Historisch Archief 1877-1940
l Maart. '19. No. 2175
<
JDE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Anna Klaasen
Anna Klaasen's* jongste portret
Anna Klaasen werd groot gebracht bij
hare tante, de bekende actrice, wijlen Anna
Fuchs. Deze laatste zond haar omdat zij
als kind al zoo lief verzen zei" rnede
op aanraden van mevr. Holtrop-van Gelder
en den heer Bouberg Wiison naar de
Tooneelschool. Nadat zij daar een jaar lang de
lessen had gevolgd, bood de Kon. Ver. Het
Ned. Tooneel Anna Klaasen een engagement
aan, 'en zoo debuteerde de 16-jarige Anna
als Emma", het bakvischje, in Dokter
Klaus". Dit debuut was, zoowel in Amster
dam als in den Haag, een succes. Ook schreef
de crltiek o. a. wfllen J. H. Rössing zeer
gunstig over de wijze, waarop zij de reien
Gysbrecht van Aemstel" zegde. In het
zelfde jaar creëerde zij nog Hdga" in
Starkadd" van Hegeuscheidt. Steeds groo
tere rollen werden haar nu toebedeeld. Men
herinnere zich slechts Sylvette" in
Romanesques" van Rostand, hetgeen zij ook voor
H. M. de Koningin speelde, haar Roxane"
in Cyrano de Bergerac", baar Duifje"
van Fabius en Reijding, Viola" In Drie
koningenavond" van Shakespeare, verder
Trilby", in welk stuk zij de eenige actriee
was, die zelve in het derde bedrijf haar
liederen zong. Gedurende 15 jaar is zQ bij
het Ned. Tooneel gebleven. Haar idealen
strekten zich echter verder uit, haar zin voor
onafhankelijkheid deed haar te stetk den druk
van een vaste verbintenis voelen, en zoo
verliet zij, DU 5 jaar geleden, dezen werk
kring. Het eerste jaar na haar vertrek be
reidde zij zich voor haar nieuwen werkkring
voor. ZQ maakte repertoire voor haar gewijde
voordrachten,en nam e. a. les bij mej. Dusault.
Daarna richtte de kunstenares een cursus
op in methodisch spreken en voordracht
kunst. Iets geheel nieuws heeft zij ons ge
bracht in het vertellen van sprookjes van
kinderen, en de figuur van Grootmoeder"
is onder de jeugd inderdaad populair ge
worden. Toen de oorlog kwam, begreep zij
als fijn-voelend artiste. dat het publiek ook
lichtere, meer opmonterende, kost wenschte,
en zQ openbaarde zich in een nieuw genre,
het zingen van liedjes, n.l. liedjes van
Nederlandsche componisten* en dichters. Zij
gaat nu deze kunst aan onze landgenooten
in Ned. ODst-Indië brengen. Op 8 Maart
vertrekt de kunstenares.
LEO LAUER
iiimiiimimiiiii
Moderne Meisjesportretten
Teekening van Is. van Mens
V
HET HEELE GEWONE MEISJE
Los opgemaakte haren, een vroolijk-blozend
gezicht, een appetijkelijke mond nut mooie
gave tanden. Ze ziet er altijd goed gekleed
uit met een eenvoudig mantelpakje en hel
dere blouses, nette zwarte kousen en keurige
schoenen.
Ze is dartel als een veulen, en frisch als
een zomerwei. Haar lach is als helder water,
haar stem is klaar zonder overmoed. Ze is
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIII
DE OOSTENRIJKERS
Sedert een dertigtal jaren vormt zich in
en langs onze duinen een nieuw landschap.
Wie van Overveen achterom over den
Hoog Duin- en Daalschen weg wandelt
naar het Koninginneduin (dat langzamer
hand den naam van het Kopje" usurpeert)
kan zich daar gemakkelijk rekenschap van
geven. Zoodra ge de villabuurt van
Kweekduln achter u hebt ziet ge naar links nog
vór de narigheid van de schietbanen eenige
prachtige hooge duinen, de hellingen breed
geplooid, deels begroeid met helm en
duindoorn, maar ook, en vooral in die plooien,
bezet met dichte boschjes van berk en
meidoorn, elk, lijsterbes en liguster. Daarop
volgt een laagte, in de laatste jaren met
jong loofhout beplant, maar daartusschen
zijn nog te onderscheiden mooie
berkeboschjes van voorheen met randen van
besheesters en in hun binnenste vinden
lelietjes van dalen, viooltjes, orchidieën,
salomonszegel en zenegroen een gewenschte
schuilplaats: echte duin weelde uit vroeger tijd.
