De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 1 maart pagina 10

1 maart 1919 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND l Maart. '19. - No. 2175 WAAR DE BOMMEN VIELEN JUSTUS VAN MAURIK SIGARENFABRIEK te LONDEN APANOL ENAMF1 C Plattegrond van Londen met aanduiding van de plaatsen waar, bij verschillende luchtaanvallen, bommen gevallen zijn, en met opgave van de Nsderlandsche firma's wier kantoren daarbij getroffen werden Op den Economlschen Uitkijk Internationale arbeids bescherming (I). Op het doopfeest, te Parijs, van den vol kerenbond schijnt voor de oplossing van het vraagstuk der internationaliseering van de arbeidsbescherming een nieuw, wijd en gelukkig perspectief te zijn geopend. iTot de grondslagen, waarop straks die bond zal zijn gevestigd, behoort ook dat de tot dien bond toetredende staten en op den duur moeten dat natuurlijk alle beschaafde staten zQn zich verplichten, ten aanzien der arbeidsbescherming aan zekere (mini mum-) eischen te voldoen, terwijl een inter nationaal arbeidsbureau" zal worden inge steld, welks taak zal zijn op de nakoming van de verplichting toe te zien en na te gaan in hoeverre aan de aanvankelijk ge stelde eischen geleidelijk uitbreiding kan worden gegeven. Het is wel duidelijk, dat men niet aanstonds met de vaststelling van deze paragraaf in de stichtings-oorkonde van den volkerenbond zeer veel belangrijks zal bereiken. Terecht heeft men aan het begin van den langen weg, dien men zich voorstelt gezamenlijk af te leggen, het uitgangspunt aldus gekozen.dat o*k achterlijke leden van den nieuwen bond zonder groot bezwaar of ingrijpende binnfnlandsche hervormingen het gemeenschappelijk standpunt zullen kunnen innemen. Toch zal daarmee reeds niet zoo weinig zijn gewonnen, juist omdat daardoor in die staten een begin gemaakt of uitbreiding van bestaande rege lingen verkregen is, terwijl zonder de thans daartoe drijvende aanleiding zoodanig begin of zulke uitbreiding zich nog allicht lange jaren zouden hebben laten wachten. Maar het groote belang der zaak zie ik toch eerst recht in haar toekomstige ont wikkeling. Wanneer dan straks alle tot den bond toegetreden Staten aan dezelfde minlmum-eischen voldoen en het blijkt dat verschillende rijken reeds lang veel verder waren gegaan, dan zal er een onweerstaan bare aandrang geoefend worden om het lllilillllllllltlliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii mini minimum drr eischen te verhooger, dus om gezamenlijk weer een stap verder te gaan. Doch tot zoodanige uitbreiding zal men niet besluiten dan na gemeenschappelijk overlees maar het gelukkige is nu juist, dat voor zoodanig gemeenschappelijk overleg een daarop ingerichte en daarvoor toegeruste, blijvende Internationale organisatie is in 't leven geroepen en dat de besluiten van die organisatie zooveel als kracht van wet zullen hebben voor alle contracteerende ,,hooge partijen": den geheelen opzet der zaak moet men toch zoo verstaan, dat de staat, die weigeren zou zoodanig besluit uit te voeren, zich daardoor aan contractbreuk zou schul dig maken, zich plaatsen zou buiten de georganiseerde gemeenschap der volkeren, buiten den bond, hetgeen nauwelijks denkbaar zou zijn. Zoo is dan, als de teekenën niet bedriegen, in de toekomst tegemoet te zien een inter nationalisatie, op den duur gericht op en leidende tot eene unificatie der ajbeidsbescherming. Dit nu noemde ik een nieuw, wijd en gelukkig persprctlt f. Waarom? Het antwoord is