
twee menschjes wier leeftijd ik schatte op
23 en 27 jaar.
Of," zeide het meisje; dit scheen een
naam te zijn, een naam in kinderlijkheid
gegeven, in elk geval een streel-naam. Of,
wat zullen wij een mooie meubels zien!"
Haar gevulde, blozende gezichtje, waarin
een paar blauwe oogen, hief zij naar hem
op en spiegelde in zijn bruine kijkers. Hij
antwoordde, eveneens gelukkig, terwijl hrj
zijn glacé-gehandschoende hand liefkozend
over het grijs van haar mof liet gaan, Na
tuurlijk, lieve, wij zoeken de mooiste uit."
Ja, hè, want weet je wel dat je voor mijn
jaardag ons huiskamer-ameubelement be
loofd hebt. Zaterdag nog niet, maar dan den
volgenden Zaterdag is het al. Weet je het
wel? Heb je het wel goed onthouden?" In
denzelfden kinderlijken, verliefden eigen,
TH. («ANKEN-:? H. V«HOED
Hofleverancier - Amsterdam
KUVERSTRAAT 216 -:- VILLEMSPARIWEG 8
TEL. NOS. 2040-1881 TEL. No. 1793 Zuid
BISSCHOPWIJN - PUNCH
Molière vele tooneelwerken vervaardigd had.
Intusschen werd hij, ondanks dezen
maatstaf en door het feit dat hij feitelijk
wel eenigen aanleg had voor de controle
en het beheerschen van gemilitariseerde en
mln-of-meer gewillige mede-knapen, een
dragelijk verlofsofficier.
Zijn betrekkelijke machtspositie en de
omgang met meer beschaafde jongelieden
van zijn leeftijd, deden een snelle verande
ring in hem plaats grijpen.
Hrj kreeg eenig zelfbewustzijn in zijn
optreden, leerde
plattelands-societeits-manieren en wende zich een reeks van uit
zonderlijke jongelui's-spreekwijzen aan, die
den oppervlakklgen beschouwer inderdaad
den indruk gaven dat er een overhemd onder
zijn tuniek moest zijn, terwijl daar nochtans
slechts een borstrok met korte mouwen mits
gaders twee losse manchetten waren, en meer
in zfln hoofd dan twee of drie Engelsche
liedjes en een groot repertoire van
smakelooze anecdoten.
Zijn dienst was het eerste in z'n leven,
dat hij met ijver volbracht al werd dan
ook deze ijver door angst voor straf geïn
spireerd, en zijne superieuren waren de eerste
menschen die hij aangenaam jegens zich
trachtte te stemmen.
Maar allengs groeide hij in de situatie;
een jaar lang leefde hij aan de grens, in
betrekkelijke afzondering met een paar be
schaafde collega's; daar verloor hij z'n
brute manieren van bazige kwajongen, daar
leerde hij zich ingetogen gedragen, en daar
leerde hij ook feitelijk pas voor het eerst
denken. Tot nu toe was al zijn doen en
laten slechts geleid geweest door een primair
gevoel van egoïsme en zelfbehoud. Toen
hij terugkeerde naar een gamizoen
inZuidHolland kon hij couranten lezen, en belang
stellen in andere dingen dan die hem zelf
en zijn beurs betroffen. In .zijn nieuwe
garnizoen werd hrj spoedig een prettigen
kameraad gevonden; hij deed behoorlijk zijn
dienst, bezocht schouwburg en sociëteit en
werd zelfs bij families geïntroduceerd als
iemand die in den handel" was.
Toen kwam de dag dat hij, tegelijk met
een aantal collega's met onbepaald klein
verlof vertrekken kon. Aanvankelijk had hij
lust gevoeld het gemakkelijk en aangenaam
luitcnants-leventje nog zoo lang mogelijk
vooit te zetten; maar om hem heen hoorde
hij slechts praten van aspiraties in de burger
maatschappij, en ook hij-zelf verbeeldde zich
dat hij nu wel een snelle en mooie carrière
in den handel zou kunnen maken.
Hij bezocht zijn vroegeren chef en deze
knikte hem vriendelijk toe, zeggende hem
onmiddellijk te kunnen gebruiken, wel op
SLUIT UW LEVENSVERZEKERING BU
VERZEKERD BEDRAG 65 MILLIOEN
1IIIIIIMMIIIIIIMIIIMMUIIIII1IIIIIIMIIIIIII1II
trant antwoordde hij Zou ik dat vergeten?
en dan nog meer Zaterdagen, en nog een
klein aantal, en we hebben ons eigen huisje?"
Ja hè. Enne zeg Of er wordt thee
geserveerd, is 't niet? Weet je wat we
moesten doen ? We gaan in de modelkamer
zitten die ons het beste aanstaat en laten
ons daar de thee geven. Net of we in
ons eigen huis zijn."
Wat ben je toch een gekkert" lachte de
jongen maar toch mijn lieve Sientje."
Ja, hè?"
Ik vond den naam Sientje altijd leelijk,
doch met zulk een lieve intonatie uitge
sproken, klonk hij als muziek.
Meubels en thee ?" dacht ik. Ach ja,
dat was waar ook. Het nieuwe gebouw
van 't Woonhuys werd vanmiddag feestelijk
geopend. Stom dat ik dat vergeten had."