Intusschen hebben we rechts de afraste
ring van Lindenheuvel gekregen en daar
over komt de nieuwe tijd uitkijken: een
vrfl hoog bosch van rechte dennen, voor
het meerendeel een ja#r of. vijftien oud,
nog al duister van uiterlijk. Maar ze zien
er goed uit, hun takkenkransen zijn volle
dig, ook naar den zeekant heen en ze heb
ben naalden van drie, vier jaargangen, ja
aan de stammen zelve halen ze nog wel
schuchter en bloost, als men haar het hof
maakt, en te beschroomd om zich daartegen
te weren. Ze wordt bedeesd en geërgerd
als men haar uit hoffelijkheid met freule
aanspreekt.
Ze is sptelsch als een kind, en schalksch,
en kan soms geestig zijn, maar dringt zich
nooit op den voorgrond. Ze is vol charme
die ze zich zelf onbewust Is.
In steden ziet men haar alleen nog maar
als logee, die logeert bij een oom en tante
die dol op haar zijn. Ze is dan verrukt met
elk pleziertje, als een middag in een
tearoom of een avond in den schouwburg.
Ze doet allerlei nuttife dingen in huis,
en is steeds haar moeder behulpzaam, met
ontbijt afruimen, theezetten enz. Ze leest
prettige eenvoudige boeken, maakt smaak
volle handwerkjes, en speelt graag en goed
piano.
Ze is graag op bezoek bq haar grootouders,
en is van Oma de liefste vriendin, kan uren
met haar babbelen over haar pretjes en
verdrietelQkheidjes. Ze leeft bewust geluk
kig, en kan zich niet begrijpen dat er iets
anders voor haar bestaan kan.
Ze heeft een gezellig kamertje, waar aar
dige, eenvoudige platen hangen en waar een
paar Hoying-artikeltjes staan die niet on
smaakvol zijn. Ze heeft wel smaak maar is
beschroomd die te accentueeren. Op een
boekenhangertje staan de
jongemeisjesboeken van Turner, Top Naeff, en anderen, naast
eenvoudige moderne romans en gedichten
bundels. De laatste St. Nicolaas of
verjaarsgeschenken zijn steeds de trots van haar
kamer.
Als er op haar eenvoudige hartelijke
gemoed geen pressie wordt uitgeoefend, en
geen overwicht van, voor haar bestwil, en
dat ze later wel zal inzien dat het het beste is.
Ze dat ieder het goed meent enz. trouwt ze
met eeneenvoudigen degelijken jongen,dieze
liefheeft met overtuiging eninnigetoewijding,
en wordt een lieve hartelijke huismoeder
met zorg voor haar kinderen, verstandig en
praktisch, die zich uit elke moeilijkheid redt.
AR IETTE
De Vrouw op de Nederlandsche
Jaarbeurs
WIE-ZEE-HOUDT-WINT-DE REIS
Het had 'n glorie kunnen zijn voor de
Jaarbeurs en 'n glorie voor de stad Utrecht
niet minder, wanneer in deze veertien dagen
miiiniiiiiiiiii imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimim
een vijfde jaar. Die naalden zijn lang, meer
dan dubbel zoo lang als die van de gewone
grove den en thans in den winter vaak
wat gekrinkeld en opeen gekruld wat aan de
schoonheid van de boom wel afbreuk doet.
Verder gaande krijgen we links ook al weer
een nieuwe plantage van
deze Oostenrijksche dennen
en daartusschen zien we vlak
aan den weg een paar grove
dennen van eenjaarof tachtig
oud. Hun stand en vorm
getuigt van aanhoudende
worsteling met het stuifzand
en den zeewind. Aan den
dwarsweg naar rechts staan
er nog een paar en op het
gebied van Lindenheuvel
eenige die daar nog, voor
de weg werd aangelegd, in
een windgeul hebben gestaan
en nu geheel platgeblazen
lijken. Naar den zeekant
heen hebben ze geen enkele
knop kunnen ontwikkelen en
zoo zijn ze maar altijd ge
groeid landwaarts in jen het
is alsof zij nu voortdurend
gebogen en gerekt staan,
gezweept door den Wester
storm, jonge rechte Oosten
rijksche dennen staan er
omheen, ongerept, naar den
zeekant behoorlijk voorzien
van takken en knoppen. Het
jonge bosch links ziet er
heel prettig uit; er kronkelt
een zandpad door, de helling
op. Ik heb di£helling gekend,
bedekt met hoornmos en
rendiermos, met daar
tusschen plekken van dicht ge
doomde enibruin-bebladerde
duinroosjes, het nobelste
Jaarbeurstijd de eerste steen was gelegd
voor het eerste vaste Jaarbeursgebouw l
Maar wij moeten het zonder dien jubel
doen en zoo prijkt Utrecht weer op alle
pleinen met houten dorpen, waaraan de
architect zijn smaak niet heeft onthouden,
maar die voor een stad als Utrecht toch
geen versiering mogen heet en.