niet in enkele regels te geven, maar de zaak is, ook voor ons, van groot belang; zij is boyendien actueel en ik mag dus wel eenige aandacht daarvoor vragen. Nieuw is het vraagstuk der internatio nalisatie van de arbeidsbescherming niet. Nieuw is het nu voor de oplossing van dit oude vraagstuk geopend vergezicht. Het vraagstuk zelf is oud, zoo oud bijna als de arbeidsbescherming zelve. Want zij, die voor hun land zoodanige bescherming bepleitten, konden zich niet ontveinzen, ook al trachtten zij het soms te verbloemen, dat die bescherming.hoegewenscht overigens ook, meebracht extra-lasten voor de nijver heid, aan welker arbeiders zij werd verleend, extra-lasten, die hoe ook af- of overgewenteld ten slotte neerkwamen op eene belasting van de voortbrenging, dus een verhooging van de voortbrengingskosten, hetgeen beduidde een verzwaring van de concurrentie-voorwaarden tegenover de nij verheid in die landen, welke hun productie niet met dergelijke lasten bezwaarden. Het is deze gedachte, die men altijd weervindt op den bodem van alle beschouwingen, in den loop van vele jaren gevoerd over de wenschelijkheid, ja noodzakelijkheid der internationaliseering. Die gedachte werd soms met de grootst mogelijke openhartigheid uitgesproken; zij werd ook wel eens ver stoken achter andere, meer ideëele opvat tingen, maar feitelijk ? beheerschte zij toch altQd de zaak. Zij moest wel leiden tot drang naar inter nationalisatie. Op den weg der arbeidsbe scherming kan men vooruitgaan of stilstaan, maar niet terug. Wie zich bezwaard gaat gevoelendoor het feit,dat hij als producent uit dezen hoofde zekere lasten draagt en zfjn con current niet, die kan een uitweg alleen daarin vinden, dat ook dien concurrent zoodanige lasten worden opgelegd. Hij moest dus verlangen, dat zijn Regeering, welker wetten en maatregelen hem in een ongunstige positie tegenover de buitenlandsche mededinging brachten, het hare deed om andere regee ringen te bewegen denzelfden weg te volgen. De nationale last zou niet meer drukken, wanneer andere naties gelijke lasten droegen. Daarom is het vraagstuk der internationali satie bijna zoo oud als de arbeidsbescher ming zelve. Waren (en zijn) dan die lasten inderdaad zoo drukkend? Men weet, dat op het gebied der .arbeidsbescherming, met name op dat der sociale verzekering Duitschland aan de spits stond (en staat) van alle landen der oude en der nieuwe wereld. En men ging (vór den oorlog) voort daar te denken en te praten over e?n verderen Ausbau" van het reeds tot stand gebrachte. Het bleef niet bij praten en denken, doch men ging ook verder, maar ontveinsde zich daarbij niet, dat men dreigde vast te loopen, door dat men in vergelijking met andere staten reeds te ver was voorultgesneld. Want de lasten waren zwaar! Blijkens officieele cijfers bracht Duitschland in 1900 rond l millioen Mark per dag op aan arbeidersverzeke ring. Daarvan werd (ruw geschat) betaald: bijna de helft door de werkgevers, ruim -/$ door de arbeiders en bijna '/ ia door het Rijk. Ik begeef mij nu niet in een behandeling van het zeer ingewikkeld en samengesteld vraagstuk: of en hoe en in hoeverre een of meer van die groepen kans zag deze lasten over te wentelen op een andere van de drie of op daarbuiten staanden. Er zijn daarbij ook andere vragen, die rijzen: voor zoover de Duitsche nijverheid werd beschermd en haar product in het eigen land plaatste, kon zij een deel van de sociale lasten" terugvinden in hoogere prijzen op de