Het verdampte fluïdum, dat uit het
lievende paar straalde, werkte op de passagiers
in. Ik meende te bemerken, dat op de ge
zichten van de menschen een vriendelijke
een klein salaris, maar toch met zooveel
vooruitzichten als hij zichzelf waardig zou
betoonen.
De kameraden hielden een afscheidsdiner.
Daar had hij aangezeten, aan een met
bloemen versierden tafel, achter zijn wijden
kelk vol lauwe Chambertin, en er was links
en rechts getoast op de kameraadschap van
vandaag en de toekomst die komen ging.
Tegenover hem zat een bleek jongetje,
dat heel stil was; Bastiaanse had hem
toegedronken, en de ander dankte, flauw
glimlachend.
Toen stootte zijn buurman, een student
in de rechten, hem aan, en fluisterde:
De stakkerd ! Hij is onderwijzer! Morgen
staat hrj weer voor de klas met blèrende
kinderen!"
de stakkei-d' Hij is ander-wijzer'. Murgen....
Bastiaanse, die immers in den handel was,
knikte medelijdend.
Juist vertelde iemand een anecdote: De
beheerder van het officierscasino had een
open post willen innen, ten laste van een
reserve-officier, onderwijzer, die al uit den
dienst vertrokken was. Toen hij bij de school
kwam, was de meester wandelen met de
jongste klas. Hij had daarom op het bord
geschreven: Luitenant uw diner-rekening
is noe ?14.75".
Stel je voor... al die kinderen naar het
bord wijzen toen die binnenkwam... Meester!
Luitenant... ze komme om je cente! O,
wat heeft ie een boel gegete... l"
Iedereen lachte, en ook het bleeke jongetje
lachte, wat schichtigjes, mee.
Dit diner was het laatste geweest. Den
dag daarna was hij naar z'n ouders vertrokken.
Een kruier had z'n veldkoffer binnenge
dragen, door de winkel, het wenteltrapje op,
naar het kabinetje waar hij sliep.
Het was daar alles nog als vroeger... de
prentkaarten en voetbalf oto's aan de muren,
en, in z'n kastje, op de onderste plank, z'n
schoolboeken nog in hun gehavende kaften
van bruin papier.
Hij had z'n koffer uitgepakt, en alle souve
nirs van z'n vijfjarig militair leven, en toen
was hij op de rand van z'n bed gaan zitten
glans kwam. Het zwijgende, hooghartige
ministerie naast mij dreef de hartelijkheid
zelfs zoo ver, dat zij slechts twee centen
van haar dubbeltje terug verlangde van
den conducteur, die met een dank, har
telijk dank dame" de veronderstelling wekte,
dat hij een beurs met goudstukken had
ontvangen.
Halte Prinsengracht.
De wagen liep leeg- Het geluk: het blo
zende meisje in haar blauwe mantelpak en
haar geleider met de bruine oogen, stapte
uit, gevolgd door zevenachtste van het aan
tal passagiers, en af op het groote gebouw
't Woonhuys".
't Speet mij dat plicht mg elders riep.
Gaarne had ik de opening van het dorado
van de lievende dragers Jvan het nieuwe
geslacht bijgewoond.
VAN DEEKINGHAM
* * *
Toen was h:j op den rand van z'n bed gaan zitten ;.
nadenken. Wat leek dat nu allemaal opeens
veel minder gemakkelijk... die snelle
handelscarrière, Indië.,. Amerika...
Hij voelde zich bij voorbaat reeds weer
vastgezogen in de sfeer van dit kabinetje,
en den winkel en het kantoor...
Den volgenden morgen was hij voor
't eerst na vijfjaren weer in burgerkleeding
naar kantoor gegaan.
Zoo, generaal!" had Bakels gezegd.
En van Veen, die z'n pijp stopte, had
alleen wat gebromd, en hem een boek onder
z'n neus geduwd. De chef was op reis, en
van Veen speelde merkbaar de baas.
Twee dagen later was de foto van het
diner gekomen.
Alsjeblieft, weledelgestrenge Heer" had
van Veen gegrijnsd, toen hij de post sorteerde.
Bastiaanse had het carton ongeopend in
z'n la geduwd. Hij wilde hier vandaan... de
wereld in, en zoo spoedig mogelijk.
Maar iedere sollicitatie mislukte... hij
had immers geen handelsroutine.
En nu zat hij daar alweer veertien dagen,
op z'n stoffigen kruk.
De foto van het diner hing op z'n kamertje,
tusschen z'n sabel en z'n kepi.
's Avonds, als hij naar bed ging, keek hij
er wel eens naar... zooals hij daar zat,
tusschen de kameraden. Het bleeke
onderwijzerfje zat er slecht-op, die had z'n oogen
dichtgeknepen, maar de student naast hem
lag glimlachend achterover in z'n stoel...
Bastiaanse keek uit naar de nabije gevels,
aan de overzijde van de smalle straat.
Achter een raam van het
manufacturenmagazijn leunde een meisje; z: keek met
donkere, verlangende oogen naar het streepje
grauwe stadshemel boven haar.
En ook Bastiaanse staarde omhoog, door
het stoffige venster...
Ja... ja... het was een heele smak, die
hij had gedaan... en hij was er beduusd van...