Of te dezer stede Inderdaad nog eens de
groote Beursgebouwen zullen verrijzen?
Men spreekt van aanbiedingen uit Am
sterdam, uit den Haag?en wacht! De
derde Jaarbeurs is alweer grooter dan de
tweede: Vreeburg Neude Janskerk
hof Lucasbolwerk Tivoli Maliebaan.
Men zou zoo zeggen: de expansie is voor
Utrecht bereikt. Als een vierde Jaarbeurs
wederom grooteren omvang heeft, wat dan ?
Gij vraagt voor dit nummer van de
Groene 'n eersten indruk?
Ik ben vandaag Maandag, de eerste
Jaarbeursdag de zes terreinen, waar je
wel zes dagen voor mag uittrekken,
overgehold; heb nu het gevoel, alsof je'n tafel
vol, moet opbergen in een klein tuitje. Ik
wilde wel, dat Ik tien Groene Amsterdam
mers vullen mocht
'k Doe maar 'n greep.
Vermoedelijk 'n heel willekeurige. En on
volledige o ja, stellig!
Op Maliebaan-Noord is een standgebouw
dat zeker in het bijzonder de aandacht van
de huisvrouw verdient, n.l. dat der N. V.
Overschlesche Land- en
TuinbouwmaatschappQ, de inzending van de fabrieken
der Primula-producten. Deze stand, héft
met z'n wijd opinstaande deuren het smaak
volle door Chris van Geel ontworpen inte
rieur en de last not least keurig gtdekte
tafels met borden dampende soep en koppen
bouillon, een suggestieve kracht op het
voorbij wandelende publiek om even naar
binnen te wippen, om een oogenblik uit te
rusten van zijn kijken, stand in en stand
uit en zich te verkwikken aan een geurig
bord of kopje, hun door de bereidwillige
stand-eigenaren voorgezet. Z'n eerste Indruk
is al dadelijk: allersmakelijkst dit hollandsch
fabrikaat, 't Kan met de Maggie tablet j es
concureeren. Bepaald. En onder het verder
drinken van zijn kop wordt de Hollander
voor het Nederlandsen fabrikaat gewonnen.
De N. V. Overschiesche land- en
tuinbouwmaatschappij, waar ik hier over schrijf, brengt
de z.g. regeeringsbouillon en jusblokjes en
soeptabletten in den handel, die in verschil
lende plaatsen van gemeentewege reeds
worden gedistribueerd. Zooals haar naam
aanduidt, hield die maatschappij zich vór
den oorlog bezig met tuinbouwteelt. Op haar
terreinen te Overschie, die een omvang van
500 H. A. hebben, werden erwten, boonen,
wortelen kortom, in uitgebrelden zin groenten
geteeld, die vooral in het buitenland te
markt werden gebracht. Toen nu echter
door den oorlog de exporthandel geheel stil
kwam te liggen, zag de maatschappij naar
andere exploitatie van haar producten om;
waarop eerst de groenten in gedroogden
staat in den binnenlandschen handel werden
gebracht, maar daarna het prachtige voor
nemen werd opgevat om in navolging van
Maggie in Zwitserland bouillon-blokjes en
soep-tabletten, die door den oorlog niet
meer werden ingevoerd, zelf te gaan
fabriceeren. Wel waren er ook vór den oorlog
hier reeds Nederlandsche fabrieken die met
Maggie concureerden en is hun aantal tijdens
den oorlog verbazingwekkend snel in om
vang toegenomen, maar steeds moest het
Nederlandsche fabricaat jammer genoeg bij
het Zwitsersche ten achter staan.
Nederlandsche bouillon blokjes hadden
den naam, voor den gtoot deel uit niets
anders dan water, zout en meel met wat
specerijen om een smaakje er aan te geven,
te bestaan. De N. V. O/erschiesche land en
tuinbouwmaatschappij vatte hiertegenover
haar streven om een gezond, voedzaam,
voedingsmiddel te fabriceeren ernstig op.
Zij zocht hiertoe den financleele steun van
de Regeering; die zij, daar het rijk het
belang van een dergelijke industrie inzag,
verkreeg, op voorwaarde dat de fabriek
onder ambtelijk toezicht van het rijk zou
staan en uitsluitend aan gemeente besturen
haar producten zou afleveren. Deze voor
waarden werden onderteekend; de fabrieken
waarin de r;ieuwste vindingen zijn toegepast,
verrezen. En terwijl begin Januari met de
leverancien werd begonnen werken de fa
brieken thans met een personeel van 500 man.
Deze nieuwe door de regeering
voortgeholpen industrie is er zeker een, die mag
worden genoemd; denke men slechts aan
.het getal 800.000 stoksnijboonen die zijn
gebezigd en aan de 108 H. A. bruine boonen,
die zijn verbouwd. Wel een bewijs, dat
tapijt, dat ge u kunt denken. Maar nu staan daar
rechtop, in rijen geschaard, die dorkere Oos
tenrijkers. Hoogerop krijgen we oud
dennenbosch, grove dennen van wel meer dan zestig
jaar oud, maar jezcudt het hun niet aanzien,
zoo dun zijn hun stammeljes, zoo ijl hun
De lange naalden van den Oostenrijkschen den
Mevrouw J. Sterck-Proot spreekt over: Opvoeding vraagt allereerst
ZelL'pvoedlng"
Teekening voor de Amsterdammer" van Bldau Ehrhardt
In diepe aandacht
Bij een leuk gezegde
Nabetrachting
Alles gom en wel,
maar ik zeg toch"...
IIIIIIMIIIlUJIIIMIMlnlIllllllllmilll
men iets grootsch van plan is. Aan alle
gemeentebesturen werd door het Rijk een
schrijven rondgestuurd om van de
Primula"-producten, bestellingen te doen.
In verscheidene gemeenten als Nijmegen,
Gouda, Zeist, Bussum, Hilversum, Vlissingen,
Alkmaar, worden de blokjes, zoowel als de
tabletten, al in den handel gebracht en
meerdere zullen, waar «er voortdurende
regeeringscontróle op ingrediënten, berei
ding, zoowel als verpakking bestaat, zeker
volgen.
Zeer van belang lijkt ze me, deze nieuwe
uitbreiding van onze industrie.
* * .
Op het Lucas Bolwerk ben ik dezen
eersten dag binnen gegaan in de stand van de
Ned. Artistiek behkngselfabriekte Amsterdam
die uitsluitend werkt naar ontwerpen van den
architect L. Z wiers. Bijzonder de moeite waard
Ishetdezeinzendingvan artistieke behangsels
(de eenige fabriek die Nederland tot dusver
in behangsels nog maar kent) te bezichtigen.
Heel mooi van varm en kleurenopvatting
zijn deze ontwerpen, waaraan het
Oostersche element, (waarschijnlijk door des ont
werpers' verblijf in Ind(ë) niet geheel vreemd
is. De behangsels zijn als het ware al een
wandornamerit op zich zelf, gedacht in vlak
ken op een effen fond. Mooi zullen ze ook
doen in verwerking onder friezen, of in
houten omlijsting.
Het vorig jaar zijn de behangsels van
Zwiers voor het eerst in den handel gebracht.
Tweehondercidessins, waarvan erók gedacht
voor uitwerking in pluche stoffen, cretonne en
velours, voor japonstoffen en
meubelbekleedlngen en voor artistieke verpakkingen,
zijn door den kunstenaar ontworpen, waar
van er veertien thans in behangsel-papier
uitgevoerd, kunnen worden geleverd.
Zeer mooi zullen deze behangsels zich
aanpassen in het moderne interieur. Jammer
dat ze nog zoo duur zijn l
Voorloopig worden de papieren nog slechts
uitgewerkt in steendruk en verkocht per
vel; in rol gedacht, zouden ze echter op h et
oogenblik f 10.?per stuk kosten. Dit zal
bi] massa-productie natuurlijk beter worden
Ook dit is een industrie, die veel voor de
toekomst van zich doet verwachten.
JOH. IDENBURQ
Hiiiiiiimiimi iiiiiiiiiiiiiiwimiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiuiiéiiiiiiiii
Mededeeling :
Wanneer het voorstel Marchand c. s. tot
invoering van actief vrouwenkiesrecht zal
zijn aangenomen, zal er behoefte zijn aan
een vrouwenorganisatie, die eigen candidaten
zal stellen voor de vertegenwoordigende
lichamen, welke candidaten op zullen komen
voor de belangen der vrouw en verder
zullen werken voor algemeene hervormingen.
In verband hiermee werd het initatief
genomen tot het oprichten van een
vrouwenpartij.
Zondag 2 Maart, des middags te twee
uur, zal in American Hotel" te Amsterdam
de oprichtingsvergadering plaats hebben,
waar onderstaand concept-program zal
worden behandeld.
~1. Vrouwenkiesrecht In de grondwet.
2. Herziening van het burgerlijk wet
boek, voornamelijk met het oog op de
huwelijkswetgeving.
3. Gelijk loon voor gelijke arbeid.
4. Strijd tegen alle belemmerende bepa
lingen voor vrouwenarbeid.
5. Moederschapszorg.
6. Verbetering van de zorg voor het
iiiiiiiiiiiii[iiiiiiiiiiiiiiiiitiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiniiiiiiiiiimniii«iiiiiii
kronen en het laatste gelid, naar de zee toe
is heelemaal kreupel en verminkt. Af en
toe een groepje nieuwe aanplant van jonge
Oostenrijkers en dan even vór de
Karmeltrap een hooge nog al zware den, ook met
zeer lange naalden, nog grooter dan die van
de Oostenrijker. Ook heeft die boom zeer
groote kegels, het is de Zeepijn, Pinus
plnaster, die vijftig jaar geleden nog wel
werd aangeplant, maar waarvan al spoedig
bleek, dat hij onze winters niet kon door
staan wanneer ze eens een enkelen keer wat
streng uitvielen. De winter van 1890?91
heeft bij ons veel zeedennen geknauwd.
De Oostenrijker is bij ons echter volkomen
winterhard.
Een paar stappen verder krijgen we naar
links een rij te zien van tamelijk oude Oos
tenrijkers, dertig jaar en ouder en daaraan
kunnen wij ons al zoowat een denkbeeld
vormen, van hetgeen die boome»in de
toekomst ons nog zullen brengen, Ze
vertoonen nog al de regelmatigheid van de
jeugd en hebben nog kransen van takken
tot dicht aan den bodem. Dat doet de grove
den anders, die gaat omstreeks zijn dertigste
jaar zijn stam al reinigen en gaat ook al
vroeg een kroon vormen, waarin de
kransschlkking der takken niet meer duidelijk
valt op te merken. Tegelijkertijd vormt zich
ook de schors met zijn wondermooie kleu
ren; onderaan de groote blauwig bruine
plakken, naar boven het prachtig roodbruin.
In dit opzicht blijft de Oostenrijker in de
minderheid; van onder tot boven blijft de
stam gehuld in zwartachtig bruin en dat
mag wel de reden zijn. waarom de boom
den wetenschappelen naam van Pinus
Nigra (Schwarz-föhre, Schwarzkiefer, Pin
noir d'Autriche, Pino nero) heeft gekregent
Die prachtige groep op het kopje geeft ook
dikwijls een donkeren indruk.
Wij spreken altijd van Oostenrijksche den
nen of, als we erg goed op de hoogte iijn,
jonge kind (zuigelingenkeukens,
consultatiebureaux enz.)
7. Verbetering van het onderwijs.
8. Veredeling van de kunst.
9. Verbetering van de woningwet.
10. Bestrijding drankmisbruik, ook door
de staat (o. a. door het geven van subsidies
aan geheelonthoudershotels en café's).
11. Staatspensioen voor allen die het
noodig hebben (ingaande op lager leeftijd
en hooger uitkeering dan nu het geval is).
12. Bestrijding van elke vorm van
indirectie belasting of andere belasting die
zou kunnen drukken op de eerste levens
behoeften.
Over Boeken en Tijdschriften
Indische mysterieën en Indi
sche Levens, twee boekjes door M. C.
Kooy-van Zeggelen. Indische mysterieën,
Uitg. L. J. Veen, Amsterdam. Indische levens,
uitg. J. M. Meulenhoff, Amsterdam. Beide
kleine handige boekjes geven korte schet
sen uit het land, zoo nauw met het onze
verbonden. Met enkele streken zijn ons toe
standen voor oogen gebracht, vreemd in
onze kille lage landen. Ze zijn fijn
geteekend de karaktertrekken van den trouwen
inlander, de leefwijze, het zich aanpassen
van den Europeaan aan toestanden zoo
gansch verschillend bij de onzen. De korte
verhaaltjes, levensbeelden zouden wij ze
willen noemen, typeeren scherp !en juist,
doch ze geven tevens het bewijs van een
medevoelen met den oosterling, en werpen
een bij zonder licht op de grootsche weel
derige natuur in ons Insulinde.
Schilderstukjes met de pen, die vél zeg
gen aan hen die ze weten te waardeeren.
Het boekje Indische levens" is gestoken
in een toepasselijk, net batik bandje, dat er
de waarde zeer van verhoogt. Een reis
zakboekje!
Blauwe verten, van Tony de Ridder.
Uitg. J. Ploegsma, Zeist. Een bundel gedich
ten: ernstige, deels weemoedige gedachten
van een vrouw die leeft temidden van de
natuur; die in het licht der zonne weet te
verhalen van al wat daar is van schoon
heid, van blijheid op aarde, doch in
neveligen avondstond en herfstatmosfeer
de aanraking gevoelt van het mysterieuse,
dat noopt tot peinzen, tot in ons zelf opgaan.
Een bundel korte gedichten die ons sym
pathiek zijn.
Recepten door mevr. Koba J. M. Catenius
v. d. Meyden. Uitg. J. F. v. d.Ven, Baarn. Wij
vinden in dit boekje een aantal aanwijzin
gen hoe schapen-, lams-, paardenvleesch
en konijnen smakelijk te bereiden zijn met
boter, melange, margarine of vet.
Na den vrede, als de oeconomische toe
standen weer in goede verhouding zijn en
ook de vleeschvoorziening weer in gewone
banen is geleid, zal dit boekje zeker zijn
nut hebben.
MfririiiiiimfitiiriffiimiififfiiimiiffiiiffiffijiriiimifffifiMiJiiiiifiiiiiiiif
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWflREK
E. J, VAN SCHRICK
BOOTHSTRRflT UTRECHT
ook wel van Corsicaansche dennen, want
dat zijn eigenlijk twee verschillende rassen
van den Zwarten Den en allebei worden
ze in ons land aangeplant. Zoo heel ge
makkelijk zijn ze niet altijd van elkaar te
onderscheiden: de Oostenrijker heeft de
takken van het laatste jaar zwartig bruin,
bij den Corsicaan zijn ze helder bruin bij
geelachtig af. Later als ze kegels dragen
kunt ge ook opmerken, dat de kegelschub
ben van de Oostenrijker vaak een scherpen
richel hebben, bij den Corsicaan zijn ze
stomp. In ieder geval blijkt uit de namen
dat dat de laat ik nu maar zeggen Oosten
rijksche den ofkomstig is uit het Zuidelijk
deel van Europa, uit de Oost Alpen, de
Karpaten, Dalmatië en het
Middellandschezee-gebied. Wij mogen blij zijn dat hij in
onze duinen zoo goed tiert, want daar heb
ben we lang gesukkeld met de grove
dennen en de zeepijnen. De Heidemaat
schappij en het Staatsboschbeheer zijn nu
al sinds een kwarteeuw bezig onze duinen
er mee te beplanten, van Zeeland tot
Schiermonnikoog en reeds nu is op menige plaats
de gunstige invloed van de beplanting dui
delijk te gevoelen. De particuliere duinbe
zitters houden vrij wel gelijken tred met
Domeinen, sommigen loopen nóg harder,
maar andere langzamer. Zeer belangwekkend
is het om na te gaan, hoe die bebossching
ook ten goede komt aan de wilde flora en
fauna en er is ook een keerzijde aan de
medaille, want in de bebosschlngsdrift is al
menig merkwaardig duinvalleitje met al zijn
moois geheel weggevaagd. Ik heb daar al
veel verdriet van gehad, maar het gebeurde
onopzettelijk en uit dienstijver. Intusschen
Is daar ook wel weer een mouw aan te
passen, zoodat we summa summarum ons
oprecht kunnen verheugen over de invasie
der Oostenrijkers.
JAC. P. TH ij ss E