binnenlandsche markt. Ik zei reeds, dat het vraag stuk zeer samengesteld en ingewikkeld is. Maar niet in die mate, of n ding is wel duidelijk en was ook volkomen duidelijk voor de Duitsche fabrikanten! n.l. dat de overwenteling haar grenzen heeft; dat die grenzen niet verder reiken dan die van het eigen land, en dat eene nijverheid, die dagelijks l millioen mark opbrengt voor sociale verzekering, achterstaat (al het overige gelijk zijnde) bij de industrie van een Staat, welke niet of in veel geringere mate der gelijke offers van de voortbrenging vordert. Geen wonder, dat Duitschland op inter nationalisatie aandrong! SMISSAERT VAN STADEN DE ONVER VANGBARE Naar aanleiding van Van Staden's 70n verjaardag op 22 Februari j.l. 't Is natuurlijk bout gesproken, dat wij, als Van Staden zich in otio cumdignitate terugtrekt niet iemand zullen vinden, die zijn functies overneemt, maar zeker zal 't nooit Van Staden zijn, zooals wij hem nu zoowat 40 jaar kennen, 't Eigenaardige is, dat zijn werkzaamheid bij sportfeesten niet onder een benaming is te brengen. Is hij portier, conciërge, controleur, surintendant en titre des plalsirs sportifs om in de hoofsohe taal der 18e eeuw te spreken. Hij is Van Staden. Daarmee uit. Hij is voor ons een stuk leven, een stuk fantalsie, want hij belichaamt al wat sport is in Nederland, hij kent iedereen, en ieder een kent hem: niemand zal 't in zijn hoofd halen Van Staden te bedotten. Bij lederen anderen portier zou je nog de neiging kunnen hebben zonder eitreekaart naar binnen te slippen, bij Van Staden niet. Dat is iets, dat men" niet doet. Trouwens hfj zou je drommels gauw in de gaten hebben. Iedere jongen uit de laatste kwart eeuw heeft er altijd een eer in gesteld door Van MEÓAILLES De geschiedenis van den Elzas (Illustration) 1675. De Duitschers moeten terug over den Rijn Penning geslagen in 1680 De Elzas is weer Fransch. Tien steden zweren trouw aan Frankrijk Penning geslagen in 1680 De Rijn houdt Frankrijk's vijanden tegen Frankrijk gesloten voor Duitschers De Rijnvesting Straatsburg in 1683 Staden gekend te worden. Waarom toch? Men is er niet meer of minder om. Zeker is men dat: want degeen, dien Van Staden niet kent presteert niets, is een nul om zoo te zeggen. Hij de alomtegenwoordige, ziet alles en niemand, die ook maar eenigszins het veege hoofd boven de grQze massa weet uit te werken, ontsnapt aan zijn aanlUIIIIIIIIIIIIIIIMIItMIMtlllllllllllllllllMIIIII Clichévan De Rwue der Soorten. dacht. De ijsclub, cynophilia, concours hippique, roeiwedstrijnen, Hima rondrit, turnfeesten, voetbalwedstrijden, noem wat gij wilt, overal ziet men Van Staden. Een feest zonder hem is geen feest; een nieuw bestuurslid moet bij hem zijn licht opsteken, hoe zich te gedragen, hoe de zaken voor elkaar te zetten. Hij is de con tinuïteit in het vergankelijke. Hij werkt op onze fantaisie, maar is ook fantastisch: in de eerste plaats in zijn kleeding. Hij weet met een zekere zwier altijd in zijn uiterlijk iets te leggen, dat symboliek is voor het werk, waaraan hij zich dien dag wijdt. Op een ijsfeest is 't een bonte muts, op Cynophilia een hondenzweep, bij roeiwedstrijden een flanel met zeilpet. Of hij op een voetbalwedstrijd met voetbalschoenen of bij Ofaelt in zwembroek komt, weet ik niet, maar zeker zal hij iets doen, dat hem anders doet schijnen dan anders en toch altijd dezelfde: man van deftigheid en de corum, die de taak heeft te dirigeeren zonder zich op te dringen, die voornaam is en toch den afstand weet te be waren. Hij is een persoon en dat moeten wij in hem waar deeren in dezen tijd die zoo arm is aan persoonlijkheid. Hij is niet ondergegaan in de wervel wind van de democra tie, maar zich zelf gebleven. 22 Februari is Van Staden 70 jaar geworden en een groot aantal sportvrienden heeft hem met hartelijke en ver diende woorden gehuldigd. Hij stond er te midden van zijn vrouw, die met moeite haar tranen bedwong en op wie iets van haar echtvriends glorie afstraalde, van zijn kinderen en kleinkinderen, een ferme Hollander, rechtop nog en slank, een man, dien men zeker geen 70 zou geven. Van Staden zal zeker in dit feest geen aanleiding vin den om zijn functies neer te leggen. Toch was er iets voor, als hij nu zijn memoires ging schrijven. Dat zou zeker interessant zijn, want menigeen, die nu een high kicker is in de haute finance of in de wereld der messieurs du rond de cuir heeft hfj zien krabbelen op de ijsclub of salte mortales zien maken op het paard, wellicht ook wordt nog menige beroemdheid opgedoken, die nu in de kille maatschappij is ondergegaan, maar eens een ster was aan den sportieven he mel. Misschien heb ik ook nog een kansje om mijn naam gedrukt te zien! F RIS o 'V \ IIIIIHIIIIIIIIIIIIIUIIIIIllllllllll'lll""»""1"1""11111"1""1 l" Illlllllll l H "II iiiiiifiimmiiHii Heerengr.520 AMSTERDAM Telef. N. 8040 Maatschappelijk Kapitaal f 1.000.000. Totale Reserve. ....... 948.000 Premieleening 1904 Premieaandeelen f 12.50 per stuk EERSTVOLGENDE SERIETREKKINO: 15 MAART e.k. Hoofdpremie bij DEZE trekking f 36.000.De aandeden in de premieleening 1904 der Holl. Grondkredietbank zijn verkrijgbaar ad f 12.5O ten baren kantore, bU Heeren Bankier»en Commissionair* In Effecten. De Directie: Jhr. C. M. M. VAN ASCH VAN WIJCK. Mr. A. W. JACOMETTI. C. O. Pouw. Plan van aflossing op aanvraag gratis verkrijgbaar. te ZWOLLE fjeeft nU Pandbrieven a 97 De Rente Cassa, Heertmgr. 179, (geb. Assoc.-Cassa), i AMSTERDAM. ; Kapitaal . . ? 1,000,000. Reserves . . 1,226,099.60 DEPOSITO-RENTE: Met l dag opzegging (bedragen tot f 5000 direct te ontvangen) l pCt. Met l O dagen opzegging IK Voor l maand Sxe . . 1^ , . 2 en 3 maand, ixe 2 . . l jaar flxe . . . 8% . Prolongatieconditie (tot beperkte bedragen) ty pCt. onder den Pro longatiekoers, met een maximum van 2 pCt. Algemeene Hypotheekbank, HEEBENGRACHT 416. AMSTERD iM. De Bank stelt tot nader order verkrijgbaar: 4K pCt. Pandttrleven tegen 97 pCt. 5 p?t. Pandbrieven tegen lOOpOt. Deze Pandbrieven worden onvoorwaardelijk a pari uitgeloot. ( Mr. H. Pouw ( Mr. L. J. VAN TOULON VAN DER Kooo De Directie: K.mAIttANrS Jz.. Accountant, VAN BAEHULESTBAAT Telefoon Int. Zuid 140, AMSTERDAM 845 Zuid 912, Brandwaarborg-R!', Opgericht hi 1890 ? Gevestigd te Hmsterkr sluit verzeVoringen tegen SCHAD: DOOR BRAND GP WOON- EN PA1HUIZEN, INBOEDELS, MEUBILAIR FABRIEKEN, ETABLISSEMENTEN. Kantoor: SINGEL 262, A'dam Kali Besar-West, Batavia. l S. l. W. VAN BJUREN Directauran: \ M. A. VRIESENDORP E. LANKHOUT Bijverdienste f 100. per maand verschaft een agentschap der H. A. V. BANK - Schiedam aan actieve werkers onder leiding van Inspecteur. HEERENGRACHT 581, Opsrerielit 188S. Geeft uit: Gemachtigde: NEUMANN & Co, Bstavia 5 pCt's PANDBRIEVEN in stukken van ? 1000.?, ? 500 en f 100.?tegen den koers van 10O pCt. DE DIRECTIE. LOUISE VAN DIE GRENSSTRAAT 24 belast zich mei aiie TEL. 6748 Z. - AMSTERDAM ACCOUNTANTSWERKZAAMHEDEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl